DENEMARKEN.
Binnenlandsche Berichten.
De beide Kamers van den Ryksdag hebben
Dinsdag de begrooting, in den zin zooals die
door de gemeenschappelijke commissie was
gewijzigd, goedgekeurd, zoodat de door de
regeering ingediende krediet-aanvrage van
twee twaalfden is vervallen. De commissie
heeft alle strijdvragen ter zijde gesteld. Het
Landsthing (Ie Kamer) heeft zijne militaire
eischen opgegeven, terwijl het Folkething
(2e Kamer) heeft afgezien van zijne eischen
tot ondersteuning van het officieele blad Ber-
lingslce Tidende, subsidieering van het vredes
bureau te Rern overname van de stooin-
vannlijn Esbjerg Packerstone door den staat
en ile buitengewone verhooging van eenige
onderwijzersjaarwedden. De doorde regeering
goedgekeurde gewijzigde begrootirig sluit met
eeue bate van 750,000 kronen.
OOSTEN B IJ K-Il O N G A It IJ E.
In de Jong-Czechische club uit de Oosten*
rijksche Kamer zijn 34 leden voor het kieswet-
ontwerp van graaf Badeni en tien daartegen.
De club heeft daarop van de kiesreebther-
vorming eeri partijkwestie gemaakt. Dienten
gevolge dreigen 7 leden onder aanvoeling
van den afgevaardigde Baschaty uit de partij
te treden.
ITALIË.
Keizer Wilhelm is te Palermo aangekomen.
De saluutschoten van het Italiaansche smal
deel werden beantwoord door de Kaiserin
Augusta, die het keizerlijk jacht vergezelt.
In de stad wordt gevlagd.
Baldissem moet geseind hebben, dat Menelik
als nieuwe voorwaarden voor den vrede gesteld
heeftvergoeding voor de vrijlating der gevan
genen, herziening van het traetaat van Ucialli
en hernieuwde vaststelling der grenzen.
De JF. Zürcher Ztg. verzekert, uit Abessy-
nisehn bron vernomen te hebben dat Menelik
waarschijnlijk spoedig aan Italië een ultima
tum zal stellen. Dit besluit moet vooral door
den tocht der Engelschen naar Dongola bij
hem opgekomen zijn. In elk geval zou Menelik
in het najaar den oorlog willen voortzetten,
als zijn eischen niet door Italië worden
ingewilligd.
Nog steeds is de telegrafische gemeenschap
tusschen Massowah en Assab afgebroken. Alle
berichten over de gebeurtenissen in Erythrea
moeten dus onder voorbehoud worden aan
genomen.
Bet Italiaansche stoomschip Ruhattino zal
te Massowah de generaals Delmayuo en Muzza
benevens 40 officieren aan land zetten.
Do paus heeft zijn gezag over de Koptische
berk in Egypte hersteld, nadat dit meer dan
■vier eeuwen onderbroken is geweest. Zondag
zijn twee Koptische bisschoppen, éën voor
Beneden-Egypte en een voor Opper-Egypte,
gewijd in tegenwoordigheid van mgr. Sogaro,
die daartoe speciaal door den paus was afge
vaardigd, en van eenige diplomaten en consuls
en de voornaamste van de vreemde ingezetenen.
B L G A R IJ E.
De reis van vorst Ferdinand naar Rusland
is uitgesteld tot Woensdag of Donderdag der
volgende week. De sultan vereerde den vorst
een kostbaar geschenk en verleende aan
prinses Clémentine het grootkruis der Shefa-
kat-orde in briljanten. Maandag wordt door
deri Russischen gezant te Konstantinopel een
feestmaal gegeven ter eere van prins Fer
dinand. Waarschijnlijk geeft ook de Britsche
gezant een gala-diner.
T R K IJ S.
De regeering rust vier oorlogsschepen uit
tot hel tegengaan van den geheimen invoer
van wapenen te Zeitoen en tot bewaking der
kust bij Mersina.
De Times verneemt uit Konstantinopel, dat
de sultan Frankrijk en Rusland heeft teleur
gesteld door de Engelsche Soedan-expeditie
zeer kalm op te vattenhij vergenoegde zich
met het vragen van de noodige inlichtingen
te Londen door den Turksclien gezant; de
verstrekte inlichtingen zouden den sultan
volkomen bevredigd hebben.
Berichten uit Athene melden dat de gou
verneur van Kreta, Turklmn pacha, er in
geslaagd is de rust te herstellen, nadat een
106-tal personen gevangengenomen en een
d4-tul verbannen waren.
Volgens een der Duilsche bladen is een
belangrijke diefstal in de schatkamer van den
sultan ontdekt. Er moeten zeer oude kunst
werken van onberekenbare waarde zijn gesto
len. üe schuldige zou een hoogwaardigheids
bekleder zijn.
EGYPTE,
Een bericht uit Wadi Haifa meldt, dat de
derwischen van Dongola noordwaarts opruk
ken men zegt dat zij van plau zijn de
Egyptische communicatielijn aan te vallen.
Verscheiden Engelsche officieren zouden giste
ren naar Soeakim vertrekken, waar binnen
kort de vijandelijkheden kunnen beginnen.
De toestand van het Soeakin-district, waar
heen Osman Digna met een sterke leger
macht oprukt, wordt als vrij gevaarlijk be
schouwd. De Egyptische troepeu aldaar be
staan slechts uit een Soedaneesch en twee
Egyptische bataljons, waarvan er een uit pas
opgeroepen reservemanschappen is saam-
gesteld.
Het tiende Soedaneesche bataljon gaat nu
naar Tokar. Mocht Osman Digna, die op
Sinkar aanrukt, zoowel Tokar als Soeakin
insluiten, dan zonden in beide plaatsen ver
sterkingen noodig zijn.
A E It I K A.
Uit Pretoria wordt van gisteren gemeld
Het volgende telegram is door de regeering
der Zuidafrikaansche republiek aan sir Her
cules Robinson gezonden De regeering heeft
vernomen dat er hulp gevraagd wordt om
vrouwen en kinderen in Matabelenland te be
schermen. Indien het Engelsche gouverne
ment dat verlangt, is de regeering bereid
haren burgers toe te staan te dien einde naar
Matabelenland op te rukken.
In verband met de gisteren medegedeelde
opinie van de Daily Chronicle over Jameson's
verantwoordelijkheid voor de onlusten in Ma
tabelenland, is het niet zonder belang dat dr.
Holub, de bekende Oostenrijksche reiziger
in Zuid-Afrika, Maandag aan een journalist
schreef«Het is nu 9 jaar geleden dat ik Zuid-
Afrika heb verlaten, maar ik was absoluut
zeker van een opstand der Matabelen zoodra
ik hoorde van Jameson's handelwijze. Ieder
veldheer behoort goed te overwegen wat de
gevolgen zullen zijn van het mislukken zijner
plannen, maar het schijnt dat dr. Jameson niet
gerekend heeft op een opstand der Matabelen
in geval hij in Transvaal het onderspit mocht
delven."
Reuter verneemt dat de militaire aange
legenheden in Matabelenland in een overgangs
toestand verkeeren; sir Richard Martin zal
binnenkort uit Engeland vertrekken om het
opperbevel over de troepen, die nu onmiddel
lijk onder de regeering staan, te aanvaarden.
Er bevinden zich op dit oogenblik omstreeks
800 vrijwilligers en wat politie te Buluwajo.
Uit Kaapstad wordt bericht dat Sauer zich
als aanvoerder der opposite heelt terugge
trokken.
De telegrafische gemeenschap met Bulu
wajo is verbroken.
0 II I JS A.
Naar de Times uit Singapore verneemt,
z(jn te Kanton weer opruiende plakkaten aan
gehecht, waarin 100 dollar voor het hoofd van
elkeu vreemdeling wordt uitgeloofd.
JAPAN.
De Kamer van afgevaardigden heeft de
liberale perswet aangenomen.
SCHIEDAM, 2 April 189C,
Vergadering van den raad der gemeente
Schiedam, Dinsdag 7 April 1896, des nam.
ten 2 ure.
Agenda:
1. Vaststelling der notulen van de laatst
gehouden vergadering.
2. Mededeeling der ingekomen stukken.
3. Benosming van een curator van het
gymnasium.
Aanbevolen zijn de heeren1. mr. D. Lod
der, 2. dr. B. de Bruijn.
4. Idem van negen leden in de commissie
vau voorlichting, bedoeld in art. 19 der ver
ordening op de heffing der pi. dir. belasting
naar het inkomen, voor het belastingjaar
1896,97.
Op de aanbeveling van dubbeltallen zijn
door burg. en weth. geplaatst de heeren:
1. M. Krauen, 2. A. van Buijsen1. H. R,
M. A. van Gent, 2. W. A. J. Wittkampf;
1. J. van der Hout, 2. A. Bosman; 1. C.
M- Knoop, 2. J. J. Soudan 1, G. W. Snel,
2. G. van der Zee; 1. T. E. J. Kramers, 2,
G. H. Timmerhaus 1. Th. Kudders Jr., 2,
J. de Goederen Wz.1. A. J. J. de Groot,
2. D. Visser1A. Kimmijser, 2. J. H. Ris Hz.
5. Idem van een leeraar in Fransche taal
aan het gymnasium en van een leeraar in
Fransche taal en letterkunde aan de hoogere
burgerschool.
Op de aanbeveling voor beide betrekkingen
zijn geplaatst: 1. C. W, B. Ingenhoes, leeraar
aan de hoogere burgerschool te Warffum
2. E. M. J. C. Belrnonte, leeraar aan de hoo
gere burgerschool te Zieriksee.
6. Idem van een onderwijzer 3e klasse bij
het openb. lager onderwijs, om zijne betrek
king te aanvaarden aan de 2e openb. tus-
schenschool.
Op de voordracht zijn geplaatst: 1. A. P.
Vooren, onderwijzer te Waardenburg, 2. IJ,
H. Piasmans, onderwijzer te Heerle (gemeente
vouw), 3. H. T. Goudswaard, volontair-
onderwijzer te Rotterdam.
7. Adres van mej. J. J. van Vliet om ont
slag als onderwijzeres in nuttige handwerken
aan de openb. tus«chenschool voor meisjes.
8. Vaststelling van het kohier der pi. dir.
belasting dienst 1896.
9 Suppletoire begrooting voor 1896 voor
het St.-Jacobs-gasthuis.
10. Voortzetting der behandeling van de
ontwerp-verordening, regelende de jaarwedden
enz. van leeraren aan den openb. scholen
voor hooger en middelbaar onderwijs.
11. Voorstel van burg. en weth. tot het
aanleggen van een strekdam in de rivier de
Maas aan de westzijde der voorhaven, voor
de terreinen van de firma Van Deventer ert-
Zn. alhier.
Door den burgemeester zijn onteigend 65
runderen, 4 zeugen, 15 biggen, 10 schapen
en 1 bok, toebehoorende aan den veehouder
C. Hoogenboezem alhier, die verdacht zijn
wegens mond- en klauwzeer.
Het plan bestaat deze runderen enz. naar
Rotterdam te vervoeren en in het abattoir
aldaar te doen slachten.
Met ingenomenheid bezichtigden wij de
teekeningen, door de leerlingen der burger
avondschool in den afgeloopen cursus aan die
inrichting vervaardigd. Getuigt de uitgebreide
verzameling reeds van grooten ijver en werk
lust der scholieren, de uitvoering er van levert
het bewijs van grondig en kundig onderricht,
van een geoefend oog en een vaste hand. In
enkele voorwerpen in hout, door sommige
leerlingen in hun vrijen tijd naar lijnteekenin-
sei
mt
mi
in{
gn
m
j
I
Bch
ver
leg
1
opg
m
tair
legt
A
der
Wez
kon
gein
lievi
M
lokk
acht
en t
T.
bleel
helft
geno
kind. dat ik gereedstond u een bezoek te bren
gen Ik ben thuis wat slecht ontvangen. Edith
lijdt aan hevige migraine en daaraan schijnt mijn
onveiwachte terugkeer mee schuld te hebben.
Ik heb laar nog niet gezien. Maar gij kijkt ook
a! niet vroolijk, Ingeborg. En wat hebt gij mij
daar meegebracht T'
Zij hield hem het glas met poeier voor en
vroeg: «Wat is dit, vader? Als ik u bidden
mag, zeg mij eerlijk wat het is.'
«Ja, mijn kind, dat zal zoo op het eerste
gezicht bezwaarlijk gaan," sprak hij, verbaasd
over hare drift. «Laat eens zien."
Hij schudde iets van het witte poeier op de
hand, iook er aan en lei toen met den natten
vinger een weinig op de tong.
tlla," riep hij toen, adat geheimvolle poeier
moest gij al lang kennen, lieve Ingeborg't Is
niets anders dan het wonderdadige geneesmiddel,
de kunstmatig vervaardigde chinine, waarvan uw
eigen man de gelukkige ontdekker is."
Ingeborg had klaarblijkelijk iets anders in het
poeier gezien maar zij ging voort te vragen
nïLin dit geneesmiddel onder zekere gegevens
ook gevaarlijk worden voor een zieke, vader?"
«In te gmote hoeveelheid toegediend, zeker
«Stel, men vermengt deze hoeveelheid met
ongoveer drie eetlepels water en geeft er een
doodzieke een lepel van in, welke zullen dan de
gevolgen zijn
Hij zal een zachten dood sterven, mijn kind
Zulk een dosis zou zelfs bij een gezond en krach
tig menseh verlamming der hartspieren ten ge
volge hebben."
«Als dit het geval is, vader, dan is mijn
echtgenoot een moordenaar, en kan ik geen uur
langer meer met hein leven."
Vreeselijk ontsteld vatte de professor hare
hand. «Ingeborg.... mijn kind.... kom tot
u zelf Gij weet niet, wat gij zegt I"
»Ot' ik dat weet I Ik ben volkomen bedaard,
ofschoon ik we) reden zon hebben om mijn
verstand er bij te verliezen. Uw schoonzoon is
een bedrieger, een dief en een mooidonaar, en
ik zou er nrits tegen inbrengen, wanneer gij
kondet goedvinden hem aan liet gerecht over te
leveren."
Prolessor Wallroth trok de sidderende vrouw
naar zich toe, zette zich met haar op de sofa
en trachtte haar door vriendelijke woorden te
kalmeeren.
«Ik mag niet gelooven dat die vreeselijke
aanklacht op goede gronden rust," sprak hij.
«Hier moet een treurig misverstand in het spel
zijn en dit zal blijken, wanneer gij mij geregeld
alles vertelt, wat er gebeurd is, alles, verstaat gij V'
En Ingeborg vertelde, zonder iets achter te
houden van Valentin Diiringhoffen's uitla
tingen op den bewusten Pinksterdag tot aan
den misdadigen aanslag tegen hem van haren
man, waarvan zij zelve getuige geweest was.
Buiten zich zeiven van aandoening en veront
waardiging stond de professor op en liep de
kamer op en neer. De aderen van zijn voorhoofd
zwollen op en zijn toorn tegen den nietswaar
dige gaf zich in eenige afgebroken zinnen lucht.
«Er is geen twijfel aan, de uitvinding is van
DüringhofTen," riep hij ten laatste, «en hij heeft
haar geëxploiteerd in liet vertrouwen, dot diens
dood spoedig zou volgen. Maar nog is het tijd
den bedrieger te ontmaskeren en bij God, ik zal
het doen, oogenblikkelijk 1"
Hij schelde om zijne laarzen en jas, en ter
wij! hij zich gereedmaakte om uit te gaan,
sprak hij
«Natuurlijk zet gij geen voet meer in de wo
ning van den laaghartige. Gij blijft hier, en wel
zoolang tot de scheiding is uitgesproken. Ik moet
nu eerst met Edith spreken. Zij moet zorgen,
dat gij hier een rustig en veilig verblijf vindt."
De professor wilde heengaan, doch Ingeborg
trad hem na kort beraad in den weg.
«Vader, ook die heeft verraad gepleegd. Het
snijdt mij door het hart het te moeten zeggen,
maar ik mag het niet verzwijgen. Ziehier
lees dezen brief 1"
«Dat is Edith's hand," sprak de heer Wall
roth na een vluchtigen blik op het biljet. En
toen hij het gelezen had, vroeg hij met bevende
stem
«En aan wienaan wien was deze brief
gericht
«Ik heb hem in den binnenzak van mijn mans
jas gevonden, toen ik naar dit flescbje zocht,"
Wordt vervolgd