ff. 1894.
Zondag 4 en Maandag 5 Maart.
N°. 8481.
Eersle Blad.
-A. chtenye ertigst© J aa r^ang.
Verschijnt dager ks, uitgezonderd Dinsdag
Binnenlandsche Berichten.
UITGEVER: J^ODÉ.
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco p«r post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke noraraers
m
f 1.85.
2.50.
- 0.10.
BVItGAV: BOTEItSTbAAT, E 2 7.
gewone regels met
Advertentieprijs: van 110
inbegrip van eene Courant. f 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Onzen abonnés, die Sïar-
Ittt's„Hef Filenhuii"wcn-
schen te ontvangen, doch tot heden
verzuimden het Intcekenblljet aan
onzen uitgever te zenden, wordt ver
zocht dit spoedig te doen, daar dit
vrerk binnen enkele dagen verschijnt.
Schiedam, 3 Maart 1894.
Onder de vereenigingen hier ter stede, die
werkelijk met veel vrucht werkzaam zijn,
bekleedt die tot wering der bedelarij een
voorname plaats. Ze heeft gedurende den
korten tijd van haar bestaan aan eenige
ongelukkigen, die hier, als ze zich in het
openbaar vertoonden, eigenlyk geen leven
hadden, goede verpleging bezorgd, en blijft
de belangstelling levendig in haar streven,
'tgeen wel het best zal blijken uit het toe
nemen van haar ledental, dan zal de tijd
komen, dat de bedelaar van beroep Schiedam
niét langer tot zijn jachtterrein kan maken.
Hij zal binnen onze muren een zeldzaamheid
woiden. Ilij zal van onze gemeente zeggen,
wat de Belgische bedelaar van zijn land ge
tuigt, na de invoering der bepalingen op de
bedelatij: svóor dat de wetten van den mi
nister Le Jeune in werking traden, was België
voor ons het paradijs, Thans is het de hel.
Door deze vereeniging is ook de aandacht
gevestigd op het belangrijke werk van den
heer Louis Paulian: »Paris que mendie",
ïhet bedelende Parijs"'. Het werk is opgedra
gen aan den bovengenoemde!» Belgischen
minister Jules le Jeune, en leert ons den
schrijver kennen als een man met een
krachtige natuur en een buitengewoon groote
geestkracht. Eenmaal met belangstelling ver
vuld voor het ontzettende kwaad, aange
richt door die beroepsbedelaars, welke hij
met den naam van de dieven der armen be
stempelt, heeft hij niet geschroomd zijn
onderzoek zoo volledig mogelijk te maken.
Hij heeft de politie en de rechterlijke macht
geraadpleegd de leden der vereenigingen die
■ontslagen bedelaars beschermen en bijstaan,
als ze de gevangenis verlaten, ondervraagd;
met de aalmoezeniers van verschillende gods
dienstige gezindten gesproken de leden van
allerlei genootschappen van weldadigheid
opgezocht, om achter de waarheid te komen,
en kennis gemaakt met de geneesheeren der
hospitalen, waar de bedelaars in geval van
.ziekte worden opgenomen. En toen hem dat
alles niet het licht schonk, hetwelk hij wensch-
te, is hij er ten slotte toe gekomen zelf
bedelaar te worden, zooals hij vroeger eens
voddenraper werd, teneinde de zeden der
Parij«che voddenrapers te leeren kennen. Hg
is orgeldraaier en liedjeszanger geweest, heeft
kennissen gekregen onder het uitvaagsel der
maatschappij, heeft er zich vrienden onder ge
maakt, is tot de ellendigste krotten doorge
drongen, en trad, na zijn vreemdsoortige op
voeding voltooid te hebben, maandenlang als
bedelaar op, in verschillende vermommin
gen, zelfs als lamme. De uitslag van zijn
zending zoo zou men haast zeggen heeft
hij in zijn boek medegedeeld. Een waar
schuwing gaat echter vooraf. Zijn streven is
niet geweest, de bronnen van de publieke
liefdadigheid te stoppen. Nooit, zegt hij, heb
ik aldus gesproken Geeft niet meer", wel
Geeft anders"
We wenschen enkele grepen uit dit be
langrijk werk te doener valt voor ons,
Nederlanders, die den naam van goedgeefsch
niet ten onrechte dragen, zeker ook wel iets
uit te leeren. De schrijver haalt de woorden
aan van een Engelschen bisschop, die op zijn
sterfbed de volgende woorden sprak»Ik ge
loof niet, mij zelf te kunnen verwijlen, dat ik
ooit op straat een cent heb gegeven aan een
bedelaar, maar met het geld, dat ik op deze
wijze heb gespaard, zijn door mij nuttige
inrichtingen in het leven geroepen, welker
instandhouding door dezelfde middelen ik
aan u opdraag". Want waar is het: wijzelf,
dat zijn aanzienlijken en geringen, menschen
van allerlei stand, wij zelf doen, wat men
schelijker wijze mogelijk is, om de bedelarij
aan te moedigen, te ontwikkelen, te onder
steunen.
Wij meenen in al de ellendigen, die langs
de straten onzer steden zwerven, ongelukkigen
te zien, die deernis en bijstand verdienen
in tien van de twintig gevallen zyn deze
ongeluJcJcigen iridustrieelen, die een dikwijls
zeer winstgevend beroep uitoefenen. En zooals
een beroep aangeleerd wordt, is dit ook het
geval met de bedelaiy. Dat begint jong,
dat begint met luiheid, dat gaat voort met
het verliezen van alle kracht, dat eindigt
met als bedelaar op te treden op den publie-
ken weg. De eerste onderneming valt niet
kwaad uithij vraagt brood, men gaat hem
voorbij, doch niet allende opbrengst van
den eersten dag is niet kwaadze is vol
doende; welnu, de bedelaar is geboren: wat
zou hij gaan werken, daar men geld kan
verkrijgen zonder er zich voor te vermoeien
Ge geeft den bedelaarskinderen brood, geen
geld. Ge denkt hun honger te stillen, 't Mocht
watIn de groote stad wordt dat brood aan
houders vau konijnen of gevogelte verkocht,
misschien komt het in handen van koetsiers,
die er de paarden mee voeden, om dezen
een beter voorkomen te geven.
De bedelaar te Parijs bezit zjjn adresboek,
zijn almanak met adressen, waaruit hij alle
inlichtingen kan putten. Het bestaat in twee
uitgaven, de eene ïhet kleine", de andere
ïhet groote spel" genoemd. Het eerste kost
drie, het tweede, veel uitgebreider, kost zes
franken. Het is, in beide vormen, een koste
lijke handleiding voor den bedelaar. Ziehier
enkele proeven er uit.
Mijnheer A.— Rijke grondbezitter; geeft
gemakkelijk een geldstuk \an vijf frankenbe
taalt ook de huishuur in het geval van uitzet
ting uit de woning.
Mijnheer B. Geeft nooit gelddaar moet
men kleederen vragen.
Mevrouwde weduwe G. Bemoeit zich slechts
met kinderen. Viaag een luiermand voorde
kleine en linnen voor de moeder. Zij geeft
ook bons voor gecondenseerde melk voor
de kleine, als ge zegt, dat die ziek is.
Mijnheer F. Oude, radicale republikein,
heel lijk. Men moet zich bij hem voordoen
als slachtoffer van sreactionnairen en pries
ters", enz. enz.
Welnu, als de bedelaar nu maar den goe
den toon weet te pakken en er is wel
een oud-collega, die zich uit de zaken heeft
teruggetrokken, welke hem daarin les geeft
dan heeft hij gewonnen spel. En hij liegt
meesterlijknu wensclit hij in den echt te
itémet ue vrouw, Waanudc Lij leeft,
of hij zou zijn kinderen wel willen laten doopen,
enz. enz.
Eens, zoo verhaalt de schrijver, was hij in
gesprek met een oude voddenraapster, die hem
verhaalde, welke pogingen de geestelijken
van velschillende gezindten aanwendden, om
de bevolking van haar buurt te sevan-
geliseeren".
Alle Maandagen komt er bezoek van een
mijnheer met een lange jas aan. Deze brengt
boeken voor de kinderen, en vraagt of men
ze niet in de protestanische kerk zou willen
laten doopen.
De Zaterdag is de dag, waarop we bezoe
ken ontvangen van mijnheer den pastoor en
van de goede zusters, die aan de kinderen
prentjes en bonbons uitdaelen. Die goede zus
ters raden ons de kinderen in de katholieke
kerk te laten doopen. »En wie heeft wel
liet meeste succes onder ulieden, de predi
kant of de pastoor
ïJa, dat liangt van de ouders af, mijnheer."
»>Zyn uw kinderen in de katholieke of in
de protestanische kerk gedoopt
Op deze bepaalde vraag aarzelde de vrouw
een oogenblik, doch daarna ging zij onge
dwongen voort»Om u de waarheid te zeg
gen, mijn kind is twaalfmaal in de protes-
tantsche en veertienmaal in de katholieke
kerk gedoopt"'. En toen ik verwonderd scheen
op het hooren van deze bekentenis, vervolgde
de vrouw, bij wijze van opheldering: »De
winter is zoo streng geweest, mijnheer!
iedere doop 'oracht me twintig stuivers en
een zindelijk kleedingstuk op."
Wordt vervolgd.)
SCHIEDAM, 3 Maart 1891.
H. M. de Koningin heeft aan A. T. alhier,
die wegens langdurige ongesteldheid niet in
staat is om in de behoeften
te voorzien, f20 geschonken.
van zijn ge/.m
De tijdelijke leening der gemeente Schie
dam, van hoogstens 1 75.000.—, is geplaatst
tegen 3 pCt. per jaar, zonder verdere kosten.
Gisteravond heeft men, tusschen 8Vs en 9X
uur, zich tijdens afwezigheid der bewoonster,
toegang erschaft tot de woning van de wed.
V. in de Lombardsteeg, het gansche huis door
zocht, en in een bovenkamer eenige sigaren en
eenige sleutels, met een touwtje bijeengebon
den, ontvreemd.
Hedenmorgen ontstond aan de Schie alhier
tusschen een spoelinghaler en zekeren v. N.
over het varen twist, waarbij laatstgenoemde
van dien spoelinghaler een duw kieeg waar
door hij te water raakte. Hij redde zich zeiven
zonder eenig letsel te hebben bekomen.
Aars de leden van de Tweede Kamer is
rondgedeeld een overzicht van de amende
menten, vooigesteld op art. 4 van het wets
ontwerp tot regeling der kiesbevoegdheid.
Volgens deze offieieele opgaaf is nog in
wezen het amendement van de lieeren JE.
Mackay en Van Aipheu om het eerste lid
te lezen als volgt: sZy acht het bezit van
de kenteekenen aanwezig bij het hoofd van
een huisgezin en bij den daarmede gelijk
gestelde, die" enz.
Door de intrekking van het amendement
op art. 3, waarin omschreveu werd wat onder
gelijkgestelde is te vei staan, bestaat van dat
woord thans geen definitie.
Uit de Handelingenpag. 803, blijkt in-
tusschen, dat door intrekking van het amen
dement op ait. 3, volgens mededeeling van
den eersten voorsteller, ook het eerste amen
dement op ai t. 4 eenigszins gewijzigd moest
worden. De voorgestelde lezing van het eeiste
lid ld at blijkens het overzicht gehandhaafd
zou zijn) is door den heer yE. Mackay in de
vergadering van 22 Febr. reeds ingetrokken,
waardoor het denkbeeld van kiesrecht voor
gezinshoofden is vervallen.
Dr. H. J. A. M. Schaepman herdacht
gisteren zijn vijftigsten verjaardag.
Naar de N. B.
Clercx, lid
ongesteld.
Ct. verneemt, is de heer
van de Tweede Kamer, ernstig
Neptunus deelt mede, dat het totale bedrag
der in ons land en in den vreemde bijeenge
brachte gelden ten behoave der nagelaten be
trekkingen van de noodlottig omgekomen red
ders aan boord van de Amsterdam is f 20 000.
H. M. de Koningin en Hare Moeder gin
gen voor met een flinke gift.
Naar men /erneerat, zullen binnenkort
nieuwe muntbiljetten van f10 vervaardigd
worden.
Zal nu daaibjj de practische vinding der
Amerikanen worden toegepast, om een draad
door het papier te brengen, zoodat eventueele
vervalschers beginnen moeten met eerst liet
papier voor hunne industrie te vervaardigen?
Het is bij hei haling door deskundigen aan
getoond, dat onze bank- en muntbiljetten
door de photographie volkomen kunnen worden
weergegeven. (Arnh. Ct.)
De Londensche ïGeneral Steam Navigation
Company" kondigt aan, dat zij een stoom-
bootlyn wil exploiteeren tusschen Rotterdam