B IJ VOEGSEL
Kamer van Koophandel en Fabrieken
VERSLAG
VAN DE
VAN
Woensdag 15 Mei 1805.
TE SCHIEDAM,
over den toestand van A"ij verheid, Handel
en Scheepvaart In het jaar 1894.
ALGEMEEN OVERZICHT.
De kleine verademing in den gedrukten toestand
van Handel en Nijverheid, vooral wat den voornaam-
sten tak van Industrie onzer Gemeente aangaat,
{lie verademing, waarvan wij in ons vorig Jaar
verslag mochten melding makenis inderdaad
slechts klein en van korten duur geweest.
En waar de hoofdtak van de Nijverheid eener
Gemeente kwijnt, daar spreekt het vanzelf, dat de
Handel, en al wat daarmede in verhand staat, even
eens de gevolgen van die kwijning ondervinden.
Over de resultaten van Handel en Nijverheid
•onzer Gemeente gedurende 1894 is dus, al zijn er
üeer enkele uitzonderingen, waarover later, volstrekt
niet te roemen.
Het waren nu niet alleen de ongunstige omstan
digheden, waaronder in 't bijzonder Schiedam verkeert,
tengevolge van onze te vrijgevige handels-politiek
doch oorzakenwaartegen menschelijke maat
regelen niet altijd volkomen afdoende blijken,
die door gezondheidsbepalingenontsmetting en
afzondering wel worden bestreden maar niet altijd
bedwongen, die oorzaken, met name ziekte, (mond
en klauwzeer) onder den veestapel, hebben het
vorige jaar vooral aan Schiedam rechtstreeks en
zijdelings veel schade berokkend, en er in niet ge
ringe mate toe bijgedragen, het jaar 1894 voor onze
Gemeente als ongunstig aan te teekenen.
Tegen zulke onvoorziene en niet te verhoeden
rampspoeden als die wij hierboven bedoelden, is de
standvastigste ijver en de onvermoeidste werkkracht
onzer handelaren en industriëelen niet opgewassen,
en bleven dus ook de financiëele resultaten van
de invoering van nieuwe methoden op het gebied der
stokerij en der gistfabricatie zonder het gewensehte
en verdiende effect.
Evenwel laten dergelijke toevallige verschijnselen
een lichtpunt nahet is dit, dat ze voorbijgaand
zijn; en dus bestaat er volstrekt geen reden voor,
aan de opleving van onze aloude Industrie, die
door hare nuttige bijproducten, zoowel voor Land
bouw als Veeteelt onmisbaar is, te wanhopen.
IntegendeelNu de gevreesde en door de wet
telijke bepalingen nog schadelijker gemaakte vee
ziekte geweken is, gaan onze ijverige fabrikanten
met nieuwen moed voort, zich de lessen der practijk
en der wetenschap ten nutte te maken, en op aile
betwiste, ja zelfs op vroeger verloren terreinen,
waar het de fiscale wetgeving maar eenigszins mo-
elijk maakt, hunnen concurrenten het hoofd te
ieden, en dat, vooral in België, wat de Gist betreft,
met succes.
Toch blijft nog altijd de klacht gegrond, dat
welbegrepen handelspolitiek ook onze Industrie
met al de met haar in verband staande belangen
krachtiger zou kunnen steunen, en daarom slaan wij
met welgevallen de kenteekenen van het ontstaan
«ener meerdere belangstelling bij de hoogste kringen
van ons wetgevend Lichaam gade, en noemen dit
moedgevende verschijnselen, voor de toekomst ook
voor het te zwaar gedrukte Schiedam.
Reeds mogeu wij met erkentelijkheid melding
maken, dat de afschaffing der voorai ons zeer druk
kende Patentwet, voor vele industriëelen en hande
laars eene hoogst welkome verlichting is geweest.
Verder is het een aangenaam verschijnsel, dat
onze nijvere stad, met hare gunstige ligging aan de
Maas en reeds onmiddellijk aan het volk- en kandel-
rijke Rotterdam rakende, door de goedkoopte van
uitmuntend gelegen handelsterreineu en tegen lagen
prijs te bekomen fabriekspanden, meer en meer de
aandacht gaat trekken van,hen, die daarvan onmid
dellijk willen profiteeren. Getuige meer dan één feit
van de vestiging of uitbreiding van industriëele
ondernemingen van anderen aard dan de bestaande.
Dat ook het Gemeentebestuur aan deze pogingen
krachtig de hand biedt, blijkt daaruit bijzonder, dat
het ten vorigen jare weder een groote uitgestrektheid
gronds, en voortreffelijk gelegen, op de allergunstigste
voorwaarden ten behoeve vaD eene nijverheids- en
handelsonderneming heeft afgestaan.
Ook zijn er enkele nieuwe fabrieken van anderen
aard door van huiten komende industriëelen opge
richt; aangelokt door de zoo gunstige gelegenheid
tot het verkrijgen van geschikte localiteit.
De hoop blijkt derhalve niet ongegrond, dat
onze goede stad haar keerpunt bereikt heeft, en dat
een graduëele opleving van haren ouden bloei, zij
het dan niet juist alléén door liaren bekenden hoofd
tak van Industrie, in wording is.
Brander ij en en Moutwijnhandel. Hoe
wel de prijs der granen dit jaar ongekend laag was,
mocht dit niet ten gevolge hebben, dat de prijs van
den Moutwijn, het hoofdproduct van de branderijen,
loonend was. Inderdaad kon de Moutwijn dit jaar
niet méér gelden dan 7.25 per Hectoliter ter
wijl geruimen tijd niet meer dan ƒ4.50 a ƒ5.per
H.L. was te bedingen.
De belemmeringen, die de invoer van ons arti
kel nog steeds in het Buitenland moet ondervinden,
was de voorname reden van het bedroevende resul
taat van den Moutwijnhandel in het algemeen. De
scherpe concurrentie met buitenlandsche, en ook
inlandsche spiritusfabrieken, droeg daartoe ook het
hare bij.
Waar dus dit ons hoofdartikel met zulke moei
lijkheden te worstelen heeft, kan dit niet anders
dan zeer ten nadeele influenceeren op het branders
vak inzonderheid, en bevindt dat zich m méér on
gunstige omstandigheden dan dat der distillateurs,
die hun artikel van de branders opkoopen, verwerken
en naar het Binnen- of Buitenland expediéeren.
Komt daar nu nog bij de mindere opbrengst
van de Spoeling, gedurende een groot deel van het
jaar 1894, dan is het zeer verklaarbaar, dat
het brandersvak dit jaar slechts met verlies kon
uitgeoefend worden.
Dat de fabricatie van schep- of zoogenaamde
Weenergist thans bijna algemeen is geworden,
heeft er zekerlijk toe bijgedragen, den hoogst moei
lijk houdbaren toestand der branderijen niet ten
eenenmale onmogelijk te maken.
Gisthandel. Aangaande den Gisthandel valt
op te merken, dat ook weder dit jaar met kracht
en ijver werd voortgegaan, de renommee der Schie
damsche gist op de buitenlandsche markten te hand
haven. Met veel genoegen mogen wij constateeren,
dat zich langzamerhand een levendiger streven begint
te openbaren, om, gesteund door de voorlichting
der wetenschap, ons vanouds beroemd artikel Gist,
hoe langer hoe beter te maken, en de fabricatie
daarvan naar de nieuwste uitvindingen op dat ge
bied te volmaken. Ware het niet, dat in Frankrijk
en in Duitschland beschermende rechten voor hunne
eigene gistfabricatie bestonden, waardoor de Schie
damsche gisthandelaar zich den toegang aldaar
hoogst belemmerd, zoo niet versperd ziet, en
waartegenover wij zoogoed als weerloos staan,
inderdaad, er zou van geen teruggang, maar van
aanzienlijke vermeerdering van onzen uitvoer van
gist, gewag gemaakt kunnen worden.
Eene vereeniging van gisthandelaren werd met
1 Juli j.l. weder, na korte onderbreking, tot stand
gebracht.
Het gevolg daarvan was eene overeenkomst met
het Fransche syndicaat van Gisthandel, waardoor
de gistprijzen niet noodeloos behoefden verminderd
te worden, en onze gisthandel in België zelfs in
de gelegenheid kwam, aanmerkelijk vooruit te gaan.
Wat Engeland, ons hoofd-debouché van gist, be
treft, daar trad een nieuw stadium op dat gebied
indoor een wijziging in de Engelsche wet ter zake
enkele jaren geleden, werd de gistfabricatie daar
mogelijk gemaakt en begunstigd.
Natuurlijk heeft deze protectiemaatregel een toe
nemend ongunstig gevolg voor de buitenlandsche
Gistimporteurs, Waaronder wij een niet onbelangrijke
plaats innemen. Zijn wij in België vooruitgegaan,
wij hebben, zooals uit de hier later volgende statis
tieke opgaven blijkt, in Engeland eenig terrein ver
loren, en wel ongeveer 2 0/0 van het ten voorlaat-
sten jare door ons ingenomen.
Deze achteruitgang door de fabricatie van En
gelsche gist, is evenwel ook, en in niet geringer
mate, het deel van onze concurrenten op de gist-
markt aldaar: Hamburg, Schotland, Ierland en vooral
Frankrijk.
Spoelinghandel. Gedurende 1894 was de
prijs der spoeling gemiddeld ƒ1.per ketel.
Behalve de dagelijks aan de veehouders ver
kochte spoeling werd door de Schiedamsche Spoe-
lingvereeniging nog afgeleverd
Geperste Spoeling, buitenland 500,000 kilo
binnenland 950,000
Gedroogde buitenland 5,000
binnenland 0,000
vertegenwoordigende ongeveer de productie van 10
Branderijen.
Daar het vervaardigen van geperste spoeling
goedkooper is, legt de Vereeniging zich daar meer
op toe dan op het drogen tot meel.
De strenge vorst in Januari 1894 deed de afname
van spoeling sterk verminderen, zoodat er dagelijks
veel overschootwat zeer nadeelig voor de Veree
niging was.
Doordien het boekjaar eindigde vóór de ziekte
onder 'het vee weder begon, na April, is dit
boekjaar voordeeliger dan het vorige geweest is.
Doch het spreekt vanzelf, dat de gevolgen van
het verminderd gebruik van spoeling door mond-en
klauwzeer van het vee, niet zonder invloed op het
tegenwoordig boekjaar Mei 1894Mei 1895 blijven.
Scheepvaart. Mocht er ten vorigen jare
gewag gemaakt worden van een kleinen vooruitgang
in de scheepvaart op Schiedam, dit jaar valt
daarover niet te roemen. De nabijheid van Eottei'-
dam, waarheen bijna altijd de groote stoomvaar-
tuigen met hunne lading worden bestemd, heeft
de goede bedoelingen van onzen Gemeenteraad zoo
goed als geheel geneutraliseerd, en kunnen dus de
vermindering van havengelden en andere vrijgevig
heden op advies van onze Kamer aan de Scheepvaart
verleend, ternauwernood de scheepvaartbeweging
stationair houden.
Alleen een groote verbetering der havengelegen
heid, in vereeniging met eene spoorwegverbinding,
zal in staat zijn, van de schoone ligging onzer Ge
meente aan de Maas, te doen profiteeren.
Het in aanbouw zijnde établissement voor den
houthandel van de heeren Fan Deventer, die daar
toe een zeer geschikt terrein aan de Maas hebben
aangekocht, zal binnenkort wel eenige vermeerd
ring der scheepvaartbeweging ten gevolge hebben.
Toch vermag men dat slechts een klein begin
van den vroegeren bloei der scheepvaart te Schiedam
te noemen, en blijft de krachtige hulp der heeren
Graanimporteurs zeer gewenscht, ja onmisbaar.
Graanhandel. De ongekende laagte der
graanprijzen waarvan, naar de overtuiging onzer
Kamer, de ongunstige verhouding tusschen de waarde
van goud en van zilver, wat het laatste edel metaal
betreft, een voorname, zoo niet de voornaamste
factor te noemen is, die toenemende daling der
graanprijzen werkte natuurlijk verlammend op den
handel zelf, en deed den omzet van granen, alleen
tot het dagelijksch gebruik in de branderijen be
perken.
Yan opslag van granen was dit jaar weinig
sprake.
Al was het, dat deze slapte der prijzen, den
verbruikers oogenschijnlijk ten goede kwam. de
algemeen verspreide malaise in den graanhandel
deed hunne denkbeeldige profijten slechts gelijk
staan met de stokerijen in den vreemde, die, gesteund
door uitvoerpremie- of hoog invoerrecht,"onze in
dustrie voortgaan in sterke mate te belemmeren.
Veehandel. De veehandel kon dit jaar als
een zeer ongunstig beschouwen. Was het verschijnen
van het gevreesde mond- en klauwzeer onder het
rundvee reeds gevaarlijk en schadelijk genoeg. de
belemmerende en nuttelooze bepalingen, die er van
Regeeringswege tegen die ziekte werden in het leven
geroepen, vermeerderden noodeloos, en dat nog wel
tegen enorme uitgaven van 's Lands kas, den druk
waaronder onze veehouders gehukt gingen. Weken
Schiedamsche Comt
VAN DE