A". 1893.
Vrijdag 2 Juni.
KENNISGEVING.
N°. 8284.
Z eyeneaveertigete Jaargang1.
Verschijnt dag el ks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: J. ODÉ.
Bnitenlandsche Berichten.
ABONNEMENTSPRIJS, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk.
Afzonderlijke nommers
1.85.
2.50.
0.10.
BVKEAtJ: BOTEKSTKAAT, E 2?.
ADVERTENTIEPRIJS: van 1i0 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer. 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
BURGEMEESTER EN Wethouders
vak Schiedam;
Gezien het verzoek:
do. van de firma "V00RWALDT& GOUD
SMIT Sz., om vergunning tot oprichting
eener zeepzieder(j, in het pand aan de
Groenelaan alhier, wijk G no. 96, kadaster
sectie L no. 1368;
2o. van H. DE KONING, om vergunning
tot oprichting van een her 8 t el plaats
van koper-, zink- en follkwerk, in het
pand aan de Westvest alhier, wijk B no. 28,
kadaster sectie C no. 488;
3o. van de firma J. M. VAN DER SCHALK
Co., om vergunning tot uitbreiding harer
bierbrouwerij, aan de Westvest alhier,
•wijk B no. 38, kadaster sectie L no 455,
door plaatsing daarin van een stoomketel
van 81 MJ verwarmingsoppervlak, ter ver
vanging van den bestaanden stoomketel van
kleiner afmeting:
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van den
2den Juni 1875 Staatsblad n°. 95);
Doen te weten:
dat voormelde verzoeken met de bijlagen
op de secretarie der gemeente zijn ter visie
gelegd;
dat op Donderdag den lSdenJunia.s.,
des namiddags ten 2 ure, ten Raadhuize gele
genheid zal worden gegeven, om bezwaren
tegen het toestaan van die verzoeken in te
brengen en die mondeling of schiiftelijktoe
te lichten; en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijd
stip hierboven genoemd, op de secretarie der
gemeente, van de schrifturen, die ter zake
mochten zijn ingekomen, kennis kan worden
genomen
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den lsten Juni 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
VERNÈDE.
SCHIEDAM1 Juni 1893.
Eindelijk heeft dan de opening plaats ge
had van den spoorweg van Maassluis naar
Hoek-van-Holland, nu het ongeveer twee jaren
geleden is, sedert het gedeelte van dien
spoorweg SchiedamMaassluis voor het ver
keer werd opengesteld. Door de opening van
deze geheele lijn loopt voortaan de kortste
weg tusschen Engeland en ons land over dit
traject, 's Avonds te acht uur van Londen
vertrekkende, is men 's morgens te «es uur
aan den Hoek-van-Holland, vóór negen te
lam; 's middags twee uur te Keulen
en 's avonds elfinir te Berlijn. Met de nieuwe
snelvarende boot Chelmsfor&Nordt langs deze
lijn van Londen naar Rotterdam vier uren
bekort; met de overige Harwichbooten twee
uren, en vier, zelfs twee uren, ze beteekeneu
wat in onze dagen!
Zoo is dan ten laatste het groote spoorweg
net in ons land door de opening van deze
lijn, men mag zeggen, \oltooid. Hier en daar
zullen af en toe nog wel enkele mazen wor
den aangebracht, maar hierdoor zullen slechts
plaatselijke belangen worden gebaat. De inter
nationale veikeerswegenzijn nu zoodanig, dat
ons land daarop ten minste met voldoening
het oog kan vestigen.
Bij gelegenheden als deze slaat men het
geschied boek nog wel eens op; en dit doende
met het oog op het hoofdstuk t> Geschiedenis
van den aanleg van spoorwegen in ons vader
land", komt men tot de overtuiging, dat de
Nederlanders op dit punt niet tot de opti
misten kunnen gerekend worden. De eerste
spoorweglijn werd den 15n September 1830
geopend en liep tusschen Liveipool en Man
chester. Engeland, België, Frankrijk, Pruisen
en andere landen zagen aanstonds het groote
belang van dit vervoermiddel inweldra
waren daar tal van spoorwegen aangelegd.
In Nederland dacht men er anders over. Men
had hier immers als in geen ander land uit
stekende waterwegen, die een veel gemakke
lijker, veiliger en goedkooper vervoer toe
lieten, en de drassige grond veroorzaakte
elders veel min de gevoelde bezwaren tegen
het leggen en berijden der ijzeren spoorbanen.
De plannen van Koning "Willem I, voortui rend
als altijd, waar het gold, de stoffelijke wel
vaart te bevorderen, ondervonden dan ook in
den beginne een krachtigen tegenstand, die
den ondernemenden vorst evenwel niet af
schrikte. Men staat verbaasd, als men de
denkbeelden van dien tijd nog eens weer
nagaat. In 1834 werd een geldleening uitge
schreven tot aanleg van een spoorweg Am
sterdamAmersfoortKeulen. Willem I
ging voor met een aanzienlijke inschrijving,
maar de leening mislukte, men vertrouwde
de zaak niet. Toch rustte Willem I niet.
In Februari 1836 werd door hem een com
missie benoemd voor den aanleg van spoor
wegen, welke de lijn AmsterdamArnhem
voorstelde met latere voortzetting tot Keulen.
Daarop stelde de Koning bij wetsontwerp van
26 Februari 1838 een geldleening voor van 24
nullioen gulden, ter bestrijding der kosten
van de droogmaking van het Haarlemmermeer
en van den aanleg van een spoorweg Amster
dam—Utrecht—Arnhem, met een zijtak van
Utrecht naar Rotterdam.
Hoe de opinie omtrent den aanleg van
spoorwegen was, blijkt uit het feit, dat op
twee na, alle stemmen in de Tweede Kamer
zich tegen dit ontwerp verklaardende twee
voorstemmers waren de minister, die het
ontwerp verdedigde, en de burgemeester van
Arnhem. Nog gaf "Willem I zijn plannen niet
op. Een koninklijk besluit van 20 April 1838
bepaalde, dat de ijzeien spoorweg naar Arnhem
onder het bestuur van het departement van
binnenlandsche zaken zou worden aangelegd,
en dat daarvoor een geldleening zou worden
uitgeschreven van negen millioen gulden onder
koninklijke rentegaiantie van 4Va procent.
Na veel tobben werd uit deze plannen einde
lijk de Nederlandsche Rijnspoorwegmaat
schappij geboren.
Voordat echter de eerste lijn van den Rijn
spoorweg geopend werd, was reeds door
particulier initiatief geheel uit eigen krachten
de eerste spoorweg in ons land in het leven
geroepen.
Den ln December 1835 werd namelijk
de concessie aangevraagd voor een spoorweg,
aanvankelijk van Amsterdam naar Haarlem.
De commissie, door Willem I indertijd be
noemd om de zaak der spoorwegen te onder
zoeken, bracht in April 1836 rapport uit
over deze aanvraag, en gaf als haar ineening
te kennen, dat daardoor in geene levendige
lehoefteaal worden voorziendaar er tusschen
Amsterdam en Rotterdam eene goede ver
binding te water bestond, en de Kamers van
koophandel te Amsterdam en Rotterdam lieten
zich eveneens afkeurend uit. De concessie
werd echter verleend den ln Juni 1836, en
bij koninklijk besluit van 22 Juni 1840 werd
vergunning gegeven tot de verlenging tot
Rotterdam, doch aanvankelijk tot Den Haag.
Doch genoeg om den geest des tijds te
proeven. Bekend is verder, dat enkele lijnen
later door particuliere maatschappijen zijn
aangelegd, doch dat door de wet van 18
Augustus 1860 de aanleg van staatsspoor
wegen werd bepaald, en dat dit net in 1872
ter beschikking van het publiek wei d gesteld.
hi den loop van 1875 vlagde men te
Vlaardingen en te Maassluis, want een wets
ontwerp was bekrachtigd, dat de aanleg be
paalde o. a. van de lijn, die hedenmorgen
werd geopend, de lijn SchiedamHoek-van-
Holland.
't Getuigt alweer niet van groot optimisme,
dat kolossale tijdsverloop tusschen besluit en
uitvoering: 18 jaren! En toen aan de uit
voering begonnen werdwat hebben die
bakens vervelend lang aangewezen, waar de
weg zou komen; en toen de baan eenmaal
lag, wat heeft ze een tijd noodig gehad om
te beklinken! Eindelijk, 'tis nu circa twee
jaar, dat ze voor een gedeelte werd geopend;
maar bij den aanleg scheen men slechts op
locaal verkeer te hebben gerekend, niet op
sneltreinen; immers nu dtze een deel van
den treinenloop innemen, zijn eenige bochten
methet oog hierop moeten gewijzigd worden 11
Bij uitstekende waterwegen bezit Neder
land thans een even uitstekend spoorwegnet.
De pessimist, die in 1877 den Rotterdamschen
Waterweg reeds voor onbruikbaar durfde ver
klaren, is gelogenstraft. Naast den voortref-
felijken Waterweg loopt de spooibaan. Mogen
beide de Maasstreek ten zegen zijn!
U U 1 T S C II L A N 1).
De Kamer van afgevaardigden heeft giste
ren het kies wetontwerp definitief aangenomen
naar de redactie van het Heerenhuis, en
evenzoo het wetsontwerp lot het overdragen
van directe staatsbelastingen aan de gemeen
ten. In derde lezing werd ook het ontwerp
aangenomen omtrent de subsidieering van
den bouw van volksscholen. De volgende zit
ting wordt waarschijnlijk eerst in het einde
van Juni gehouden.
Het wordt opgemerkt, dat ditmaal door
alle partijen, de socialisten alleen uitgezon
derd, bijzonder veelcandidaten voorde Rijks
dagverkiezing worden gesteld, die behooren
tot den landbouwenden stand, met name in
Silezie en Westfalen.
Vooral ook in Beieren draagt de strijd een
agrarisch en, onder leiding van den volks
menner dr. Sigl, redacteur van het Mtinchener
Vaterland, die, hoewel zich noemend aarts
katholiek", te gelijk het Centrum en de »Prui-
sische leger wet" bestrijdt, een allerheftigst
karakter.
Te Coblenz heeft men graaf Bruhl candi-
daat gesteld als secht katholiek en tevens
voorstander der legerwet".
Ook Krupp, de kanonnen-koning, is candi-
daat. Nu het tiouwens voornamelijk over de
legerwet loopt, behoort die er noodzakelijk bij.
P R A N K E IJ K.
De begrootings-commissie koos Burdeau
tot voorzitter, Rouvier had bedankt.
Bij gelegenheid van een hem vanwege het
dagblad Les Dèhats aangeboden feestmaal,
heeft de heet Lóón Say eene toespraak ge
houden, waarin hij verklaarde dat de republiek
de tot haar bekeerden (les rallies) moet
opnemen, en dat de schoolwet en de legerwet
goed te keuren zijn, mits zij niet op tyran-
nieke wijze worden toegepast. De spreker
bestreed het socialisme en drong op inkrim
ping der staatsuitgaven aan. Hij besloot met
de woordenhet programma der liberalen
is en zal altijd blijven: verdediging der vrij-
heid van de burgers.
B E L 6 I E.
De rechterzijde der Kamer heeft gister
ochtend in hare partij vergadering besloten
voor het voorstel der regeering omtrent art.
48 der grondwet te stemmen, hetwelk de
mogelijkheid insluit der invoering van even
redige vei kiezingen. Teneinde deze hervor
ming te kunnen toepassen, zou dus het mi
nisterie nog slechts eene gewone meerder
heid in de Kamer behoeven te hebben.
E N U I i 1 D.
Het Lagerhuis heeft gisteren een door den
heer Goldsworthy voorgesteld amendement
op art. 3 van het home-rule-ontwerp, strek
kende om het ambt van onderkoning van
■Uf'
AïVn,. v-vl-W", 1» ri V*ia!