Zondag 25 en Maandag 26 Augustus.
A°. 1895.
N°. 8861.
Eer sie Blad.
egenenveerti arst© Jaargaua
Verschijnt dagelijks uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: J. ODÉ.
n ai IE E A SJ c BttTGHSTRAAT 5? O.
Binnenlandscïie Berichten.
"■Jr.
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door liet geheeie Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
Advertentieprijs: van i10 gewone rogols met
inbegrip van eene Courantƒ1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal beiekcnd.
Schiedam, 24 Augustus 1895.
Het nieuwe Engelsche ministerie is begon-
aen met een daad, die van moed getuigt en
blijk geeft van het voornemen om met oude
gebruiken te breken, die in Engeland, al zijn
je ook soms zeer dwaas, een lang leven heb
ben. De opperbevelhebber van het Engelsche
leger en nabestaande van koningin Victoria,
de hertog van Cambridge, wordt vervangen,
en nu niet door een der zonen van de
koningin, den hertog van Connaught, zooals
eerst het plan is geweest, maar door lord
Wolseley, den bekenden overwinnaar in
Egypte. Dit besluit zal door velen in Enge
land met vreugde worden vernomen. Voor
eerst werd het tijd, dat de oude hertog
heenginghij was een voorstander van het
oude; hij was onder anderen vroeger voor
het koopen van militaire rangen. Degene,
die zooveel of zooveel ponden betaalde, kon
daarvoor een luitenantsbrevet verkrijgen, al
had hij ook niet de minste militaire talenten.
Met dit stelsel is sedert wel gebroken, maar
dat iemand er nog voor kon zijn in een eeuw,
als waarin wij leven, is sterk. Dat daaren
boven in plaats van den ouden hertog een
veldheer als lord "Wolseley is benoemd, in
plaats van den onervaren hertog van Con
naught, zal liet genoegen over de verwisseling
vergrooten. Het Engelsche leger toch, dat
groote sommen kost, moet in niet al te besten
slaat verkeeren en dringend noodig hervor
mingen behoeven. Niemand beter in staat,
dan een ervaren bevelhebber, die hervormin
gen in te voeren. Er is dan ook geen blad,
dat op de gedane benoeming aaumerking
maakt, en dat men met het stelsel van den
overwinnaar van Napoleon, den hertog van
Wellington, dat een prins van koninklijken
bloede aanvoerder van het leger moet zijn,
thans voorgoed heeft gebroken.
Met evenveel, met grooter belangstelling
misschien nog is de verklaring vernomen, die
Engelands eerste minister, lord Salisbury, in
het Hoogerhuis omtrent Turkije aflegde, naar
aanleiding van het gebeurde in Armenië en
de daar in te voeren hervormingen.
De sultan, aldus redeneerde lord Salisbury,
zal een ernstige en noodlottige vergissing
begaan, indien hij ter wille van de handha
ving van een bloot vormelijke onafhankelijk
heid en ter wille van nominale privileges,
weigert van de Europeesche mogendheden
bijstand aan te nemen en te luisteren naar
bun raad orn in zijn rijk de regeeringloosheid
en zwakheid uit te roeien welke geer, trac
hten of sympathie op den duur beletten zullen
noodlottig te zijn voor het rijk, waarover hij
regeert.
beefde wijlen keizer Nicolaas van Rusland
nog, wat zou hij zich over dergelijke uiting
als van lord Salisbury verheugen Yoorruim
veertig jaren stonden Frankrijk en Engeland
gezamenlijk tegenover Rusland, toen hij in
gelijken geest zich over Turkije, inlen zieken
man", zooals hij zeide, uitliet. Het wordt
thans ernst; en als de sultan en zijn pacha's
niet wakker worden en dapper aan het her
vormen gaan, in Armenië en elders, is een
krachtig optreden der mogendheden waar
schijnlijker dan ooit.
In Duitschland heeft men het druk met
de viering van gedenkdagen uit den oorlog
van '70; in Fnuikt ijk ziet en hoort men
dat alles aan en zwijgt, behalve éen blad,
le Matin, waarvan de inhoud wel als een
koud waterbad op de Fransclie heethoofden,
die nog immer droomen van wraak en van
de weder verovering van Elzas-Lotharingen,
zal hebben gewerkt. Een der berichtgevers
van genoemd blad lieeft eens een onderzoek
ingesteld naar den geest in het genoemde
rijksland, en schroomt niet, die door middel
van dat blad ter kennis van geheel Frank
rijk te brengen. Hij verhaalt van een koetsier
te Straatsburg, die vroeger als soldaat in
bet Fransche leger had gediend, en wiens
meening aldus was Do Franschen veroveren
thans landen in andere werelddeelen in plaats
van aan Elzas-Lotharingen te denken. Zij
hebben ons dus opgegevenwelnu wij' zijn
er onverschillig onder.
Aldus een koetsiermaar wat een afge
vaardigde in den Rijksdag, de abt Guerber
verklaarde, is niet minder duidelijk. Deze
zeidede Elzassers nemen het gebeurde
eenvoudig als gebeurd aan. Frankrijk blijft in
zijn fouten en in zijn onwetendheid volhar
den daarom kunnen wij Frankrijk niet
volgen. Men kent te Parijs Duitschland nog
altijd niet. In een nieuwen oorlog wordt
Frankrijk verslagen, vernietigd, wees daar
zeker van. Er bestaat geen Elzas-kwestie meer.
"Wij zijn en blijven Duitschers. En een
andere afgevaardigde, de heer Petri, liet zich
aldus uitMen berust in Elzas-Lotharingen
in het gebeurde. Het aantal Straatsburgers,
b.v., die er een oorlog voor overhebben zou
den om weer Franschen te worden, is gering.
De'stad Straatsburg bloeit onder het Duitsche
bestuurhaar industrie ontwikkelt zich en
gaat een goede toekomst te gemoet. Zoo wil
men vrede en het behoud van het beslaande."
Verklaringen, die aan duidelijkheid niets te
wenschen overlaten. De medewerker van het
Fransche blad beveelt deze meeningen zeer
aan in de overdenking van het Fransche
publiek; hij noemt ze wel treurig voor
Frankrijk, maar waar zijn ze. Op den duur
zullen de meest heethoofdige Franschen zich
hierbij moeten nederleggen.
Opmerkelijk is de tegenstand, dien de be
raamde tentoonstelling, te Parijs in 1900 te
houden, in Frankrijk zelf ondervindt. De
gemeenteraad der stad Nancy heeft een be
sluit genomen, dat aan de zes en tachtig ge
westelijke besturen van Frankrijk zal worden
gezonden, waarbij de tentoonstelling wordt
verklaard te zijn schadelijk voor de iiandel-
drijvenden in de provincie, om alleen Parijs
boven bet geheeie verdere Frankrijk te be-
voordeelen. Maar ook Parijs zal er door wor
den geschaadallerlei lieden zullen er komen,
die er na de tentoonstelling niets meer te doen
zullen hebben, en de pryzen der levensmid
delen zullen er door stijgen. Eu in de Figaro
zegt de lieer Maurice Danès, dat niemand
naar de tentoonstelling vei 'angt, e»i dat Parijs
er slechts gedurende een haifjaai de groote
verzamelplaats door wordt van de 2 edeubeder-
vende elementen der geheeie wereld Of deze
protesten echter baten zullen?
SCHIEDAM, 24 Augustus 1895.
Aan de leden van den gemeenteraad is
kennisgegeven dat ten raadhuize ter inzage
is nedergelegd
a, een aanbevelingslijst ter benoeming van
een lid der commissie van voorlichting be
doeld in art. '19 der verordening op de hef
fing van eene plaatselijke directe belasting
naar het inkomen voor het dienstjaar 1895/6,
waarop geplaatst zijn
I. A. Kirnmijser. II. J. II. Ris Hz.
J. een aanbevelingslijst van benoembaren
voor de betrekking van leeraar in geschiede
nis en aardrijkskunde aan de burgeravond
school, voor de schooljaren 1895/0 en 1896/7,
waarop geplaatst is
Dr. J. van Leeuwen te Schiedam.
c. een voordracht met bljbehoorende stuk
ken, ter benoeming van een onderwijzer le
klasse (tevens plaatsverv. hoofd) aan de le
openbare tusschenschoo! te Schiedam, waarop
geplaatst zijn:
I. J. van Schie, onderwijzer aan de 2e
openbare kostelooze schoolIf. D. Ooms,
ouderwijzer aan de le openbare tusschen-
schoolIII. J. Valkenburg, onderwijzer aan
de le openbare tusschtnschool.
In de BakJcers-londscourar.t van 22 dezer
lezen wij het volgend ingezonden stuk van
den lieer M. Kranen alhier:
In de A'cd. Bakkerscourant van 19 Augs.
kon:t een artikel voor over gistprijsverlaging, dat
in. i. eenige toelichting vereischt en waarom ik
zoo vrij ben u te verzoeken dit schrijven als
ingezonden stuk in bat eerstvolgend nummer der
Bondscourant op te nemen.
De berichtgever der Nederlandsche dan ver
meldt, dat de ongekend lage prijs der spiritus
oorzaak was, dat voor eenige weken niet tot
verlaging van den gistprijs kon worden besloten.
Indien dit in Maart of April van dit jaar
geschreven was, dan zou Ledereen, die met den
toestand vertrouwd is, dit ten volle beamen
doch sedert eenige weken was bet juist de steeds
honger gaande prijs der spiritus, in casu mout
wijn, die aanleiding gaf over veilaping van den
gistprijs te spreken want de verhoogde mout-
wijnprijs stelde knoeiers in den gistliandel in
de gelegenheid hunne gist in het geheim of uit
de tweede hand tot lager prijzan te offieeren en
zoodoende in het geheim te verlagen.
liet kwam mij dus beter voor op Maandag
'12 Augustus den prijs in hel algemeen en publiek
met 5 ct. per kilo te vei lagen.
De gevolgen van dien afslag kan ik aigemeen
bekend achten.
Hetlennamiddag ongeveer vijf uur is de
16-jarige P. J. Hickendorff, die bezig was
met hel inzetten van ruiten in de stoomhout-
zagerij van de firma Berkelaar Zoon, door
een rondwentelende as aan zijn kiel gegre
pen. Na eenige malen rondgedraaid te zijn,
scheurde zijn kiel af en viel hij op den grond.
Toen men hem te hulp kwam, bleek het dat
H. eenige kneuzingen aan het hoofd had be
komen, doch gelukkig niet van ernstigen aard.
Hij werd daarna per rijtuig naar zijn wo
ning in de Zwaansteeg vervoerd, waar dr.
D. N. Janssen hem hulp verleende.
Donderdag hebben de Koninginnen per
rijtuig een uitstapje van het Loo naar
Hattem gemaakt. Te ruim drie uur kwamen zij
aati. Koningin Wilhelmina voerde zelf de
teugels. Er werd stilgehouden voor de wo
ning van den burgemeester baron Van Heem
stra. De dochters van den burgemeester boden
de Koninginnen bouquetten aan, terwijl de
schoolkinderen het Wilhelmus zongen. Daarna
reden de Vorstinnen naar de villa ïllooghuis"
van den heer lioefer, waar een bezoek werd
gebracht. Mevrouw Hoefer geb. baronesse
Van Heemstra, die vroeger aan bet hof is
geweest, ontving de liooge gasten. Na aldaar
een half uur vertoefd te hebben, reden de
Koninginnen naar het huis iMolecaten".
Het bezoek dat de Koninginnen daar
brachten, duurde ongeveer een uur. Zij bleven
binnen het afgesloten gedeelte, maakten nog
een wandeling om den vijver, die terztjde van
liet kasteel ligt, en reden le vijf uur weder
terug naar het Loo. Ook thans mende de
Koningin zelf liet tweespan.
Evenals bij het heengaan werd te lieerde
van paarden verwisseld. De freules Van Dedem
van Vosbergen en de burgemeester, baron
d'Aulnis de Bourouill, vonden hier gelegen
heid hun opwachting bij IIH. MM. te maken.
Het bezoek droeg overigens geheel een
intiem karakter en het was dan ook eerst
den vorigen avond in 'Hattem bekend gewor
den. Toch had men snel eenige maatregelen
genomen, en waren de schoolkinderen, die
het Wilhelmus" aanhieven, allen met oran
jelinten getooid. Bij het rijden door de ge
meente ging liet rijtuig van den burgemeester
voor dat van IIH. MM. uit. (2. O.)