Ae.' 1893 Zondag 25 en Maandag 26 Juni. N°. 8301, Tweede Blad. Feu i 11 e t o n. Zeyenenveer t g-st© Jaargang. AAN DE G-TTËISrS. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: I ODÉ. Scliiedamsche Indrukken. n. Buiteiilandsclie Berichten. II Mil Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het geheels Rijk Afzonderlijke nommers 1.85. 2.50. - 0.10. IIVBEAV: BOf KKlTRAAT, B 2 9. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer..- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen TWEEMAAL berekend. Kiesvereeniging en politiek een oogenblik aan kant, het is zomerGeen warme verga deringen och, waren ze dat maar altijjd geen duffe vergaderzalen ja, 't is er fioms heel duf maar met vrouw en kin deren naar buiten I Laten we niet klagen over te groote hitte. We hebben zóo lang naar hem verlangd, naar dien ouderwetschen zomer, waar onze vader en moeder God zegene hen met zooveel verrukking van bonden vertellen en dien wij maar niet te zien konden krijgen. En nu is hij eindelijk daargaan we dus naar buiten en maken ■wij kennis met hem. Hij komt en grand seigneur. Lang laat hij op zich wachten: wij, gewone burgertjes, zorgen wel dat we op tijd zijn. Aan onzen almanak stoort hij zich niet. Die aanmatigende •sterrenkundigen zeggen dat hij na 20 Juni behoort te komen en dan volle drie maan- -den blijven moet; hij lacht wat om diehee- ren. Hij komt als het hem past en gaat weg -als het hem goeddunkt. Al zijn wij, burgers van regelmaat en orde, nog niet klaar om hem te ontvangen hij is er en blij ft nog een poosje. Ja, als we dat vooruit geweten hadden, dan hadden we het Broersveld c. a. een paar maanden eerder laten dichtgooien of een paar sproeiwagens besteld, want ieder een kan wel begrijpen dat éen slangenwagen niet tegelijkertijd in de Warande en op het Broersveld water geven kan. Maar of wij nu al oogen en longen vol zand krijgen, daar stoort de Zomer zich niet aan. En als het dat geweten had, dan, wed ik, had het bestuur van onze ofBcieren-vereeni- ging zijn contract met het Rotterdnmsche orkest een beetje anders ingericht en hadden we nu al een paar avonden gehad, gelijk aan Woensdagavond van de vorige week. En omdat ik graag een oogenblikje gezellig buiten zit en dat is alleen bij een concert mogelijk, want dan is er voldoende lichten anders zie je er geen Chi istenmensch wil ik hierover nog een woordje zeggen. Toen ik daar dan Woensdagavond zoo rustig en luchtig mijn sigaar zat te rooken, werd ik, zeker door Egeners muziek over den veredelenden invloed daarvan een ander maal erg goedig gestemd, en alhoewel ik graag mopper, geloof ik dat ik het dien avond heelemaal niet gedaan heb, of het moest zijn op mijn glas bier, dat het zoo gauw leeg was. En toen dacht ik zoo: jongens, als we van zulke avonden een paar meer had den in het jaar, en als het dan een ander ook zoo ging als mij, wat zouden we dan hier in Schiedam meer tevreden zijn. En dat zou goed zijn, want erg opgeruimd zijn we hier met mekaar niet. Er was maar éen ding, dat me dien avond hinderde. Ik had gedacht dat het er erg vol zou geweest zijn en niettegenstaande wat gepruttel van mijn vrouw, die graag al' j op haar dooie gemak afdoet maar ik ben de baas zaten we precies om 8 uur op ons oude plaatsje. Net als de meeste Schiedamsche tuingangers hebben ook wij ons vaste plaatsje; dat verhoogt de gezelligheid, heb ik altijd gevonden. Het bezoek viel me echter niet mee, en in mij zelf moest ik wel mijn vrouw gelijk geven ik heb tot stelregel aangenomen dit nooit openlik te doen die vond dat we toch eigenlijk wel rustig onze thee hadden kunnen afdrinken. Ik was al bang voor zoo'n stiibbigen avond, ■eest f iek, i maar de muziek schijnt nogal goed geweest te zijn veredelende invloed van de muziek 2e punt en dus ik heb er niets meer over te hooren gekregen. Ook hep het zachtjes aan wat voller. Hoe komt het toch dat zoo weinig leden van zoo'n heerlijke gelegenheid om te genieten gebruik maken Over het antwoord op die vraag moet ik eens een dag of wat nadenken. "Dit artikel werd geschreven onder den indruk van de drukkende hitte der laatste dagen ENUJBLAKD. Het Engelsche pantserscliip Victoria, behoorende tot het Middellandsche-Zee-eska- der, is, na eene aanvaring met het pantser scliip Camperdown, dichtbij Tripoli,mSyrië, gezonken. De commandant van het eskader, admiraal Tryon, die zich aan boord van het schip bevond, en 400 man zijn omgekomen. Een door de admiraliteit onder dagteeke- ning van gisteren uit Tripoli in Syrië ont vangen telegram behelst dat de aanvaring hedenmiddag gedurende de manoeuvres plaats had. De Victoria zonk 15 minuten na de aanvaring in het 150 meter diepe water weg, met de kiel naar boven. Behalve admiraal Tryon, zyn de aalmoezenier, de chef-machi nist, een luitenant en 8 adelboisten omge komen. De Victoria werd doorboord door den ram der Camperdown, in de rechterzijde nabij den stuurboordstoren. De Camperdown werd zwaar beschadigd; het zal noodig zijn haar in het dok te brengen voor repaiatie. Van de opvaienden op de Victoria zijn 255 man gered. In het Lageihuis heeft de minister Grey gisteren verzekei d, da:van de belangrijke stukken die bij het Engelsche gezantschap te Parijs gestolen zouden zijn, niets waar is dat het in de Eransche Kamer eene giove en tastbaie vervalsching is gebleken. Art. 4 van het Home-Rule-ontwerp is aan genomen. De verdere beraadslagingen over de bill zijn daarop tot Woensdag verdaagd. Door Clark werd de inrichting gevraagd eener Scholsche wetgevende macht voor zuiver Schotscheaangelegenheden. Tievelyan erkende, dat de behartiging der Schotsche belangen in het Parlement niet volkomen be vredigend kon lieeten, en de regeering de eerste gunstige gelegenheid zou aangrijpen om daarin te voorzien. Wat de motie-Clark aangaat, de regeering beschouwde ze als een open quaestie en hij persoonlijk zou daarvoor stemmen. De motie werd verworpen met 168 tegen 150 stemmen, waarop de unionisten luide toejuichingen aanhieven. Volgens eene officieeledepêche, door Glad stone gisteren in het Lagerhuis voorgelezen, bevonden er zich aan booi d der Victoria611 officieren, matrozen en lichtmatrozen en 107 mariniers. Men vreest dat ten minste 430 man verdionken zijn. Intusschen is het moge lijk, dat tijdens de ramp eenige manschappen aan boord van andere schepen van het eskader gered zijn kunnen worden. Het bevestigt zich dat de Bntsche zaak gelastigde te Konstanlinopel aan de Porte op helderingen heeft gevraagd betreffende de ter- doodveroordeeling der twee professoren van het Armemsch seminarium te Marsivan door de rechtbank te Angora. Algemeen gelooft men dat de sultan bij gelegenheid der Bai'-amfeesten aan de veroordeelden gratie zal verkenen. P R A N K R IJ K. Eene depêche van kolonel Archinard aan den onder-secretaris voor koloniën meldt.dat kapitein Blachère, die verblijf hield te Ban- diagara in Macina, sultan Ahmadon op de vlucht geslagen heeft, na hem een verlies van 103 aanhangers te hebben berokkend. Kapitein Blachère echter bezweek daarna aan dysenterie. De commissaris van politie Clement begaf zich Donderdagmiddag naar de bureaux der Cocarde, om te verhinderen dat het blad ter perse werd gelegd. Ducret, directeur der Cocarde, en Norton, die hem de valsche stukken ter hand stelde, zijn gisteravond in hechtenis genomen. Roman van JOHANNES VAN DEWALL. 71. Doch aan den anderen kant stond het leven -van den man op bet spel, dien zij beminde, en ■baar eenigehoogste wensch washem te -reddener bleef haar dus geen keus over, de moeilijke stap moest gedaan worden. Op een namiddag klopte zij aan zijne deur •en trad binnen. De bleeke man met het edele gelaatzoo vol uitdrukking, stond van achter een stapel papieren met de pen in de band op en zag •haar vragend aan. I »Gij hadt beter gedaan, mij vroeger in dit -geheim in te wijden." sprak graaf Raphael aan ■bet einde van het onderhoud. Johanna, die haren bloedverwant zeer goed kende, merkte op, hoe koel en strak zijn gelaat werd. Zij zag hem aan en zweeg, want elke verontschuldiging was tegenover zulk een man geheel onnoodig. »Gij wenscht, dat ik mij met deze zaak be moei vroeg hij nadenkend. zlksmeekom uwen raad," antwoordde Johanna, is Kan ik graaf Hancke spreken zonder dat zulks zijne gezondheid zal schaden V* »Ja." Hij vestigde plotseling zijne groote oogen enderzoekend op haar en zsg haar strak aan. ïLater zal ik u nog nadere ophelderingen vragen," sprak hij ernstig, slaat ons nu gaan." Graaf Hancke richtte zich ophij was ver baasd zoo laat nog de voetstappen van een man in de kapel te hooren. Tot zijne groote verbazing kwam graaf Raphael zijne kamer binnen. Eene uitdrukking van belangstelling kwam op het gelaat van graaf Raphael, toen hij het vermagerde gezicht van den voor weinige weken nog zoo bloeienden jongen man zag. Medelijden en toorn vervulden hem; bij ging met haastige schreden naar den gewonde toe en reikte hem de hand. ïlk betreur het zeer, u zoo te vinden, heer graaf," sprak hij met warmte, sik wist niet dat gij zoo dicht in mijne nabijbeid waart anders had ik u zeker vroeger opgezocht." Graaf Hancke, die graaf Raphael steeds voor 'een koelen samenzweerder had gehouden, was evenzoo verbaasd over diens hartelijke toespraak als over diens tegenwoordigheid. nGij zijt waarlijk zeer vriendelijk," stamelde hijlik verzoek u om verontschuldiging, dat ik hier, zonder uw weten, een toevlucht ge zocht heb. Ik kreeg don laatsten dag aan deze zijde van de grens nog een schot van een arg- listigen verraderlijken man onze «eiste tocht liep niet gunstig af, maar het was mijne schuld niet." De scrldatentrots kwam bij graaf Hancke het «erst boven. Graaf Raphaeldie dit bemerktemaakte hiervan gebruik, vroeg hem naar eenige bijzon derheden, nam plaats en luisterde, /onder den spreker in de rede te vallen. ïGij hebt den oorlog van de verschrikkelijkste zijde leeren kennen," sprak hij daarna deel nemend. »Gij hebt voor ons uw bloed gestort, graaf Hancke't is dns niets anders dan onze duurste plicht, dat wij beproeven, uwe wonden te heelen, dat wij ons best doen, u te vergoeden, wat g'i voor onze nationale zaak gedaan hebt. Onder dit dak zijt gij te huis, beschik gerust over mij en over ons allen." Hij schudde nogmaals de hand van den graaf, die hem met schitterende oogen aanzag. »Gij weet reeds, dat de overige bewoners van Wicelowiec op een ander landgoed zijn gaan wonen, omdat hier de inkwartiering ver driedubbeld weid. Ik zelfben slechts nu en dan voor een korten tijd hier. Ik hoorde van mijne nicht, dat gij onze nicht, Martha von Bordowbki verlangt te spreken, met wie gij tijdens uwe vroegere aanwezigheid alhier, eene nauwe betrekking hebt aangeknoopt 1" Een donker rood bedekte nu bet aangezicht

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 5