N°. 8301.
A°. 1893.
Zondag 25 en Maandag 26 Juni.
Eerste Blad
e ©nenveertigst e Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Binnenlandsche Berichten.
UITGEVER: J. ODÉ.
GDURAiü.
AbonNEMENTSPHIJS, per kwartaal 1.85.
Franco per post, door het geheele Rijk 2.50.
Afzonderlijke nommers.0.10.
8ÜKRAF! B#f BKSTRAAT, E 2J.
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—-10 gewone regels met
inbegrip van eene Courant. ƒ1.10.
Iedere gewone regel meer. 0.10.
DRIEMAAL geplaatst wordt tegen TWEEMAAL berekend.
SCHIEDAM 24 Juni 1S93.
't Is twee jaar geleden, dat de Amerikaan
Carnegie zijn werk over de Vereenigde Sta
ten in het licht zond, onder den titel sDe
zegevierende Republiek". De heer George
van Stelen, Amerikaan, maar van Neder-
landsche afkomst, deed van dit werk een
Nederlandsche vertaling het licht zien, opdat
•toch ook de Nederlanders kennis zouden
kunnen nemen van de wonderen, die de groote
republiek op allerlei terrein te aanschou
wen geeft. Dit boek wekte in hooge mate
belangstelling, liever, bewondering opdoch
al spoedig bleek het, dat Da Costa's woord
over Amerika nog niets van zijn klacht ver
loren had: nAch, de appel ook aldaar meer
kleurig dan gezond I" Wat was het geval?
De heer Carnegie, die de triumf der demo
cratie in Amerika zoo heerlijk bad we
zouden haast zeggen bezongen, de heer
Carnegie beleefde het, dat juist in zijn fabrie
ken een geweldige strijd tusschen arbeiders
en werkgevers ontstond. Hg was toen juist
in Engeland, en heeft- het maar aan zijn
personeel overgelaten, de geschillen met de
arbeiders uit te vechten.
Er schijnt hem in Oud-Engeland veel ondar
de aandacht gekomen te zijn, dat hem beviel;
meer nog: de overtuiging heeft zich in hem
gevestigd, dat Engeland en Amerika den be-
hooren te zijn, en dat de strijd inde vorige
eeuw, die de afscheuring van Amerika van
het mo ederland Engeland ten gevolge had, een
diep betreurenswaardige strijd is geweest.
Welk een denkbeeld, een vereeniging Tan
deze twee rijken Het geschrift van den heer
Cainegie heeft in Engeland grooten indruk
gemaakt, zóo zelfs, dat een Parlementslid,
voor wien de eindelooze beraadslagingen over
de Iersche ontwerpen ongenietbaar begonnen
te worden, het in het Lagerhuis ter sprake
bracht, en al aanstonds een voorstel deed,
zich met de Vereenigde Staten te verstaan
om alle mogelijke geschillen door arbiters ol
scheidsrechters te doen beslechten. 'tKan
wel niet anders, of zulk een voorstel moest
discussie uitlokken. Daar is er den, die op
de groote beteekenis van het voorstel wijst,
wat de financieele zijde betreft. Hij berekent
voor zijn geachte medeleden de kosten, die
de gevolgen zqn van den onzekeren toestand,
"waarin ons werelddeel verkeert. De cijfers,
die hij noemt, werken, vooral bij de groote
hitte der laatste dagen, verbijsterend. In het
jaar van den Fransch-Duitschen oorlog, dus
nog geen kwart eeuw geleden, bedroegen de
staatsschulden van de verschillende rij ken te
\,zamen: vier milliarden ponden sterling, of
wel acht en veertig milliarden guldens, en
J aangezien het kleine woord milliard, een
v vinding van den derden Napoleon, die een
virtuoos was in het sluiten van kolossale
leeni jgenduizend millioen beleekent, heeft
men de gelegenheidvover den omvang van
acht en veertig duizend millioen guldens te
peinzen, als men daartoe lust heeft.
Men kan dan vervolgens deze eerbiedwaar
dige som met anderhalf vermenigvuldigen,
omdat volgens het geachte parlementslid, den
heer Lubbock, in ruim twintig jaar de staats
schulden tot deze hoogte gestegen zgn.
Twee en zeventig duizend millioen guldens
staatsschulden, voor het meerendeel aange
gaan om reusachtige krijgstoerustingen te
kunnen bestrijden 1 Het is voor den men-
schenvriend schierom wanhopig te woiden.
De heer Gladstone heeft natuurlgk ook het
woord ge\oerd, en zijn instemming met het
denkbeeld betuigd, hoewel hij meende, dat
het voorstel tot een ovei eenkomst als door
den heer Carnegie is bedoeld, moest uitgaan
van de Vereenigde Staten, op welks bodem
het was ontkiemd.
Zeer zeker zal het op het congres van
voorstanders van den vrede, dat te Chicago,
bij gelegenheid van de wereldtentoonstelling
wordt gehouden, ook een onderwerp van
debat uitmaken
Toevallig valt met de bovengenoemde ge
lukkige gedachte van den heer Cargenie, de
mededeeling samen van een uitvinding, die,
is ze uitvoerbaar, op de wijze van oorlog
voeren zeker wel eenigen invloed zal oefenen.
De Fianschman Turpin, die liet meieniet
uitvond, moet thans aan iets bezig zijn, waar
van wondei en verhaald worden. Doch de heer
Turpin houdt de zaak nog geheimdaarom
is een belang stellend journalist hem eens kalm
gaan ondervragen, wat er toch van zijn verdel
gingstoestel was, waarvan men vertelt, dat men
het viermaal in een kwartier kan afschieten,
terwijl elke lading zou bestaan uit vijf en
twintig duizend piojectielen, die, zich naar alle
kanten verspreidend, een ruimte van twee en
twintig duizend vierkante meter zouden be- -
strijken! Mijn waarde heer! moet Turpin
gezegd hebben, die cijfers zijn werkelijk veel
te laag. Weldra zal ik met mijn uitvinding
zoo ver gevorderd zqn, dat ik met enkele
schoten een vlakte, door eenige geheele leger
korpsen ingenomen, zal hebben schoonge
veegd. Een schot zal voldoende zijn om een
fopt, en insgelijks een oorlogsschip te vernie
len. Een vroolijk vooruitzicht voor een leger
korps Is er echter ernst in de berichten
en de naam Turpin is geen alledaagsche
naam op dit gebied, dan zou men zoowat
tot de conclusie komen, dat de oorlogen tot
de onmogelijkheden moeten gaan behooren.
In de Fransche Kamer heeft deze week
een voorval plaats gehad, hetwelk bewijst,
dat zij opfrissching noodig heeft. Gelukkig
nadert de tijd. der, verkiezingen, en wc meenen,
dat een geestig en artistiek volk als de Fran-
schen toch wel mannen genoeg zal kunnen
leveren, om een Kamer van afgevaardigden
in het leven te roepen, die geen bespotting
voor een ernstig parlement oplevert. De
Boulangist Millevoye, verwoed op den radi
caal Clémenceau, die het Boulangistïsch
vaandel ontliep, wilde dezen staatkundig dood
doen verklaren. Aanleiding nam hij uit de
mededeehngen van het blad La Cocarde. De
redactie van dit blad had geschreven, dat zij, de
redactie, uit de brandkast van het Engelsen
gezantschap stukken had doen ontvreemden,
platweg gezegd stelen, die een afgevaardigde
Clémenceau werd er mee bedoeld
wegens hoogverraad op de bank der beschul
digden zou kunnen brengen. Deze zou met
den beruchten Cornelius Herz hebben samen
gespannen om Frankrijk het wemigje invloed,
dat het nog m Egypte bezit, te doen ver
liezen, tevens om Coisica \an Franknjlc te
vervreemden. De heer Millevoye nu kondigde
een interpellatie aan over Herz, die nog
altijd ziek in Engeland is, en bij deze gele
genheid heeft hij een zoodanig bespottelijke
rol gespeeld, dat de Kamer met 389 stem
men tegen 4 een motie aangenomen heeft,
waarbij ze haar verachting uitsprak over de
schandelijke en belachelijke lasterpraatjes, en
het betreurde, dat men 's lands tijd met
ijdele discussien heeft laten voorbijgaan. Al-
zoo Clémenceau leeft nog; Millevoye, de
Boulangist, heeft ontslag genomen als lid
der Kamer, en Paul Deroulède, zijn geest
verwant, heeft de zitting verlaten, en mede
ontslag nomen als lid der Kamer, met de
verklaring, dat hij walgde van de politiek en
niets meer met haar wilde te maken hebben.
Nu, dit verlies zal Frankrijk wel te boven
komen. De brutale redactie van La Cocarde
is door de bevoegde macht achter slot en
grendel gebracht.
Onze minister van financiën heeft een be
langrijke overwinning behaald door de aan
neming der bedrijfsbelasting met 55 tegen
34 stemmen; 't was geen partijstemming;
"Van alle partijen waren voor- en tegenstan
ders. 't Gevolg van de invoering dezer be
lasting zal zijn, dat een zeer breede stroom
van ambtenaren en waardigheidsbekleeders
in de beurs zal moeten tasten; hen trooste
de gedachte, dat ze zeer lang hun inkomsten
hebben genoten, zonder er den fiscus iets
voor te betalen, teiwijl anderen even lang
onder de patentwet hebben gezucht. Den heer
Pierson zij een langdurig parlementair leven
beschoren, om met zijn buitengewoon talent
het financieel beheer in ons vaderland inde
goede richting te sturen.
Lazen we eon bladzijde uit Olivier Twist,
het beroemde boek van Dickens, dat de schan
dalen in de Engelsche weeshuizen openbaar-
maakte en als gevolg daarvan verbetering
bewerkte? Lazen we een bladzijde uit. dat
boek? helaas neen! We lazen een stuk van
E. Kwast, oud-verpleegde van Neeibosch,
naar aanleiding van de onthullingen van de
heeien Van Deth en Van Houten, over de
"weesinrichting te Neeibosch, die de gemoe
deren nu reeds dagen bezighouden en zullen
blijven houden, totdat er volkomen licht zal
zijn verspreid. We hopen, dat de onderzoe
kingen, zelfs door dr. Kuyper als noodzakelijk
beschouwd, niet te lang op zich zullen laten
"wachten, 't Geldt hier de lichamelijke, bo
venal de geestelijke opvoeding van meer dan
duizend ongelukkigen. Als de heer Van 'tLin-
denhout beschuldigd wordt, kinderen, jon
gens, met namen genoemd, gebonden aan
handen en voeten, te hebben gegeeseld, ten
bloede toe, dan kan hij en gelukkig is de
publieke meening hieromtrent eenstemmig
zich niet met een hooghartig beroep op God
den Heer van de zaak afmaken. Nogmaals,
we hopen voor de arme weezen, dat de be
richten schromelijk overdreven, liever nog,
dat ze lasteringen blijken te zijnwant
Squeers en juffrouw Squeers, en Criekle en
zijn handlanger, de bekende typen van Dic
kens, worden in het schrijven van Kwast
uit hun graf gehaald, en als nog onder ons
levende voorgesteld. We hopen voor de
armen het beste.
SCHIEDAM, 21 Juni 1893.
De kiesvereenlging „Schiedam''.
De vergadering der kiesvereeniging van 6
dezer moge slecht bezocht geweest zijn, te
haier eer moeten wij erkennen, dat ze zeer
vruchtbaar belooft te zullen worden. Wij ont
vingen dezer dagen een ontwerp voor een
nieuw reglement en een programma voor de
raadsvei kiezingen, welke beide ontwerpen
een korte bespreking overwaardig zijn.
Het bestaande reglement drukt in art. 1
de richting der vereeniging uit door de woor
den ïvrijzinnig constitutioneel". Voorgesteld
wordt te lezen jvrijzinnig, vooruitstrevend en
constitutioneel". Men zou kunnen beweren,
dat de bijvoeging van vooruitstrevend" over
bodig is, dat dit begrip reeds in ^vrijzinnig"
ligt opgesloten. Een spotvogel zou kunnen
vragen of er dan ook arc^eruifstrevende,
terugkrabbelende vrijzinnigen zijn. Wij willen
hopen van neen, maar by de verschillende
nuanceeringen, die in alle partijen, ook de
liberale, gevonden worden, kan de toevoeging
van het woord veel dubbelzinnigheid weg
nemen en dubbelzinnigheid moet, waar ook,
zooveel mogelijk gebannen worden.
Goed gezien schijnt het ons, dat ook niet-
kiezers (die zullen er binnenkort niet veel
meer zijnlid der vereeniging kunnen
worden. Zij kunnen zich dan alvast voorbe
reiden voor de taak, die zij later zullen te
vervullen hebben.