EEN LANGE STRIJD. A". 1894, Zondag 1 en Maandag 2 Juli. N°. 8564. Tweede Blad Feuilleton. A.ch t n v© r tig-st Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVERIJ. ODÉ. fjiiitcnlaudsclie Berichten. GDURAIT. jlBONNEMENTSl'KUS, per kwartaal franco per post., door het geheele Rijk Afzondeilijke nomrners t 1.85. - 2.50. - 0.10. BtJSEEAW: BOTEKSTBAAT.E 2 7. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. f 1.10. Iedere gewone regel meer. - 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. F K A N K R IJ K. In den Senaat las Challemel Lacour giste ren onder toejuiching der vergadering de adressen voor die aan de regeering door tal van staten zijn gezonden. Hij zegt dat de daarin uitgedrukte gevoelens geruststellend -zijn voor de toekomst der beschaving en dat zjj de vredesbanden, die de geheele wereld nauwer wil maken, nog zullen versterken. Die gevoelens zijn geschikt orn de oneenig- heden, die met volkeren, door Frankrijk als vrienden beschouwd, hadden kunnen ontstaan, te verzwakken en uit den weg te ruimen. Morgen zal de plechtige begrafenis van liet stoffelijk overschot van Carnot plaats hebben. Reeds te 7 uur des morgeus zal zich voor het Palais de l'EIysée de stoet vormen. Daar deze eerst te 10 uur zicli in beweging stelt, kan men nagaan, dat hij ontzaglijk groot zal wezen. Door de Avenue Marigny, de Champs- Elysées, over de Place de la Concorde, dooi de Rue Rivoli voorbij liet stadhuis en over den Pont d'Arcola begeeft zich de stoet naar de Nótre-Dame. Na den plechtigen dienst aldaar gaat de tocht over den boulevard St.-Michel naar het Panthéon. Het woord zal gevoerd worden namens de regeering, voorts door de presidenten van Senaat en Kamer en door een vertegenwoor diger der Polytechnische school, waarvan Carnot leerling is geweest. Behalve al de waardigheidsbekleders en een zeer groot militair escorte, worden depu taties uit alle departementen verwacht, als mede vertegenwoordigers van talrijke ver- eenigingen. Figaro meent te weten dat de koning van Italië den zoon van zijn overleden broeder, prins Emmanuel, hertog van Aosta, als vertegenwoordiger zal afvaardigen. De gemeenteraad van I.von heeft besloten, en corps deel te nemen aan de begrafenis van Carnot. Het feest van 14 Juli zal aldaar niet worden gevierd, en door den maire is een Inschrijving opengesteld om een gedenk- teeken voor Carnot op te richten. Reeds zijn meer dan 400 kransen van kunst- paarlen en kunstbloemen op het Elysée aan gekomen en men berekent dat er voor 1 mil- lioen frs. aan bloemen is besteld voor de be grafenis (dat is nog meer dan bij Gambetta's begrafenishet cijfer was toen 050,000 frs.). De duurste krans, die »van de jonge meisjes van Parijs", kost 4000 frs. Mile. Marguerite Chiris, de bruid van Ernest Carnot, liet een krans maken van 5000 marguerites, die een omvang heeft van 8 meter. In de Kamer is een inschrijving geopend voor een reus achtige» hrans: elk der afgevaardigden moet voor 5 frs. teekenen en iedereen teekent. Ad. Carnot, inspecteur van de »Ecoledes mines", verzekert dat zijn broeder vast beslo ten was geweest zich, wanneer de zeven jaar om waren, niet weer herkiesbaar te stellen. Hij had reeds een appartement gehuurd, dat hij bij het verlaten van het Elysée betrekken zou, avenue d'Alma. Vrijdag vóór zijn vertrek naar Lyon had Carnot dat appartement nog bezocht en met den architect gesproken. Ad. Carnot zegt verder, dat zijn broeder reeds een poos geleden aan Casimir Périer zelf had te kennen gegeven, dat niemand dan hij hem moest opvolgen. Fortuin Iaat de president niet na, want rijk was hij nimmer en zijn traktement maakte hij op. De weduwe van Carnot zal het appartement van de avenue d'Alma betrekken met Carnot's moeder. In de pers worden de hartelijke betoogin gen van het Italiaansche volk, als protest tegen den aanslag te Lyon, hoog gewaardeerd. De Temps ontvangt uit Lyon bericht van eene lange ondervraging, welke de rechter van instructie den moordenaar deed onder gaan. Caserio verklaarde geen enkele bijzon dere grief te hebben tegen Carnot, hij heeft hem eenvoudig gedood, omdat hij een tiran was. Hy verklaarde ook anarchist te zijn en zich daarop te beroemen. Aan de jury alleen zal hij de drijfveer zijner misdaad bekennen. Medeplichtigen heeft hy niet en te Lyon kende hij niemand. Hij verhaalde ook omstandig den aanslag, zeggende dat hij zijn dolk ge opend in zijn mouw verborgen hield. Ik be hoefde slechts de hand op te heffen, zeide hij. Ik legde aan op den onderbuik, ik liet mijn arm neervallen, roepende: »Leve de anarchie!" Uit Montpellier wordt gemeld dat Caserio (oi Cesario) iang te voren zijn plan, om den president der republiek te dooden, beraamd heeft. "Verscheidene dagen voor zijn reis in formeerde hij naar de kosten van de reis naar Lyon. Eens moet hij gezegd hebben: ïjamrr.er dat ik in Italië by verstek gevon- nisd ben. Als ik niet bang was, mijn straf in de steengroeven van Sicilië te moeten ondergaan, zouden koning Humbert en de paus reeds lang »in de lucht gesprongen zijn". Te Cette, waar vele Italianen wonen, heb ben de meesten dezer lieden hun woningen versperd: zij wagen zich niet op straat. In een koffiehuis te Lyon hield zekere Meu nier, een pandjeshuishouder, smaadredenen tegen Carnot. De man werd dadelijk de deur uitgeworpen, waarop hij echter een degen stok opende en een der gasten zwaar aan het onderlijf verwondde. Meunier werd in hechte nis genomen. Toen men hem fouilleerde, vond men nog een geheel arsenaal onder zyn kleederen verborgen: een geladen revolver, een mes dat in een zakdoek gewikkeld was, en een dolk. DUIT8CHLAND. De keizer heeft aan den gezant te Parijs, graaf Munster, opgedragen hem te vertegen woordigen by de begrafenis van Carnot, en hem tevens gelast, uit zijnen naam eea krans op de kist te leggen. De keizer moet bevel gegeven hebben, de feestelijkheden, ter zyner eere te Kiel te geven, zooveel mogelijk te beperken, daar Z. M. door liet aangrijpende overlijden van den heer Carnot zeer getroffen is. De Berlijnsche correspondent der N. 22. Ct. schijft van gisteren: In diplomatieke kringen trekt het de aan dacht dat keizer Wilhelm zoo byzonder sterk zijne vriendschappelijke gevoelens jegens Frankrijk heeft geuit, naar aanleiding van den moord van Carnot. Niet alleen vernietigt hy daarmee een mogelyke gebelgdheid van Frank rijk over het feit, dat Duitschland met betrek king tot het artikel in het laatste Kongo-ver- drag, waarby Engeland land in pacht kreeg, niet gemeenschappelijk met de Fransche re geering tegen Engeland heeft willen optre den maar hij heeft door die vriendelijkheid ook een stap trachten te doen om tot vriend- schappelijker nabuurvei houdingen met Frank rijk te komen. De Fransche gezant Herbette werd te Kiel door den keizer met bijzondere beleefdheid behandeld. Onder anderen moest hij met den vorst een zeetocht van drie uren op het pantserschip maken, en werd later uitgenoodigd de werkzaamheden aan het Noord-Oostzeekanaal te bezichtigen, terwijl 33. »Eens hielden wij zooveel van elkaar," zeide bij, ïen dat zou zoo gebleven zijn, had dat valsche meisje zich niet tussclien ons gesteld. Een oogenblik, dat beken ik, wist zij mij te betooveren, maar 't was slechts een voorbijgaande droom, die gril voor Etheleen. Zi; is zonder twijfel schoon, maar dan is ook alles gezegd. Zij is valsch en arglistig. Ik wensch haar nooit weder te zien. Laat zij haar wederrechtelijk verkregen rijkdommen behouden, ik veilang niets dan uwe liefde." vZoo sprak hij en ik geloofde hem en was «enigen tijd gelukkiger dan ik ooit geweest was. Hij had allerlei lieve attenties voor mij en drong steeds op een spoedig huwelijk aan. Binnen weinige weken waien wij getrouwd. Op zijn uitdrukkelijk veilangen had de plechtigheid in alle stilte plaats. Er was niemand tegenwoordig dan de geestelijke en de getuigen. Zoodra evenwel waren wij niet thuis geko men, of de slag viel. »Wel," begon hij, nnu hebt gij uw zin. Ik hoop dus, dat gij tevreden zult zijn." oIk ben meer dan tevreden," zeide iktik ben gelukkig uwe liefde te bezitten." »Gij zult toch wel niet dwaas genoeg wezen om te gelooven, dat iemand liefde zou kuDnen gevoelen voor eene vrouw met een uiterlijk als 't uwe," riep hij ruw. »Hebt gij mij niet lief, Robert!" stamelde ik. tNatuurhjk niet," antwoordde hij. Waarom hebt gij mij dan in Godsnaam gehuwd 1" riep ik in wanhoop. oDat zal ik je wet gauw zeggen," zeide hij, mij met minachting aanziende, tik heb je alleen om je geld genomen." tMaar ik bezit zoo weinig, Robert 1" zeide ik. tik bedoel ook niet die ellendige lijfrente," antwoordde hij, maar nu zal ik je zeggen wat je vroeger niet weten mochtnamelijk dat Etheleen Stuart dood is en dat haar fortuin u toebehooit." tHoe ik die vreeselijke openbaring ben te boven gekomen, weet ik niet, maar het was, of er iets in mijn hersens uit elkander spiong en sedert dat oogenblik ben ik nooit weder dezelfde geweest. tin zijne zucht om de breuk tusschen ons onherstelbaar te maken, voegde hij er iets bij, dat voor mij even hard als het andere te dragen was. Iltj vertelde mij, dat hij met Etheleen getrouwd was geweest." Ik ontstelde niet weinig bij deze laatste woorden, want ofschoon het alleen bevestigde, hetgeen ik reeds uit den brief wist, had ik steeds een stille boop gekoesterd, dat die brief zou blijken onwaar te zijn. Mevrouw Darvill was te veel in eigen leed verdiept om mijn ontroering te hebben bemerkt en ik liet haar verder ongestoord haar verhaal eindigen. »Hij deed alle moeite om mij het verschrik kelijke van mijn toestand goed te doen begrijpen. Hij had, zeide hij, Etheleen Stuart werkelijk bomind ja, zij was de eenige vrouw geweest, die hij ooit had liefgehad dit was de vreeselijkste slag, dien hij mij kon toebrengen maar nu zij dood was, wist hij dat het fortuin op mij zou overgaan, daarom was hij teruggekomen en had mij gehuwd. Hij was bereid mij een jaarhjksch inkomen te verzekeren, als ik mij wilde verbinden hem nooit weer lastig te vallen. Natuurlijk versmaadde ik dit aanbod. Ik zeide hem, dat ik slechts éen wensch meer had en die was: mij te wreken en dat hij vroeg of laat mijn wraak niet zou ontgaan. Hij lachte minachtend, verliet het huis en sedert zag ik hem nooit weer. Maar ontsnappen zal hij mij niet." Zij was nu opgestaan en liep opgewonden door de kamer j plotseling bleef zij voor mij staan. Waarom spreekt gij niet? Hebt gij niets te zeggen Kunt gij het verhaal van zooveel ellende zwijgend aanhooren Ik haastte mij haar van mijn medegevoel te

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 5