EEN LANGE STRIJD.
A0. 18L4.
Zondag 20 en Maandag 21 Mei.
3534.
Tweede Blad.
INSPECTIE DEE VERLOFGANGERS.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
Feuilleton.
Achtenveertigste Jaargang.
Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
ODÉ.
UITGEVER: J.
Buitenlaudsclie lïerieh ten.
s a
f.!0
abonnementsprijs, per kwartaal 4 f 1.85.
franco per post, door het geheele Rijk2,50.
Afzenderüjke nomtners- 0.10.
B V HE AU: BOTEKftTB A AT, E
a
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant. 1.40.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam
Gezien hel besluit van den heer Commissaris
der Koningin in de piovincio Zuid-Holland van
den '26sten April j.h, A. no. 1143 (2de afd.)
pro», blad no. 28,
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de inspectie over de verlofgangers der
militie te land, binnen deze gemeente zal plaats
hebben
op ZATERDAG 10 JUNI 1894,
des morgens ten 10 ure,
op het terrein achter den Doelen, aan de Noordvest
dat op die iribpectie zullen moeten verschijnen
de miliciens der lichtingen van
1888, 1889, 1890, 1891, 1892 en 1893,
voor zooverre zij vóór den 1 sten April j.l. irr het
genet van onbepaald verlof zijn gesteld, met
uitzondering alleen van hen, die in de maand
Juni e.k in werkelijken dienst moeten komen.
En worden mitsdien opgeroepen al de hier
boven vermelde, zich met onbepaald verlof binnen
deze gemeente bevindende veilotgnngers, om op
bovengemeldeii tijd on plaats te verschijnen.
Strekkende voorts tot informatie
a. dat de verlotgaugeis, volgens art. 140 der
wet van den 19den Augustus 1861 staats
blad no. 72). ter inspectie behooren te ver
schijnen IN UNIFORM GEKLEED en voorzien
van al de kleeding- en uitrustingstukken, hun
bij het vei trek met vei lof medegegeven, van
hunne zakboekjes en van hunne verlofpassen
en
b dat zij. volgens ait. 130 der genoemde wet,
worden geacht onder de wapenen te zijn niet
alleen gedurende den tijddien het boven
bedoeld ondersoek duurtmaar in het alge
meen wanneer zij in uniform sijn gekleed
zoodat zij, die ongeregeldheden plegen of zich
aan misdrijven schuldig maken bij het gaan
naar de plaats voor het on ierzoek bestemd,
gedurende het onderzoek en bij het naar huis
keeren, te dier zake zullen worden gestraft
volgens het crimineel wetboek en het regle
ment van krijgstucht voor het krijgsvolk te
lande, bij gemeld art. 130 toepasselijk ver
klaard.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 19den Mei 1894.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De secretaris,
VERNÈDE
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen ter kennis van de ingezetene', dat het
2de suppletoir kohier der plaatselijke «.irecte be
lasting naar het inkomen voorden dienst 1893/4.
den 8sten Mei j.l. door den gemeenteraad vastge
steld en den 15den daaraanvolgende door heeren
Gedeputee-le Slaten dezer provincie goedgekeurd,
aan den ontvanger der gemeente ter invordering
is uitgereikten in afschrift geduiende vijfmaanden,
te rekenen van heden,' op de secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Wordende vooits een ieder aangemaand zijnen
aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op
straffe van vervolging volgens de wet.
En is Ineivan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 19den Mei 1894.
Burgemeester en wethouders voornoemd.
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De secretaris,
VERNÈDE
BELGIE.
De heer Beernaert heeft in de Kamer
zitting van gisteren een uitvoerige redevoering
gehouden, otn de aanvallen te beantwoorden,
die ter zake van de evenredige vertegenwoor
diging door zijn vroegere vrienden tegen hem
waren gericht. Hoewel overtuigd dat dit
rechtvaardigheidsbeginsel zal zegevieren, ver
klaarde de ex-prernier, voor het oogenblik
het voorstel-Feron, waarin de evenredige
vertegenwoordiging weder opgenomen is, niet
te ondersteunen, daar een debat in de gegeven
omstandigheden toch vruchteloos moet zijn.
Na den he_r Beernaert heeft nog de lieer
Nyssens het beginsel der evenredige vertegen
woordiging verdedigd tegen de besti ijding
daarvan door de heeren Woeste en Helle-
putte, terwijl nog een voorstander uit de
rechterzijde, de heer Struye, verklaarde er
thans tegen te zullen stemmen.
Te Luik zijn op denzelfden tijd dat Muller
geairesteerd werd, nog zes andere anaichis-
ten in hechtenis genomen. Men gelooft dat
de politie in deze personeu een goede vangst
heeft gedaan.
Muller heeft ook nog bekend, een der daders
te zijn van den aanslag op de St.-Jacques-
1 :rk. Hij had toen, behalve den Russischen
baron, twee andere personen bij zich. De
bc.c der rue de la Pais werd door den baron
te Maastricht vervaardigd en door hem naar
Luik overgebiacht. De baron moet een 27-
jarig mm zijn, van meer dan middelbare
lengte, vrjj gezet, met blond haar en t os-
blonden knevel hoog, eenigszins kaal voor
hoofd, geelachtig bleek gelaat. Hij ging altijd
zeer goed gekleed, en noemde zich, behalve
Sternberg, somtijds Cyprien Filippovirzer.
Hij is óf van Russische, of van Oostenrijksche
nationaliteit.
De baron moet Muller eerst hebben willen
overhalen, zijn bom in liet café Canterbury
neer te leggen.
Men meent nu ook te weten, waar de anar
chistische manifesten gedrukt zijn. Er moeten
inderdaad bommen in gereedheid gehouden
zijn voor nieuwe aanslagen.
Tengevolge der onthullingen van den anar
chist Muller zijn twee Luiksehe studenten,
op wie sedert lang vermoedens rustten, in
hechtenis genomen. De eene, Arnold genaamd,
is de zoon van een gewezen wapenfabrikant;
de andere, Leblanc, is student in de rechten.
Beiden woonden geregeld de anarchistische
bijeenkomsten bij en stonden ook in betrekking
tot den s Russischen baron".
Hun arrestatie heeft groot opzien gewekt
in de stad, daar de familie dezer jongelieden
zeer geacht is.
Een der andere gearresteerden, Wettman,
is gebleken medeplichtig te zijn aan den aan
slag in de Rue de la Paix.
Men gelooft dat in de laatste dagen om
streeks 30 KG. dynamiet uit Holland in België
binnengesmokkeld is. De Ilollandsche politie
stelt te Luik een onderzoek in.
Leblanc moet reeds ten deele zijn mede
plichtigheid aan den/'ongsten aanslag bekend
hebben.
Twee socialisten zijn door de rechtbank
vau Antwerpen wegens aansporing lot op
roer veroordeeld resp tot 1 jaar en 6 maan
den gevangenis. Het zijn Maitin Kockx,
schrijnwerker en hoofdredacteur van het blad
Be Opstandeling, en Matlnus Antonissen,
broodrondbrenger, uitgever van hetzelfde blaS,
dat herhaaldelijk aitikelen heeft bevat waarin
de misdaden van Pallas, Ravacliol en Vaillant
verheerlijkt, en de prolelai iërs tot navolging
aangezet worden.
F It A N K tt IJ K.
Volgens TEclair zou te Rome reeds beslo
ten zijn tot terugroeping van den nuntius in
Frankrijk msgr. Ferrnta Ook de XIX Siccie
bevat een dergelijk bericht. De Osservatort
Jtomano, bet orgaan van het Vaticaan, zqjt
van liet bekende rondschrijven »De overige
Fransche dagbladen hebben dit rondschrijven
niet overgenomen, en het r.oodige vooi behoud
gemaaktwij voor ons gelooven dat men tot
dit voorbehoud zeer gerechtigd is."
i'
'f-
22.
Hat geheim kon gemakkelijk worden opgelost
■door den btief te lezen, die open voor mij op
tafel lag en die mij waarschijnlijk met geen ander
doel werd gezonden. Maar wie had dit gedaan
Wie kon weten dat ik belangstelde in Etheleen,
en wie had 'tnoodig geoordeeld mij te doen
weten, dat mijn streven vergeefsch zou zijn T
Want ware dit niet 't geval geweest, dan zou
de persoon, die den brief had gevonden, hem
aan Etheleen hebben teruggezonden. De daad
geschiedde misschien uit belangstelling, maar
vernietigde intussehen a! mijn hoop.
De verzoeking om den brief te lezen was
groot. Het was niet meer dan natuurlijk, dat
;Ik, die Etheleen beminde, zou wensctien haar
verleden, waarvan zij zelve niets meer wist, te
kennen. Meer dan eens nam ik Hein op maar
mocht ik een brief lezen, die niet voor mij was
bestemd 7
Wat zon ik doen en hoe to handelen tegenover
Etheleen, wier geheim ik nu kende. Haar den
brief zenden zou instorting ten gevolge kunnen
hebben. Met de barones of Theresa er over
spreken daarvan was geen sprake, want zij
waren haar vijandig gezind. Ik besloot dus dokter
Falck te raadplegen.
Om elf uur zou ik naar den Altezol! gaan en
het was nu eerst negen, dus had ik tijd genoeg
om dokter Falck te bezoeken.
Hij bevond zich in zijn laboratorium en
nauwelijks had hij mij aangezien, of hij riep
iVYel man, wat scheelt er aan 7 Gij ziet er
uit of gij een geest hebt gezien."
«Dal heb ik ook en wel een vreeselijken
den geest van liet verleden."
sis het iets van miss Stuart 7" vroeg hij met
gehonste wenkbrauwen. «Wat is er gebeurd 7
Zeg het ui ij terstund 1"
Ik vertelde hem alles wat ik wist en hij luisterde
met zichtbaren angst.
«Getiouvvd 1 dat meisje getrouwd 1" heihaalde
hij. Ik kan het niet gelooven."
Ik liet hem nu het hoofd van den brief lezen
en hij deelde in mijn overtuiging, dat die brief
haar toeval had veroorzaakt.
»Hebt gij den brief niet gelezen 7" vroeg hij,
zenuwachtig heen en weder door de kamer
loopend.
«Neen, en dat is het juist, waarover ik u
kwam raadplegen. Heb ik het recht dien te
lezen?"
«Met dat doel werd hij u immers gezonden."
«Ja, maar door wien 7"
»\Vat doet er dat toe 7"
»Heb ik het recht een brief te lezen, door
een echtgenoot aan zijn vrouw geschreven 7
Hij dacht een oogenblik r>a en hernam toen
In gewone omstandigheden zou hef eenige
wat ons te doen stond eenvoudig zijn den brief
aan de geadresseerde terug te zenden. Maar nu,
als haar dokter, moet ik dit ten strengste ver
bieden. Het zou al te veel gewaagd zijn. No is
het in miss Stuart's eigenbelang hoog noodijz,
iets van haar betrekkingen te weten, en dat is
onmogelijk, tenzij wij den btief lezen."
»Ik ben dit grootendeels met u eens, maar
ik kan er niet toe komen hem te lezen."
»Dan zal ik de verantwoordelijkheid geheel
op mij nemen. Het is bepaald noodig den inhoud
van dien brief te weten en ik zal hem voorlezen."
De brief luidde
«Mijn geliefde vrouw. Gij zult zeker wal
een weinig ontstellen een brief van mij te
ontvangen, daar ik u tot dusverre nog nooit had
geschreven. Ook nu zou ik hiertoe niet zijn
overgegaan, indien uw vlucht mij niet gebood
mijn rechten te doen gelden. Gij zijt mij de
gehoorzaamheid van eene vrouw aan haar echt
genoot verschuldigd. Het spijt mij, dat de dingen
tot dit uiterste zijn gekomen. Ik vvenschte uw
genegenheid te winnen vóór ik mijn rechten
wilde doen gelden. Maar uwe handelwijze dwingt
mij u het verleden in herinnering te brengen.
»Gij kunt de betrekking, waan» wij tut
i
i