A0. IS96.
Zondag 19 en Maandag 20
Januari.
N°. 8963
Eerste Blad
KENNISGEVING.
ISTeg'enen^eertig'^t© Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER, J. ODÉ.
Collecte ramp te Zwartewaal.
Binnenlandse lie lie rich ten.
abonnementsprijs, per kwartaal
jfranco per post, door het geheele Rijk
Afzondei lij ke iioraroers
f 1.83.
- 2.50.
- 0.10.
BURSAS: B 4» T E at S «ff Bt A A T 7®.
AnvERTENTlEPRiJSvan 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone ïegel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
M3ggasgsTjmfc.w*i *m nma
Burgemeester en wethouders vak
Schiedam
brengen ter openbaie kennis, dat door hen,
op verzoek van den heer Burgemeester van
ZWAPiTJEWAAL, aan eene commissie uit
die gemeente vergunuing verleend is tot het
houden van eene COLLECTE langs de
huizen van de ingezetenen dezer gemeente,
op Rln<«dag den 2in Januari a.s., ten
behoeve van de weduwen en weezen van de
bij de jongste stormen zoo zwaar getroffen
vissol leisbevolking van dat dorp.
Schiedam, den 18deri Januari 1896.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VISSER L.-B.
Be Secretaris,
VERInÈDE.
Schiedam, 18 Januari 1896.
jln den Kyff htiuser, een berg in 't midden
van Duitschland, slaapt in een betooverd slot,
naar een algemeen bekende sage, de oude
•keizer Frederik Barbarossa."
Daar rust hij op een ivoren zetel, aan een
mai meren tafel, waardoor zijn lange baard
i= ieengegroeid. Na lange tusschenpoozen wekt
hij in den slaap een dwerg, die zich moet
gaan ovei tuigen, of nog de oude raven om
den bergtop vliegen. Zoolang deze nog krij-
sehend de kruin des Kyff hiiusers omzweven,
moet hij blijven sluimerenmaar zijn ze weg-
dan zal hij ontwaken, hij met zijn
getrouwen, en zij zullen ojManu uit den
doiikm en schoot der aarde, en m het licht
treden, en de glorie van liet Duitselie rijk,
die met hen is heengegaan, teiugvoeren en
herstellen.
Ziedaar, een van de talrijke vormen, waarin
de wensch naar een vereenigd en krachtig
Duitschland is uitgedrukt.
Honderden malen en in honderd andere
vormen is die wensch herhaaldvan die een
heid is gedroomd, er is met haar gedweept,
er is voor haar geleden en gestredenin
1848 scheen zij de werkelijkheid nabij
alles om nietl De oude raven weken niet
van den top des Kyiïhausers; heersch- en
belangzucht van kc-iingen en vorstjes, ijver
zucht en tweedracht onder de volkeren ble
ven bestaan, en de Duitselie eenheid leefde
itot dusverre alleen in liet Duitselie volkslied,
■dat op de vraag: Wat des Duitsehers vader
land was? PruisenlandZwabenland? de
wijnbergen langs den Rijn misschien of de
vlakke stranden aan de Belt tot antwoord
gaf: o neen, neen, neen, zijn vaderland moet
grooter zijngeheel ons Duitschland moet liet
zijn!
Maar al mochten ook Üuitsche zangers op
hun feesten in geestdrift ontvonken voor
eenheid en broederschap, buiten die fees
ten was het ander*, en iedereen zag duidelijk
en klaar, dat liet moeten van het lied nog
altijd maar een moeten en een zullen was.
Tot dusverre zeiden we straks. Maar
zou de droom geen werkelijkheid kunnen
worden?
Zou Barbarossa niet het vakerig oog kun
nen openen en binuen een betiekkelyk koit
tijdsverloop op zijn vraag aan den dwerg,
hoe 't met den nacht staat, niet tot antwoord
kunnen erlangen, dat de raven tot den aftocht
besloten schijnen?
De oude partijschappen zijn voor 't oogen-
blik vergeten; de tweedracht zwijgt. Geen
Duitsehers slingeren meer het oorlogszwaaid
tegen Duitsehers, maar allen strijden zij aan
zij, tot bewondering van Europa, legenden
vreemden aanrander
Er braust eïn Ruf, wie Donnerliall,
Wie Schwertgeklirr und Wogeuprall;
Zum lihein, zum Bhein, zum f reien Rhein
Wer will des Stromes Huter sein?
En niet alleen met woorden, maar thans
ook met daden heeft ganscli Duitschland op
die vraag geantwoordWir alle wollen
llüter sein!"
En de ellendig stervende Duitselie soldaat
put in zijn doodsnik nog een laatsteu troost
uit de gedachte:
Lieb Vatcrland, kannst ruhig sein:
Eest stekt and treu die Wacht am Rhein.
Meer dan vijf en twintig jaar zijn er ver-
loopen, sedert bovengenoemde ontboezeming
werd geschreven, 't Was onder den diepen
indruk van de ontzaglijke gebeurtenissen,
die elkander met tooverachtige snelheid
opvolgden. Duit&cldand en Fiankrijk stonden
in bloedigeu krijg tegenover elkander. Yan
Augustus "7U tot het einde van dat jaar was
de tocht der Duitselie legerscharen in Fiank-
rijk niet anders dan een lange triomftocht:
de laatste dag van '70 zag de Duitselie troe
pen orn liet belegerd Parijs; de stad der
weelde was een stad van lijden en ontbering
geworden. En niet verre van daar, in de oude
koningstad der Fransehe koningen, in het
vorstelijk Versailles, had nabij het weelderig
paleis van Lodewijk N1V de oude Pruisische
koning Wilhelm zijn verblijf gekozen, en in
de vertrekken, die hij doorschreed, vertoonden
trotsche muurschilderingen de overwinningen
weleer door de Franschen op Duitsehers,
Nederlanders en Spanjaarden behaald. Wat
mag er menigmaal in liet hart diens ouden zijn
omgegaan, wiens ouders door den eersten
Napoleon verdreven waren tot aan de uiterste
grenzen van liet Pruisische koninkrijk, wiens
moeder van verdriet over de beleedigingen
en vernederingen gestorven was, haar dooi
den harteloozen Franschen keizer aangedaan
En op den achttienden Januari 1871, juist
vijf en twintig jai en geleden, zag Barbarossa's
dwerg de laatste raaf van den Kyffhauser
verdwijnen; de oude Barbarossa stond op, en
met zijn oude getrouwen om zich heen, werd
midden in vijandelijk land de glorie van het
oude Duitselie rijk hersteld, werd iri de statie-
zaal van Lodewijk XIV, den geweldenaar, die
Duitschland diep vernederd en beroofd had,
Wilhelm I uitgeroepen tot keizer van het
Duitselie rijk.
Toen in 1848, in een woeligen, revolution-
nairen tijd, aan Pruisens koning Frederik
Willem IV de keizerskroon weid aange
boden, sloeg deze dit aanbod af onder het
uitspreken der volgende merkwaardige woor
den: »De Duitsche keizerskroon kan slechts
op het slagveld verkregen worden." In 1871
werd deze voorwaarde vervuld. Reeds in
1870 had koning Lodewijk II van Beieren,
-n bekende vriend en beschermer van
Richard Wagner koning Wilhelm uitge-
noodig 1 den Duitschen keizerlijken titel te
aanvaarden en aan den nieuwen bond den
naam van nDuitsch Rijk" te geven. Tegelij
kertijd bad hij zich tot de andere Duitselie
vorsten en de senatoren der vrije steden ge
wend met het voorstel zich bij deze uitnoo-
diging aan te sluiten. Den 9n December be
sloot de Rijksdag van den Noordduitschen
bond een deputatie naar liet hoofdkwartier
van koning Wilhelm af te zenden, om dezen
te verzoeke® door liet aannemen van de
Duitsche keizerskroon het werk der eenheid
te bekronen. Aan het hoofd der deputatie
stond de eenvoudige heer Simon, die 23 jaar
vroeger tot koning Fred et ik Willem IV de
zelfde uitnoodiging had overgebiacht. Maar
nu waien de omstandigheden veranderd, en
koning VYilhelm aanvaardde het aanbod onder
voorwaarde, dat de Duitsche vorsten en de
vrije rijkssteden eenstemmig zouden zijn met
den wensch van het Duitsche volk. Toen van
die eenstemmigheid was gebleken, bepaalde
koning Wilhelm, dat op 18 Januari 1871 liet
Duitsche keizerrijk zou worden gepioclameerd.
Geheel in den geest van den gi ijzen vorst
werd deze plechtigheid kerkelijk ingewijd.
De hofprediker Rogge hield een rede over
Psalm 21: vlleer, de Koning verheugt zich
in Uw kiacht, want gij overlaadt hem met
zegeningen; gij zet een gouden kroon op zijn
hoofd" enz. Met het zingen van het bekende
lied: »Nun danket Alle Gott" werd de ker
kelijke plechtigheid besloten. Daarop kondigde
de koning in de Fransehe koningszaal het
herstel van het Duitselie rijk af, waarna Bis
marck een pioclamatie aan het Duitsche volk
met luider stem voorlas, met liet merkwaar
dige slot: »God geve, dat wij steeds liet
Duitsche rijk vergrooten, niet door verovering
in den oorlog, maar door de goede gaven des
vredes op het gebied van nationale welvaart,
vrijheid en kaïakter". Daarop tiad de groot
hertog van Baden naar voren, hief den helm
omhoog en riep met luider stemme: »Lung
leve Zijn Majesteit keizer Willem Met geest
drift stemden alle aanwezigen hiermede in,
en de muziek speelde het volkslied Heil
Du' inti Siegerkranz".
lieden viert Duitschland liet herinneririgs-
fee-t van deze gebeurtenis van voor 2a jaren.
Heengegaan zijn bijna zonder uitzonderiug
allen, die bij liet groote werk een hoofdrol
speelden. Alleen Bismarck leeft nog van het
groote drietal: Wilhelm, Bismarck, Moltke.
Maar de tachtigjarige zal het gedenkfeest te
Berlijn uiet medevieren. En dit is jammer;
Bisntarcks tegenwoordigheid op dit zilveren
feest van liet Duitsche rijk zou nog eenmaal
het gioote beginsel van onze eeuw hebben
verlevendigdiHet denkende hoofd naast den
vorst, onder welken titel dan ook, heeft even
veel beteekenis als de monarch zelf jg Zonder
een man als Bismarck ware Duitschland
wellicht gebleven, wat het zoo lang is geweest
een gioot lichaam, maar zonder ziel. Ge
lukkig de natie, gelukkig ook elke kleine cor
poratie, die op een man van zulk een wils
kracht mag roemen
SCHIER AM, IS Januari 1SÜ6.
Vergadering van den raad der gemeente
Schiedam, Dinsdag 21 Januari 1896, des
nam. ten 1% ure.
Agenda
I. Vaststelling der notulen van de ver
gadering, gehouden 7 Januari j.l.
II. Mededei'ling van de ingekomen stukken.
III. 3e suppletoir kohier pi. dir. belasting
naar het inkomen, dienst 1894,5.
IV. Adressen aan P. van der Velden Cz. e. a.
om i estitutie van pi. dir. belasting over 1895.
V. Adres van C. Timmerman om eervol ont
slag als leeraar in de Engelsche taal en letter
kunde aan de II. burgerschool.
VI. Benoeming van curator van het gym
nasium.
VIL Voorstel van burg. en weth. tot wij
ziging van de verordeningen op liet havengeld.
En verdere vooistellen en mededeelingen.
Arme visscliersDe zee heeft weder tal
van offers geëischt. Zesentwintig visschers,
alleen van Zwartewaal, kwamen bij de uit
oefening vau hun beroep om het leven, vrou
wen en kinderen onverzorgd achterlatende.
Wij, dorpsgenooten, zeggen die van Zwarte
waal, staan schouder aan schouder en willen
onzen plicht doen, ten volle. Zouden wij,
Nederlanders, die immers den naam dragen,
weldadig te ziju, niet tot de zwaar beproefde
inwoners van Zwartewaal zeggen»En wij,