l
A0.
k
Zondag 2 en Maandag 3 December.
N°. 8674.
Derde Blad
.A. cli ten veertigste
Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Binnenlandsclie Berichten.
UITGEVER: T. ODÉ.
COURANT.
„NTSPRUS, per kwartaal
.{onto per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke
t 1.85.
2,50.
- 0.10.
BUREAU: B O TKltgTRAiT ff O.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels me
inbegrip van eene Courant. f 1.10.
Iedere gewone regel meer. - 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
TWEEDE KAMER OERSTATEN-GENERAAL.
Zitting van 30 November.
De algemeene beschouwingen over de staats-
begrooting werden voortgezet.
De heer Vermeulen, de algemeene staat
kunde van het kabinet besprekende, ging de
oorzaken na voor het optreden van dit kabinet,
waardoor hij vanzelf geleid werd na te gaan
het beginsel, dat bij de jongste verkiezingen
heeft gezegevierd en welke eisehen tenge
volge van den uitslag aan de thans opgetre
den" regeering kunnen worden gesteld. Z.
ging 't bij de verkiezingen uitsluitend over de
vraag of men kiesrecht wilde naar het ont
werp der vorige regeering, dus vóór of tegen
Tak, m. a. w. een eenzijdige regeling zonder
gemeenschappelijk overleg met de volksver
tegenwoordiging.
De meerderheid der kiezers heeft uitgespro
ken dat zij een andere kierechtregeling wil,
de viucht van gemeen overleg. Naar deze
uitspraak moest de regeering zich richten bij
kiesrechtregeling en zij moest dus streven
naar overeenstemming met de vooruitstrevende
en behoudende partijen, zooals in België,
welks kiesstelsel den invloed der massa tem
pert. Toenadering is dus noodig, wil een kies
recht tot stand komen overeenkomstig de
grondwet eu het nationaal belang. Dit minis
terie beschouwende als een van kiesrecht
hervorming, wil hij den kring zijner werk
zaamheid niet verder dan noodig uitbreiden,
maar daarbinnen moet toch vallen de regeling
der gemeente-financiën en herziening van de
personeele belasting. Regeling van het kies
recht voor de gemeenteraden is minder urgent.
Verder wees spreker op den achteruitgang
van den landbouw en op de vermindering
der draagkracht der bevolking, tengevolge
van de tegengevallen bedrijfsbelasting, een
toestand die het invoeren van meer directe
belastingen verbiedt. Spaarzaamheid is dus
eerste plicht, maar daarom mogen de uitga
ven voor de defensie niet meer verhoogd
worden, zoodat de kosten voor nieuwe gewe
ren maar gevonden moeten worden door be
zuiniging. Zonder afschaffing te vragen van
eenmaal ingevoerde belastingen, drong hij
echter aan op andere inrichting der onpracti-
sche aangiftebiljetten voor de bedrijfsbelas
ting. (Hier knikte de minister van financiën
toestemmend.)
Overigens was de subsidieering van middel
bare meisjesscholen z. i. in strijd met het ka
rakter van dit kabinet en vroeg hij de ziens
wijze der regeering over de afschaffing der
vrije en orde-oefeningen als verplicht leervak
en over het voorstel-Lohman betreffende de
voorziening der bijzondere scholen van onder
wijzerspersoneel, Namens vele zijner staatkun
dige medeleden hoopte hij dat dit ministerie
en kiesrecht zou geven tot heil van vader
land en dynastie, in overeenstemming met
de behoefte der maatschappij aan geleide-
lijkan vooruitgang.
De lieer Zijlma wil den kwijnenden land
bouw helpen met buitengewone middelen, hoe
danig geen andere overschieten dan heffing
van een matig graanrecht, want er moet van
staatswege iets gebeuren tot verbetering van
den landbouw, die overigens bij het tarief van
invoerrechten onbillijk behandeld wordt, o. a.
door de vrijheid van invoer van huiden en
vet. Zoodanige heffing wordt reeds gevonleid
door de behoeften der schatkist en spreker kan
dan ook niet deelen in de motieven, die de
regeering onlangs tegen verhooging der in
voerrechten, speciaal de schaalrechten, heeft
aangevoerd. (De spreker werd met bravo's
van de rechterzijde begroet.)
De heer Rutgers van Rozenburg begroette,
na een hulde aan de financieels politiek dei-
vorige regeering, die zeker ook gevolgd zou
zijn sloor een herziening van het personeel,
hadde het kiesreclitconflict dit niet verhinderd,
het nieuwopgetreden kabinet met vertrouwen
en hoopte dat het vertrouwen der gesplitste
liberale partij niet teleurgesteld zou worden en
de regeeritig niet ter rechterzijde zou afwijken.
Spreker keuide het goed dat de regeering
leerplicht, persoonlijken dienstplicht en rege
ling der levende strijdkrachten thans laat rus
ten en het plichtmatig acht het kiesrecht boven
al te regelen. Daarvoor zegde hij haar den steun
der liberale party toe, mits de lieer Van Houten
getrouw bltjve aan zijne kiesrechtbegrippen
en dus den aanslag in eene belasting aan-
neme, als kenmerk van welstand en voorwant de
van kiesrecht. Met de regeering achtte hij
ook herziening van het personeel en regeling
der gemeente-financiën een onafwtjsbaren
eisch. Aangaande de sociale politiek der re-
geering gaf hij in overweging liever dan de
verzekering van werklieden legen den ouden
dag, de werkgevers aansprakelijk te stellen
voor ongelukken in hunne fabrieken, maar
betuigde hij zijn instemming met het waar
borgen van lijfrenten en pensioenen door den
staat. Bevoorrechting van een deel des volks
ten koste van de andere standen wraakt hij,
als voorstander van volkomen gelijkheid, ten
sterkste. In het algemeen neemt hij dus vrede
met het regeeringswerkplan.
De heer De Savornin Lobman besprak de
Kamerontbinding, die hij inconstitutioneel, niet
te vei antwoorden achtte omdat liet advies van
den Raad van State was ter zijde gesteld en
de Kamer was miskend door met haar te
deübereeren, wetende dat bij niet-instemming
de ontbinding zou volgen. Hij critiseerde
scherp het rapport van den heer Tak van
Poortvliet aan de Koningin, waardoor getracht
werd deze aan liet hoofd van de partij van
Tak van Poortvliet te stellen en de verant
woordelijkheid der ontbinding op Haar te
doen rusten, in strijd met alle constituiio-
neele begrippen. Gelukkig is ons volk roya
listisch genoeg om het Huis van Oranje niet
te vereenzelvigen met de partij van Tak van
Poortvliet. Het rapport aan de Koningin was
niet objectief, het betrok Haar in het partij
belang en beoogde zich te mengen in den
partijstrijd en dus zoo inconstitutioneel dat,
ware de lieer Tak van Poortvliet nog minister,
hij de motie zou voorstellen om de Koningin
te verzoeken hem te ontslaan. Gelukkig is
de tegenwoordige regeering een ander gevoe
len toegedaan. Ook juicht spreker de regeling
van het plaatselijk belastingstelsel toe. Tevens
dringt hij aan op het overbrengen van alle
kosten van liet lager onderwijs van de ge
meenten op het rijk.
De heer Lohman betoogde verder de kies
rechtregeling en de gemeente-financiën moe
ten echter gelijktijdig ter hand genomen wor
den, met overbrenging van de gemeentelijke
onderwijskosten op het rijk. Voor een verbe
tering der sociale toestanden ontbieekt geld
en protectie brengt geen verbetering, maar
benadeelt anderen. Evenmin is algemeen kies
recht panacee tegen ellende. De oorzaak dei-
malaise is de zonde en de verkeerdheid der
menschen tengevolge van het toenemen van
liet drankgebruik en liet gemis van spaar
zaamheid, met wegcijfering van den godsdienst,
die plaats maakt voor wapengeweld. Aan den
beer Kerdijk zegt hij, dat onze nationale zelf
standigheid de niet moeilijk op te brengen
millioenen voor defensie alleszins waard is,
en aan den minister van oorlog vraagt hij of
het leger met de nieuwe geweren den vijand
kau weerstaan.
De heer Van Dedem wees op den grooten
achteruitgang van den landbouw, ook door de
muntkwestie. Hij achtte de invoering van den
dubbelen standaard en van graanrechten ge-
wenscht.
Dinsdag voortzetting.
De commissie uit de Kamer (bestaande
uit de heeren Van Delden, Borgesius, Van
Dedem, Kolkman en Lely), in wier handen
gesteld werden de inlichtingen van den mi
nister van waterstaat op het adres van jhr.
Van Naliuys en andere leden van het centraal
comité van den Noordooster-locaalspoorweg,
houdende verzoek om de medewerking van
de Kamer voor den aanleg en de exploitatie
van dien spoorweg, heeft haar verslag uit
gebracht. De commissie stelt voor dat de
Kamer het volgende besluit neme
»De Kamer, vertrouwende dat de regeering
het tot stand komen van spoorwegverbin
dingen in die streken van Overijsel, Drente
en Groningen, welke door den ontworpen
locaalspoorweg zouden worden doorsneden,
krachtig zal steunen, dankt den minister
voor de gegeven inlichtingen en legt ze met
de ter zake ontvangen adressen ter inzage
voor de leden."
Door den heer Pyttersen is op hoofdstuk V
(binnenlandsche zaken) voorgesteld een amen
dement om art. 83, kosten ter bestrijding
van besmettelijke ziekten onder het vee", te
verminderen met f30,000.
Het doel van dit voorstel is de Kamer te
doen uitspreken, dat men wenseht te breken
met het tegenwoordige stelsel van beperking
van de mond- en klauwzeerziekte onder het
vee, en het wenscheüjk acht het doorzieken
van het vee niet tegen te houden.
SCHIEDAM, 1 December 1894.
De minister van binneniandsche zaken ver
klaart zich in zijn antwoord op het Kamer
verslag bereid tot overweging van het denk
beeld om aan de gemeentebesturen de bevoegd
heid te schenken bij verordening leerplicht in
te voeren. Hij voegt e>- echter bij, dat de ver
wezenlijking van dit denkbeeld zijns inziens
geen voldoenden grond kan vinden in de ge
bruikmaking door die besturen van de bevoegd
heid, verleend bij art. 82 der wet op het lager
onderwijs. Van hun bevoegdheid toch tot het
beperken van den arbeid voor kinderen onder
12 jaar, werd tot het einde van 1893 door
slechts 145 gemeentebesturen gebruik ge
maakt, ter- wijl blijkens de jaarlijks bij het
departement van binnenl. zaken inkomende
berichten dan nog aan die verordeningen
meestal te weinig de hand wordt gehouden.
Van de bevoegdheid om schoolbezoek door
bclooningen enz. aan te moedigen werd in
1893 door slechts 269 gemeentebesturen ge
bruik gemaakt.
Het comité ster verbetering van den maat-
schappeiijken en den rechtstoestand dei-
vrouw in Nederland" heeft den volgenden
open brief gericht aan allen die belangstelling
hebben betoond in zijn optreden
«Talrijk zij'n de betuigingen van sympathie
die het comité mocht ontvangen veleri eindigen
met de vraag hoe kan onze belangstelling zich
uiten 7 Is het uw plan eene Vereeniging op te
richten, dan worden wij gaarne lid kunnen
wij medewerken tot het maken vnn propaganda,
beschik over onze krachten, maar zeg ons op
welke wijzewelke is de bedoeling van het
comité met den slotzin der circulaire«dat
velen zich aansluiten bij ons streven.""
«Liefst beantwoorden wij deze vragen in het
openbaar.
«Het comité wenseht vooralsnog niet, eene
Vereeniging te stichten met statuten, leden en
vorgadei ingon, Al is tusschen een klein getal
personen verschil van opvatting omtrent enkoio
onderdealen niet uitgesloten, toch is daar eerder
overeenstemming te verwachten en eene snellere
wijze van werken, dan bij eene groote Vereeniging
met plaatselijke afdeelingen. Maar al meent het
comité zich vooreerst niet te moeten uitbreiden,
toch stelt het iedere uiting van sympathie op
lioogen prijs, van mannen en vrouwen uit iederen
stand. Eene financieole bijdrage wordt door het
comilé niet gevorderd vrijwillige bijdragen
zullen echter dankbaar worden aanvaard. Wij
zijn voornemens ieder, die zijne betuiging van
adhesio inzond of alsnog inzendt, of van wien
ons verzeketd wordt dat hij met ons streven
instemt, voortaan op de hoogte te houden van
de werkzaamheden van het comité, teneinde
zoodoende een band van onderlinge gedachten-
wisseling aan te knoopen. Ook zouden plaatselijke
comités, locale vereenigingen, hetzij uit naam
individueel van de ondergeteekenden, hetzij uit
naam van bet plaatselijk comité, eventueel
adressen kunnen steunen welke door ons comilé
ingediend zijn. Gaarne zullen wij opmet kingen
en voorstellen van hen, die hunne adhesie
betuigden, in overweging nemen, doch wij wen-
schen ons het recht voor te behouden hiermede
naar bevind van zaken te behandelen.
ïNatuuihjk hebben niet alle onderweipen, op
onze agenda geplaatst, evenzeer ieders instem
ming de een acht den tijd nog niet gekomen
om deze of geene verandering voor te staan
de ander zal enkele door ons gelirandmeikte
wetten nog niet zóo erg vinden.
«Het comité zal zich in de volgorde meest
laten leiden door de overweging, welke plannen
bij de regeering aanhangig zijn, welke zaken
bij afzondei lijke wet kunnen worden geregeld,
en welke moeien wachten op grondwetsherziening.
«Bij het vele werk, dat vóór ons ligt, zal
zich de wijze waarop wij moeten werken, allengs
ontwikkelenook of er een vaste vorm zal
moeten gezocht worden voor de medewerking
van locale comité's, waardoor zekere rechten en
vorplichtingen onderling zouden moeten worden
vastgesteld. Steeds meer en meer te mogen
ervaren, dat veler sympathie met ons is, zal
ons opwekken om met ijver voort te gaan."
Het schrijven is uit naam van liet comité
geteekend door jonkvr. Jeltje de Dosch Kemper,
voorzitster, mr. J. C. Overvonrde, le secretaris,
(Dordrecht) en mevr. H. H. Scholten-Commelin,
2e secretaresse-penningmeesteresse.
Gisteravond mocht de politie te Rotterdam