Gemengde Berichten. PEIt TEL EG HAAF. j Generaal Deijkerhoff seint, dat niemand in Atjeh kan gissen dereden van bet gedrag van Toekoe Djohan, die zelf in een brief opgeeft onheu- scbe bejegening van eenige zijner lie den door twee ambtenaren. Voor zooverre nagegaan, is dit zeer ge zocht. Toekoe Djohan moest optreden tegen Lamkrak op 29 Vaart en onze troepen den dertigsten. Hij deed dit niet en schreef een brief. Militaire gemeenschap verbroken met Lamkoenjit. Biloel, Anak Ga- loeng, Senelop, ivroeng Gloempang en Tjot Eang doch brieven van de commandanten ontvangen. Weinig beschotenhulp onnoodigruim vivres en ammunitie. Gemeenschap zoude te openen zijn. waren troepen niet noodig voor observatie. föekoe Djohan pleegde nog geen vijandelijkheden, versterkte alleen Pakan Badak en Lampisnng. Ilier be vinden zich woningen van Toekoe Djohan. Ik vermeen, dat Toekoe Djohan niet tegen het centrum van het verzet wilde optreden, omdat hij daardoor met de hoofden van het verzet zou breken. Land- en Tuinbouw. Koloniën. gen vervaardigd, bespeurt men hun toewijding en goeden smaak. De tentoonstelling in het gebouw der hoo- gere burgerschool, de vrucht van zevenmaan- delijkschen arbeid, is een welsprekend resul taat voor onze burgeravondschool. Hedenmorgen te 8 uur -werd Jacobus Schijf, molenaarsknecht aan den stoomkorenmolen ïDe Draak", aan beide beenen gekneusd, door dien hij bij het doormidden springen van een der maalsteenen, de eene helft er van tegen de beenen kreeg. Hij werd per rijtuig naar zijn woning aan het Oude Kerkhof vervoerd, waar hem ge neeskundige hulp werd verleend. De molenbaas F. van der Touw kreeg de houten bekleeding van den steen tegen het lichaam en werd dientengevolge een eind weggeslingerd hij bewam echter geen letsel. Het B. v, d. D. ontving gisteren het vol gende telegram uit Batavia: Het 9e bataljon vertrekt morgen met. gene raal Vetter als regeeringscommissaris, en maioov Breijer als zijn adjudant. Kolonel Stemfoort is ter beschikking gesteld van generaal Vetter. Er worden nog drie bataljons gereedgemaakt. Het N. v. d. D. ontving beden het volgende telegram uit Batavia: Een aanval op Tjot Goë (zuid buiten de linie) is afgeslagen. Onzerzijds geen verliezen. De meerderheid der hoofden is naar Oemar overgeloopen. Toestand ongewijzigd. Het blijkt meer en meer, dat eene omvang rijke campagne door Toekoe Djohan en zijne bondgenooten tegen ons is op touw gezet. Het telegram van onzen correspondent ver meldt, dat alle forten door den vijand om singeld zijndaarmede worden ongetwijfeld bedoeld onze posten buiten de geconcentreerde linie. Maar ook Oleh-leh aan de kust binnen onze linie schijnt ingesloten te zijn. Het regee- ringstelegram meldt daarvan echter niets. De posten, waarmede «rigteni het regee- ringstelegram de militaire gemeenschap ver broken is, liggen allen buiten onze geconcen treerde linie. De punten, die volgens dat telegram door Toekoe Djohan versterkt zijn, liggen op de buitengrens van de strook, die om de geconcentreerde steiling is open- gekapt in het Westen. De correspondent der N. B. Ct. te Batavia seint onder dagteekening van Jteden Alle forten zijn door den vijand omsingeld, maar goed voorzien van ammunitie en levens- middelen. Toekoe Djohan heeft Oleh-leh ingesloten met 2000 xnau uit Pedir in loop graven. Vier oorlogsschepen houden bij Oleh-leh de wacht. Versche troepen worden tot ontzet verwacht. 1 liet verraad van Toekoc Oemar. De gep. luitenant-kolonel G. B. Hooijer schrijft aan de 2F. B. Ct,j Het is helaas 1 maar al te waar. Na het verraad op Lombok trof nu ons dapper Indisch leger het verraad op Atjeh. 1 Wat als gerucht in de couranten werd 1 opgenomen, is niet alleen bevestigd, maar nog j in gewicht toegenomen. j Op Lombok werd het om politieke en mili- 1 taire redenen noodig geacht, onze troepen te I legeren onder de muren der Baliërs. Men spiegelde zich daarbij niet aan de lessen j der geschiedenis, die er toch zoo duidelijk op 1 wezen, dat men den Baliër niet vertrouwen kon, en dat hij uitnemend slag had, met de f geheele bevolking tijdelijk een air van vrede- lievendheid en onderwerping aan te nemen. I Men wilde waarschijnlijk geen verzet uil- lokken en liet, ter wille van dat goede doel, f achterwege, zich op die punten te versterken er: te dekken. Toen week op week verliep en alles rustig bleef, toen de oorlogsschatting reeds voor de 1 helft was betaald, bleef men begrijpelijk genoeg, al is het ook te betreuren ver trouwen op het woord van den vorst en plukte men daarvan de wrange vruchten. Op Atjeh trachtte men onzen invloed uit te breiden buiten de geconcentreerde linie en deze te omgeven, niet alleen met een zooge naamde opengekapte strook van 1000 meter breedte, maar ook met een terrein dat van geestdrijvende vijanden gezuiverd zou zijn. Ook daarbij wilde men liefst niet vechten. Toen het bleek, dat het gewenschte resultaat wellicht te verkrijgen zou zijn door Toekoe Oemar in genade aan te nemen en hem ver giffenis te schenken niet alleen voor zijn strijd tegen ons daartoe had hij recht maar ook voor zijn snood verraad, toen werd de verzoeking te sterk en ging men daartoe over en overlaadde men hem met geld en schoon klinkende titels en trok op onze kosten een woning voor hem op. Op Lombok sloot men goedmoedig de oogen voor het gevaar en sloeg men geloof aan het woord van een Baüneesch vorstop Atjeh vocht men willens eu wetens met bezoedelde wapenen en vertrouwde men op de eeden van eeti schijnheiligen schurk. Op Lombok werden onze soldaten als hon den neergeschoten van achter de muren, waar tegen zij zich rustig en vol vertrouwen had den moeten nederleggenop Atjeli zitten zij nu in de elf posten buiten de geconcentreerde linie, omringd door 21 versterkte punten, waarin de legioenen van Toekoe Oemar en consorten als onze hulptroepen in bezetting liggen. De posten in de hoofdlinie, die Kota Radja omvat en met de beide uiteinden tegen de zee aansluit, zijn door een paar straaltram- banen en door een ceintuurbaan met het hoofdkwartier en onderling verbonden. Om die linie heen ligt de 10U0 meter breede, vroeger opengekapte strook. Daar buiten ligt de tweede, tijdelijke linie, waarvan de posten voor bet meerendeei door een weg verbonden zijn, Tusschen en om die posten liggen de 21 versterkte punten, door Atjehers bezet. Onze kranige soldaatjes zullen zich daar staande weten te houden, al sluit de ver rader met zijn drie bloedverwanten als onder bevelhebbers, met zijn veertig Panglima's en zijn 200 vaste strijders hen ook in, en a! loopt ook alles wat Moslemin heet van West en Noord- en Oostkust te zamen om zich onder zijn vanen te stellen. Wij kunnen er op rekenen, dat onze manne- kes strijden zullen tot de munitie is verbruikt en de vivres zijn verteeid, ja langer, veel langer nog; dat zij zich ten laatste een door tocht zullen weten te banen naar de hoofd linie, als alle kans op behoud van hun post verloren is. Maar hoeveel van de 25 officieren en 700 man, die daar gelegerd werden, zuilen dan nog present zijn op het appèl Volgens het Koloniaal Verslag telden onze troepen op Groot-Atjeh in het begin van 1895 ongeveer 190 officieren en 4700 minderen 40 oificieren en 1450 minderen lagen toen in de hoofdlinie verspreid. Hoeveel van wat er voor uitrukken beschik baar is, en hoeveel van de beide bataljons, die nu naar Atjeh onderweg zijn, zullen er moeten vallen, voordat die posten zijn ont zet, en onze positie weder even zuiver en even gevestigd zal wezen, als toen generaal Van Teijn die aan zijn opvolger overgaf, om niet te spieken van die, welke generaal Van der Hejjden daar achterliet? Het kan alles heel wat beter afloopen dan wjj nu maar al te veel reden hebben te ver wachten in de XXVI Moekims, die tegen het oostelijk gedeelte onzer linie aansluiten, kan het wellicht rustig blijven; daar wasdeinvloed van Toekoe Oemar nimmer zoo bijzonder grooter kan naijver ontstaan tusschen onze vijanden, die zijn spel waarschijnlijk heel wat beter doorzien dan wjj. Generaal Vetter, die den Baliër den voet op den nek wist te zetten, zal ook nu weder toonen, wat er zit in zijn mannelijk, echt Holiandsch karakter, en niet in gebreke blijven, alles te doen, wat hij kan, om een goede oplossing te vinden. Maar toch is en blijft de toestand op Atjeh hoogst ernstig, en moet de Nederlandsche natie zich er op voorbereiden, dat haar een slag kan treffen, voor haar draagkracht niet veel minder zwaar dan die Italië uit Abessy- nië gewerd. Een pas ontslagen gevangene te 's-Hage, D. M. genaamd, die drie jaren gevangenis straf had ondergaan, ging onverwachts den officier van justitie, mr. Pleyte, wien hij verzocht had in zijn kamer te spreken, te lijf. Een rijksveldwachter schoot te hulp. De pas ontslagene werd dadelijk weer in arrest genomen. Te Asperen, waar men druk bezig is met het wegruimen van de puinhooperi, welke de brand aldaar achtergelaten heeft, is gebleken dat het vuur onder de ruïne nog niet geheel gedoofd is, en moet men nu en dan nog wel eens van van blusschingsmiddeleu gebruik maken. Naar men ons meedeelt, zijn reeds de meeste assurantiegelden uitgekeerd. Met de uitbetaling van de schade aan de Herv. kerk moet men tot heden nog niet overeengeko men zijn. (N. v. d. B.) Gisterochtend te 11 uren is de hoofdcon ducteur Schleumer, wonende te Verdo, aan het station Gi efrath uit het portier van zijn wagen gevallen en door den volgenden wagen gegrepen en verpletterd. Delft. Bij de gisteren gehouden ver kiezing van een hoofdingeland en eeo hoofd ingeland-plaatsvervanger van het hoogheem raadschap van Delfland le district, hoofdplaats Delft, werden herkozen de heeren jhr. P. M. G. von Fisenne, te Rijswijk, met 599 van de 637 uitgebrachte stemmen, en P. Rodenburg, te Vrijenban, met 613 van de 653 uitgebrachte stemmen. In het 2e district, hoofdplaats Naaldwijk, werd met algemsene stemmen gekozen de heer S. J. van den Bergh te VGravenhage, In het Ce district, hoofdplaats Pijnakker, werd tot hoofdingeland herkozen de heer A. van der Burg Gz. te Berkel. De uitslag van de verkiezing van den hoofdingeland-plaats vervanger, in de plaats van den heer P, van der Burg te Berkel, die wegens lioogen leeftijd bedankt had, is Dog niet bekend, daar er naar 't gevoelen van stemgerechtigden on nauwkeurigheden in liet toewijzen van stem men plaats hadden, waarover de beslissing door het stembureau aan het hoogheemraad schap wordt overgelaten, Amsterdam. De burgemeester, mr. S. A. Vetting Meinesz. is gisteren lot herstel zijner gezondheid voor onbepaahlen tijd naar Wiesbaden vertrokken. Mr. J. N. van Hall neemt het burgemeesterschap waar. De storm van Vrijdag heeft ter hoogte van Brest een visscherssloep doen omslaan. De tien opvarenden zijn verdronken. De markiezin van Sangilton, weduwe van generaal Kognet. heeft haar geheele vermogen, groot zeven milhoen francs, vei maakt aan de armen van het departement der Seine en den Generalen Raad van dit departement tot executeur testamentair benoemd. Eene huisbewaarster van een pand in de rue de Sèvres te Parijs, die dezer dagen een vüo- ringknniertje schoonmaakte, waar ongeveer een jaar geleden een arme vrouw, die deri kost met bedelen vei diende, van honger was gestorven, was niet weinig veibaasd, bij het uitslaan van eenige oude kleedingstukken, dieaan de bewoonster liudden toebehoord, verscheidene papieren op den grond te zien vallen, welke bij onderzoek ontvang bewijzen von door de bedelares in een bankin stelling (La Caisse des depóts et consignations) gestorte gelden ten bedrage van 30,000 francs bleken te zijn. Verder vond de huisbewaarster in een oud vooischoot gewikkeld een spaarbank boekje ten name der bedelares, waarop een aan zienlijke som was gestort en een aantal pand brieven en staatspapieren, die haar een jaar- lijksche rente van 540 fr. verzekerden. Uit Havanna (Cuba) wordt in dato 26 Maart 1 j.l. aan de »Oostenrijk-che Centraal-Vereeniging van Snikerfab ikanten" liet volgende geseind omtrent den suikeroogst Thans maken de opstandelingen van dynamiet gebruik om de suikerplantages te verwoesten, f Gedurende de laatste dagen hebben zij niet minder j dan een veertiental Ceritraalfabrieken door middel van dynamiet in de lucht laten vliegen, terwijl ook talrijke rietvelden door hen zijn afgebrand, j Tot nu toe bedioegen de aanvoeren van suiker in de zes hoofdhavens 30,000 tons tegen 461,000 tons in 1895. j >8.tl»AVEaiilAGE, 2 April. De Koninginnen gaan den 21n April naar Amsterdam, vertrekken van daar den 27» April naar Fuulenseebad in Berner Oberland, om den IGn Mei terug te keeren en het paleis Soestdijk den geheelen zomer te be trekken, daar in het najaar de Kouingin hare geloofsbelijdenis zal afleggen. Bij het departement van koloniën werd ontvangen het navolgende van heden gedag- teekende telegram van den gomenieur-gene- raal van Nederl. Indië Langs grensstation R"ZendaaI zijn in Maart uitgevoerd 12,380 stuks vee, tegen 9300 in Maait 1895. Batavia, 3 Maart. Aan het verslag omtrent de voornaamste ge beurtenissen in liet gouvernement Atjeh en Onder hoorig li ede loopende van 2 tot en met 15 dezer, wordt door de Jati. Ct. liet volgende ontleend Groot-Atjeh. Den 7den en flden dezer werden van Anaq Bate door de kwaad willigen eenige schoten gelost op de patrouilles van Anak Galoeng, waardoor op eerstgemelden datum de 2de luitenant der infanterie F. Franssen en op laatstgenielden dag een Europeesch fuselier dom* een matten kogel licht werden verwond. De politieke toestand bleef dezelfde. Poeloch Jt'c/i. Do werken aan do S.vbangbnai naderen hunne voltooiing, zoomede die ten be hoeve van het kolenetabhssement en eveneens de werkzaamheden aan de drinkwaterleiding. O n d e r h o o r i g h e d e n. IS'uurd en Oostkust. De gouverneur maakte per gouvernements stoom schip eene dienstreis naar Segli, Telok Semawc en Edi, ter uitreiking op beide laatstgenoemde plaatsen van regeeringsondersclieidingeri aan eeni ge personen toegekend. tVcstkust. De vei wikkelingen in de boven streken van Mefaboeh en Kwafa Batoe duurden nog voort. De datoes van het landschap Snesoeh besloten den radja van Kuala Batoe werkdadig tegen den onruststoker Toekoe Bin Blang Pedir bij te staan. De weeisgestehiheid kenmerkte zich door meer dere flinke regenbuien. De gezondheidstoestand was over het algemeen ongunstiger. liet gemid delde ziektecijfer bedroeg 27 tegen 23 en dat van de beri-beti 14 tegen 11 gedurende den vorigen verslagtijd. Het sterftecijfer dauientegen was lager. De Deli Ct. maakt melding van inTamiang loopende geruchten, volgens welke Nja Mammed van plan zou zijn, gedurende de poeasa weder eens zijn geluk in Tamiung te gaan beproeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 3