Lombok.
»De heldenfeiten, de bewijzen van grooten
persoonlijken moed, die op Lombok zijn aan
schouwd", schrijft De Standaard, »ze doen
ons nog eens het bloed sneller door de aderen
vloeien en de banden steiker gevoelen, die
ons binden aan het oude heldengeslacht van
voorheen; ze doen het oog met blijmoedigen
trots richten op die mannen, officieren en
soldaten, die zich in zoo moeielijke oogenblik-
ken zoo heldhaftig hebben gegeven, en van
wie zoovele» helaasop het moordveld hun
leven lieten."
Maar, laat ze èr op volgen:
smoesten onze mannen dan zóo worden
afgemaakt; ware dat schrikkelijk lot onze
expeditionnaire macht niet te sparen geweest
was het dan niet mogelijk geweest onze troe
pen voor het minst te doen strijden voor
hun levenwas het verraad niet te voorko
men geweest?
ïllefc is die vraag, die met telkens meer
kracht om een antwoord roept, en die beant
woord worden moet, ook al gevoelen we,
dat haar beantwoording een schaduw werpen
kan over de houding vau officieren, die we
zoo "[tann- om hun heldenmoet! niets dan een
warm saluut der eere hadden gebracht.
»Maar heldenmoed alleen is het niet, die
in den bevelhebber wordt vereisehtniet
minder mag van hetn gevorderd worden b e-
leid; en tie vraag dient onder do oogen
gezien of, naar luist der gegevens, inderdaad
van beleid spiake is geweest."
liet blad moet constateeren dat men zich
op de dwaaste manier om den tuin heeft
laten leiden. Zeker, op de groote roekeloos
heid 's zware straf gevolgd.
aMoar toch. waar blijkbaar zóo achteloos
is opgetreden, 'achteloos volgens alle oog
getuigen, volgons officieren, daar mag de
openbaarmaking van het onderzoek naar den
schuldige of de schuldigen niet uitblijven.
sis liet waar, dat de schuld moet geweten
worden aan den controleur Liefrinck, clan
dient ook dat te worden uitgemaakt. De re
geering dient te weten in hoeverre zij op haar
ambtenaren staat kan maken, en geen men-
scheii voor zulk een arbeid uit te zenden, die
zich laten inpalmen doorsehijnrchoone praatjes
van den vijand, en daardoor onze troepen in
gevaar brengen, ja ons prestige in geheel
Indië in de waagschaal stellen.
sWunt ware de vijand stoutmoediger ge
weest, en bedde hij een aait val op het bivak
te Ampeu-.tn gt daan, dan ware de expedition-
nuire macht eenvoudig ia zee gedrongen, en
was allés reddeloos verloren geweest. Dan
hadde van O -«.t en West de mare door onze
Indi-che [-•'•zittingen geklonken, dat de eenmaal
zoo machtige Compagnie smadelijk van Lom
bok was verdreven.
aJTontun, uit .kan niet meer tegengespro
ken worden, zijn er gemaakt; politieke
en militaire f-"t<«ti.
sDt? "i-i'-w dn .ken ons hel zwaarst, en
we! v. ijl zij een goed deel de oorzaak
zijn van de laatste.
ijvraag is nu maar: waar, bij wien ligt
de schuld 1 iin hoe roemrijk de expeditie
onder genera.-.»', Vetter ook moge eindigen;
boe srhltten-nne revanche onze macht op
Lombok moge nemenhoe fior straks de
Nodei lunÓMdiO dn kleur van de pooris op
Lombok wapperen moge, wie onzerzijds
aan den moord op 25 en 20 Augustus mede
schuldig stam, moeten worden gestraft.
)>iietiir:e-,t,;!do onderzoek wasnoodig, noodig
ook voor den ziPpat' be proefden leider der ex
peditie, di<-, u»;:r onze beste wenschen, schit
terend en smetteloos kunne blijven optreden,
»Mnar noodig in do voornaamste plaats is
liet voor de natie zelve, die weten moet aan
welke leuihg ut -n haar /.enen toevoiuouwt,
en aan welke mannen zulk een behaaglijke
taak in bet beiu-er onzer1 Indische bezittingen
wordt opgei hagen.
»Met levendige belangstelling ziet de natie
dan ook het komende debat bij de Indische
begrooting te gemoet, dat licht brenge en
antwoord op zoovele vragen, die thans nog
worden gedaan."
In bet Ilbl, vinden wij bet volgende uit
treksel medegedeeld uit eenen brief, den
,29n Augustus uit Ampensn aan zijne
ouders geschreven door den luitenant
II. Valkenburg, die naar men weet,
den 30n September bij de inneming van
Mataram gesneuveld is:
sik schrijf u dezen brief uit Ampenan,
doch ik had niet gedacht, er nog ooit te komen.
Den 23n kregen wij plotseling des avonds om 0
uur bericht, dat er een aanval zou plaats heb
ben gedurende den nacht. Het voornaamste hoofd
hier, Goesti Djilantiek, was van uit het binnen
land opgerukt en had zich hier langzame!lmnd
met zijne volgelingen verzameld. Op zich zelf
werd hier niet veel acht op geslagen, en ook
omdat wij reeds bijna twee maanden te Tjaki a-
negara waren en er nooit iets gebemde, vpns
men wat zorgeloos geworden en had geene ver
sterkingen aangebracht. Bovendien ware» do
bataljons verdeeld en de helft van elk batal
jon het binnenland ingestuurd. Om 11ttnr
's nachts van den 25n werden wij plotseling ge
alarmeerd en kregen vuur uit het palets van
den vorst, dat aan den overkant van den weg
langs ons bivak liep, op ongeveer 30 tot 50
M afstand.
i-Het paleis is omgaven door muren van 5 M
hoog en '1 M dik. Zonder dat wij het wisten,
hadden zij dual in schietgaten gebroken en die
met modder dichtgemaakt. Daartegenover stonden
wij mot een paar stukken geschut en onze com
pagnieën, maar geheel ongedekt. De nitweiking
was dan ook verschrikkelijk. Van mijne com
pagnie werden achtereenvolgens de kapitein en
de andere luitenant neergeschoten, zoodat' ik
commandant werd, en zoo duurde het schieten
voort tot 's morgens 7 Va uttr. Toen was van de
afdeeling, die ik eerst gecommandeerd bad, van
30 man nog 0 man over. Het is bepaald een
wonder dat ik niet getroffen werd, want het
was voornlu!end een ware hagelbui van kogels
on rechts en links vielen de soldaten mil mij
heen. terwijl wij blijkbaar niet do minste uitwer
king Itaddeti op do zware muren, waar do ka
nonskogels niet doordrongen. Des morgens had
den wij dan ook van de 430 man 14 dooden
en 04 gewonden en moesten wij terugwijken.
Wij waren natuurlijk doodop; den gelii-elen
nacht heb ik in slaapbroek en kabaai gestaan,
omdat er geen tijd was om ons te kleed en.
zijn toen teruggetrokken in eeti tempel, die ook
door moren omgeven was en v.aar wij dus niet
vee! gevaar meer liepen, doch nmesten liet bivak
opgeven. De minste in dien temp-1 was echter
klein en wij legen tusschen alle dioden en ge
wonden, terwijl er geen verbandmiddelen meur
waren, omdat men er toiaal niet op gerekend had.
vliet ergste was echter, dat onze tnuimie
opraakte Tegen 8 uur werd het wat rustiger,
en taeu welden «ter boden uitgestuurd, mil te
trachten Mataram te bereiken :*n vetsterk.t.g tu
vragen. Dit is slechts op u|"' at'stumls,
dus bad men daar alles kunnen htroreii. Hot
werd i cl)ter 10 uur en er kwam niets. Later
vernamen wij, dat (jiö boden afgemaakt w.uen,
»0m 11 uur werd toen een raad brlegd au
uitgemaakt, dat wij verloren waren, als wij geen
uitval bepioefden. Alles werd nu voo: uereid voor
den aftocht, doe li veel hoop was er niet. Alleen
de 100 gewonden vunianNi 200 man urn te
dragon, dus bleef er niet veel over. Niets nvjcht
dan ook tm-rg-i. mien worden dan wapens en
hetgeen wij droegen aan kloeten. Ik moest dus
ook alles achterlaten.
vZyoall wij wt-i dachten, was de terugzicht
verschrikkelijk. Voortdurend langs dia muien
rnet schietgaten loopende ontstond er eenc ont
zettende paniek; alles schreeuwde en gilde en
drong samen, zoadat d« gewcltlcm achtoi bleven.
Ik was commandant van de voorhoede en liep
er met den generaal niet opgeheten ai u.en
voor, om dn manschappen tegen te builden, dr ch
ten slotte waren wij zoover vooiuit, dat wij
halt moesten honden, om op de gewonden te
wachten. Er kwam echter niets, want zij wor^n
teruggevlucht, en toen ging liet maar weer ver
der langs een omweg naar Mataram, waar het
7o bataljon lag.
»To->n wij daar eindelijk aankwamen, werdori
wij van dit het bivak beschoten, terwijl er ten
kanon omgekeerd op den weg lag. Ilut 7e ba
taljon had bet even zwaar te verantvv.ioiden
gehad en was reeds vroeger verjaagd naar ten
nabijgelegen hei khof, dat ook weer dooi muien
omgeven Wits. Hier weiden wij toen opgotiomeri
en verzamelden ens- met 000 man in eene
ruimte, waar geen 150 man bahomhjlt in konden.
Overal waar man keek, lagen dooden en gewon
den, onder welke vele officieien.
»Nu waren wij voorloop!» gered en badf.'-n
het geluk, dien nacht niet meer overvallen Ie
■worden. Het was echter geen benijdenswaardige
toestand, want wij zaten in het stikdonker maan
licht was er niet en men kon geen stap doen of
men trapte op gewonden en dooden.
sGeneraai Van Ham werd dadelijk bij het
begin van den aftocht zwaar gewond in de borst
en de armen, en zoo ging het met verscheidene
officieren. Er werd opnieuw beraadslaagd wat
ons te doen ove"bleef. Het best was terugtrek
ken, doch de teruggeslagen troep met alle ge-
wouden van Tjakranegara was niet aangekomen
eri scheen ingesloten. Wij bloven dus den gehee-
len nacht wachten en intusschen kwam de
andere liolft van ons 6e bataljon terug, doch ook
met veel gewonden en gesneuvelden.
sEen der eerstgesneuvelden was mijn vriend
Musquotior, met wien ik, zooals u weet, te Mage-
lang samenwoonde. Daar er echter niemand
kwam van de achtergeblevenen, maakten wij
ons klaar en trokken 's morgens om 6 uur uit
door een poort achterin en marcheerden in een
groot vierkant met de zieken in het midden naar
Ampenan. Deze aftocht ging vrij goed, doch
wij wilden niet binnendoor langs de muren en
trokken dus de natte rijstvelden in. De afstand
van Mataram tot Ampenan is maar 1 uur, doch
wij kwamen er 's middags om halfeen aan, uit
geput en hongerig, doch we hadden geen gewon
den meer gekregen. Gisteren en vandaag zijn
nu nog verschillende al'deelingen aangekomen,
ook dat gedeelte, dat van ons achtergebleven
was; en waren er bij, die 12 uur lang dooi
de natte klei liadden gelouperi, waar men steeds
tot halfweg de knie inzakt.
»Op Ampenan, waar de helft van het Oe batal
jon lag met de rnaunelandingsdivisie, kvvnm men
ons inhalen en wij waren blij dat wij konden
neervallen. De gewonden zijn dadelijk aan boord
gebracht, waaronder mijn bataljonscommandant
en mijn compagniescommandant. De commandant
van het 9e bataljon is dood.
5 Wij hebben ons nu hier versterkt met de drie
bataljons en de maiine, terwijl van de schppen
uit, Mataram gebombardeerd wordt. Gevaar is
er nu niet veel meer en de bedoeling is. geloof
ik, om langzaam weer voorwaarts te rukken en
het verlorene te herwinnen, want wij kunnen na
zulk een nederlaag niet wegtrekken. Wij zijn
volkomen in de va! gcloopen en dus veel ver
der achteruit dan bij het begin van de expedi
tie Het vertrek van da troepen was reeds
bepaald, doch daar zal nu vooreerst niets van
komen Alles rondom onze stelling is neer-
gehaakt en verbrand en dus heeft men nu een
uitzicht. Bovendien zitten wij nu achter verstei-
kirlgen. U behoeft dus niet ongerust meer te
zijn
Het volgende is ontleend aan een parti
culier schrijven uit Soerabnja, welwillend
ter beschikking van het llbld. gesteld:
Zaoals u door telegrammen reeds bekend is, is
hier sinds mijn laatste schrijven iets voorgeval
len, dat voor altijd een der donkerste, zoo met de
donkersto passage uit de Noderlandsch-Indische
geschiedenis vormen zal. Als een wapenfeit van
den vijand kan men het niet beschouwen het
is et-u moord geweest op reusachtige schaal en
slechts mogelijk gemaakt door de ven'ggaande
achle'oojlieiii van een man, die als oppei bevel
hebber de meest minutieuse zorgvuldigheid in
acht had moeten nemen.
Om u een klein voorbeeld te geven, wil ik u
slechts meedeelen, dat een sergeant aan generaal
"Vetter 's middags kwam melden, dat do Baiters
-zich in de huizen verzamel.feu en men hen met
I geweren bad gezien, waarop geantwoord werd
f.,ïKom mij nu niet meer met dien nonsens aan"
s avonds kwann-n twee Sasaksche mannen en
vrou en hem waarschuwen dat er onraad
broeide, maar ook hierop werd geen acht go-
f, stagen, mei tegenstaande er om 7 uur een paar
schoten gevallen waien. Niet eons verliet hij
wMutaram om in het open veld zijn bivak op te
slaan, maar bleef in de stad, die een waar dool
hof is van smalle straten tusschen hooge muren,
wantin de Bnltërs gaten gemaakt hadden en
i daauloor schoten, doch zelfmibesehietbaar ble
ven. Naar men zegt, waren deze gaten al lang
9 geleden gemaakt, doch weer met klei en kalk
!<clichJgnstopt.
«■Ook de groote verliezen, die de colonne-Lawiclt
geleden heeft, zijn gevolg vnti te weinig zorg.
1 Overste Lavvick kreeg namelijk eert briefje van
generaal Vetter met order om te rel it eet en -
zonder meer. Lawick, van geen onraad wetende,
marcheerde dag en nacht door zonder vin es en
drinkwater. Toen 5 ij voor Tjakra Negara kwa
men, stonden uiten de muren emmers en balt-
l ken met water, waarop de soldaten zh-h r.D
I uitgehongerde wolven wierpon. Nauwelijks was
dit echter gedaan of de schoten knalden bij
honderden door de gaten der muren, en werden
onze jongens uU honden bij massa's neergeschoten.
Te hopen is het, dat men nu eindelijk eens zal
breken met dat ellendigo kassiansteUol, waar
door wij si) zoo dikwijls bekocht geworden zijn
en wat alleen ten gevolge beeft, dat in plaats
van de zwaiijes onze manschappen gedood
worden.
Heeft de Balische oorlog dan niets geleerd 7 Mer?
wist toch wat een verraderlijke en valsche aard
in de Baliërs zit. Nog dagelijks hoor ik dat nu
van de Arabieren, die bij ons op het kantoor
komen en die op Bali en Lombok reizen. Om
maar een voorbeeld te noemenalle gewonden,
die zij konden krijgen, licht of zwaar, hakten zij
handen en voeten af en lieten ze dan liggen.
Woensdagmiddag kwam de ifaelsuyker hier
aan met 300 gewonden en begon men dadelijk
te ontschepen. De ellende, dia men dan aan
schouwt, iaat zich beter voorstellen dan beschrij
ven en roept bij menigeen een macbtelooze
woede te voorschijn tegen hen, die door zorge
loosheid daarvan de oorzaak zijn.
Zooals te begrijpen valt, was er veel te weinig
hospitaalpersonoel en werd dan ook door iedereen,
rijk en arm, jongen oud, geholpen orn de gewon
den in don gereedstaanden trein te brengen van
uit de prauwen. Luitenant Dooremans, die ver
scheidene kogels in borst en built had. stierf
gedurende dit transport. Een sol.la-it, dia een
kogel, door den pols had gehad en door bloed
verlies zeer verzwakt was, hielp ik uit de praniv o
ik vroeg hem hoe het ging, waarop hij ant
woordde, »die pols, dat is niks, maar hier (op
zijn helm wijzende) heb ik or een gehad, was
die iets lager geweest, dan wat ik er geweest,
maar die pols is niks, als die weer beter is,
zal ik neer vragen om terug te mogen komen."
Als men staaltjes van een dergelijken geer-t
onder de troepen bijwoont, krijgt men eerbied
voor den soldaat en begint men torh wat beter
over een »kol.>niaal" ta denken, is het m«t'f
Ook onder de suppfetiotroepeil die Vrijdagmor
gen van liier vertrokken, heeischte een opge
wekte geest onder gezang en gejuich had het
embarkement plaats. Officier en soldaat, blank
en bruin, allen werd door den compagniescom
mandant bij het vaarwel, misschien voor het
laatst, de hand gedrukt.
Door de dames tnet bloemen getooid en door
heeren rijkelijk van sigaren voorzien, ging uien
onder zeil. Geve God, dat wij hen allen behou
den en als overwinnaars zien wederkeeren
Naar de Wed. BakJcerecourant mededeelt,
heeft het hoofdbestuur van den bond besloten,
het wetsontwerp-Pyttersen niet te steunen.
De sNederlandsche Yereeriiging tegen
Prostitutie", gevestigd te Utrecht, heeft een
adres gezonden aan H. M. de Koningin-Re
gentes, om wijziging te verzoeken van eenige
bepalingen van het wetboek van strafrecht.
Aan de raden der gemeenten, waar liet
houden van huizen van ontucht strafbaar is
gesteld, heeft de vereeniging verzocht haar
adres te ondersteunen.
Aanstaanden Zaterdag vertrekt van Rotter
dam per stoomschip Soaralaya naar Oost-
Indië een detachement aanvu 111 inga troepen,
ter sterkte van 12 onderofT. en 2()0 minin-ren,
onder bevel van den van verlof terugkeeren
den kapt. dar inf. O.-I. leger F. C. Thomson
en onder medegeleide van dun eveneens van
verlof terugkeerenden in luit der itif. 0.-1.
leger B. A. A. de Ylaminck en den voor dat
leger bestemden 2n luit. der cavalerie W.
"Wijnaendts, herkomstig van de militaire
academie.
Met dit stoomschip zullen tevens hunne
bestemming volgen de voor het eskader in
Oost-Iruliü bestemde oil", van gei, ie kl. hij
de zeemacht dr. D. P. van Xoulniy-; en de
voot- het O.-I. k-ger bestemde off. van gez-
2e kl. II. L. Roelfsema.
Naar wij vernemen, heeft ds verloting van
schilderijen, aquarellen, teekeningen enz,, ten
voordeele van het vrijwillige ondersteunings
fonds der iiNeilorlandsclie Handelsreizigers-
vereeniging", gevestigd te Rotterdam, na
aftrek van alle kosten, opgebracht do belang
rijke som van f5081.53. UAL)
De Vlaardingsche afdeeling der Nedeii.
patroonsvereenigïng oBoaz" heeft besloten,
dezen winter weder de zaak der werkver
schaffing ter hand te nemen. Daartoe heeft
zij eene commissie benoemd, beslaande uit
de heeren Jacs. den Boer, P. A. van der
Hucht, J. Goudappel en AVermeer, die zich
meer opzettelijk met deze zaak zuilen b-zig-
houden, en eerstdaags daarover eene circulaire
zullen rondzenden. Hoewel verleden jaar nog
pas iti wording, heeft de '.veth-vor-vtlinfiing
toen voor vele personen zeer nuttig gewerkt.