W$ê~M
Biiiuenlaiidsclie Berichten.
I
10,000 Chineezen nabij Tienchuangtai, even
eens ten westen van Niueh wang. Ofschoon er
3l/s uur lang hardnekkig gevochten werd en
de Chineezen 2000, de Japanners slechts 96
man verloren, schijnt de strijd niet beslist
te zijn.
Volgens bericht uit Tokio prijst een keizer
lijke boodschap generaal Nodzu en verheft
hem tot maarschalk. De keizerin is naar
Hiroshima vertrokken om de ambulance te
inspecteeren.
Hooggeplaatste personen te Tokio hebben
zich vol vertrouwen over de zending van
Li-Hung-Cnang uitgelaten. Geen betere
vredesgezant kon gekozen zijn. Zijne over
komst bewees dat de vredeskansen goed
stonden, alsook dat China's toestand hachelijk,
maar niet hopeloos was, anders zou zijn
kundigste staatsman zeker thuisblijven. Indien
Li's vredesvolmacht inderdaad voldoende was,
zou Japan bereid bevonden worden een eer-
vollen vrede te teekenen, zonder in 'l minst
China te beleedigen. Japan zou echter afstand
van gebied eischea als vergoeding voor de
groote offeis, die bet gebracht had. Dat zulks
in de toekomst moeiten zou veroorzaken ge
loofde Japan niet, evenmin dat China de
geëischte krijgsschatting niet zou kunnen
opbrengen. Maar Japan zou aan China het
betalen zoo licht mogelijk maken. Niemand
behoefde te duchten dat Japan China's onder
gang wenschte. Zoo sprak men te Tokio.
Het New-Yi>rk=u/ie blad World bevatte
gisteren een telegram uit Tokio, meldende
dat China bericht heeft gekregen van de al-
gemeene vredesvoorwaarden, waaronder Japan
bereid is tot den vrede over te gaan. De Chi-
neesche regeering beeft hierop geantwoord,
dat zq bereid is het voorgestelde verdrag te
onderleokenen. De correspondentie werd ge
voerd door de gezanten van de Veieenigde
Staten te Tokio en te Peking.
SCHIEDAM, 12 STaart I-S95.
Vergadering van den gemeenteraad op
Dinsdag 12 Maart '1890 des namiddags ten
kwartier vóór twee ure.
Voorzitter de burgemeester, de heer H. J.
Versteeg.
Tegenwoordig zijn 18 leden. Afwezig de
heeren Knappert en De Bruyn,
Er bestaat eene vacature.
Na vaststelling der notulen van d*> verga
dering van 26 Februari j.l. kwamen de vol
gende stukken in, welke reeds voor de leden
ter inzage hebben gelegen:
Van burgemeester en wethouders, rapport
op het oin advies in hunne handen gestelde
adres van de leeraren aan de hoogere burger
school, dr. J. van Leeuwen en L. P. J. Ver
meulen, om eene afzonderlijke aanstelling als
leeiaren aan den handelscursus en regeling
van hunne aan die betrekking verbonden
jaarwedde; idem, rapport op het om advies
in hunne handen gestelde adres van C. van
Zijl met verzoek te bepalen dat de opril van
de Hoogstraat naar den Langen Achterweg
niet meer mag worden afgereden; op beide
rapporten zal worden gelet wanneer straks
de adressen, waarop ze betrekking hebben,
aan de orde zullen zijn gesteld idem, voor
stel tot wijziging der voorwaarden waarop
ingevolge raadsbesluit van 20 Maart 1894,
grond is afgestaan aan de firma Van Deven
ter en Zoon alhier, zal straks worden behan
deld missive van de commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs, ten geleide van
het beredeneerd verslag omtrent den toestand
van bet middelbaar onderwijs in deze ge
meente, gedurende het jaar '1894, aangeno
men voor kennisgeving zullende het verslag
worden opgenomen in het jaarverslag om
trent den toestand der gemeente over 1894.
De later ingekomen stukken, bedoeld bij
art, 10, 2e lid van het reglement van orde,
zijn van Gedeputeerde Staten dezer provin
cie, missive met bericht dat J. Weuneker
alhier, die zich bezwaard acht met zijn aan
slag in de plaatselijke directe belasting naar
het inkomen dezer gemeente, dienst *1894,
door hen opgeroepen is zijn beroep voor eene
commissie uit hun midden, nader mondeling
toe te lichten op Maandag den 18n Maart e.k.
des voormiddags ten elf ure. Voorts wordt
in dat schrijven o. a. medegedeeld, dat bij die
mondelinge toelichting een lid van den raad,
door dat college daartoe gemachtigd, of de
burgemeester kan worden toegelatenen
wordt verzocht voor of op 14 dezer te be
richten of een of meer gemachtigden tot ge
meld einde zullen overkomen op voorste! van
burgemeester en wethouders werd besloten
ook voor deze reclame den heer mr. H. J,
Schuurman, voorzitter der commissie, belast
met het onderzoeken der bezwaarschriften van
aangeslagenen in die belasting', te machtigen
tot bijwoning dier toelichtingen; idem, mis
sive het bericht bevattende dat door hen voor
kennisgeving is aangenomen, de hun ingezon
den, door den raad bij zijn besluit van 26
Februari j.l. vastgestelde verordening regelende
de samenstelling en den werkkring der com
missie, benoemd om burgemeester en wethou
ders bij te staan in het beheer van de gas
fabriek en de drinkwaterleiding der gemeente
idem, missive ten geleide van het door hen
goedgekeurde raadsbesluit van 26 Februari j.l.,
tot het doen van af- en overschiijvingen op
de gemeentebegrooting voor 1895, beide
aangenomen voor kennisgeving; van burge
meester en wethouders eene aanbevelingslijst
ter benoeming van negen leden in de com
missie van voorlichting, bedoeld in art. 19
der verordening op de heffing van eene plaatse
lijke directe belasting naar het inkomen, voor
het belastingjaar 1895'6, ter visie gelegd om
in eene volgende vergadering tot eene benoe
ming over te gaan. Aanbevolen zijn I. F.
Bijlandt en D. Henkemans; II. J. van der
Hout en A. Bosman III. C. M. Knoop en
J. J. Soudan IV. G. W, Snel en G. van der
Zee; V. J. Hoek (1834) en D. C. Kok; VI.
Th. Kudders Jr. en J. de Goederen Wz.VII.
T. E. J. Kramers en G. II. Timrnerhaus
VIII. H. R. M. A. van Gent en W. A. Beu
kers en IX. A. van Buijsen en M. Kranen
beredeneerd verslag van den toestand van het
lager onderwijs in deze gemeente, over het
jaar 1894, zal tot de eerstvolgende vergade
ring voor de leden ter visie worden gelegd,
en worden opgenomen in het jaarverslag van
den toestand der gemeente over dat jaar
verzoek van de erfgenamen van wijlen J G.
van Dusseldorp, wed. W. Sonneveld, om af
schrijving op den aanslag van dien oveiledene
in de plaatselijke directe belasting naar het
inkomen, dienst 1894,5, voor den tijd van zes
maanden tot een bedrag van f 73.50, het
voorste! van burgemeester en wethouders om
de gevraagde ontheffing te verleenen goed
gekeurd en een bezwaarschrift van F. de
Kort, legen zijnen aanslag in de plaatselijke
directe belasting naar het inkomen, dienst
1894/5, om onderzoek eu rapport in handen
gesteld der commissie voor de plaatselijke
belastingen.
Aan de orde is de benoeming van zes le
den in de commissie om burgemeester en
wethouders bij te staan in het beheer van de
gasfabriek en van de drinkwaterleiding:
achtereenvolgens werden benoemd de heeien
Prins, Maas, Van Harwegen den Breems, Van
Westendorp, Kranen en De Bruijn. Na de
stemming doet de heer Van Erpecum het
voorstel, ondersteund door de heeren Loncq
en Elzevier Dom, oin de benoeming der hee
ren wethouders niet goed te keuren, op grond
dat zij onbenoembaar zouden zijn in eene
commrisie van bijstand. De voorzitter is het
eens, dat een commissie van bijstand behoort
te bestaan uit leden van den raad, maar zou
daarom nog niet dadelijk beweren, dat be
noeming van leden van het dagelijksch be
stuur onwettig is. Ten slotte wordt het
voorstel verworpen.
De gewijzigde rekening van de Kamer van
koophandel en fabrieken over 1894, sluitende
met een goed slot van f 46.42, werd met al-
gemeene stemmen goedgekeurd de heeren
Maas en Prins hadden tijdens de behandeling
dezer rekening tijdelijk de vergaderzaal ver
laten. De rekening van het St.-Jacobs-Gast-
huis over 1894, sluitende met een goed slot
van f376.93, werd goedgekeurd evenals de
begrooting voor 1896 van die instelling bedra
gende in ontvangst en in uitgaaf eene gelijke
som van f 12807.43."
Op verzoek van den heer De Groot ver
klaarde de voorzitter zich gaarne bereid diens
vraag aan de regenten over te brengen, of
niet zou kunnen worden bezuinigd op den post
voor brandverzekering, zoowel wat betreft het
bedrag als de premie.
De heer Hoogendam stelde bij dit punt er
prijs op in bet publiek de vraag te stellen, of
den ouden verzorgden geen koffie of thee kon
worden verstrekt in plaats van het bier dat
hun des morgens wordt verstrekt, ook in de
barre koude.
Adres van C. van Zijl met verzoek om in
het algemeen belang en in het bijzonder in
dat van de bewoners van den Langen Achter
weg, te bepalen, ïdat de opril van af de Hoog
straat niet meer mag worden afgereden".
Burgemeester en wethouders stelden in hun
praeadvies voor, op de gronden daarin door
hen aangevoerd alsmede op die welke door
de commissie voor de gemeentewerken aan
hen waren gedaan, op des adressauts verzoek
afwijzend te beschikken. Om echter zooveel
mogelijk aan de bezwaren te gemoet te komen,
za! door burgemeester en wethouders worden
bepaald dat er niet anders dan stapvoets
mocht worden afgereden. Uit de discussie
bleek, dat de bedoeling is deze bepaling ook
te doen gelden voor vervoermiddelen met de
hand bestuurd.
Alsnu was aan de orde het voorstel van
burgemeester en wethouders, in overleg met
de firma Van Deventer en Zoon, tot het bren
gen van wijzigingen in de voorwaarden, waar
op aan die firma bij raadsbesluit van 20 Maart
1894 een gedeelte plaat in de rivier de Maas,
bewesten de haven dezer gemeente is ver
kocht. De wijzigingen zijn in hoofdzaak dat
de toegangshaven naar die terreinen breeder
zal worden, terwijl de gemeente, als equiva
lent daarvoor, slechts twee (in plaats van
driedammen of steigers zal behoeven te
maken.
In de zeer uitvoerige discussie, bij dit on
derwerp gevoerd, bleek dat de vrees bestond
dat de voorgestelde wijziging van het contract
later voor de gemeente aanzienlijke kosten
met zich kon brengers, wanneer de gemeente
er toe overging op de hoogte dier terreinen
een brug over de Maas te leggen. De heer
Maas hief deze vrees op door de herinnering
aan het recht der gemeente om, wanneer zij
daartoe mocht overgaan, de haven van kaden
te voorzien zoodat dan de breedte 15 M.
bleef; waarmede dus de noodzakelijkheid
van een grootere brug verviel. De voorzitter
wees er nog met nadruk op, dat men de
mogelijkheid om eene dergelijke industrieels
onderneming haar bedrijf hier te doen uit
oefenen, zooveel mogelijk in de hand moet
werkenook omdat zij door vestiging van
meerdere groote etablissementen kan worden
gevolgd. Ten slotte werd het voorstel aange
nomen met algemeene stemmen op een na,
die van den beer Hoogendam.
Op het adres van de leeraren aan de hoo
gere burgerschool dr. J. van Leeuwen en L.
P. J. Vermeulen, om hun eene afzonderlijke
aanstelling te verstrekken als leeraren aan
den handelscursus, en hunne jaarwedden,
verbonden aan die betrekking, te willen re
gelen, werd op voorstel van burgemeester en
wethouders besloten, en zulks in overeenstem
ming met de conclusie vervat in het rapport
der commissie van toezicht op het middel-
onderwijs, aan adressanten te berichten, dat
er geen termen bestaan tot inwilliging!:
hun verzoek.
Deze conclusie werd genomen met af^e-
meene stemmen, nadat de heer Schuurman
had opgemerkt, dat de handelsafdeeling nooit
eene afzonderlyke inrichting is geweest
maar steeds een integreerend deel der hoogere-
burgerschool heeft uitgemaakt. De aanste'Kn—
gen golden altijd voor de gezamenlijke lessen;
dus kan er geen sprake van zijn om die
aanstelling te splitsen, in welk geval de-
raad ook zou worden gesteld voor de vraag
de afzonderlijke jaarwedden te regelen.
Thans kwamen in behandeling de rapporten!
der commissie ad hoe, benoemd bij iaads--
besluit van 24 Juli 1894, de volgende twee-
voorstellen bevattende
1e. »Met ingang van 1 September 1895
»op te heffen de handelsafdeeling aan de-
hoogere burgerschool
2e. »In beginsel te besluiten met ingang-
nvan '1 September 1895 de jaarwedden, die-
sverhoogd zijn voor de lessen aan de handels-
ïafdeelirig, met het bedrag dier verhooging te-
nverminderen."
Bij de zeer uitvoerige discussie, die ook bij
dit punt gevoerd werd, ging de heer Poort
man in hoofdzaak na de argumenten der
commissie ad hoc, die hij niet zeer overtui
gend vond. De proef, (hij middel van adv. ii*
de bladen) die is genomen, om te zien of
het voortbestaan der handelsafdeeling in de
gemeente nog op prijs werd gesteld, achtte
hij onbeteekenend en betwistte ook, dat de han
delsafdeeling aan de gemeente kosten veroor
zaakte. Daartegenover handhaafde de com
missie ad hoe bij monde van den heer Schuur
man hare rneening, dat het offer voor der
handelsafdeeling jaarlijks minstens f 1700 be
draagt. Ook werd door spreker er op gewe
zen, dat het onderwijs aan de handelsafdee
ling al zeer weinig onderscheiden was van
het gewone onderwijs.
Betreffende punt 2 t,de traktementsregeling)
wees de heer Poortman er met nadruk op,
dat de leeraren aan de hoogere burgerschool
zijn benoemd ais leeraren in een bepaald
vak en op eene zekere jaarwedde, zonder dat
die verband houdt met het aantal lesuren-
Of de handelsafdeeling zou worden opge
heven of niet, zij zijn eenvoudig verplicht
de lessen in hun vak te geven onder het
genot van hetzelfde bedrag, als waarop zij
zijn aangesteld. De lieer Schuurman daar
entegen, zich beroepende op een arrest van den
Hcogen Raad, bleef bij zijne meening penys-
teeren, dat de gemeente de traktementen
kan vermeerderen en dus ook verminderen.
De heer Van Harwegen den Breems pleitte-
in denzelfden geest.
Ten slotte werd met 13 tegen 5 stemmen
besloten de handelsafdeeling op te heffen,
terwijl punt 2 van het voorstel werd ver
worpen met 10 stemmen tegen 8.
Ten slotte was aan de orde het voor
stel van den heer Hoogendam, inge
diend in de vorige raadszitting en onder
steund door de heeren De Groot en Prins,
luidende
»De raad der gemeente Schiedam,
»Gelet op de bepaling van art. 9 der wet
svan 28 Juni 1854 tot regeling van het arm-
sbestuur, besluit, in afwijking van het ruads-
besluit van 22 Juni 1857 in overleg te lieden
»met de administrateuren van het fonds van
shet voormalige Oude-Mannenhuis, stichting
»Fabry, en onder goedkeuring van Gedepu
teerde Staten, de renten van het fonds,
»'t welk thans ruim f 254,000 groot is, voor
sde helft uit te keeren aan de behoeftige
»blóedverwanten van den stichter, welke
udaarop aanspraak kunnen maken, en het
>overige deel bij het kapitaal te doen voegen."
De voorsteller verzocht, met het oog op het
vergevorderde uur, uitstel van behandeling
van dit punt.
De voorzitter gaf hem in bedenking met
het oog op eene loopende procedure betref-