voorafgegaan door de commissie, de ver
gaderzaal binnen.
De heer Tak van Poortvliet, minister van
binnenlandsche zaken, neemt plaats en houdt
de volgende toespraak
Mijne Meeren
Gewichtige maatregelen kwamen in het
afgeloopen zittingsjaar met uwe medewerking
tot stand. In de behoeften van 's lands dienst
werd op onbekrompen wijze voorzien.
Overeenkomsten tot regeling der handels
betrekkingen met Spanje, tot bescherming
van den industrieelen eigendom en tot het
tegengaan van misbruiken, voortvloeiende uit
den verkoop van sterken drank op zee, wer
den door u goedgekeurd.
Het Nederlanderschap en het ingezeten
schap werden, overeenkomstig de gewijzigde
bepalingen der grondwet, opnieuw geregeld.
In verschillende onderdeelen van ons burger
lijk lecht en der wetgeving op de uitoefe
ning van de geneeskunde en het geneeskundig
staatstoezicht werd verbetering aangebracht.
Tot versterking onzer oorlogsvloot zijn maat
regelen genomen.
Eene wet tot heffing eener vermogens
belasting is vastgesteld. De belasting op de
ongebouwde eigendommen en de accijns op
het zout werden billijker en gelijkmatiger
geregeld ook werden schadelijke rechten en
heffing afgeschaft of verminderd.
Eene belasting op bedrjjfs- en andere in
komsten verkreeg de goedkeuring der Tweede
Kamer en is thans aan de overweging der
Eerste Kamer onderworpen. Ditzelfde is het
geval me- d: nieuwe wetgeving op het
faillisemei.t en de surséance van betaling.
In den toestand van verschillende kleine
rivieren weiden verbeteringen ontworpen.
Oves eenkomsten omtrent de geregelde
stoomvaartverbinding met Nederlandsch
Indië kwamen tot stand. Tot den aanleg van
belangrijke openbare werken, welke de alge-
meene welvaart in Nederlandsch Indié kun
nen verhoogen, werd het besluit genomen.
De regeling van het kiesrecht voor do
Tweede Kamer der Staten-generaal en der
Provinciale Staten maakte een onderwerp uit
van overweging der Tweede Kamerdeze
bracht hare beraadslagingen daarover niet
ten einde.
De Koningin-Weduwe-Regentes heeft mij
opgedragen U, Mijne Heeien, haren dankte
betuigen voor den ijver en de toewijding,
door U opnieuw betoond, ter bevordering
van 's lands belangen.
Door de Koningin-Weduwe-Regentes daar
toe gemachtigd, verklaar ik deze zitting der
Staten-Geneiaal in naam der Koningin te
zijn gesloten.
De heer minister wordt door de commissie
uitgeleid en, nadat zij in de vergaderzaal is
teruggekeerd, sluit de voorzitter de veieenigde
vergadering.
Tereenlgde Zitting der beide Kamers,
op Oinsdag 19 September 1893,
tot opening van de gewone ver
gadering derStaten-Oeneraal.
De heer ror. A. van Naamen van Eemnes,
die den voorzittersstoel bekleedt, opent,
nadat de leden der beide Kamers zich inde
zaal, bestemd voor de zittingen der Tweede
Kamer, vereenigd hebben, tegen halfeen de
vergadering en laat het koninklijk besluit,
houdende zijne benoeming tot 'voorzitter der
Eerste Kamer gedurende het aanstaande
zittingsjaar, door den griffier dier Kamer
voorlezen.
De voorzitter, aan wien dientengevolge,
overeenkomstig het voorschrift van art. '108
de/ grondwet, het bestuur der vergadering
is opgedragen, benoemt eene commissie, die
Hare. Majesteit de Koningin-Regentes, bij
Hoogstderzelver aankomst in het gebouw der
Staten-Generaal, ontvangen en m- en uit
geleide doen zal. Deze commissie bestaat uit
de heeren Van Evsinga, E. Cremers, Smits,
Van der Kasy, Veinieulen, Van Bylandt, Cre-
mer, Kolkman, Van Swïuderen, Van Lier, Van
Velzen, Heemskerk, Zijp, Rorret, Hennequin.
De ministers, hoofden van ministerieele
departementen, de kanselier der orden en
de leden van den Raad van State vereenigen
zich ten Óen ure mede in de vergaderzaal.
Hare Majesteit de Koningin-Weduwe-Re
gentes, die zich op de in het programma voor
de opening van de vergadering omschreven
wijze naar het gebouw van de Tweede Kamer
begeven heeft, wordt, na een kort tijdsverloop
aldaar aangekomen, de vergaderzaal binnen
geleid neemt plaats aan de linkerzijde van
den Troon en houdt de volgende openingsrede:
Mijne Meeren!
Met dankbaarheid mag Ik, bij de opening
d«r gewone zitting van de Staten-Generaal,
in menig opzicht bevredigende mededeelingen
doen omtrent den algemeenen toestand des
lands.
De betrekkingen tot alle buitenlandsche
Mogendheden zijn van den meest vriendschap-
pelijken aard. Aan Mijne uitnoodiging, tot
verschillende Regeeringen gericht, om eene
regeling voor te bereiden van onderwerpen
van internationaal privaatrecht, is op welwil
lende wijze gevolg gegeven.
Zee- en landmacht kwijten zich, zoowel
hier te lande als in de koloniën, bij voort
during op de meest loffelijke wijze van hare
taak.
De uitkomsten van den oogst zijn, tenge
volge van langdurige droogte in den voorzo
mer, op onderscheidene plaatsen minder
gunstig. De toestand van den veestapel is over
het algemeen voldoende. In dien van handel,
nijverheid en scheepvaart kwam geene merk
bare verandering.
De algemeene gezondheidstoestand is be
vredigend. Voor eene ernstige uitbreiding der
besmettelijke ziekten, welke ten vorigen jare
de volksgezondheid en den veestapel zoozeer
bedreigden, mochten wij tot dusverre be
waard blijven.
Gedurende dit zittingsjaar wacht U opnieuw
hoogst gewichtige arbeid.
Voor de verdere behandeling en afdoening
der aanhangige wetsvoordracht tot regeling
van het kiesrecht voor de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en voor de Provinciale
Staten. roep Ik in de eerste plaats Uwe
medewerking in.
De nog aanhangige wetsontwerpen blijven
aan Uwe overweging aanbevolen.
Het ontwerp eener wet op de krijgstucht
wordt aan Uwe beraadslaging onderworpen.
Ook andere verbeteringen orizer wetgeving
zullen U worden voorgedragen.
De toestand van 's Rijks geldmiddelen is
voldoende. Verhooging der belastingen wordt
niet geëischt en de beschikbare middelen
zijn toereikend voor de behoeften van den
dienst.
Een ontwerp van wet in het belang van
de gezondheid en veiligheid in fabrieken en
werkplaatsen zal U worden aangeboden.
Tot verbetering der bestuursinrichting in
Nederlandsch Indië zullen U voorstellen wor
den gedaan.
Opnieuw, Mijne Heeren, doe Ik met ver
trouwen een beroep op Uwen ijver en op
Uwe toewijding.
Moge Uw arbeid, onder Gods zegen, strek
ken tot blijvend welzijn van ons dierbaar
vaderland.
In naam der Koningin, verklaar Ik de
gewone zitting der Staten-Generaal te zijn
geopend.
Hare Majesteit de Koningin-Weduwe-
Regentes, voorafgegaan door de commissie,
verlaat daarna de vet gaderzaat.
De voorzitter sluit, nadat de commissie in
i de zaal is teruggekeerd, de vergadering.
SCHIEDAM19 September 1893.
Vergadering van den gemeenteraad op
Dinsdag 19 September, des namiddags ten
kwartier voor twee ure.
Tegenwoordig zijn 15 leden, afwezig de
heeren Schuurman, Knappert, Loopuyt, Elze
vier Dom, Prins en De Bruijn, beide eerst-
genoemden met kennisgeving, wegens onge
steldheid.
Na vaststelling der notulen van 5 Septem
ber j.l. kwamen de volgende stukken in, die,
overeenkomstig 't bepaalde bij art. 10, ie lid
van liet reglement van orde, ter visie hebben
gelegen\an burgemeester en wethouders,
liet door hen opgemaakte le suppl. kohier
der plaatselijke dneete belasting, dienst '1893,
tot een bedrag van f 631.83, zal straks aan
de orde worden gesteldidem, voordracht
opgemaakt in overleg met den arrondisse-
ments-schoolop/.iener, na ingewonnen bericht
van het hoofd der school, ter benoeming van
een onderwijzer eerste klasse, tevens plaats
vervangend hoofd, aan de le openbare tus-
schenschoolop die voordracht zijn geplaatst
1. J. Temmink te Assen, 2. H. L. A. van
Bommel te Gorinchem, 3. A. van der Brugge
te Kapelle, bij Goes, en 4. W. Uitterdijkte
Apeldoornter visie gelegd om in eene
volgende vergadering tot eene benoeming over
te gaanidem," voordracht als boven, ter be
noeming van hulppersoneel aan de openbare
herhalingsschool voor meisjesop deze voor
dracht zijn geplaatstvoor eerste onderwijzer,
tevens plaatsvervangend hoofd, 1. B. de Maar,
2. J. van Rhijn Gz. en 3. C. Kerdel; voor
tweede onderwijzer, 1. J. van Rhijn Gz., 2.
C. Kerdel, 3. B. de Maar; voor eerste onder
wijzeres ia nuttige handwerken, d. E. de Goe
deren, 2. J. J. van Vliet en 3. M. van Rossen
voor tweede onderwijzeres in nuttige hand
werken 1. J. J. van Vliet, 2. M. van Rossen
en 3. E. de Goederen; voor derde onderwij
zeres in nuttige handwerken: l.M. van Ros
sen, 2. P. Rovers en3.A. van der Most, allen
alhier het doen der benoemingen zal straks
aan de orde worden gesteld; idem, aanbeve
ling ter benoeming van een directeur der
algemeene begraafplaats alhier, waarop ge
plaatst isJ. F. Schop, commies ter gemeente
secretarie alhier, het doen eener benoeming
zal straks aan de orde worden gesteld; ver
worpen werd een voorstel van den heer Van
Westendorp, om, met het oog op de omstan
digheid, dat op de aanbeveling van burge
meester en wethouders maar éen persoon
voorkwam, een nieuwe oproeping van solli
citanten te doen; idem missive ten geleide
van een bij hen ingekomen schrijven van
het raadslid, den heer I. Hoogendam, met
de door dat lid toegezegde teekening, be
stek en opgaaf van kosten van den bouw eener
bijzondere school voor lager onderwijs aan
de Tuinlaan en rapport daarop van den ge
meente-architect, aangenomen voor kennisge
ving; idem, afschrift van hun besluit van 31
Augustus jl., waarbij pensioen is toegekend ten
laste der gemeente, met ingang van 1 October
a.s.aan de navolgende werklieden in dienst dei-
gemeente aan wie, met ingang van dienzeifden
datum eervol ontslag als zoodanig is toege
kend als aan J. Vervoort f206.P. Visser
f226.—, J. Reijnhoud f243.K. Visser
f 243.J. Sjoukens f 243.A. L. Hoogen-
dijk f 269.F. van Deursen f 215.en
A. van den Hoek f209.—, alles per jaar,
aangenomen voor kennisgeving; idem een
gelijk besluit waarbij aan P, Kortland met
ingang van 1 Januari a.s. een pensioen is
toegekend van f100.die met ingang van
dien dag eervol is ontslagen als concierge van
het politiebureau, aangenomen voor kennis
geving missive van den heer J. Loopuyt,
houdende bericht dat hij ontslag neemt
ais lid van den gemeenteraad; missive van
den heer jE. Elzevier Dom, houdende bericht
dat hij mtrekt al de door hem gedane en
nog bij den raad aanhangige voorstellen en
ontslag neemt als lid van den gemeente
raad, beide missives aangenomen voor kennis
geving; missive van den heer C, J. Loncq,
dat hij de betrekking van ambtenaar van
den burgerlijken stand niet iaDger wenscht
te vervullen missive van den heer H. A. M.
Roelants, van gelijke strekking; onder
dankbetuiging aan genoemde raadsleden voor
de door hen in die betrekking bewezen dien
sten, werden deze missives voor kennisgeving
aangenomen en zal straks tot het doen van
nieuwe benoemingen worden overgegaan
missive van de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs, waarbij zij om
daarin aangevoerde reden verzoekt het
door haar onder dagteekening van 24 Augus
tus 1892 aan burgemeester en wethouders
ingediende en door deze hij den raad ter
tafel gebrachte plan tot reorganisatie der
burgeravondschool als niet gedaan te be
schouwen in verband met welk verzoek zij
vermeent dat aan de haar door den raad ver
strekte opdracht, om het gevoelen der leer
aren der burgeravondschool omtrent dat plan
in te winnen, geen gevolg meer behoeft ge
geven te worden op voorstel van burgemees
ter en wethouders werd besloten, nu de com
missie haar voorstel intrekt, de door den raad
gedane opdracht als vervallen te beschouwen.
Missive van de commissie voor het burger
lijk armbestuur ten geleide van de rekening
over 1892 en begrootingen voor 1894 van
genoemd armbestuur en van het stads-zieken-
huis, op voorstel van den heer Roelants,
voorzitter van het burgerlijk armbestuur,
aangehouden, om straks, in besloten verga
dering betreffende de begrooting eene mede-
deeling te doen; adres van J. A, Ilingman,
leeraar inhandteekenen aan de hoogere burger
school en de burger-avondschool, om eene meer
gelijkmatige regeling van do jaarwedden der
leeraren in dat vak aan die scholen; adres van
J. K. T. Timmerhans van Abcoude, leeraar in
rechtlijnig teekenen aan de burger-avond
school alhier, om verhooging zijner jaarwedde
in verhouding tot de meerdere lesuren welke
hem zijn opgedragen; adres van G. Waich
Wz., leeraar in de Fransche taal aan de hoo
gere burgerschool en het gymnasium alhier,
om de jaarwedde, welke hij als zoodanig ge
niet, in meer juiste verhouding te brengen
tot die, welke aan verscheidene andere leera
ren aan die inrichtingen van onderwijs ver
bonden, worden toegekend, deze drie adressen
werden om onderzoek en rapport in handen
gesteld der commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs; adressen van J. F.
Schop, commies ter gemeente-secretarie, en
J. C. Norenburg, inspecteur van politie,
om benoemd te worden tot directeur der
algemeene begraafplaats, op den inhoud dezer
adressen zal worden gelet wanneer de be
noeming aan de orde zal zijn; adres van
mr. A. K. J. van der Drift om restitutie van
plaatselijke directe belasting over 1893, wegens
verkoop van de aan hem in eigendom toe
behoord hebbende branderijen aan de Vel-
levest, A no. 79 en aan de Kethelstraat, A no.
65, ter visie gelegd ter behandeling in
eene volgende vergaderingbezwaarschriften
van A. Bakkes en 23 anderen tegen hunnen
aanslag in de plaatselijke directe belasting
naar het inkomen, dienstjaar 1893/4, in han
den gesteld, overeenkomstig het bepaalde bij
art. 20 der verordening op de helfii.g dier
belasting, voor zooveel noodig, van de in dat
artikel genoemde raadscommissie; adres van
mej. S. E. Maas, e. a., allen leden eener
alhier bestaande lawn-tenniselub, met verzoek
aan haar tot het houden van oefeningen in
lawn-tennis, tot wederopzegging, doch aan
vankelijk voor éen jaar, zoo noodig tegen
matige vergoeding, ten gebruike te geven
het afgedekte bassin, nabij de ruïne van Ma-
tenesse, in handen gesteld der commissie
van fabricage om onderzoek en rapport.
De later ingekomen stukken, bedoeld bij
art. 10, 2e lid van het reglement van orde,
zijn Bezwaarschriften van E. M. Beukers, J.
van der Burg Jz., D. L. Ingelse, M. C. Ingelse,
G. Minderman, J. A. van Ophemert enJ. H.
Rozestraten tegen hunnen aanslag in de
plaatselijke directe belasting naar het inko
men, dienstjaar 1893/4, ook deze adressen
werden in handen gesteld van de bovenbe
doelde raadscommissie. Eindelijk was nog,
even voor den aanvang der vergadering, een
adres ingekomen van N. Bijlo en omstreeks
50 andere bewoners van den Öostsingel, met
verzoek om behoorlijke straatverlichting, welk
adres ter visie zal worden gelegd ter behan
deling in eene volgende vergadering.
Thans tot behandeling der voor heden aan
de orde gestelde onderwerpen overgaande,
werden benoemdtot ambtenaren van den
burgerlijken stand de heeren G. Visser Bz. en
J. W. J. van Harwegen den Breemstot lid
der commissie van fabricage de heer J. H.
van Westendorp J.Dz.tot lid der commissie
van toezicht op het middelbaar onderwijs de
heer W. Beukers. De heer Maas had aan
de vergadering in overweging gegeven of niet
een andere keuze dan uit de beide door de
commissie van toezicht aanbevolenen, name
lijk de heeren mr. F. W. van Riemsdijk en
P. Brillenburg wenschelijk zoude zijn, daar
deze heeren, naar hij meende, met de werk
zaamheden aan de hoogere burgerschool
minder goed bekend waren. Deze woorden
werden door den heer Brillenburg volkomen
beaamd, terwijl de heer Poortman meende
dat daarin eene pressie op de uit te brengen
stemmen gelegen was. Tot eeiste onderwijzer,
tevens plaatsvervangend hoofd, aan de open
bare herhalingsschool voor meisjes, de heer
B. de Maartot 2e onderwijzer de heer J.
van Rhijn Gz.tot le onderwijzeres in nut
tige handwerken mej. E, de Goederen; tot
2e onderwijzeres in nuttige handwerken mej,
J. J. van Vliettot 3e onderwijzeres in nut
tige handwerken mej. M. van Rossen en tot
directeur der algemeene begraafplaats de
heer J. F. Schop.
De rekening der gemeente over 1892, be
dragende in ontvangst f 560,082.26ys, in uit
gaaf f519,578,78, sluitende dus met een goed
slot van f 40,503.48'/ï, met de verantwoording
van burgemeester en wethouders werd, over
eenkomstig het rapport der financieele com
missie, voorloopig vastgesteld, en zulks zonder
resumtie, teneinde dit besluit met de rekening
en de daartoe behoorende bescheiden aan
stonds ter vaststelling te zenden aan de Ge
deputeerde Staten dezer provincie. Do wet
houders namen, op grond van het bepaalde bij
art. 220, 2e lid der gemeentewet, aan deze
stemming geen deel. De heer Van LVoecum
verzocht eemge inlichtingen omtrent posten
betreffende de gasfabriek en de waterleiding,
die, wat de gasfabriek betreft, Joor den heer
Maas werden gegeven.
Het eerste suppletoir kohier der plaatselijke
directe belasting dienst 1893 werd tot een