Loting
A°. 1893.
Zondag 15 en Maandag 16
October.
N°. 8381.
Derde Blad.
NATIONALE MILITIE.
Kennisgeving.
Zevenenveertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
Maandag en Dinsdag, den 23sten en
24$ten October 1893,
Biiinenlandsclie Bericlitcn.
UITGEVER: T ODÉ.
S3 U E6E Aü: BOTERSTB1AT, E 2?.
Burgemeester en wethouders
van Schiedam,
SCHIEDAM, II October 1893.
Wat ons van wel onderrichte zijde werd
medegedeeld, wordt door de Standaard, in
hoofdzaak bevestigd. De heer Elout zelf heeft
aan de redactie van dat blad meer dan eens
gezegd, »dat de toenmalige minister van ko
loniën, de heer Fransen van de Putte, bij de
groote verlegenheid waarin hem de Atjeli-
quaeslie bracht, herhaaldelijk den heer Elout
heeft opgezocht om zijn advies in te winnen,
en de door hem beraamde maatregelen aan
zijn oordeel te onderwerpen.
Zulk advies :s dan ook door Elout gegeven,
en was, gelijk we sinds lang wisten, conform
Van de Putte's voorslag."
De vraag zou alleen kunnen zijn of de voor
slag van Van de Putte geboren is na of voor
dat hij met den heer Elout herhaaldelijk
liad geconfereerd.
Onze zegsman is van meening, dat de voor
slag" geïnspireerd werd door den heer Elout.
Wat het feit zelf aangaat, de Standaard
zegt, dat zij het al lang wist. Algemeen echter
was het niet bekend, en wat de mededeeling
in ons blad betreft, thans na den dood van
den heer Elout, het is een gewoon verschijn
sel, dat men na den dood van een beroemd
persoon belangrijke daden uit zijn leven mede
deelt, tot welker mededeeling juist diens dood
aanleiding geeft.
Dat Elout uit wraakzucht zyn advies gaf,
is door de Standaard er uit gedistelleerd, niet
door den schrijver der regelen gezegd; de
grieven van den oud-commissaris-generaal
van Ned. Indië waren aan diens zoon bekend
en deelde deze waarschijnlijk, zoodat dit, wat
zeer te verklaren en te verdedigen is, op zijn
oordeel over Atjeh van invloed kan zijn ge
weest. Meer onderstelt onze berichtgever niet
allerminst, dat zijn advies uit wraakzucht
voortsproot, in plaats van uit de overtuiging,
geheel te goeder trouw, dat hetgeen hij aan
raadde in het belang des lands was.
Van wraakzucht is niet gesproken. Die
eigenschap blijkt meer in den gedachtenkring
van de Standaard te liggen. {Arnh. Ct.)
Bij de Kamer van koophandel te Rotterdam
is het volgende schrijven ontvangen van de
Nederlandsehe Kamer van koophandel te
Londen
Vanwege de Britsche politie is hier bekend
gemaakt, dat eenige personen, die er hun werk
van maken chèques, wissels, effecten en
dergelijk papier van waarde te vervalschen,
bezig zijn hunne praktijken in toepassing te
brengen, op eene wijze, waardoor bijna elk
spoor van de vervalsching verdwijnt en groote
oplettendheid noodig is om deze te ontdekken.
Daar hunne werkzaamheid ook in het verkeer
tusschen Nederland en Engeland groote na-
deelen ten gevolge kan hebben, geven wij u
in overweging, de belanghebbenden te wijzen
op de wenschelijkheid, dat chèques op Enge
land getrokken, alsmede alle andere waarde-
zendingen steeds zooveel mogelijk geadviseerd
worden, opdat geene betaling geschiede voor
een hooger bedrag dan waarvoor die zijn
verminkt. Toen zij hun gruwelstuk volbracht
hadden, dreigden zij den ongelukkigen knaap,
als hij er iets van aan zijne stiefmoeder ver
telde, hem te zullen vermoorden. Voordat zij
hun werk begonnen, hadden zij hem handen
en voeten gebonden en een doek in den mond
gestopt.
Bij het voorloopig rechterlijk verhoor legde
een der jeugdige onverlaten de grootste ver
dorvenheid en onverschilligheid aan den dag.
Als hem b.v. gevraagd werd, of hij dit of
dat bad gedaan, antwoordde hij steeds zonder
eenige schaamte, dat het wel mogelijk was, enz.
Vijf dagen had de ongelukkige knaap de
zwaarste pijnen doorstaaD, zonder dat er naar
hem was omgezien. Integendeel kreeg hy van
zijne stiefmoeder nog een pak slaag op den
koop toe.
De ongelukkige verminkte jongen is in het
academisch ziekenhuis te Leiden opgenomen
en zal waarschijnlijk er het leven b ver
liezen. De beide jeugdige bedrijvers der wan
daad bevinden zich in arrest. (IV. B. Ct.)
Aan den toegang van het koffiehuis sPalais
Royal" in de Paleisstraat te Amsterdam
stond Woensdagavond een 12-jarig meisje.
Op de vraag van een der kellners wat zij
verlangde kreeg hij ten antwoord, dat vader
al sedert maanden krankzinnig was, dat een
zusje ziek te bed lag. Er was niets meer ia
huis. Daarom vroeg zij in het pannetje, dat
zij bij zich droeg, wat eten. Eerst dacht de
keüner te doen te hebben met een kind op
dergelijke verhalen afgericht, doch een zijner
collega's, die vrij was, gaf zich de moeite
mede te gaan naar het opgegeven adres.
Daar vond hij in eene schamele woning een
kind in een hoek der kamer; een nachtpitje
verlichtte even het vertrek, er was slechts
ëe._ stoel. De moeder verklaarde te zwak te
zijn om te werken, en de man was krank
zinnig, hij bevindt zich in het krankzinnigen-
gestie)' t te 's-Bosch. ^Liefdadigheid naar ver
mogen", tot wie de vrouw zich gewend had,
had dt handen nog zoo vol, dat men haar
daar nog aiet kon helpen. De kellner heeft
voorloopig bij zijne collega's eenig geld voor
het arme gezin opgezameld, om alvast te
helpen. {Bil.)
Te Leiderdorp hebben twee jongens, een
van 9 en een van 11 jaar, een hunner school
makkers op.onmenschelijke en onkiesche wijze
Werdwynlng van twee vrouwen.
Men schrijft aan het N. v. d. B.
De berichten over oplichterijen, door De
Jong in Juni 1891 in Groningen gepleegd,
kunnen niet op waarheid berusten. De Jong
is op den 2den November 1889 door het ge
rechtshof te 's-Gravenhage wegens oplichterij
veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 2
jaar en 6 maanden, welke straf begon 6
November '89 en eindigende 4 Mei '92.
De zeer weinig, beter gezegd nog de vol
strekt niet gelijkende portretten, van De Jong
verspreid, ziju waarschijnlijk oorzaak, dat in
deze duistere geschiedenis zoo dikwijls in den
persoon wordt misgetast.
Ook de redacteur van het Geil!. Politie
nieuws heeft als zijn meening te kennen ge
geven, dat de beide vrouwen nie', zouden
vermoord zijn, doch hier o'' daar in een ver
dacht huis wellicht in Londen--zijn op
gesloten. Hij grondt di', vermoedtn op het
feit, dat De Jong reeds lang b'J de politie
bekendstaat als een overtreder der zedelijk
heids wetten; als zoodanig berust zijn portret
zelfs bij de politie. Ook is er reeds eens te
dier zake een proces-verbaal opgemaakt van
een zedeloos feit, waarbij De Jong betrokken
was. Men moest hem daarom, zoo meent de
redacteur, onder goed geleide naar Londen
brengen, en hem daar eens in verhoor doen
nemen, dan zou de instructie wat meer vrucht
opleveren.
Uit Arnhem schrijft men aan de Bclo
Dinsdagmiddag is het gelukt, een getuige
te ontdekken, dia beslist wist te verklaren,
dat hij den 7n Juli De Jong mèt miss Juett
op den Melkweg, gaande van Dorenwerd
naar Wolfhezen, des middags omstreeks 3'A
uur heeft ontmoet.
De Jong volgde bij die gelegenheid zyn
vrouw, die blootshoofds liep, met den hoed
in de hand en de roode parasol opgestoken
boven het hoofd, op een 150 pas afstands, bij
welke gelegenheid De Jong den jongen (den
getuige) vroeg, waar Wolfhezen lag. De Jong,
die in de richting naar Dorenwerd liep, bleef
met zijn vrouw in die richting doorloopen.
Deze verklaring is van groot belang, ih ver
band met de verklaringen van de twee
landbouwers uit Renkurn, die zeggen hem op
den 8n Juli, des morgens omstreeks 4Vi uur,
op dezelfde plaats gezien te hebben.
In verband met deze verklaring staat het
dus vast, dat miss Juett op den 7n Juli tus
schen des namiddags 3!A en 6l/a uur (het
laatste uur is De Jong weder in Arnhem ge
zien) is verdwenen, zoodat een nauwkeurig
ingesteld onderzoek in de omstreken van den
Melkweg en Dorenwerd aan te bevelen is.
Nog zij gemeld, dat de jongen, die De Jong
met zyn vrouw in den middag van den 7n Juli
op den Melkweg onder Heelsum ontmoette,
den juisten datum weet af te leiden uit het
bezoek van zyn vader, op 7 Juli, aan Utrecht.
Toen hij op dien dag De Jong met miss Juett
ontmoette, was hij op weg naar het station
Wolfhezen, om zyn vader af te halen.
Uit Bergen-op-Zoom wordt aan de 's-Bos-
sche Ct. geschreven
»Is hier verhand en misdaad in 't spel
In den namiddag van den 17n Augustus
1889 viel ter hoogte van wachthuis nr.
42 alhier, eene dame uit den passeerenden
en van "Vlissingen komenden spoortrein, ge
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door hei geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
rl i.85.
- 2.50.
- 0.10.
u-» nxvsaMoaLA* mrt
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant'1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
VOOR DE
Geven bij dezen kennis, dat de LOTING der in
geschrevenen der Nationale Militie voor de lichting
'1891, door den Heer Commissaris der Koningin in
deze Provincie, bij besluit van den 20sten September
1893, A, no. 3089, (2de Afd.) Brov. Blad no. 41,
is bepaald op
telkens des voormiddags ten ÏO ure.
De belanghebbenden worden mitsdien opgeroepen om
op gemelde dagen te verschijnen in het gebouw
Musis Sacrum, aan de Lange Haven alhier, alwaar
de loting zal worden gehouden, en wel:
voor de lotelingen wier geslachtsnamen beginnen
met een der letters A tot en met R, op MAANDAG
den 23sten OCTOBER, en
voor de lotelingen wier geslachtsnamen beginnen
met een der letters S tot en met ,C, op DINSDAG
den disten OCTOBER 1893.
Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag
waarop de loting heeft plaats gehad, kunnen tegen de
wijze, waarop zij is geschied, bij Gedeputeerde Staten
dezer Provincie bezwaren worden ingebr^-ht .loo
belanghebbende lotelingen, of door hun valer of
voogd, bij verzoekschrift op ongezegeld papier, o ader-
teekend door hem die de bezwaren inbrengt; welk
verzoekschrift moet worden bezorgd bij den burge
meester dezer gemeente.
Voorts wordt ter kennis van de lotelingen gebracht,
dat o p Zalerdagi e i i tfSdenenMaandagHOstenNovember
1893, telkens des voormiddags van 10 tol 12 ure, ten
raadhuizo der gemeente, zitting zal worden gehouden
tot het opmaken van de getuigschriften, bedoeld bij
alinea 2 en 3 van art. 53 der wet betrekkelijk de
Nationale Militie vai. den 19den Augustus 1801
{Staatsblad no. 72), en wel tot het opmaken san
de getuigschriften ter bekoming van vrijstelling
wegens Iroederdienst op eerstgemelden dag en voor
het opmaken van die ter bekoming van vrijstelling als
eenige wettige zoon op laatstgemelden dag.
De betrokken lotelingen zullen tot dat einde moe
ten verschijnen met twee ter goeder naam en faam
staande meerderjarige ingezetenen dezer gemeente,
die de vereischte getuigenis kunnen alleggen en het
aldaar op te maken getuigschrift kunnen onder
teekenen.
En is hiervan afkondiging gesel waar
het behoort, den 14den October 1893.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VAN DIJK VAN MATENESSE.
Be secretaris,
VERNÈDE