A". 1894.
Zondag 24 en Maandag 25 Juni.
N°. 8559.
Eerste Blad
Achtenveertigste J aargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Binnenlandsche Berichten.
ITGEVErT j. ODÉ.
GGUIÜNT.
abonnementsprijs, per kwartaal
franco ptü* pobt, door het geheele Rijk
Afionderlijke nommers
1.85.
2.50.
- 0.10.
BVBEAO: ROTER8TKAAT, B
gewone regels met
Z 7.
Advertentieprijs: van 1—10
inbegrip van eene Courant. f 1,10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Schiedam, 23 Juni 1894.
ïGoed en kwaad worden nergens zoo spoe
dig vergeten als in de politiek zeïüe eens
een man, die 't weten kon, en dezer lagen
is de genoemde uitspraak weder ten volle
bevestigd. De oude staatsman Crispi, die 't
noo zoo kort geleden met het Italiaansche
parlement te kwaad had, en slechts aan de
regeering bleef omdat de koning hem zijn
ontslag niet wou verleenen, is op eenmaal de
populaire man geworden. In zijn rijtuig zit-
ende op weg naar het parlementsgebouw,
wordt een pistoolschot op hem gelost, geluk
kig zonder hem te kwetsen, en ziet alle
wrevel is vergeten, de meest geestdriftige
'ovatiën worden hem gebracht, de koning en de
kroonprins bezoeken hem en spreken hem de
hartelijkste woorden toe, terwijl da Kamer van
afgevaardigden hem met luide vreugdekreten
begroet. Zal Crispi, deze staatsman bij uit
nemendheid, van deze gelegenheid gebruik
maken om zijne plannen door te zetten Er
is bijna niet aan te twijfelen tenminste een
zijner aanhangers, wiens uitspraken nogal
gezag hebben, verzekerde een Engelsch dag
blad-correspondent, dat hjj den staatkundigen
toestand van Italië met goeden moed be
schouwde. Hij meende, dat de oppositie tegen
over de financieele plannen der regeering
in getal en in kracht verminderde; als de
minister van financiën maar afzag van de
-voorgestelde vermindering van de rente der
buitenlandsche schuld, zou reeds veel gewonnen
zijn. Dat is tenminste een goede trek, een be
wijs van eerlijkheid tegenover het buitenland.
•Hoewel de regeering zich hieromtrent nog
.niet had uitgesproken, meende de bedoelde
staatsman, dat zij met eenigen goeden wil
het daardoor te lijden verlies wel zou kunnen
te boven komen, b.v. door het den alcohol te
laten ontgelden, die immers bij dergelijke
gelegenheden steeds dienst doet, en door een
verhooging van de voorgestelde belasting op
roeiende goederen. Wat de vermindering van
-de strijdkrachten aanging, hierin zou de regee
ring niet kunnen treden, en dit is juist de
voorname wonde plek van de financiën van
het koninkrijk. De kosten voor de krijgsmacht
verslinden een veel te groot gedeelte der
inkomsten; maar men is nu eenmaalgroote
natie, men is lid van het drievoudig verbond,
•en dus, liever alles belast, dan tot afschaffing
van enkele legerkorpsen over te gaan. De
heer Crispi zal er zich wel doorheen
weten te slaan; men kent zijn manier van
doen; hij praat niet veel; zijn stelregel is:
de man, die zich op de welsprekendheid toe
legt, is slechts zelden een staatsman. De vorm,
waarin h(j zijn gedachten giet, gaat bij hem
boven de zaak. 't Gelukke hem nu maar, de
financieele crisis te bezweren, dit zou ten
minste een merkwaardig slot van zijn veel
bewogen leven als staatsman vormen.
De verwachtingen van hen, die meenen,
dat er voor de monarchie in Frankrijk nog
wel eens goede dagen zouden kunnen aan
breken, worden gestadig minder. Er wordt
gemeid, dat de geldelijke bijdragen van de
aanhangers van den graaf van Parijs gaande
weg verminderen, en geld, 't is ook voor een
partij als de Fransche royalistische de ziel
van de zaak. Onlangs werd er een vergade
ring van Fransche royalistische dagbladschrij
vers gehouden. Daar werd een treurig tafereel
opgehangen van den geldelijken toestand van
het pensioenfonds der journalisten, 't Bedroeg
niet meer dan acht duizend francs, terwijl
het republikeinsche fonds over millioenen
beschikte. De spreker, die deze treurige schets
gaf, noemde den ijver der koningsgezinde
dagbladschrijvers te loflelijker, wijl velen hun
ner, als ze maar eanige-van hunne begin
selen wilden opofferen zich een veel betere
positie konden verwerven. Met de verzuchting,
dat de koningsgezinde partij wel een groote
en edele was, maar dat ze niet hield van de
personen die haar dienen, eindigde deze spre
ker zijn weinig opwekkend betoog.
Verdient dan de republikeinsche iegeering,
die telkens vernieuwd wordt, wat de personen
aangaat, dat ze steeds in sterkte toeneme
Als men ziet, tot welke zonderlinge zaken
ze soms overgaat, zou men er aan twijfelen.
Daar gaat ze weer een tarievenoorlogbegiunen
met Oostenrijk, zooals ze er reeds een heeft
gevoerd neet Italië, met Spanje, met Zwit
serland. Oostenrijk namelijk is niet genegen
aan Frankrijk hetzelfde lage invoerrecht op
wijn toe te staan, als Italië heeft bedongen.
De Fransche regeering, als altijd protectisch
gezind, heeft thans het voornemen op Oosten-
rijksche artikelen van uitvoer als hout, meel,
schapen en paarden zulke bespottelijk hooge
rechten te heffen, dat de Oostenrijksche han
delaar wel met zijn bezendingen kan ophouden.
Nu kan men vragen: maar waarom heft
Oostenrijk van Italië een recht, dat slechts
een vijfde gedeelte bedraagt van dat, hetwelk
van Frankrijk wordt geëischt? Het antwoord
is, dat opeenvolgende tractaten aan Italië
steeds dat voorrecht hebben toegekend, ter
wijl Frankrijk nimmer aanmerking maakte
op de invoerrechten, door Oostenrijk van de
republiek geheven. Eerst thans, nu er een
kolossale voorraad wijn in Frankrijk aan
wezig is, wordt aan de Oostenrijksche rech
ten gedacht, maar do Oostenrijksche regee
ring heelt in den Rijksraad verklaard aan
Frankrijk geen concession op dit punt te
kunnen doen. Oostenrijk is zelf een land,
waarvan verschillende deelen den wijnbouw
uitoefenen, wier belangen niet veronacht
zaamd mogen worden. Toch is het niet on
mogelijk, dat Frankrijk doorzet.
Een afgevaardigde van Bordeaux, het ge
west van den wijn, heeft voorgesteld, zeker
bij wijze van wiaak, op alle Oostenrijksche
artikelen het maximum tarief toe te passen
en bovendien op de schepen, de paarden en
het meel nog een extra recht. Nu zou men
zulk een voorstel schier overal bespottelijk
vindentoch is het wel mogelijk dat de
Fransche Kamer van afgevaardigden het aan
neemt. Hoe ze voor enkele jaren omtrent
Zwitserland handelde in gelijke omstandig
heden is nog niet vergeten.
Reeds wordt er op gewezen, hoezeer de
nadeelige invloed van zulk een tarieven-
oorlog zich in beide landen zou laten ge
voelen. Oostenrijk b.v. zou onmiddellijk na
de aanneming van het voorstel de overeen
komst met Frankrijk opzeggen, die aan Fran-
schen het recht van eigendom op producten
van den geest toekent.
Fransche looneelstukken, Fransche opera's
zouden dan in Oostenrijk kunnen worden
gegeven, zonder dat de schrijvers of compo
nisten, zooals tot nu toe een zoogenoemd
tantième van de opbrengst van de opvoe
ring hunner werken ontvingen. Bovendien
zouden Fransche boeken in Oostenrijk mo
gen worden nagedrukt, vertaald en uitge
voerd, op dezelfde wijze als in de Yer-
eenigde Staten van Noord-Amerika pleegt te
gebeuren, en duizenden Franschen zouden
hiervan de treurige gevolgen ondervinden.
Bovendien, terwijl de uitvoer van Frankrijk
naar Oostenrijk voor het grootste gedeelte
uit weelde-artikelen bestaat, zendt Oostenrijk
meestal artikelen van verbruik naar de re
publiek.
't Is een treurige historie, die door de
gevolgen van den tarievenoorlog tusschen
Duitschland en Rusland, welke nog versch
in ieders geheugen liggen, eigenlijk onmoge
lijk moest zijn geworden. Maar de wijsheid
laat in de Fransche republiek wel eens wat
te wenschen over.
N.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Geloofsbrief van den heer J. MPijnacher Hordijk.
De commissie van onderzoek de h.h. De
Beaufort (Amsterdam), T. Mackay en Kerdijk
is van meeniug, dat het verschil van 8
stemmen tusschen het aantal uitgebrachte
geldige stemmen (5841) en het gezamenlijk
aan beide candidaten toegekende (5833) wel
door niets opgehelderd is, maar geen invloed
op den uitslag heeft kunnen hebben en daarom
geen reden mag zijn om den heer Pynacker
Hordijk niet als lid toe te laten.
"VVat het te laat openen van een stembureau
aangaat, ontbreekt elk bewijs, dat daardoor
werkelijk een of meer kiezers in de onmo
gelijkheid zijn geweest hunne stembriefjes in
te leveren.
Door de afdeelingen der Tweede Kamer
zjjn gekozen tot rapporteurs over de wets
ontwerpen tot goedkeuring van de verlenging
van den proeftijd der gemengde rechtspraak
in Egypte, de heeren F. van Bylandt, Pytter-
sen, De Beaufort (Amst,), Drucker en Ro-
yaards v. d.Ham; tot goedkeuring der op 15
April 1893 te Dresden gesloten internationale
overeenkomst tot wering der cholera de
heeren F. van Bylandt, Beelaerts v. Blok
land, De Beaufort (Amst.), Drucker en Ro-
yaards v, d. Ham.
De werkzaamheden in de afdeelingen zijn
gistervoormiddag geëindigd.
Het afdeelingsonderzoek van het ontwerp
betreffende de veiligheid in fabrieken zal na
de openbare vergadering op a.s. Dinsdag
SCHIEDAM, 23 Juni 1894.
Hedenvoormiddag te 10 uur is alhier aan
gekomen eene commissie uit de Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland, bestaande uit de
heeren mr. G. J. Goekoop en mr. C. A.
van der Kemp met den griffier mr. F. H. J,
Tavenraat, die met burgemeester en wet
houders ten raadhuiie is vergaderd geweest
teneinde een onderzoek in te stellen naar
aanleiding van het tekort in de kas van den
ontslagen gemeente-ontvanger W. Beffers.
Na afloop van dit onderzoek is de com
missie te 2.32 naar 's-Gravenhage vertrokken.
De werkzaamheden aan het Spuikanaal
alhier zijn thans zoover gevorderd, dat er
weder gespuid kan worden, waardoor de toe
stand van het water in onze havens en grach
ten weldra zal verbeteren. Gisteravond kon
men te 8 uur nog gedeeltelijk van den vloed
profiteeren en heden wordt het spuien krach
tig voortgezet.
Met de grootste voortvarendheid is gearbeid
aan dit werk, noodig geworden doordien het
water onder den vloer der schuif een door
gang had verkregen, alsmede door eene diepte
ontstaan door den val van het water in het
kanaal onmiddellijkbij de schuiven, tengevolge
waarvan bij stormvloed eene geheele weg
spoeling te vreezen was. Dag en nacht en
ook Zondag is het werk voortgezet en daar
door nog een dag vroeger gereedgekomen
dan men aanvankelijk gemeend had, alhoewel
Woensdagavond een lek in den dam was ont
staan, waardoor het werk gedeeltelijk onder
water liep.
Door het aanbrengen van een houten
stortebed in het kanaal heeft men nu het
wegspoelen van den grond voorkomen.
Tof ambtenaren bij de plaatselijke belas
tingen zijn door burgemeester en wethouders
benoemd B. Jurgens en P. Eijsberg Jr.
Naar wij met genoegen vernemenj is door
een volksvriend te Amsterdam de belangrijke