Biimenlandsche Berichten.
kerk, die Zaterdag zou plaats hebben, ver
daagd.
Een talrijke hoop volks doorliep gisteren
de straten van Burgos om bij wijze van
manifestatie te protesteeren tegen de ophef
fing van het kapitein-generaalschap in die
provincie. Er is eene levendige agitatie in de
stad. Men vreest dat er wanordelijkheden
zullen ontstaan.
EGYPTE.
De heer Le Chevalier, de Fransche commis
saris bij de internationale commissie van be
heer der staatsschulden, is benoemd tot direc
teur der Suez-kanaal-maatschappij ter vervan
ging van den heer Charles de Lesseps.
AMERIKA.
De gezant van Brazilië te Londen weer
spreekt het bericht, door eenige Londensche
bladen van den 44n gegeven, dat de stad
Santa Anna do Livramento zich aan de op
standelingen zou hebben overgegeven. Hij
voegt er bij, dat de aanvoerders der opstan
delingen met vreemde huurtroepen, maar tot
dusver zonder gevolg, getracht hebben de
stad in te sluiten.
Aan de New-York Herald wordt uit Val
paraiso gemeld, dat de minister vau buiten
landsche zaken van Chili te Santiago hettrac-
taat met den gezant te Bolivia heeft geteekend
over de grensscheiding der beide republieken.
Door deze schikking komen aan Chili eenige
bronnen, op welke Argentinië vroeger aan
spraak maakte.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Bedrijfsbelasting.
Het antwoord van minister Pierson met ge
wijzigd wetsontwerp is heden verschenen.
De naam van het ontwerp is ihans veran
derd in j> Belasting op bedrijfs- en andere in
komsten".
lo art. 1 lett. b worden de Nedet landsche
belastingplichtigen vermeld die worden aange
slagen naar uitdeelingen of uitkeeringen, zonder
aftrek van rente, van naamlooze vennootschap
pen, commanditaire vennootschappen op aandee-
len, coop, of andere vereenigingen en onderlinge
verzekeiingmaatschpij. Voor de sociëteiten is een
bijzondere bepaling gemaakt bij art. 5 3. Voor
gewone commanditaire winsten is dus de aftrek
van 4 pCt toegelaten. Van het denkbeeld om de
gewone commanditaire bij éen bron te treffen,
is afgezien.
Het vervoeren van personen en goederen tus-
schen bmtenlandsche en Nederlandsche havens
door of voor rekening van buitenslands gevestig-
den is nu niet belastingplichtig. Evenmin de
werkzaamheid van in het buitenland gevestigd
ondergeschikt personeel op vervoermiddelen, die
het verkeer met het buitenland ondei houden.
De belastingphchtigheid van tijdelijk hier aan
wezige buitenlanders is beperkt tot dezulken
van wie is aan te nemen dat zij minstens drie
maanden achtereen hier te lande een bedrijf
zullen uitoefenen of dit reeds hebben gedaan.
De belasting van het debiet door buitenland-
sche maatschappijen aan particulieren bier te
lande is gehandhaafd, doch het ontwerp is nu
zoo gewijzigd, dat het criterium van belastbaar
heid word gezocht in het gebruik maken van de
diensten der tusschenpersonen.
Afzonderlijk zijn nog belastingplichtig ver
klaard de buitenlandsche handelsreizigers.
De inrichtfg van het ontwerp is nu zoo gewij
zigd, dat art. i zegt w i e belastingplichtig zijn,
art. '1 waarvoor belasting moet betaald
worden met ondei scheiding tusschon hen, die at
of niet in de vermogensbelasting 2ijn aangesla
gen. Art. 3 bepaalt wat als winst of belooning
geldt. Art. 4 wijst aan over welke tijdperken
voor diezelfde personen het inkomen wordt be
rekend. Artt. 5 en 6 regelen de belastingphch
tigheid van anderen. Art. 7 zegt, voor zoover
dit twijfelachtig kan zijn, wie de belasting ver
schuldigd is. Art, B behelst de vrijstellingen.
In art, 2 wordt nu duidelijk uitgesproken de
leidende gedachte van bet ontwerp, n.l. alleen
de zuivere winst van bedrijven is belastbaar en
als zuivere winst wordt aangemerkt wat ver
diend is boven de rente.
Bepaald is nu dat uitgaven niet uitsluitend
ter verwerving van het inkomen of ter uitoefe
ning van het bedrijf op beroep noodzakelijk,
maar ook ten deele voor persoonlijk genot of
andere oogmerken gedaan, voor de helft ajs
kosten zullen gelden.
De vrijstelling der landbouwwinsten is behou
den, maar ze is nu zoodanig geredigeerd, dat
niet worden vrijgesteld coöperatieve boter- en
andere fabrieken, en voorts is bepaald dat de
vrijstelling niet van toepassing is wanneer het
in landbouwbedrijven aangewend kapitaal, ten
gevolge van de vereeniging dier bedrijven met
andere, niet afzonderlijk te begrooten is.
Daarentegen is de vrijstelling uitgebreid tot
boom- of bloembollenkweekerij, onverschillig of
daarbij eenige bloemisterij op kleine schaal ge
dreven wordt.
De vrijstelling van winsten uit steengroeven
is nu in denzelfden vorm gegoten als dle der
landbouwwinsten, maar niet uitgebreid.
In art. 5 is nu bepaald dat onder »uitdee-
lingen" niet zullen zijn begrepen uitdeelingen
of uitkeeringen aan verzekerden en onderstand
genietenden in deze hunne eigenschap,
In art. G is de gelijkstelling van stoomtram
en locaalspoorwagen opgeheven en voor eerstge
noemde een cijfer van f800 per kilometer aan
genomen als aftrek van rente.
De buitenlandsche ondernemingen die hier te
lande aan particulieren verkoopen, zullen nu be
lastingplichtig zijn voor tien percent van de
verkoopswaarde der goederen in plaats van 20,
zooals eerst was voorgesteld.
Door aanneming van de uitdeelingen en niet
van de winsten tot maatstaf voor de belasting
plichtigheid van vereenigingen, staat bet vast
dat werk lieden vereenigingen doofstominenin-
richtingen, spaarbanken enz, enkel worden ge
troffen als zij uitdeeien. Inrichtingen tot het geven
van onderwijs, tot het voorkomen of lenigen
van armoedetot verplegingverzorging of
zedelijke verbeteiing en tot het verstrekken van
kost, geneeskundige hulp, geneesmiddelen en be
grafenis of begrafenisgeiden van minvermogenden,
zijn uitdrukkelijk vrijgesteld.
De aftrek voor hen die niet in de vermogens
belasting zijn aangeslagen is verhoogd van f400
tot f600. Dientengevolge is een aftrek van f200
toegelaten voor hen die wel in deze belasting zijn
aangeslagen. Voor eerstgenoemden begint de
progressie nu ook eerst boven f8200.
Er worden nu 4 tarieven voorgesteld, tarief
A voor binnen het rijk wonenden die niet in de
vermogensbelasting zijn aangeslagen, hen die
buiten het rijk een Nederl. staatsambt uitoefenen
en de in het buitenland gevestigden die hier te
lande persoonlijk of door gemachtigden een be
drijf geregeld uitoefenen. Dit tarief is bij een
inkomen van f650 fl, van f1000 f8, f2000
f28, f4000 f65, f6000 f 108, f8000 f148,
f 10000 f209.60, f 12000 f273,60 en f15000
f369.60.
Tarief B geldt voor hen die in de vermogens
belasting zijn aangeslagen, waarbij de oorspron
kelijke verhouding tot tarief B. is behouden.
Tarief C geldt voor buitenlandsche handels
reizigers (f12 per belastingjaar).
Tarief D geldt voor alle overige belasting
plichtigen. Voorgesteld nu wordt de belasting te
bepalen op f2 van elke geheele som van ff00,
met dien veistande, dat voor de tijdelijk hier te
lande verbhjfhoudende vreemdelingen de belas
ting op fl van elke geheele som van f50 wordt i
berekend.
Het stelsel van eigen aangifte is behouden.
Bij overlijden van een belastingplichtige in
Nederland wonende of wel in den vreemde een
Ned. staatsambt bokleedende, zal ontheffing van
belasting worden vetleend.
Voorts kan de prov. inspecteur der dir. belas
tingen geheelo of gedeeltelijke ontheffing van
belasting toestaan, wanneer door het staken van
een bedrijf of beroep, ontslag uit een ander of
ophouden van inkomsten in den loop van het be
lastingjaar het naar deze wet belastbaar inkomen
met meer dan een vierde is verminderd.
Niet naar waarheid en behoorlijk beantwoor
den van het beschrijvingsbiljet binnen den gestel-
den termijn, wordt gestraft met eene geldboete van
ten hoogste f 100. De gevangenisstraf wegens
verzuim van aangifte als geen biljet is uitgereikt,
ie vervallen.
Ce rijksopcenten voor het eerste jaar zijn be
houden, dorh alleen voor het geval dat op 1
November 1894 de kohieren een bedrag aanwij
zen van niet meer dan f4.400.000, terwijl die
opcenten bet getal van 25 niet kunnen over
schrijden.
Niet de inwerkingtreding der wet, maar
slechts de aanvang van de heffing der belasting
wordt tot 1 Hei 1894 verschoven.
Ten siottezijnog vermeld, dat de belasting voor
naamlooze vennootschappen en coöperatieve ver
eenigingen is gebracht op 2 pCt. van alle uit
keeringen.
Wet op de middelen.
In art. 1 van bovengenoemde wet voor 1893
is bepaald, dutte beginnen metditjaar de grond
belasting op de ongebouwde eigendommen wordt
geheven naar G ten 100 van de belastbare op
brengst. Naar de stellige bedoeling der wet van
1879 is de belasting naar 6 pCt, van de nieuwe
belastbare opbrengst getreden in de plaats van
de hoofdsom aan rijksopcenten, naar de vroegere
belastbare opbrengst geheven. Dooi dien echter,
toen de peiequatie-wet tot stand kwam, de
middelenwet voor 1893 reeds door de Tweede
Kamer was aangenomen, wordt in die wet nog
melding gemaakt van de heffing van rijksopcen
ten op de hoofdsom der grondbelasting op de
ongebouwde eigendommen.
De regeeiing heeft nu een wetsontwerp inge
diend, strekkende om m de middelenwet de
woordennéén en twintig on een halve opcent
op de grondbelasting van de ongebouwde eigen
dommen" te doen vervallen.
Voorts zal in den ramingsstaat, hiermede in
verband, de oetrekkelijke post, zijn te lezen a.
grondbelasting f11,630,000 af: ontheffingen,
kwijtscheldingen en oninbare posten f40,000;
blijft f 11,590,000. Het totaal van den ramings
staat wordt derhalve f 1,002,600 lager en mits
dien gebracht op f 127,343,890.
SCHIEDAM, 14 Maart 1893.
Morgen wordt aan de huizen der ingezetenen
eene collecte gehouden vanwege het Zuid-
hollandsch comité tot ondersteuning van
behoeftige oud-strijders uit den tijd van
483031. Hun aantal vermindert langzamer
hand hun behoeften stijgen met het klimmen
hunner jaren.
Er bevinden zich ook enkelen in deze
gemeente, welke vanwege dit comité worden
ondersteund. Doch hoe weinig dit comité
vermag, blijkt uit het feit, dat een hunner
f 1 per week ontvangteen ander f 2.50 per
kwartaalnog anderen worden eenmaal in
het jaar, in September, met een gilt verblijd.
Komt, laat ons nu eens in dit geval niet
karig wezen. Toen deze mannen jong waren,
vrienden en magen verlieten, orn voor de
rechten van het vaderland op te komen,
werden ze toegejuicht en vereerd. Later is
de geestdrift te hunnen opzichte sterk bekoeld.
Gunnen we aan de laatsten van een kloek
voorgeslacht nog eens een enkelen dag zonder
zorgen, 't kan zoo spoedig met hen gedaan
zijn. 't Milde geven verarmt niet f dat moge
ieder bij gelegenheid van deze collecte met
ernst bedenken.
Een groote menigte belangstellenden, waar
onder velen van elders, had zich gisteravond
naar de openbare bijeenkomst van de afdeeling
Schiedam van het «Alg, Ned. Werklieden-
veibonu" in de zaal der Officieren-vei*eeniging
begeven, teneinde een juist denkbeeld te ver
krijgen aangaande (Je zaak, waarbij werkgever
en werkman zoo nauw betrokken zijn, n.l.:
«Kamen van arbeid". Is reeds veel over deze
gewichtige aangelegenheid geschreven en
gesproken, het voorrecht den ontwerper en
voorsteller er van te kunnen hooren had
ongetwijfeld de belangstelling ia niet geringe
mate vermeerderd.
Nadat de voorzitter zijn dank had betuigd
voor de groote opkomst en voor de bereid
willigheid, waarmede de heer Prjttersen aan
de uitnoodiging der afdeeling gevolg had ge
geven, verkreeg deze het woord tot behan
deling van zijn onderwerp. Allereerst ver
klaarde spreker geenszins gequalificeerd te
willen zijn als «agent der liberale partij",
gelijk men hem ten onrechte betiteld heeft.
Niet voor een enkele partij of richting toch
wenscht hij te ageeren en propaganda te
maken; hem drijft het bewustzijn, te moeten
medewerken tot het uit den weg ruimen van
die groote maatschappelijke euvelen, welke
tot vernietiging der gemeenschap zouden
leiden. Heeft hij er steeds naar gestreefd een
bescheiden bijdrage te leveren in de oplossing
van het groote maatschappelijke raadsel j
thans, nu hem als volksvertegenwoordiger
een zetel in ons parlement is toevertiouwd,
gevoelt hij te krachtiger den prikkel, mede te
werken tot verwerving van den socialen vrede.
De groote strijd, in onze maatschappij ge
voerd, is die tusschen kapitaal en arbeid,
tusschen werkgever en werknemer. Er zijn
dan ook toestanden, welke dringend ver
andering eischendaar zijn patroons, die
hunne werklieden als machines behandelen
en ze in hun belang exploiteeren. Zoo is
de verwijdering tusschen die beide standen
allengs grooter geworden en heeft zich in de
gemoederen der arbeiders een haat geplant,
welke eene verzoening tusschen de heterogene
partijen schier onmogelijk doetschijnen. Even
wel moet gelet worden op de bij-oorzaken,
welke medewerken tot die vijandige houding
ook daar, waar de patroon zijn werklieden
een menschwaardig bestaan verschaft. Daar
zijn lieden, wier eenig streven het is, de kiem
van ontevredenheid te zaaien, teneinde aldus
wantrouwen en haat te kweeken en de ver
schillende lagen der maatschappij onderling
in botsing te brengen en elkaar te doen ver
nietigen, om vervolgens op de puinhoopen.
zich een denkbeeldigen geluksstaat te stichten,
In tegenstelling van dergelijke maatregelen
van ruw geweld, welke slechts op vernietiging
uitloopen, wenscht spreker den weg der ver
zoening en verbroedering te bewandelen, jjjj
wenscht de partijen tot elkander te brengen,
en zulks doormiddel van Kamers van arbeid,
waarin zoowel patroons als werklieden zul
len zitting hebben en waar de wederzijdsche
belangen besproken en behartigd zullen wor
den, zoodat men beter met elkanders toestand
bekend woi dt en onderlinge waardeering in
de plaats treedt van het thans heerscheud wan
trouwen. Bovendien heeft de gezamenlijke be
spreking van toestanden en belangen deze IfchC—
zijde, dat de werkman, die gewoonlijk te
schroomvallig is zijn gevoelen kenbaar te ma
ken, zich beter leert uitdrukken en zoodoende
meer vrijmoedigheid verkrijgt tot het bepleiten
zijner belangen, terwijl de patroon zynonder-
geschikte wat meer zal leeren eerbiedigen.
Spreker wees er op dat in enkele gemeenten
van ons vaderland reeds arbeidsraden waren
opgericht, waarin de patroon met den werk
man samenkomt om maatregelen te nemen
in "wederzgdsch belang. In Franeksr is zelfs
een werkman voorzitter, terwijl zijn patroon
lid van het bestuur is. Mocht dus het
bij de Tweede Kamer ingediende wetsont
werp kracht van wet verkregen, dan stelt
spreker zjch een schoone toekomst voor
ziende op den uiterst gunstigen invloed, welke
de «Trade nions", Kamers van verzoening,
na 1860 in Engeland hebben geoefend, terwijl
voor cjien tijd de toestand daar te lande van
dien aard was, dat Carlisle getuinde: »Wü
gaan te gronde". 0
Vervolgens de door hem en zijn ambtge
noot Schimmelpenninck. van der Oye inge
diende voorstellen besprekende, toonde
heer - jttersen aan hoe het beider streven
is verbetering te brengen in de sociale ver
houdingen, maar hoe in die voorstellen toch
nog principieele verschillen worden aange--