A". 1895.
Zondag 8 en Maandag 9 December.
N°. 8936
Eerste Blad.
1 -
ögenenveert ,g s t e
Jaargang*.
Verschijnt dagelijk?| uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: ,-J. ODÉ.
i
Binneiilaiidsche Berichten.
rs
cc
f
s id id zd s* 2
J5
r»
f
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BBKKAI': BOTKaitTKAAT 7 O.
Advertentieprijs van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courantƒ1.10*
Iedere gewone regel meer- 0,10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Schiedam, 7 December 1895.
De drie groote zuidelijke schiereilanden
van ons werelddeel vragen tegenwoordig nog
al eens de aandacht, en er kan terstond wor
den bijgevoegd niet om gebeurtenissen van
den aangenaamslen aard. De zaken in Turkije
zijn deze week zoowat op denzelfden voet ge
bleven. De dagen zijn heengegaan met onder
handelingen tusschen de mogendheden en den
sultan om dezen laatste te bewegen de ver
gunning te verleenen een tweede stations
schip, een tweede oorlogsschip van elke natie
voor Konstaritinopel te doen posteeren. Deze
aanvraag was geschied met het oog op de
veiligheid van aldaar wonende vreemdelingen
en met het oog op mogelijke politieke nood
wendigheden en dit was zeer natuurlijk. De
thans regeerende sultan is een zonderling
despoot, een, die voor de barste middelen
niet schijnt terug te deinzen, als dat zoo met
zijn inzichten overeenkomt. Dat zijn dienaren
liet bijster gunstig over Iiem denken, bewijst
het voorgevallene met den minister Said-
pacha, die zich tegenover den sultan in vei
ligheid heeft gesteld, en wel in het hotel der
Engelsche ambassade. De minister van buiten-
hiridsehe zaken bezocht Said en trachtte hem
over te halen naar zijn woning terug te keeren,
met de belofte op de koop toe, dat hem geen
leed zou geschieden, iinfcp de heer Said-paoha,
gedachtig aan het lot van zooveel long-Turken,
en misschien ook aan zooveel, dat voor Europa
verborgen is gebleven, bleef standvastig wei-
geien, aan de uitnoodiging van zijn boogen
gebieder gevolg te geven. Toen is de minister
Tawfik-pacha naar sir Philip Currie, deEn-
gelsche gezant, gegaan, en hij heeft dezen
uitgenoodigd, hij zou loch met Said spreken
en dezen bewegen naar zijn woning terug te
keeren't geval toch baarde opzien, enz. enz.
Maar de gezant antwoordde eenvoudig, dat
hij niet gezind was aan Said-pacha den ver
langden raad te geven. Uit alles blijkt, dat
men den sultan niet vertrouwt. En wat nu
de toestemming betreft voor het posteeren
der tweede oorlogsschepen van elke mogend
heid, een der laatste berichten daaromtrent
luidde, dat de Britsche gezant aanschrijving
had ontvangen, den sultan mede te deelen,
dat binnen drie dagen de vereischte machti
ging voor de doorvaart moet zijn verleend,
of de houding der mogendheden zou, zooals
bet heette, een anderen vorm aannemen.
Daarop kwam over Weenen het bericht,
dat de sultan erg boos was, ja, dat hij be
sloten had alle, alle diplomatieke betrekkin
gen met de gezanten te Konstaritinopel af te
breken, indien men bleef aandriugen op den
doortocht van de tweede stationsschepen dooi
de Dardariellen.
Nog is de benoodigde toestemming niet ver
leend de Groote Heer blijft aarzelen. En alweer
klinkt het oude lied, zoo dikwijls tegenover
Z M. door Europa aangeheven »Het wordt,
meldt de correspondent van de Times te
Konstantinopel, in diplomatieke kringen nood
zakelijk geacht, op den sultan een kraebtigen
druk uit te oefenen, opdat Z. M. ga begrij
pen, dat hij met de mogenheden niet langer
mag spelen, en verder wordt er bijgevoegd
van andere zijde, als binnen drie dagen de
vergunning der doorvaart niet wordt vei [eend,
zulleu de stoomschepen zonder die vergun
ning onverwijld naar de Turksche hoofdstad
stoomen.
De Turksche minister van politie blijft, om
bet dreigend gevaar af te wenden, maar
steeds beweren, dat de verschijning van de
bedoelde schepen in de hoofdstad tot nieuwe
beroeringen aanleiding zou geven: dat de
ontevredenen er moed uit zouden scheppen,
en de orde in de hoofdstad ernstig gevaar
zou loopen, daardoor te worden verstoord.
En dan volgt er onmiddellijk van Engelsche
zijde het bericht opsAltemaal uitvluchten
er is op dit oogenblik geen gevaar voor rust
verstoring in de hoofdstad; de toestand al
daar levert geen redenen tot bezorgdheid.
En nu zou het best kunnen gebeuren, dat
er diie en nog drie en misschien nog meer
dagen verloopen, eer deze zaken haar beslag
krijgen. Turksche toestanden hebben een taai
leven.
Op liet Appenijnsche schiereiland blijft
signor Crispi meester van den toestand, en
blijkt hij, wat men hem ook moge ten laste
leggen een leider en staatsman van onmis
kenbaar talent, doch op hetderde, het Iberi
sche schiereiland, met name in Spanje is de
toestand hachelijker. Dat de pogingen om een
opgestane kolonie weder tot de orde te bren
gen, tot nog toe niet met gunstigen uitslag
werden bekroond, dat op liet schoone Cuba
door de opstandelingen daden van de grofste
vernielzucht worden gepleegd, dat zijn zaken,
die men verdragen kan, al had men gaarne
verwezenlijkt gezien, wat men zoozeer had
gehoopt: namelijk, dat de eerste van Spanje's
hedenduagsche legerhoofden, de maarschalk
Martinez Campos, succes op zijn werk zou
hebben. liet schoone Cuba, de parel der An
tillen, is ten prooi aan rampen van allerlei
aard, en het arme Spanje kan er, schijnt,
niets aan doen. Maarer is meer, er ge
beuren dingen die men niet verdragen,
waarin men niet berusten kan.
De gemeenteraad van Spanje's hoofdstad
Madrid schijnt zich schuldig gemaakt te heb
ben aan wat we in het dagelijkscli leven ge
woon zijn te noemen roof en diefstal. Niet de
eerste de beste, niet een ontevreden man uit
het volk, maar een man van adel, een mar
kies, die den naam draagt van Cabrinana, is
opgetreden met een groote schulde dijsl, ten
laste van den gemeenteraad van Madrid. Dat
d~.k markies kort hierna, van een avondbe
zoek huiswaarts keerende, werd aangevallen
en gewond, kon waarlijk niet strekken om
den indruk, dien zijn onthulling® gewekt
hadden, te verzwakken; integendeel.
Bovendien, ineer dan de gemeenteraad werd
g. bi andmei kt; de minister Boscit, vroeger
lid van bedoelden raad, moet ook aan de schan-
d:..en hebben medegedaan. Deze lieer, einde
lij!. door den markies uitgedaagd tot een
t\v jsgevecht, heeft er iets op verzonnen, dat
woikelijk vernuftig mag heeten. Hij zegt, de
mrrkies van Cabrinana is niet toerekenbaar;
hij lijdt aan vervolgingswaanzinwat van
den gemeenteraad van Madrid en van hem
zei i, en van den minister Bosch wordt ver
teld, is klinkklare laster, eu bij weigert met
zoodanig persoon te dueileerenmaar de
bevolking denkt er anders over. Ze gelooft
den markies, en onder anderen de studen
ten steken volstrekt niet onder stoelen en
banken, dat ze de groote dieven gaarne te lijf
zouden willen. Ze houden betoogingen, ja
zelfs met liet plan om, de koningin
regentes duidelijk te maken, wat ze van den
toestand dachten. De vorstin heeft daarom
van baar gewoon wekelijksch bezoek aan een
der kerken te Madrid afgezien en heeft zich
niet in het openbaar vertoond.
En het ministerie Het laat de volksver
tegenwoordiging stilletjes te huis, uit vrees
zeker, dat de zaak in het hoogste staats
lichaam ter sprake zou komen. En evengoed
weet het ministerie, dat een ontbinding van
de volksvertegenwoordiging de verkiezing van
eeu nieuwe Kamer ten gevolge zou hebben,
van welke de regeering niets te hopen, maar
alles te vreezen beeft. Het is jammer voor
den minister-president, die als een eerlijk
man bekendstaat, inaar bot belang van land
en volk eischt, dat het volle licht opga over
alles, wat er in de hoofdstad met de financiën
heeft plaats gegrepen.
SCHIEDAM, 7 December 18!)5.
De hevige storm die de beide laatste dagen
onafgebroken woedde, beeft hier ter stede
gelukkig geen noemenswaardige schade aan
gericht.
Het water kwam bij den vloed van heden
morgen 8 uur nog 15 duim hooger dan
gisteravond.
Nabij den Draakmolen woei de kruin van
een boom, een andere boom aan den Noord-
vestsingel, nabij het exercitieveld, woelde los
en is door stadswerkers omvergehaald.
Aan het Westerhavenhoofd werden door
het afstroomende water eenige straatsteenen
losgewoeld.
Bij het ter perse gaan van ons blad was
de wind veel bedaard en stond het water
ongeveer 3 voet op de Hoofdstraat.
CZ
9*
O
w
O
CS
a
+2 -»
GC o~
£2 o
cs
0
p
-»■=>
CS
•-J
5»
sS
Uitvoer
ia
vau de
productie
(1 hi X 100).
12
OÏ ZC ZO cf T C3 CO t-"
^xx^v^^^e^xx
Uitvoer
(4iO.)
tt
283 079
241.390
243.582
209.422
278 257
285,290
290.249
202 807
205.887
255.021
C3
C3 O cs i
5 3 fl O vj -T-_
m ei 33 *73
t>
•n o co ei oi Ti o i> Cs
X O O 7 t-- O GO
-r O Cl 00 00 iO
o d - d r' v? o -H r-^
X CC C; O T. (M
XXXXXX^-^^**^
Vrij van accijns
ander.
0
r- v* at o o <n
X O O 7» v? 00 O v?
O w h X O] O O I>
gemot hy-
leerd.
8
X O t— iO C7 x O X
O X O C -H OI W OO
-7 O x CO - X 71 O UT O
x o cd y5 o
-h
Vcraccijnsd
binnen
iandsch
(5-0)
7
Cl t- O O 71 Cï O
iO c: 07 CO 30 w N 71
i> x cd t> i ci X
c o c c c o x x yj o
xxxxxxxx XX
^3
a o
1^ O O O O I>
iO C- lO O O 7» O O lO
t- j cl CI cl Cl OG v? Cl
oö cd c- i-* o
Cl Z l Cl C> Cl X Cl Cl Cl Cl
binnen- en
buiten
landsch.
391.800
389.904
390.001
395.547
390.982
401.883
410,098
412.647
410.470
420.077
Productie
totaal
(2 3)
A
073 171
027.556
035.100
060.184
071.459
079.738
700.728
074 618
087.094
-382.010
andere
brande
rijen.
3
O Cl O X O
O i7 iC *-T X O
oq 1 X X O L-;
cd -4 cd ci v* v?
Cl "H
Grnan-
brandc-
rijen.
2
000.1 ll
025 904
035.100
000.184
071.459
609.879
079.277
001.279
073 10 i
077.844
Jaren.
1
i-O x r- X O O Cl X V«*
xccxxxoxooo
X
Deze staat is samengesteld uit gegevens
van de Jaarcijfers der Centrale commissie
voor de statistiek en van het verslag dei-
Kamer van koophandel en fabrieken.
Voor 1892 levert de optelling van kolom
2 en 3 1000 HL minder dan in kolom 4 is
aangegeven. Waar de fout schuilt kunnen
we op 't oogenblik niet nagaan.
Bedriegen wij ons niet, dan bestaan in
Nederland buiten de graanbranderyen geen
andere dan de melasse-spiritusfabriek te
Zevenbergen, zoodat kolom 3, althans in de
laatste jaren, alleen de productie van deze
fabriek zou bevatten.
Het verbruik van buitenlandsch gedistil
leerd is blijkens kolom 6 nog altijd aanzien
lijk, al neemt het sedert 1890 vrij regel
matig af. Zou niet krachtiger kunnen gewerkt
worden om dit verbruik te -vervangen door
dat van binneniandsch en dus ten goede te
doen komen aan de vraag naar ons eigen
product?