Biiiiieiilaiiclsclie Berichten. vcrnement van Brazilië en'de opstandelingen. Men acht het waarschijnlijk dat eene beslis sing ophanden is. Het hooggerechtshof te Washington heeft geweigerd aan de Carlisle-maatschappij obli gatiën uit te «even. Uit New-York wordt gemeld dat de banken •weigeren in te teekenen op de nieuwe uit gifte van 50 millioen bons, rentende 5 °/0. Zij geven de voorkeur aan eene uitgifte van 450 inillioen bons, rentende 3 °/0, uitgegeven met machtiging van het congres. De minis ter Carlisle heeft evenwel verklaard, dat er geene financieele wet te wachten is, voor de besprekingen over het ontwerptarief is geëin digd. Daar liet geld onmiddellijk moest verkre gen worden, besloot de regeering tot uitgifte der bons ad 5 Men gelooft, dat de banken do schatkist wiüen dwingen tot het toestaan van meer voordeelige conditiën. Eenige aanzienlijke bankiershuizen hebben een waarborg-syndieaat gevormd tot den aankoop vati emissie-bond® ten bedrage van vijf millioen d., tegen den prijs die voor de schatkist is vastgesteld. Gisteren was voor dertig millioen ingeschreven. Naar de Times uit Rio de Janeiro ver neemt, heeft de Amerikaansche vlootvoogd Banham in de vorige week Da Gama aan boord van het Amerikaansche admiraalsschip genoodigd. Volgens Da Gama heeft Beaham op laatdunkenden toon beweerd, dat de zaak der opstandelingen hopeloos stond, en Da Gama voorgesteld als bemiddelaar op te treden Da Gama antwoordde hierop, dat de eenig mogelijke voorwaarden het ontslag van Peixoto en eene vrije verkiezing voor eenen nieuwen staatspresident waren, en dat de aanhangers van De Mello zich van de overwinning ver zekerd bleven houden. Benham zou daarop driftig geworden zijn en gezegd hebben, dat bij voorman dan den handel en zoo ook den aanvoer van krijgsbehoeften voor de regeering desnoods gewapenderhand zou beschermen. Naderhand bezocht Beuham Peixoto, die hem een paar uien liet wachten, niettegen staande liet bezoek was aangekondigd. Ver volgens liet Peixoto den Amerikaanschen vlootvoogd weten, dat drukke bezigheden den staatspresident beletten hen te ontvangen. Men acht dit eene rechtstreeksche beleedi- ging van de Amerikaansche vlag. De vreemde vlootvoogden hebben den 25n dezer eene samenkomst gehad, en besloten aan hunne regeeringen te seinen, dat de op standelingen volkomen meester zijn in de haven van Rio, en haar te vragen wat zij verder moeten doen: laten begaan of de scheepvaart, desnoods gewapenderhand, be schermen De Mello bevindt zich iu Parana, waar hij een voorloopig bewind beeft gevestigd. Hij •wil zoo spoedig mogelijk noordwaarts trek ken. De opstandelingen hebben het eiland Bom Jesus, dat het noordelijk gedeelte van Rio bestrijkt, bezet. Uit Buenos-Ayres wordt van gisteren ge beld De opstandelingen hebben na een bloedig gevecht zich meester gemaakt van Port Madamo en de communicatie afgesneden zij belegeren Nictheroy en hebben vele krijgs gevangenen gemaakt. Men verzekert, dat het tweede bataljon der regeeringstroepen zich by hen voegde en men gelooft, dat de be legerden zich zullen overgeven. Het bom bardement werd des nachts voortgezet Reuter verneemt dat er gistermiddag te Londen een telegram ontvangen is, des morgeus ie 10 uur uit Rio de Janeiro verzonden, meldende een ernstig gevecht tusschen admiraal Da Gama en het Amerikaansche smal deel onder admiraal Benham. Nadat Da Gama op een der Amerikaansche bodems het vuur geopend had, beantwoordde Benham dit, en er ontstond een levendig gevecht, dat eindigde met de volslagen nederlaag van Da Gama, die zich overgaf. De Braziliaansche gezant te Londen heeft geen dergelijk bericht ontvangen, en twijfelt niet aan de authenticiteit er vanhij acht het einde van den opstand slechts eenequaestie van enkele dagen. De beide Braziliaansche smaldeelen zullen in de baai van Rio blijven tot heden of morgen. Er blijven aan De Mello thans nog slechts de kruiser Ttepublica en twee of drie transportschepen. JAPAN. Sedert de ontbinding van het Parlement heeft de regeering verschillende dagbladen geschorst. De vijandige stemming tegen de vreemdelingen neemt toe. Volgens gerucht zal het ministerie zijn ontslag indienen. EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 30 Januari. De algemeene begrootingsbeschouwingen werden voortgezet. De heer De Savornin Lohman, eveneens voorstander van een krachtige handhaving van het gezag, maakte de regeering er een grief van dat zij ongevraagd aan misdadigers gratie verleent, maar wees tevens op haar voornemen om nieuwe maatregelen tegen opruiing te nemen. Dat in deze tijden zooveel verkeerde leeringen ingang vinden in de maatschappij, was de schuld van den staat zelf, die door een godsdienstloos onderwijs den zin voor gods dienst, zedelijkheid en orde heeft ondermijnd, omdat de wetenschap alles heeft losgemaakt van God. Tot verbetering van de maatschappelijke toestanden moest de staat het Christelijk onder wijs bevorderen en het openbaar onderwijs door het bizondere vervangen tot herstel van het verband tusschen kennis en geloof, ook om tegen te gaan de gevaarlijke beginselen, door volksonderwijzers onder de kinderen verspreid. Spreker schetste breedvoerig bet doorhem voorgestane onderwijsstelselneerkomende op een door den staat bekostigde primitieve volksschool. Na repliek o. a. van den heer Godin de Beaufort, die een program van bezuiniging ontwikkelde, houdende o. a. meerdere ver deeling der vestinguitgaven en overbrenging van de posterijen naar fmanciëen, diende de regeering van wederantwoord aan de sprekers. De minister van justitie zeide dat henj geen ongevraagde gratiën bekend waren en kwam met. kracht op tegen de meening alsof de re geering den ernst der tijden niet inziet. Zij be schermt wel degelijk de belangen der maat schappij en de minister beriep zich op de door hem in uitzicht gestelde maatregelen. De grondslagen der maatschappij acht hij niet in gevaar en de leer om hen die dwa lingen verspreiden aansprakelijk te stellen voor de gevolgen, oordeelt hij onrechtvaardig. De minister van biunenlandsche zaken noemde de beschuldiging van don heer Lohman dat de hooge en lagere scholen den grond slag hebben gelegd voor socialistische theorieën onbewezen en ontkende die stelling, ook met het oog op den eisch dat de openbare school de kindei en moet opleiden tot Christelijke en maatschappelijke deugden. Hij had geen klachten ontvangen over leeringen op de open bare school. Het scboolplan-Lohman zou ten aanzien van liet lager onderwijs niet te gemoet komen aan zjjn wenschen. De minister van koloniën ontkende, dat de in het debat bedoelde ambtenaar anarchist is. Als socialist wil hij langs wettigen weg het doel bereiken en overigens valt op zijn ambtsplichten niets aan te merken. De regeering zou in dezen naar plicht handelen. De minister van financiën verdedigde nader zijn financieel beleid. De heer Pijnappel bleef aandringen op een aanvullingswet op het recht van vereeniging en de uitbreiding van den kring van strafbare daden. De heer De Savornin Lobman hield vol dat vele onderwijzers in geschriften revolutie prediken en verduidelijkte zijn meening, dat hij alle onderwijs particulier wil maken maar met rijkssubsidie. De heer Werlheim protesteerde wegens de beschuldigingen tegen de openbare onder wijzers en wees op de rede van dr. Kuyper over den vierden stand in de Tweede Kamer die een slechten invloed had. De heer De Savornin Lohman ontkende dit te bedoelen. Na replieken van de regeering is het alge meen debat gesloten. Hoofdstuk II werd aangenomen. Bij hoofdstuk III (buitenl. zaken) kwam de heer Wertheim op tegen de vele buiten- landsche ondernemingen onder Nederlandsche vlag en tegen het vermelden van den gods dienst op Nederlandsche paspoorten. De minister verklaarde dat overleg plaats heeft om het misbruiken der Nederlandsche vlag te voorkomen en dat het vermelden van den godsdienst op de paspoorten niets krenkends bedoelt. Dit hoofdstuk werd aangenomen. Bij hoofdstuk IV (justitie) dringt de heer Van Weideren Rengers aan op aanvulling der wet regelende het recht van vereeniging en vergadering, zoodat de commissarissen der Koningin de bevoegdheid krijgen in de ge meenten, waar vrees voor ordeverstoring be staat, liet recht tot vereeniging afhankelijk te maken van de vergunning der burgemees ters. Ook tal van andere punten werden be sproken. SCHIEDAM, 31 Januari 1804. Voor de afd. Schiedam van het ïAlge- meen Nederl. Werkliedenverbond", zal op Maandag 12 Februari &J. als spreker op treden mi'. H. Goeman Borgesius, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het door den spreker te behandelen onderwerp luidt »Sociale belangen". Wij lezen in de Fabrieksbode van 27 Januari j.l. het volgende Bileuwe Banen. Ruim drie jaar geleden heb ik in Do Fabrieks bode aan de concurrentie in de nijveiheid eene reeks artikelen gewijd, waarop mijne beschou wingen van den laatsten tijd als het toen reeds beloofde vervolg kunnen gelden. In het laatst van die reeks artikelen schreef ik «Als de kleinen allengs het veld zullen geruimd hebben en aan de grooten geen overlast meer kunnen doen dan zullen deze enkelen hunne gansche strijdkracht tegen elkander wenden, dan zullen de sterken op hun beurt het onderspit delven tegenover de sterkeren, totdat eindelijk ook dezen moeten buigen voor den allersterkste. «Dat zou het eindwoord zijn van de maat schappij, indien tegenover de persoonlijke macht van den sierke, niet dikwijls met goed gevolg de vereenigde krachten van de zwakkeren konden gesteld worden. Ook van dezen vorm van den strijd om het bestaan nemen wij overal ver schijnselen waar. De weiklieden vereenigen zich tegenover de patroons, de bakkers tegenover de broodfabriekende neringdoenden tegen de coöperatie. «Maar het is en blijft ook in dezen vorm strijd-, ook in dezen vorm blijft het recht van den sterkste of van de sterksten den boventoon voeren. Aan welke zijde de zegepraal worde bevochtenook de overwinnaar keert zeiden ongedeerd van het slagveld terug. En zoo er ook al niet onafgebroken strijd wordt gevoerd, de gewapende vrede vordert van alle partijen onafgebroken zware offers, overmatige krachts inspanning, die zelfs de sterksten doen zuchten en ten langen leste allen dreigen uit te putten. «Wat al krachten worden in dien algerneenen strijd verspild Wat al maatschappelijke tijd en rijkdom gaan er door verloren Wat al booze hartstochten worden er bij allendie er aan deelnemen en wie kan er zich aan onttrekken door gewekt en gevoed 1 «Moet dat altijd zoo blijven? «Is de samenwerking voor liet bestaan in de maatschappij slechts het ijdele droombeeld van den dweper, die de natuurwet van den strijd om het bestaan miskent, een hersenschim waar voor de man van de nuchtere werkelijkheid te recht meelijdend de schouders ophaalt Er dagen hoe langer, zoo meer verschijnselen op, die voedsel geven aan het geloof en het vertrouwen van den «dweper", dut zijn droom beeld eenmaal za! blijken niet ijdel te zijn geweest. In alie denkende hooiden en voelende harten wordt meer en meer het bewustzijn levendig, dat het zoo niet blijven kan, niet blijven zal. Samenwerking voor het beslaan, in de plaats ■van strijd om het bestaan. Zoo moet het wezen zoo zat het worden. «Bijtende ironie, of onnoozeie onwetendheid Y' zal men geneigd zijn te vragen. «Hoe durft gij te spreken van een economischen wereldvrede in een tijd, waarin wij mets om ons heen zien dan den meest verbitterden strijd 1" Juist die uiieiste verbittering voert den strijd tot liet ongerijmde. Of liever, wat wij aan schouwen zijn nog slechts schermutselingen voorpostgevechten, maar do toerustingen van alle kanten, op elk gebied zijn zoo ontzagwek kend, dat niemand den besüssenden slag aandurft, zoo uitputtend, dat ook de zich het sterkst gevoelenden naar verademing hijgen, het voort durend op de bres staan is zoo* afmattend, dat allen hoe langer zou meer neigen tot wapenstil stand, en peinzen over de voordeelen, en zinnen op de voorwaarden van een eerlijken vrede. Men tast, men zoekt. Toch nemen die ver schijnselen op verschillend gebied meer en meer vasten vorm aan. Ziedaar een groep fabrikanten van een zelfde artikel. Gedurende eenige jaren werden er goede zaken gemaakt. A. verdiende geld als water B had spoedig zijn koetjes op 't droge. De een voor, de ander na breidde zijn productie nit- nieuwe fabrieken verrezen, zonder regel, zonder rekenen, in volslagen economische anarchie. De onderlinge concurrentie heeft de prijzen doen dalen tot een punt, waarop zelfs voor den best toegeruste nauwelijks eenige winst overblijft De kleine fabrikanten knnnen hunne onkusten niet dekken de een na den ander delft het onderspit. «Straks do beurt aan ons," treuren reeds de middelmatigen. «En dan wellicht wij voorzien reeds de gronteren. «En inmiddels ver dienen wij nauwelijks het brood," klagen de grootsten. Men steekt de hoofden bijeen. Er is overproductie, heet het, en men besluit de productie te beperken. Maar de prijzen worden niet beier. X heeft een klant van Y te Amsterdam door lageia prijzen verlokt en Y heeft een klant van X te Rotter iam door nog lager aanbiedingen naar zich toegehaald. Nieuwe vergadering tot vaststelling van een algerneenen minimumprijs. Nauwelijks is men bet eens, of daar komen j de Belgen de markt bederven. Leer om leer, en de Belgische consumenten ontvangen uit i Hoilandscha hand in spotprijzen de zegeningen der vrije concurrentie. Samenkomst met de I «Vlaamsche broeders" «laat ons elkander weder- j keerig met rust latengij in België, dan blijven wij in Holland" aldus besloten. Maar daar komt bet gehaspel over de vastgestelde over- I eenkomsten in het binnenland Muiier, die meer navraag van zijn klanten kreeg, heeft stillekens de bepaalde productie overschredenMeijer heeft een korting van zijne rekeningen 1 gegeven: factuur, wissel, alles prompt, in j orde, maar 10 percent «voor contant" terug betaald «uit het handje"; Dewit heeft de spaar- j pot van de kinderen zijner klanten bedacht, en Dezwart de hand van den meesterknecht gestopt; Krom heeft franco geleverd waar «niet franco" was oveieengekomen en Dwars heeft zakken van 41 kilo voor 10 kilo gewogen. Verwijten van alle kanten, wederzijds. "Verscherpte, juiBter omschreven bepalingen worden gemaakt, met boeten voor overtredingen. 't Mag niet baten, al tijd weet deze of gene slimmert, minder nauwgezet van geweten, door de mazen der overeenkomst heen te sluipen. Het eenige afdoende redmiddel gezamenlijke vei koop, wordt aangenomen. Allen leveren, ieder de bepaalde hoeveelheid tot bepaalden prijs, verschillend naar qualiteit, aan het centraal-depot of magazijn, dat 1 onder beheer van een gekozen bestuur, uitslui tend het artikel over het geheele land verkoopt en aflevert, en winst of verlies pondspondsge wijze verdeelt. Tevreden over de uitkomsten dezer coöperatie gaat men straks nog verder: van gezamenhjken verkoop komt het tot een ge- zamenlijken inkoopvoor gemeenschappelijke rekening worden laboratoriën en proefstation» opgericht, door uitzending van bekwame, ener gieke mannen afzet in den vreemde, in verre ge westen gezocht en verkregen altemaa! maatrege len, die de krachten van eiken enkele te boven gaan, en aan allen, aan het geheele bedrijf ten goede komen. Eindelijk de laatste stap de oplossing van al de verschillende kleinere en grootere ondernemingen in éen groote vennootschap met centrale leidingde Vereenigde Staten der Nijverheid, In korte woorden deze coöperatieve beweging samenvattende, kunnen wij de opeenvolgende toestanden aldus schetsen regeling der productie regeling der prijzen regeling van productie en prijzen regeling van productie en prijzen bij centrale leiding van den verkoop regeling van productie en prijzen centrale leiding van in- en verkoop; instellingen van gemeen belang voor gemeen schappelijke rekening; samensmelting der enkele ondernemingen tot eene reuzen-onderneming. Is hiermede de voltnaaklhei 1, het ideaal be reikt 1 Nog niet Da Nederlandsche onderneming stuit in het buitenland op, en wordt in het binnenland bedreigd door de concurrentie van Brlgen, Engelschen, Franschen, iedere nationali teit in gelijksoortige verbonden vereenigd. De laatste stap internationale onderneming, den ganschen tak van nijverheid omvattende. Behooren dergelijke organisatiën tot het land der droomen? Allerminst. Zij bestaan reels in werkelijkheid, en wij zullen er nader eenige voorbeelden van bespreken. Vereenïgingen van fabrikanten, mijneigenaars, handelaren tot de straks genoemde doeleinden, zijn onder den naam van syndicaten, kartellen, trusts aan de orde van den dag. Niet alle houden stand,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 2