N°. 8635.
Tweede Blad.
A". 1894.
Woensdag 10 October
Achtenveertigste Jaargang.
uitGeveiAjb odé.
Binnenlandse lie Berichten.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
SCHIEDAM, 9 October 1891.
De gewone audiëntie van de ministers van
oorlog en van financiën zullen op Donderdag
U October niet plaats hebben.
De minister van financiën maakt bekend,
dat op 6 dezer bij de betaalmeesters in kas
f 1,497,285.50
en dat op denzelfden dag
door de Nederlandsche Bank,
ingevolge art. 4 lijs van haar
octrooi, aan 's lands kas een
roorschot was verstrekt ten
bedrage van- 4,031,674.24
Zaterdag is te Breda de 19e algemeene
icrgadering gehouden van de »Vereeniging
voor lijkverbranding".
De voorzitter, de heer J. M. Pijnacker
Hordijk, bracht hulde aan de leden die oorzaak
ijjn dat er eene afdeeling Breda ontstaan
is, welke reeds 21 leden telt. Er waren elf
tfdeelingen vertegenwoordigd, te zamen 21
iiemmen uitbrengende.
Ais bestuursleden werden herkozen de
bteren J. M. Pijnacker Hordijk, M. Symons,
dr. Justus de "Vrij, dr. Ph. K. van Lissa en
prof. dr. "V. A. Julius, en gekozen de heeren
dr. Van Leent en dr. Vaillant.
Door de afdeeling Den Haag werd f25 en
door Rotterdam 150 in het fonds voor lijk-
orens gestort.
Onder applaus der vergadering werd de heer
bh. J. Perk, afgetreden secretaris-penning-
neester, tot eerelid der vereeniging benoemd.
De punten van den beschrijvingsbrief wer-
ba na eenige discussie goedgekeurd en Delft
als plaats aangewezen voor de eerstvolgende
slgemeene vergadering.
De heer Symons, die het jongste congres
te Buda-Pest heeft bijgewoond, deelde mede
wt aldaar in zake lijkverbranding behandeld
t'. Op dit oogenblik is daar te lande de
bestand juist dezelfde als bij ons. Algemeen
men van meening, dat de verbranding van
fe lijk door heete lucht moet geschieden,
bet aantal ovens neemt zeer toe, en als de
andrang om vrijheid voor verbranding maar
d6 bevolking zelve komt, dan zal de zaak
in goeden zin, opgelost zijn.
De voorzitter zegt, dat de beste propaganda
ioor de crematie zal wezenhet bouwen
een lijkovende aanwezige gelden zijn
barvoor nog niet toereikend en een ieder
feit dus zyn best te doen voor het bijeen-
jen der benoodigde fondsen. Wat van
bt tegenwoordige ministerie voor de lijk-
'ffbranding te wachten is, weet spreker niet.
bestaande begrafeniswet schijnt ook al een
aderpaal te zijn zeker is dit echter niet.
dadat nu nog door den afgevaardigde van
Rotterdam het propaganda maken in liet
noorden was aanbevolen en door den secre
taris was medegedeeld dat zeer waarschijnlijk
te Groningen eene afdeeling zal tot stand
komen, werd de vergadering gesloten.
Letteren, Kunst en Wetenschap.
Post en Telegraphie.
K o I o n n.
COURANT.
AI0NN£»ENTSPBIJS, per kwartaal
fwwo per post, door het geheele Rijk
Aftonderlijke nommers
f 1.85.
2.50.
- 0.10.
BUREAUS BOTERlTRAilT 7 O.
Auvlrtentieurus vail 110 gewone tegels ine
inbegrip van eene Courant. f 1.10.
Iedere gewone regel meer. 0.10.
Drieham. geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Hst Geïllustreerd Gedenkbladten voordeele
van de nagelaten betrekkingen der gesneuvelden
in Lombok, uit te geven door den heer F. B. van
Ditniar te Rotterdam, is, wat de bewerking be
treft, reeds zoover gevorderd, dat de verschijning
van -leze interessante uitg-tve in den loop van deze
maand kan worden te gemoet gezien.
H. M. de Koningin-Regentes vereerde het
werk met eene bijdrage, als bewijs van II, D.
sympathie, terwijl de hoogste militaire en civiele
autoriteiten, in verbinding met Nederlands voor
naamste lettei kundigen en schilders niet achter
wege bleven.
Het financieel resultaat belooft evenrodig te
zijn aan de aigerneene belangstelling die het
werk ondervindt, terwijl der vermelding waard
is, dat de heeren Blooker, cacao-fabrikanten te
Amsterdam, het doel van deze uitgaven willende
bevorderen, een bedrag van duizend gulden be
schikbaar «telden voor éene enkele aankondiging
hunner firma op de achterzijde van den omslag.
De gelegenheid tot verzending der correspon
dentie naar New-York (via Rotterdam) bestaat
door middel van het stoomschip Obdam. De
laatste busiichting aan het postkantoor te Rot
terdam is bepaald op 10 dezer, des voormiddags
ten 8 ure.
De wijze van verzending behoort duidelijk op
het adres vermeld te worden.
De gelegenheid tot verzending der correspon
dentie naar Bergen (Noorwegen) bestaat door
middel van het stoomschip Ingerid. De laatste
buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is
bepaald op 12 dezer, des voormiddagsten 4.30 ure.
De wijze van verzending behoort duidelijk op
het adres vermeld te worden.
De gelegenheid tot verzending der correspon
dentie naar Nederlandsch Indië bestaat door
middel van het stoomschip Socrabaja. De laatste
busiichting aan het postkantoor te Rotterdam is
bepaald op 13 dezer, des voormiddags ten 9,30
ure.
De wijze van verzending behoort duidelijk op
het adres vermeld te worden.
Batavia 3 September.
De Koningin-Regentes, heeft door tusschen-
kornst van den gouverneur-generaal hare deelne
ming betuigd aan de troepen op Lombok, welke
betuiging 31 Aug. voor het front dier troepen is
voorgelezen, te gelijk met een dagorder van den
gouverneur-generaal.
De Soer. Cl. ineldt
Het volgende is het verhaal, opgeteekend uit
den mond van een der teruggekeerden I
Zaterdagavond ten halftwaalf ure hoorden
wij, in hot bivak te Mataram liggende, een
hevig geweervuur van den kant van Tjakra
Negara en bemerkten we alras, dat het halve
6o bat. te Tjakra Negara met de Baliërs slaags
was geraakt. In den avond hadden we 230 miHe
van daar afgehaald en de 3e comp. van het 7e
zoomede 2 sectiën veldartillerie ter bescherming
van het bivak te Tjakra gezonden, waar nog
slechts twee comp. van het Ge waren overge
bleven.
Het geweervuur hield bijna onophoudelijk aan,
afgewisseld door granaat-kartetsen van de veld
en bergb.itterijen. Toen we Zondagmorgen om
halfzes de 4e comp. wilden uitzenden, om de
generaals en de troepen naar Mataram te halen,
want we begrepen dat er wel teruggetrokken
zou moeten worden van Tjakra, werden we
door een hagelbui van kogels ontvangen en duurde
dit vreeselijke vuur van uit de Kampongrand
Mataram Tjakra Negara aanhoudend voort tot
in deri namiddag. Het werd voor ons onhoudbaar
en dus trokken we, zooveel mogelijk de gewon
den meevoerende, in een wilde vlucht op den Dewa-
tempel, die op plm. 350 meter buiten het bivak
is gelegen, terug. Des morgens om lialfnegeri ure
hadden we reeds 85 gewonden en 16 dooden,
en dit aantal vermeerderde steeds, zoodat een
terugtocht uit 't bivak 't eenige was wat ons
kon redden van een geheele vernietiging. Bij
den eersten aanval werd de le luitenant Doore
mans reeds door een kogel in den linkerbovenarm
gewond, die in do boist doordrong. Ten ca. 9
ure werd de le luit. Abeleven in de keel gewond
en eenige oogenblikken daarna was hij over
leden. De 2e luit. Aussems werd bij 't terug
trekken naar den Dewa-tempel door een koge!
in het been onder de knie gewond. Om 5 ure ca.
werd door ons aanhoudend 't signaal 6e bat.
links uit de flank gegeven, om het van Tjakra
terugtrekkende bat. opmerkzaam te maken dat
we uit 't bivak getrokken waren dit signaal
werd begrepen en eenigen tijd daarna kwamen
verschillende sectiën vluchtenden ons bivak in
ook de le luit. van de veldartillerie Boerma, die
door beide beenen geschoten was, en daarna
de 2e luit.-kw. Pourchez met den gewonden ge
neraal Van Ham, en den gewonden luit. Hardy,
zoomede eenige infanterie en artillerie. Generaal
Van Ham was eerst aan den arm en daarna in
den buik getroffen en werd door bovengenoemde
officieren binnengebracht. Hij overleed ten ca.
7 ure en werd ten 4 ure 's Maandagsmorgens
in alle stilte in den Dewatempel met eenige
andere militairen in het graf gelegd, 's Maandags
morgens om zes ure begon de terugtocht uit
den Dewatempel naar Ampenan over de sawah,
door 6 compagnieën van het 7e en Ce bat. De
gewonden en militaire vrouwen in het midden.
We werden vreeselijk door 's vijands vuur ge
teisterd, totdat we ten ca. 10 ure aan een Sasak-
kampong bezuiden Mataram kwamen, waar de
Hollandsche vlag werd uitgestoken en waarna
we geen vuur meer hebben gekregen. Intusschen
waren de le luit. Velds aan 't been en 2 min
dere militairen aan hoofd en borst gewond, ter
wijl een offic.-bediende sneuvelde. Ten ca. 12Vs
ure waren we te Ampenan. Zooals u bekend
is, was het halve 6e met overste Bijleveldt te
Batoe Kliun en het halve 9e met overste Lawick
op Praja. Overste B. werd bij den terugtocht
van Batoe Kliun waar de hem gestelde ver
blijftijd verstreken was, zoodat hij zonder eenig
kwaad vermoeden terugkeerde Maandagraid-
dag nabij Tjakra door 2 schoten, éen in den arm
en éen in de borst, gewond. Maar zijne colonne
heeft zich, ook niet zonder hevige verliezen,
naar Ampenan kunnen doorslaan.
Behalve de trein is ook bij het verraderlijk
overvallen onzer troepen op Lombok bet geheele
ambulance-materieel, d. w. z. de draagbaren, de
medicijnen en vérbandkisten in de overrompelde
bivakken verloren gegaan, zoodat de voorloopige
verpleging der gekwetsten treurig moet geweest
zijn. Alle kleeding ging verloren, zoodat de
centrale magazijnen ten behoeve van Lombok
geheel geplunderd zijno. a. wei den 1700 veldran-
seis aangevraagd. Al de geweren der gesneuvel
den en gewonden en een groot aantal kisten
patronen vielen in handen der Baliérs, die ge
toond hebben er mede te kunnen omgaan. Be
halve het archief van het civiel bestuur en van
den generalen staf, vielen al de instrumenten en
al het door de opname verrichte werk in han
den van den vijand.
In een brief, den 24sten Augustus door »Janus"
uit Mataram aan het Bat. Nbl. geschreven,
leest men aan het slot»Iets anders, waarop ik
in mijn volgend artikel zal terugkomen, is het
feit, dat het terugtrekken dor Balische voorposten
naar Tjakra mij zeer gevaarlijk schijntonze
bivaks zijn open en bloot en als nu die terugge
trokken troepen met hun radja's, die door dit terug
trekken van hun positie worden beroofd, eens
wraak namen en ons overvallen, wat dan Zelf
vertrouwen is goed, maar daarin moeten we
niet te ver gaan.
Volgens alle berichten van de te Soerabaja
verpleegde officieren afkomstig hebben de Sasaks
ons herhaaldelijk tegen de Baliërs gewaarschuwd,
»doch het scheen", zegt het Soer. llbl., »dat
dc beide bevelhebbers zoowel als de staf en het
bestuur met blindheid waren geslagen." Naar
men ons verzekert, waarschuwde de controleur
Liefrinck reeds acht dagen te voren voor de booze
plannen der Baliërs.
De J. B. meldt:
Volgens van Lombok ontvangen berichten is
de positie van generaal Vetter onhoudbaar,
daar de troop zoodanig het ontzag voor hem
heeft verloren, dat hem in het bivak o. a. de
raad wordt nageschreeuwd om maar naar zijn
vriend Djilantik te gaan. Het zal in de tegen
woordige omstandigheden moeilijk zijn zulke on
eerbiedige soldaten voor een krijgsraad te brengen,
gelijk, naar men ons bericht, met kapitein Christan
is gebeurd, omdat deze de vraag hem bij
zijne komst te Ampenan door den generaal met
diens gewone barschheid gedaanïZoo, ben jij
daar?" zou beantwoord hebben met: sJa, ik
ben er, maar het is uw schuld dat ik zoo weinig
van mijn mannen heb kunnen terugbrengen
Wanneer dit bericht juist is, levert het een
nieuw bewijs op voor de treurige gevolgen der
noodzakelijkheid van krijgstucht voor een leger.
Doch er zal geen krijgsraad te vinden zijn, die
een man als kapitein Christan veroordeelt, omdat
hij zich in zijne zoo natuurlijke verontwaardiging
en na het door hem getoonde beleid uitliet als
men zegt dat hij deed. De soldaten, die hij be
houden in het bivak te Ampenan terugbracht,
gaven als hun meening te kennen, dat hij en
niet generaal Vetter verder hun aanvoerder be
hoorde te zijn. Officieren worden echter benoemd,
niet gekozen.
Batavia, 8 September.
Het Soer. Hbl. richt zich nog eens tegen de
leidslieden der expeditie. Het schrijft
De regeering is verplicht gestreng tegenover
hen op te treden om de natie en vooral "r a het
leger gerust te stellen en weder vertrouwen in
te boezemen. Reeds brachten scheepskapiteins
berichten over omtrent den ontevreden geest
onder de nog overgebleven troepenmacht te
Ampenan, gemor over het totaal gebrek aan
voorzichtigheid en doorzicht.
De meesten hadden reeds lang van te voren de
gevaarvolle positie waarin zij verkeerden ingezien
en hebben dus hel vertrouwen in den opperbevel
hebber verloren. Zij kunnen geen vertrouwen
meer stellen in hun aanvoerder, die, in plaats
van uit eigen oogen te zien, zoodanig onder den