Onder de Camorristen,
A". 189E
Vr jdag 3 Mei.
N°. 8780.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
F e u 11 e t o n.
egrenenveertgste Jaargang.
Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER:" J. ODÉ.
BUBSiV: BOTEitSTKAAT 7 O.
Oproeping tot de nschrïjving
voor de schutter ij.
Bnileiilaiidsclie Berichten.
i
I»
ABONNEMENTSPRIJS, per LwarUuJ
franco per pose, door het geheele Rijk
Afionderlijke nomraers
t 1-85.
2.50.
- 0.10.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels roet
inbegrip van eene Courant. 1.10.
Iedere gewone regei meer. - 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
PROCES-VERBAAL van de opening der stem
briefjes, die ter benoeming van éen lid
van den gemeenteraad, aftredende in 1897,
den In Mei 1895 zijn ingeleverd.
Op heden den tweeden Mei 1800 vijf en negentig,
in de gemeente Schiedam, is door het bureau van
mopneining in de eerste afdeeling (hoofdbureau)
in de ter inlevering van stembriefjes bestemde zaal
plaats genomen, des morgens ten negen ure.
bureau is samengesteld uit den heer HENDRIK
0 JACOB VERSTEEG, Burgemeester, Voorzitter, en de
i eeren JACOBUS HOEK en rEGIDIUS ELZEVIER
OOM, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers.
De voorzitter plaatst op de tafel de stembussen,
bij hem den eeisten Mei 1800 vijf en negen
tig ovei gebracht uit de eerste afdee'.ing (hoofdbureau)
■en uit de tweede afdeeling (onderbureau).
De zegels van de bussen worden onderzocht en
bevonden ongeschonden te zijn.
De bussen worden achtervolgens geopend en be
dondert negenhonderd vier en dertig stembriefjes
ie bevatten.
Dit getal met de lijsten der kiezers, die briefjes
hebber ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te
zijn even groot als het getal dier kiezers.
Nadat de briefjes zijn ondereengeinengd, worden
zij door den voorzitter een voor een geopend en
overluid voorgelezen.
Het bureau beeft van onwaarde verklaard éen en
vijftig briefjes, als: veertig die niet waren ingevuld,
tien lie een ander persoon aanwezen dan degenen
over wie de herstemming geschiedt, en éen, die het
in art. 37 der kieswet bedoelde zegel misten.
Het getal der geldig uitgebrachte stemmen is
mitsdien geweestAchthonderd drie en tachtig.
Van dit getal zijn uitgebracht op de heeren:
J, M. van der Schalk Jr. 410 stemmen.
Mr. W. H. Jansen 473 i>
Heeft alzoo de rneeste stemmen verkregen de heer
tnr W. H. Jansen.
En is derhalve verkozen totlid van den gemeente
raad van Schiedam de heer Mr. WILHELMUS HEN
RICO'S JANSEN.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes, door
de in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren
iugcbracht.
En is na afloop van dit een en ander proces-ver
baal opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen, die
zich in de zaal bevonden.
Gedaan te Schiedam, den 2n Mei -1895.
VERSTEEG, Voorzitter.
JACs. HOEK. i c/m-.muotj.w..
JE. ELZEVIER DOM, J slmoP"emm-
PROCES-VERBAAL van de opening der stem
briefjes, die ter benoeming van een lid
van den gemeenteraad, aftredende in 1895,
den ln Mei 1895, zijn ingeleverd.
Op heden den tweeden Mei 1800 vijf en negentig,
in de gemeente Schiedam, is door het bureau van
stemopneming in de eerste afdeeling (hoofdbureau)
in de ter inlevering van stembriefjes bestemde zaal
plaats genomen, des morgens ten negen uie.
Het bureau is samengesteld uit den heer HENDRIK
JACOB VERSTEEG, Burgemeester, Voorzitter, en de
heeren JACOBUS HOEK en zEGIDIUS ELZEVIER
DOM, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers.
De Voorzitter plaatst op de tafel de stembussan,
hij hem den eersten Mei 1800 vijf en negentig over
gebracht uit de eerste afdeeling (hoofdbureau) en
uit de tweede afdeeling (onderbureau).
De zegels der bussen worden onderzocht en be
vonden ongeschonden te zijn.
De bussen worden achtereenvolgens geopend en be
vonden negenhonderd twee en dertig stembriefjes
te bevatten.
Dit getal met de lijsten der kiezers, die briefjes
hebben ingeleverd vergeleken zijnde, is gebleken te
zijn even gioot als het getal dier kiezers.
Nadat de briefjes zijn ondereengemengd, worden
zij door den Vooizitter een voor een geopend en
overluid voorgelezen.
Het bureau lieeft van onwaarde verklaard vijf en
zestig briefjes, alsacht en veertig die niet waren
ingevuld, vijftien die een ander persoon aanwezen
dan degenen over wie de herstemming geschiedt, en
twee die liet in art. 37 der kieswet bedoelde zegel
misten.
Het getal der geldig uitgebrachte stemmen is
mitsdien geweest: achthonderd zeven en zestig.
Van dit getal zijn uitgebracht op de heeren
W« Tak 415 stemmen.
II. Dienske 432
Heeft alzoo de meeste stemmen verkregen de heer
II. Dienske.
En is derhalve verkozen tot lid van den gemeente
raad van Schiedam de heer HENDRIK DIENSKE.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes, door
de in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren
ingebracht.
En is na afloop van dit een en ander proces
verbaal opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen,
die zich in de zaal bevonden.
Gedaan te Schiedam, den 2n Mei 1893.
VERSTEEG, Voorzitter.
JACs. HOEK, r
,E. ELZEVIER DOM, J SfemoB«emerS.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien art. 69 der wet van 4 Juli 1850
(staatsblad no. 37)
Brongen ter keunis van de ingezetenen, dat de
processen-verbaal van de op den isten dezer plaats
gehad hebbende herstemmingen ter verkiezing
van twee leden voor den gemeenleraud, ter inzage
zijn nedeigelegd op de secretaiie en dat afschrif
ten daarvan zijn aangeplakt aan het raadhuis.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den lsten Mei 1895.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien de wet op de schutterijen van denllden
A, nl 1827, (staatsblad no. 17), en in het bijzoinler
gelet hebbende op de artikelen dier wet, die in be
trekking staan tot de jnarhjksche inschrijving, zoo
tot de bestaande legisteis van vroegeie jaren als tot
de inschrijving welke gedurende de laatste helft der
maand Mei moet geschieden
Doen te weten
Jat de registers ter inschrijving voor de SCHUT
TERIJ, van de geborenen in de jaren '1801 tot 1870
ingesloten, zullen woiden geopend ter inschrijving
van alle mannelijke ingezetenen, die tot het laatst-
gemelde jaar behooren, alsmede van hen, die, in de
voiige jaren geboren zijn en sedeit de laatst-voi ige
inschrijving zich alhier metterwoon hebben geves
tigd, waaronder ook begrepen zijn de militanen, na
dien tijd gepasporteeid, en de vieeindelingen, van
buiten het rijk gekomen, die alhier zijn komen
wonen, voor zooverre deze laatsten liet voornemen
om zich in dit rijk neder te zetten, hebben aan den
dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring,
hetzij door de werkelijke overbrenging van den zetel
van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hun
b staan naar hier, zonder dat de tijdelijke uit
oefening van eenig bedrijf of handweik, in eenige
oendergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen
wordt aangemerkt allen welken zullen woideu in
geschreven in dat register, waartoe zij volgens hun
nen ouderdom behooren
dat van deze inschrijving niemand der hiervoor be
doelde personen is uitgezondeid, maar dat allen zoniet
onderWteid, daarin begrepen zijn, al waie liet ook,
dat zij zouden vermeenen, volgens de wet, tot vrij
gestelden of uitgestotenen te behooren zullende der
halve, alle de bovengemelden, daaitoe hij dezen opgeroe
pen, moeten verschijnen ten raadhui ze der gemeente
op Vrijdag, den 17den Jlfei of Zaterdag, den ISden
Mei 1895,
op beide dagen van des voormiddags 10 tot des
middags 12 «re,
teneinde zich te laten inschrijven.
De opgeroepenen zullen verplicht zijn, bij hunne
inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor
namen, van de plaats en den tijd hunner ge-
booite, hunner woonplaats met aanduiding van straat
en nommer, het beroep hunner ouders en dat van
hen zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd or weduwnaar,
het getal hunner kinderen van beider geslacht, sedert,
wanneer zij ingezetenen der gemeente zijn en van
waar tij alhier zijn komen inwonen, en eindelijk
de redenen, die zij vermeenen te hebben, om van
den schuttel lijken dienst te woiden vrijgesteldof
uitgesloten.
Wordende voorts ieder hunner, luiten deze gemeente
geboren, aangemaand, om zich tijdig van een geboorte-
akte te voorzien, en zich alzuo van zijnen oudei dom
te veizekeren, teneinde de fijschiijving behooilijk
kunne geschieden, en om te vooikomen, dat iemand
door eene verkeeide opgave van zijnen ouderdom,
vervalt in de straf bt} de wet bepaald.
De hierbij be'anghebbenden worden mitsdien ge
waarschuwd, om zich van hunne voiplichtiiig m dezen
te kwijten; vermits lit kiaehte van art. 9 tier wet en
art. van het koninklijk besluit va n 21 Maart 1828,
al degenen, welke zich vóór liet sluiten der registers,
op den eersten Juni eerstkomende, niet hebben laten
Inschrijven, alsnog ambtshalve zullen woiden inge
schreven, en dat zij dientengevolge zullen woiden
verwezen in eene geldboete, en bovendien zonder
loting bij de schuttenj ingelijfd, indien het zal blijken,
dat er, tijdens >1e verzuimde inscbiijving, geene iede-
iit'll tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien
bestonden.
L'n is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den lsten Mei 1895.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
ÜÜITSCÜLAXD.
In Rijksdagskringen loopt het gerucht dat
Roman van WALDE MAR URBAN.
«Lorenzoriep Ti hem te gemoet.
De aangeroepene keek op.
«Hierheen! Wat is er? Is er onraad?"
«Lorenzo schreed voorzichtig de ladder over
«n plaatste zich naast Ti op den steen,
«Trek de ladder in, Checco," beval Ti.
Checco gehoorzaamde.
«Nu?" vroeg Ti ongeduldig.
Lorenzo lachte. «Zij zijn haastig, 't Was nog
geen middag toen ik uit mijn kijkgat een man
aan het station Paesto zag uitstijgen en op den
tempel toetreden. Ik herkende hem dadelijk. Het
was giaaf Tozzo,"
«Zoo. Eri hebt gij met hem gesproken
«Dat hadt gij mij immers verboden. Hij heeft
mij niet eens gezien. Hij heeft staan wachten
tot de zon onder* was. Toen is hij weer met den
trein in de richting van Salerno vertrokken."
«Het is zoo goed. De lieden op het siot zullen
we wel klein krijgen. Zij zullen al haast begrijpen,
dat ze roet mannen te doen hebben, die zich
geen knollen voor citroenen laten verkoopen,"
Ti stond op en ging de grot binnen. Hij
scheen over het bekomen bericht goed tevreden.
«Zeg eens, jongensriep hij, «eer de week
otu is, hebben we het geld binnen en kunnen
gaan, waarheen het ons belieft. We kunnen te
Rome of in het buitenland van onze renten gaan
leven en hebben niet meer noodig in dit ver
vloekte hol geitenvleesch te eten. Hoe is 't met
den hertog
«Hij slaapt," luidde het antwoord.
«Goed, goed. Laat hij maar wat bekomen. Ik
was gisternacht bang, dat bij et' uit zou stappan.
Nu, maak je maar zachtjesaan reisvaardig. Nog
een paar nachten en dan kunnen we opbreken,
ik denk Dinsdag al. Onze zaken staan goed."
Checco hoorde alles. Men had hem ook zijne
veertig duizend lire toegezegd, als het plan gelukte,
en Checco had gezegd dat het goed was. Hij
zag ook, dat Ti weder die beweging maakte,
die hij hem al meer had zieti maken. Dan streek
de roover langzaam en onmerkbaar langs zijne
sjerp, tot hij aan een eenigszins vooruitstekend
punt gekomen was, waar wel een ei of een noot
onder liet doek verborgen scheen. Pas had Ti
zich overtuigd, dat het voorwerp zich nog op
zijne plaats bevond, of hij lichtte de hand op en
scheen weer gerust.
Checco was geen domoor. Al was hij niet
ving van begrip, hij had genoeg gezond verstand
om uit die telkens herhaalde beweging te be
sluiten, dat de hoofdman iets van waarde onder
zijn sjerp verborgen hield. Hij had er reeds een
paar nachten over liggen denken en was eindelijk
zoover, dat hij meende te weten, wat het zijn
moest.
Het was nu omstreeks zeven uur, maar de
sterren waren reeds opgegaan, want de dagen be
gonnen te korten. Ook werden de nachten op deze
hoogte koud. Checco had zich diep in zijn mantel
gewikkeld en zich voor den ingang van liet hol
neergelegd. Daarbinnen was alles stil. Allen
schenen te slapen. Ook Checco trachtte den slaap
te vatten. «Veertig duizend lire," mompelde hij,
als om zich zelf rustig te stemmen. Maar de
slaap wilde niet komen. Telkens, als hij de oogen
sloot, stond de oude, doodsbleeks hertog voor
hem. En achter dezen stond Carmela en staarde
hem met hare schuone, donkere oogeti verwijtend
aan.
Eindelijk sprong hij op.
«Ik wil het niet 1 Ik wil liet niet 1" bromde
liij zachtjes, wierp den mantel en tuurde naar
de kloof, die hem van giridsche rotsen scheidde.
Een ferme aanloopeen stoute sprong en
toen was hij vrij, zoo vrij als hij wilde zijn,
toen hij uit Positano vluchtte. Dte vrijheid had
men hem benomen. Hier stond men met geladen
karabijn achter hem, hier heerschten willekeur en
misdaad, bier spotte men met recht en wetten.
tv