Ao. 1896. ondag 12 en IVIaandag 13 April N°, 9022. Eersle Blad V ij f t i g ste J aargang. Versrh nt dagelüks, uitgezonderd Dinsdag, IT Q KVË K J. O D liiimeiilaiKlsche Berichten. Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het gebeele Rijk Afzonderlijke nommers f 1.85. - 2.50. - 0.10. BVKGAIl s 8 OtHsB IT IÏ.A. A* SO Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantƒ1.10. Iedere gewone <egel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Oit nummer beslaat uit drie bladen. Schiedam, 11 April 1896. De Franschen hebben in de laatste dagen weer eens stof tot bespreking geleverd. Het radicale ministerie, waarmede de president de republiek bestuurt, is aan velen een doorn in het oog. Het ministerie slaat op voet van oorlog met den senaat; de senaat toont een superieure minachting tegenover de regeering en de kamer vatt afgevaardigden. De kamer nam haar Paasehvacantie, zonder, zooals ge bruikelijk is, den senaat daarvan kennis te geven, of met dit staatslichaam daarover in overleg te treden. En toen voor enkele weken de president in het Zuiden reisde, in het radi cale Zuiden, klonken er jubelkreten ter eere van het ministerie en kraaide men met luider stem»weg met den Senaat 1" Een oud gebruik op de Fraïische vlooi is, dat op Goeden Vrijdag de vlaggen halfstok worden geheschen, en om het halfuur een kanonschot wordt gelost, hetgeen met een en twintig schoten van liet schip van den bevel hebber wordt besloten. Reeds lang hadden de radicalen er op gewezen, dat dit oude gebruik in onzen tijd afgeschaft diende te wordenmaar het geval wil, dat de matrozen nu eenmaal niet radicaal en meestal allen ge- loovige zonen der kerk zijn, en daarom hebben voiige iniuisters van marine nimmer getracht, met de oude eerwaardige gewoonte te breken. Doch toen dit jaar de Goede Vrijdag weer in het verschiet kwam, drongen de radicalen zoodanig aan by den minister Loekroy, dat deze werkelijk een besluit tot afschaffing uit vaardigde doch, zoo radicaal is de minister niet, of hij begreep, dat er een storm zou losbreken, als hij er niets op vond, en dus kreeg het besluit een staart, namelijk, elk comman dant kon, bij een met redenen omkleed schrij ven, den minister verzoeken, het oude gebruik op zijn schepen in stand te mogeu houden. En ziet, het gebeurde, dat alle commandan ten een verzoek van dien aard inzonden, ert zoo zijn ook dit jaar de oude gebruiken van den Goeden Vrijdag by de gebeele Fransche marine gevolgd. Natuurlijk heeft ook dit drijven der radica len bij de andere partijen kwaad bloed gezet, en ze hebben zich gehaast, de eerste gele genheid, die zich voordeed, aan te grijpen, om de regeering van haar afkeer een openbaar blijk te geven, 't Was bij de wedrennen te Anteuil, waar de hoogstgeplaatsten zich ver- toonen, en de leden der regeering ook nim mer ontbreken. Toen president Faure verscheen, vergezeld van den eersten minister Bourgeois benevens eenige andere ministers, klonk het ditmaal niet: nleve Faure 1" maar sieve de Senaat 1" en dit is de kreet van den dag gebleven. Het ministerie heeft uit het gebeurde kun nen leeren, dat het volstrekt niet populair is, en al heeft een der ministers uitgeroe pen »ik veeg er mijn schoenen aan af", de kans bestaat op eeu openbaien oorlog tusschen kamer en senaat, die niet anders dan ver lammend op het raderwerk der regeering werken kan. Als het waar is, wat een artikel in de Engelsche Times verkondigt, dan wordt een eigenaardig licht geworpen op de verhoudin gen, die er tusschen sommige staten bestaan. Zeer vriendschappelijk waren die tusschen Frankrijk en Italië al gedurende geruimen tijd nietvolgens het verhaal van den cor respondent der Times zijn er echter din gen gebeurd, die de verhouding tusschen beide rijken als vijandelijk kenmerken. De correspondent verhaalt, met gebruik making van cijfers en datums, dat de Abes- syniërs wapens hebben geki'e~.*n 'an Fran- schen,"en dat die wapens rites gueuvindeh, ja medeplichtigheid van de Fransche koloniale autoriteiten en misschien van de Fransche koloniale regeering door de havens Obock en Jubiti Sjoa zijn binnengesmokkeld. En dan laat hij een lang verhaal volgen, waaruit blijkt, dat de onderhandelingen van Fransche zijde zijn begonnen. De gouverneur van Oboeh, hij wordt Lagarde genoemd, zou namelijk aan het Abessynische hoofd Ras Maltonnen muilezels hebben gevraagd ten be hoeve van de espeditie naar Madagascar. De Ras zond er 1300, en eenigen tijd later bracht een stoomboot van de Compagnie Nationale te Jibuta een lading kruit en patronen. Dat was in Augustus 1895, en eenigen tijd later wer den er zelfs mitrailleuses Abessynië binnen gesmokkeld, en zoo is het voortgegaan tot in de eerste maanden van dit jaar. De Fransche gouverneur Lagavdi moet met dezen handel een aardige som verdiend hebbende Engel sche correspondent zegt uitdrukkelijk, dat deze gouverneur met een aanzienlijk inboor ling de zaak drijft, en hij tart de Fransche autoriteiten hem tegen te spreken. Tot heden is dit echter niet gebeurd. Is het toevallig, dat dit bericht juist van Engelsche zijde komt,? Frankrijk toch geeft zoo af op de expeditie der Engelschen in Egypte; zou men van Engelsche zijde daarover wraak willen nemen? Deze expeditie brengt al vrij wat tongen en pennen in bevveging. De Turk- sche regeering is boos op den onderkoning van Egypte, en heeft tot- dezen vertoogen laten richten, omdat hij had verzuimd op het juiste oogenblik de oorlogzuchtige bedoelingen der Egyptische regeering ter kennis van den sultan te brengen, alsof deze niet wist, dat de onderkoning van Egypte niet anders is dan een weiktuig in de handen der Engel schen. Dat deze zulks wel begreep, bewijst de opdracht aan den Turkschen gezant te Lon- len, met den Brifchen minister van buiten- landsche zaken het geval te bespreken. Lord Salisbury, de Engelsche premier, leeft daarop een antwoord gegeven, zoo hoog hartig mogelijk. Hij gaf den Turkschen gezant te verstaan, dat de expeditie naar Soedan uitsluitend belang heeft voor Egypte, en hij -voegde er bij, dat hij niet geneigd was met den Turkschen gezant over deze expeditie verder te redeneeren. De sultan kan uit dit geval leeren, hoe hoog hij en zijn regeering bij de Engelsche ^regeering staan aangeschreven. Weldra zal vorst Ferdinand van Bulgarije te Petersburg aankomen. In het winterpaleis worden vertrekken voor hem gereedgemaakt. Aldus lezen we maar we lezen meer, name lijk een artikel in een Russisch blad, waarin be- I loogd wordt, dat de vorige czaar zeer verstandig heeft gehandeld met indertijd Bulgarije niet -At- bezeiten, boe-vyandig de minister Stam- boeloff ook tegen het czarenrijk gezind was. Van Bulgarije heeft Rusland voor zijn poli tiek in het Oosten niets te wachtenhet heeft bovendien niet noodig, den Balkan te bezetten, om te Konstantinopel te ko men; het heeft zijn overwicht in de Zwarte zee bevestigd, en dat is voldoende. Daarom is het Rusland onverschillig wie thans in Bulgarije regeert. Het beschouwt vorst Fer dinand niet als een rustverstoorder hij is een bekwaam en handig bestuurder gebleken, die inziet, dat Rusland in Bulgarije de eerste plaats moet innemen, omdat dit land met Rusland gemeenschappelijke belangen heeft. Ruslands invloed zal zich voortaan bepalen tot moreele en intellectueele kringen aldus eiudigt het artikel, dat zeker nog meer waarde zou hebben, indien de laatste zinsnede tege lijk verduidelijkt was. SCHIEDAM, 11 April 1886. Aan het dezer dagen verschenen jaarver slag over 1895 der jVereeniging tegen Bede larij" is als bijlage toegevoegd het jaarver slag van het dames-comité tegen armoede over het afgeloopen jaar, dat wij meenden in zijn geheel in onze kolommen te moeten opnemen. Het is van den volgenden inhoud Een jaar van wei kzaamheid is voor het dames comité tegen armoede verloopen, en wacht hun, die belangstellen in toestand en werkzaamheden van dat comité, wederom daarvan verslag. In de eerste plaats zij vei meld, dat het bestuur is samengesteld als volgt Mevr. VisserSonneveld, alg. presidente. Mevr. Van dei WeerdVan Gerrevink, alg. secretaresse. Mej. S. Rijnbende, penningmeesteres. Verder als wijkpresidenten mevr. Van der MostRitter, mej. S. N. A. Schieveen, mej. J. M. Aaltsz, mej. O. Hoek, mevr. Gonka—Gips, mej. S. Rijnbende, mej. Van Li=sa (sedert ver trokken) en mej. A. Knappeit. Voor enkele wijkdames, die bet comité vei- Ueten, traden anderen toezoodat liet getni ongeveer standvastig bleef. Op ulio December bedioeg het aantal medewei ksteis 33. De bijgevoegde rekening van de penningmeeste res ge«ft inlichtingen omtrent den toestand onzer geldmiddelen. Met het doel, om zooveel mogelijk de kwade gevolgen van ziekte en tegenspoed te keeren, zedelijke gebleken tegen te gaan enz,, weiden in de verschillende wijken 60 gezinnen bezocht. Om een overzicht van onzen arbeid te geven, willen wij deze naar hun aard splitsen en iets uit de practijk mededeelen. Wegens ziekte werd 21-raaal onze hulp inge roepen. Versterkende middelen en andere steur, in bijkomende ^droevige omstandigheden voor kwamen geltikllïg menigmaal algeheel verval. Voorbeelden: Fol. 80 (van 't register). »Een gunstig bekend gezin, waar man, vrouw en 4 van de 6 kindeten ziek zijn en door gemis aan verdiensten, aan alles gebrek is. Het comité verschafte levens middelen en versteikend voedsel, armbestuur en particulieren werkten mede. Man en kinderen herstelden betrekkelijk spoedig, dorb de vrouw bleef nog lang sukkelen ten slotte herstelde zij ook. Met de opbrengst van twee varkentjes, vó >r de mhère aangeschaft en die door onze be moeiingen konden behouden worden, weid schuld afgedaan. Het door onze bemiddeling intusschen schoongemaakte huisje de vrouw was maanden bedlegeiig geweest wordt thans knap gehou den. Het comité heeft de bezoeken kunnen staken." Fol. 91. »Een goed gezin, waar 't weekloon niet toereikend is voor bijzondete uitgaven. Aan een kreupel zoontje, dat veel geleden heeft, zijn schoenen gegeven, die naar de voeten moesten worden gemaakt." Fol. 03. »Een gezin met 6 kinderen, dat met overleg kan rondkomen. De vrouw doet echter een val en bekomt eene zoo hevige wonde, dat bloedverlies haar leven in gevaar bre.igt. Alleen versteikend voedsel in ruime mate en rust kunnen haar redden. Voor het eerste was het weekloon niet toereikend. Wij verstrekten dit tot de vrouw gered was." Door kleine voorschotten steunde het comité 4 gezinnen. Bij alle zonder uitzondering werkte het voorschot gunstig. In éen gezin bracht het zelfs gunstige verandering in den gemoedsaard van man en kinderen de eerste werd minder onverschillig, de laatsten werden veel vriendelijker. Een voorbeeld uit die vier volgt hier. Fol. 29. nHet gezin, ordelijk en zindelijk, was door werkloosheid van den man, die sjouwer is, zeer achteruitgegaan, zoodat er geen geld was voor de begrafenis van een kindje. Het comité droeg daartoe bij, De man kreeg opnieuw werk, doch het gezin ging gebukt onder schulden aan bakker, kruidenier enz. Deze werden door het comité als voorschot betaald, en de vrouw be-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1