de redding van het ministerie of een opvat ting van het zoogenaamd «Koninklijk prero gatief," dan de onzekerheid of de vertegen woordiging nog wel met den volkswil over eenstemde? De heer De B., meent het llbl., bleef in gebreke te bewijzen dat, wat deze beide ontbindingen aangaat, toen is toegepast, wat hij sde Nederlandsche practijk" noemt. En wat daartegenover de ontbinding van het afgeloopen voorjaar betreft, deze mag niet worden gelijkgesteld met de Engeische prac tijk, zooals de heer De B. die heeft geschetst. Er bestond inderdaad twijfel, of de Tweede Kamer ten opzichte van het kiesrecht nog wel de juiste uitdrukking was van den wette- lijken volkswil. Mag men nu in eene ontbin ding om zulk een overwegende reden, welke reeds bfj het optrede» van het ministerie voorzien was, den toeleg zien om, evenals in Engeland, teg<n het eindigen van den wette lijke» zittingstermijn gebruik te maken van een gelegenheid die voor de regeeiing gunstig is Men kan van gevoelen zijn dat het ver schil tussclien Kamer en regeering over den omvang van het kiesrecht niet zóo groot was, dat daarvoor een ontbinding werd gewettigd. Maar dat is een geheel audere zaak, die met het eigenaardig karakter van het ontbindings- recht niets te maken heeft. De waarschuwing van den lieer De D. schijnt dan ook niet anders dan valscii alarm. bij het leger in Oost-Indië te worden gedeta cheerd. Ook te Deventer hebben zich verschil lende officieren, onderofficieren en minderen, van het 2e bat. van het 8e reg. infanterie, aangemeld voor Lombok. Lombok. Het N. v. d. D. ontving gistermorgen te acht uur het volgende telegram uit Batavia De kolonne onder commando van den twee den bevelhebber, generaal Segov, trekt naar Rembega en beschiet den vijand, die witte vlaggen vertoont. Te Maiaram is 't rustig. Hevige branding maakt de ontscheping van het geschut gevaarlijk. Dii telegram bevestigt weder, dat de onzen flink vooi uitgaan en het doel meer en meer naderen, om den vijand met behulp van de Sasaks van alle kanten in te sluiten. Generaal Segov, de opvolger van generaal Van Ham, is met eene kolonne en de noodige artillerie van Ampenan opgerukt in Noord- Oostelijke richting. De plaats Rembega ligt aan een weg, die van Ampenan naar Goeuoeng Sari, een der lustverblijven van den vorst, voert. Het eerste gedeelte, van Ampenan af, bestaat uit mul zand na ongeveer 500 M, tussclien steenen en bamboehuizen, komt men aau een pass-ar, uit kleine hutjes bestaande. Kort daarna be reikt men den bedoelden zijweg naar Goe- noeng Sari. Eerst is die weg lot aan den kam pong Toempit vi ij goed, maar van daar tot Rembega wordt hij hobbelig, aan de kanten afgebrokkeld en wordt op verscheidene plaat sen door slokans (slooten) doorsneden, die niet overbrugd zijn, welke tot geleiding dienen van het bevioeiingswater van de rijstvelden en niet meer dan 1.5 M water hebben. De zij weg zet zich dus van Rembega in Noord- Oostelijke richting voort langs de kampongs Medan en bela naar Goenoeng Sari, maar van Rembega loopt weder een andere weg recht Zuid naar Mataram. Dit gedeelte is wederom goed en heeft een breedte van onge veer 5 meter. De geheele weg is goed be schaduwd van den passar tot halfweg Rem bega en van deze plaats tot Mataram. De colonne Segov heeft dus vermoedelijk stelliDg genomen bij Toempit en Rembega beschoten. Of de vijand de witte vredesvlag nu juist hier heeft laten waaien is uit het telegram niet duidelijk op te maken. De verzekering, dat Mataram tot zwijgen is gebracht, kan na het vroeger gemelde niet zeer verwonderen. Men zal daarbij echter in het oog moeten houden, dat Mataram hier staat voor de geheele vijandelijke hoofdstel ling, niet in engeren zin voor de hoofdplaats, welke door ons geschut geducht is geteisterd en zelfs, volgens een vroeger bericht, werd ontruimd. Noordelijk en oostelijk van de vorstenverblijven te Mataram liggen zeer grooie kampongs, ea van den oostelijken pagger (bamboeversperring) strekt zich weder ter lengte van ongeveer 2500 M aan beide zijden van den weg een kampong uit, welke ernst eindigt bij het vorstelijk verblijf te Tjakra Negara. De laatste zinsnede van het telegram geeft te kennen, dat men uog steeds bezig is met het ontschepen van het geschut. De branding in straat Lombok is vooral in dezen tijd van het jaar altijd zeer sterk. Gistermiddag is te 's-Gravenhage in eene vergadering van afgevaardigden van het Velp- sche en liet Haagsche Lombok-comité besloten om de beide comité's to laten samenwerken. Bij de vier in de legerplaats bij Ommen kam- peerende bataljons van het le reg. inf. hebben 18 officieren zich opgegeven, om voor vijf jaar De afdeeling Amsterdam der sociaal-demo cratische arbeiderspartij in Nederland heeft alle vak- en politieke vereenigingen opge roepen tot eene vergadering in het gebouw «d'Geelvirick" op "Vrijdag 14 dezer, teneinde te bespreken seen protest in zake Lombok". Gistermiddag is te 's-Gravenliage zekere W., teekenaar aan het zegelkantoor aldaar, aangehouden, onder verdenking postwissels valschelyk ingevuld en de gelden daarop te Amsterdam, Rotterdam en Utrecht geïnd te hebben. Eenige dagen geleden werd hij reeds te Amsterdam aangehouden, doch bij gebrek aan bewijs weder op vrije voeten gesteld. W., een jongmenscli van 20 jaar, is naar het huis van bewaring overgebiacht. Hij genoot als teekenaar een hoog salaris. Te oordeelen naar den inhoud van eene briefkaart, welke men bij hem vond, heeft hij medeplichtigen. In de Riouwstraat te 's-Gravenhage, vooral des avonds eenzaam en verlaten, is Dinsdag avond weer iemand op verregaand brutale manier aangerand. Het gebeurde niet ver van de plaats, waar eenige dagen geleden aan eene juffrouw hetzelfde wedervoer. Een bode aan een van de colleges van algemeen bestuur werd plotseling aangevallen door een korpo raal van de grenadiers, die hem met getrok ken sabel te lijf ging, eu een burger, die hein met een mes bedreigde. De aangevallene, die verschillende verwondingen, vooral aan handen en armen bekwam, verdedigde zich zoo goed en zoo kwaad als het ging. Politie was er niet. Men meldt uit Moordrecht aan de N. 2?. Cl. J. de O., oppassend werkman alhier, had Maandagavond een familiefeest te Gouda bij gewoond en keerde omstreeks 10 uur huis waarts. Zijne vrouw wachtte echter, in diepe verslagenheid, met hare zes kinderen, ver geefs zijne aankomst. Naar men vreest, heeft hij zijn graf in de rivier gevonden. Volgens gerucht toch zou de bemanning eefSr/ stoomboot nabij het Galgerak iemand hebben zien wegzinken, na vergeefs getracht te lieb- beD, hem te redden. Sedert de vorige opgave is te Amsterdam een man uit «Je Passeerderdwarsstraat, de zoon van den Dinsdag overleden lijder, aan Aziatische cholera overleden, terwijl bij eene vrouw van de Looiersgracht, in hetWillielmina- gastliuis verpleegd, cholera is gecoastatnenl. Het geheele aantal der aangetasten aldaar bedraagt thans 65, van welke 23 zijn over leden, 25 genezen ontslagen en 17 nog ver pleegd worden. Door den predikant Te Gempt, te Hooge Beintum (bij Dokkum), moet een zeer prac tise!! en hoogst eenvoudig middel gevonden zijn om een vuurschip teiephonisch of tele- graphisch te verbinden met eeri telegraafkan toor aan den vasten wal. VVenschehjk is het, dat de heer Te Gempt in de gelegeolieid worde gesteld zijne vinding door deskundigen te doen beoordeelen. Genoemde lieer was tegen woordig bij de treurige ramp te Kallantsoog, en heeft jarenlang het reddingswezen tot onderwerp van talrijke proeven ea studiën gemaakt. (II11.) De toestand van den schilder Jan van Essen, wien het gisteren door ons gemeld ongeval is overkomen, en die verpleegd wordt in het ziekenhuis te Utrecht, *is, naar het D. meldt, op dit oogeublik bevredigend. Te Boxtel is onder geleide van den veld wachter Feijen, te Gemonde binnengebracht zekere H. G., die verdacht wordt een geweer schot gelost te hebben op zijne vrouw, die licht gewond werd. De dader is ter beschikking der justitie te 's-Hertogenbosch gesteld en daarheen ge vankelijk overgebiacht. 's-Gravenhage. De opbrengst van het buitengewone Wagner-coneert, Dinsdagavond in het Kurhaus ten bate van de nagelaten betrekkingen van gesneuvelden op Lombok gegeven, heeft na aftrek van onvermijdelijke kosten ongeveer f500 bedragen. Metdef 1650, die de collecte heeft opgebracht, is dat dus ongeveer f 2100. Gisternacht heeft de politie alhier op ver schillende plaatsen roode biljetten met op- ruienden inhoud afgescheurd. Delft. Alhier zal a.s. Maandag eene Lombok-schaalcollecte langs de huizen der ingezetenen wordea gehouden. Eukliiiizen. Eenige dames alhier hebben eene vereeniging opgericht tot verpleging van zieken in deze gemeente. Nadat koninklijke goedkeuring der statuten zal zijn verkregen, zal de vereeniging twee gediplomeerde ver pleegsters op een vast salaris aanstellen. Helder. Gisterochtend te 10.46 kwam de extra-trein met de Koninginnen alhier aan, afgewacht door een groote menigte. De vor stinnen, die met gejuich werden begroet, werden ontvangen door den burgemeester, den schout bij nacht C. E. Uhlenbeck en andere gemeentelijke en militaire autoriteiten. De Koningin droeg een kleedje van witcache- mir met een wit lakenschen jekkm" met marine-knoopen; de Koningin-Regentes een fluweeleri mantel over het zwarte kleed. Nadat een drietal jonge dames de hooge bezoeksters fraaie bloemruikers hadden ver eerd, waaronder met de Nederlandsche kleu ren en die van Wakleck-Pyrrnont, en de Koninginnen een oogenbiik vertoefd hadden in de keurig versierde wachtkamer, stegen zij onmiddellijk in de gereedstaande rijtuigen. Er waren er vijf; dat van de Koninginnen was a la Daumont bespannen. De eerewacht van de schutterij en het garnizoen bracht het militair saluut en onder het kanongebulder reed men langs de dichte rijen der juichende menigte stapvoets naar Hr. Ms. Koningin Wilheïmina der Nederlan den, commandant de kapt. t./z. Zegers Veec- kens. De Koninginnen wuifden de geestdrif tige menigte toe. Op de Koningin Wilheïmina werden de Koninginnen ontvangen en rondgeleid door den kolonel, terwijl het Wilhelmus wenl ge speeld en de bemanning het gebruikelijke eerbetoon bracht. Namens de marine werd aan Koningin Wilheïmina een model van het oorlogsschip aangeboden. Van het wachtschip klonken de saluutschoten. Alsnu begaven de Koninginnen zich aan boord van het koninklijk stoomjacht Valk, onder commando van den kapt. t./z Lucardie, dat een eind verder lag vastgemeerd. Bij het passeeren van het wachtschip voor het insti tuut paradeerden de matrozen op de ra's. De schout-bij-nachtsviag prijkte in den top. Er woei een stevige bries uit het noorden die de zeilen van de jachten, botters en boeiers uit den omtrek en uit Amsterdam bol deed staan. De trossen van de Wilheï mina werden losgegooid en langzaam dreef dit forsche schip, gesleept door de Hercules, weg in de richting van de overige schepen, opge steld in twee linies op de ree van Texel. Ook het koninklijk jacht Valk werd ge sleept tot op een eind weg van den wal. Het ging voorbij het fort op de Harsens, terwijl de kanonnen van de vloot bij Texel bulderden. HH. MM. die aan het uiterste linkergedeelte van de campagne in leunstoelen zaten, groet ten de menigte op den dijk. Zoodra de Valk tussclien de tweede en derde linie was doorgevaren, volgden de vl ugge torpedobooten, in pijlsnelle vaart het jacht voorbijschietend en toen weer terug. De Negen liet eene mijn springen, een huizenhooge wa terkolom opwerpend, en de Dempo lanceerde een vischtorpedo, die 500 M. voortsnelde op drie meter diepte in het water. HH. MM., die deze verrichtingen aandachtig gadesloe gen, lieten zich tal van inlichtingen geven. Na afloop van de revue werden de comman danten van de oorlogsschepen eu de heer Wentholt, commandant van de torpedo's, aan boord van de Valk genoodigd, waar HH. MM. hare groote tevredenheid betuigden. Om vier uur was de revue afgeloopen en stoomde de Valk wederom naar den wal. HH. MM. begaven zich daarop naar het insti tuut der adelborsten. De adelborsten waren op het voorplein gewapend opgesteld. De Koninginnen liepen langs de rijen, terwijl het geweer gepresenteerd werd en het aWil helmus" door de stafkapel der marine gespeeld. De Vorstinnen werden door den comman dant van het instituut, de kapt. t/z. Tadama, door het groote gebouw rondgeleid. In de receptiezaal, waar o. a. de busten stonden van de Koninginnen, van Tromp en De Ruyter, werden HH. MM. ververscliingen aangeboden. Vervolgens begaven HH. MM. zich naar de werf, waar de adelborsten exerceerden met de zeilen op het instructieschip Urania. Te vijf-uur werd een rijtoer doordestau gemaakt, waarbij den Vorstinnen vele harte lijke ovaties te beurt vielen, waarvan de tref fendste was die in het Ankerpark, nabij het telegraafkantoor, door een 900-tal jongens- en meisjes van allen rang, stand en religie,, die op de wijze van het »Wien Neerlandsclr bloed" een 'ied zongen, dat HH. MM. ten- zeerste voldeed. Een reeks van ovaties volgde nog aan de Nieuwe brug door een mannenzangkoor, dat «Hollands Glorie" ten gehoore bracht; over' de spoorbrug en in de Beiersteeg en Spui straat, welke fraai versierd waren. Aan den Kanaalweg werd halt gehouden; voor het plein der synagoge, waar de arke openstond en de wetsrollen zichtbaar waren. Hier werd den vorsteüjken bezoeksters door een 50-tal kinderen «Heilgroet en Bede" toe gezongen, welke met welgevallen werd aan gehoord, waarna een prachtexemplaar van 't feestlied, in rose satijn gebonden, met 't- gouden rijkswapen op de voorzijde als sou venir aan HH. MM. aangeboden. Een soortgelijke hulde had plaats voor het algemeen weeshuis, waar alle verpleegde» waren opgesteld. Vervolgens bereikten de hooge gasten het- station, waar men noode afscheid nam. Hier stonden tal van vereenigingen benevens alle oud-strijders in breede rijen geschaard. De- Koninginnen betuigden hare hooge ingeno menheid niet de allervriendelijkste ontvangst en verzekerden gaarne hun bezoek te herhalen. Onder donderend gejubel en langdurig ge- wuif verliet het ijzeren gevaarte met zijn- kostbaren schat te 6 uur het station, bij allen een hoogst aangenamen indruk van dit be zoek achterlatende. Groningen. Maandag is alhier liet 60- jarig jubilé der oud-strijders van 1830 31 gevierd, namelijk de herinnering aan de «erug- komst van het bataljon Groninger schutterij op 10 September 1834. Het leest werd geopend met een optocht, waaraan 27 oud-strijders in rijtuigen en eeuiger militaire vereenigingen deelnamen. De oudste der strijders, de 93-jarige Meijer, was voor zitter van de vereeniging «het Metalen Kruis"; de heer Bonnes vaandeldrager van het 64(> man sterke bataljon. Van de aanwezigen had den drie de Citadel-medaille; drie van hei? zijn als krijgsgevangenen in Frankrijk geweest. Na den optocht werd aan de oud-strijders eeu maaltijd aangeboden. De heer E. Afman, voorzitter van het comité vari het oud-strij ders-feest, opende de vergadering, waarbij o, a. tegenwoordig waren de heeren mr. C. C. Geertseiria, commissaris der Koningin, mr. E. van Loon, grilfier, mr. S. M. S. Modderman, burgemeester, N. Rost, wethouder, dr. Pekel haring, secretaris, en Kuinders, commandant der d.d. schutterij. Na de mededeeling, dat wijlen Gerlof «Is* Jager zijn eetketel en veldflescli aan de ver eeniging had geschonken, evenals de oud strijder De Jong eene teekening van het Dam- monument te Amsterdam vereerde, sprak de- heer Afman den grijsaards eenige hartelijke- woorden toe en eindigde met eene hulde aan- het Oranjehuis, en een woord van dankaarp de autoriteiten en particulieren, die de ver eeniging geldelijk steunden. Er werd een telegram van hulde verzonderr aan de Koninginnen, waarop eveneens per telegraaf een dankbetuiging werd ontvangen. Het dubbel quartet, directeur A. J. Boers, zong daarna oude Nederlandsche volksliederen, welke gevolgd werden door de opvoering van «De Militaire Willemsorde", van Rosier Faassen. De commissaris der Koningin, mr. C. C, Geertsema, nam vervolgens liet woord en ver klaarde zeer ingenomen te zijn met de uitnoo- diging om aan dit feest deel te nemen. »Als achterkleinzoon van den kolonel, die over het bataljon bevel voerde zeide de heer Geertsema gevoel ik te meer de achting u toegebracht en zoo welverdiend. In den lande gaat op het oogenbiik een gevoel van sympathie voor andere strijders. Ik wensch een stille hulde te brengen aan hen, die voor Lombok reeds het leven hebben gelaten en een dronk te wijden aan ons dapper Indisch leger De heer mr. S. M. 8. Modderman bracht namens burgemeester en wethouders en den secretaris dank voor de uitnoodiging. Hij stelt- deze op hooger prijs, nu de gelegenheid wordt geschonken om een woord aan oud-strijders ter richten. «Ik ben ook eeu oud-strijder," - ver klaarde spreker. sik herinner mij dien tijd nog levendig; de toenmalige geestdrift be' zielde mij, en dikwijls uitte ik de klacht bij het aangorden van de wapenenach, kon ik ze ook dragen voor mijn vaderland! Ik gevoel sympiv

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 2