Zondag 24 en Maandag 25 Mei. i\T. 9051. Tweecle Blad Jessie's Voogd. A0. 1896. Feuilleton. Verschiint dagelijks, uitgezonderd Dif dag, UITGEVËR X ODÉ. B D K R.lü! BOTERITBAAT 70. Bi n n cnlanclsche B er ic lit en. f 1.85. - 2.50. - 0.10. AnvERTENTiEPRusvan 1—10 gewone regels met inbegrip van eene CourantJ 1.10. ledeie gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 22 3lei. Kieswet. Bij de voortgezette behande ling van art. 1 en de daarop voorgestelde amendementen, verdedigde de heer Ilintzen het beginsel van art. 1. Tot verbrokkeling van de wet of meerdere inkrimping van het aantal kiezers wil hij niet medewerken, maar hij zal ti achten, door indiening van een amen dement, de bepaling van de feitelijke huur prijzen gemakkelijk te maken. Ongrondwet tig noemde hij de overgangsbepaling van art. 161. Het amendement-Borgesius omtrent de woning-continuïteit bestreed hij als niet passende in het systeem der wet. De heer Middels van Verduynen, voorzit ter der commissie van rapporteurs, verklaarde dat deze commissie, in sommige gevallen een- paiig, tegen de meeste amendementen is. Hi; verdedigde de vastkoppeling der belastingbe taling aan 't kiesrecht en merkte op, dat door te veel idealiseeren tienduizenden bij tien duizenden geschikte kiezeis van het kiesrecht zullen verstoken blijven. Alleen hetamende- ment-Smeenge oordeelde de commissie aan nemelijk. De heer De Beaufort (Amsterdam) bestreed evenzeer de voornaamste amendementen, voornamelijk die van de heeren Kuyper c. s. en Borgesius c. s. De heer Tydeman verklaarde zich in hoofd zaak met de methode van liet regeerings- ontwerp te kunnen vereenigen. Tegen de uit werking daarvan ontwikkelde hij echter zijne bezwaren. Ilij bestreed de amendementen- Borgesius c. s. Tot voor te stellen wijzigingen, die ver wijdering van al het willekeurige uit deze wet beoogen, zal hij gaarne medewerken, en ook tot die, welke de stabiliteit van liet kies recht verzekeren. De heer JE. Mackay betwistte dat de con tinuïteit van woning een voldoend kenteeken is voor geschiktheid, want men vindt die ook onder de laagste klassen. In de amendemen- ten-Borgesius c. s. bestreed hij de verminde ring met 20 °/0 van de huurprijzen, als steunende op geen goeden grondslag. Ook tegen de amendementen omtrent den leeftijd is liij gekant. Die van 25 jaar verdient aan beveling. Ook deze spreker verdedigde verbinding van het kiesrecht aan den belastingaanslag. Bi] het maken van de verschillende belas tingwetten door deze Kamer is aangenomen, dat zij, die belasting betalen, een kenteeken van maatschappelijken welstand bezitten. Welk bezwaar kan er dan tegen bestaan, dit kenteeken in de onderhavige kieswet op te nemen De lieer Mees is voor het behoud van den leeftijd van 25 jaar. Het amendement-Borge sius betreffende de continuïteit van woning is, ten aanzien van het tegenwoordig ontwerp, subversief. Hetamendement-Kuyper bestreed hij als niet passende in het stelsel van dit ontwerp, en ook berustende op materieele voorwaarden. De heer Heemskerk verdedigde het amen- dement-Ivuyper tegenover de heeren Pijnappel, JE. Mackay en Michiels van Verduynen, en betc-ïgdö dat dit niet strijdt met de giondwet, wel past in het ontwerp, maar alleen het ideëele vooropstelt, dat liet ontwerp naar achteren schuift,; dat het geen partij kenmer kend amendement is, maar wel degelijk een juiste gi oudslag van kiesregeling. De heer Heldt betoogde, dat de huurprijs in het ontwerp voor vele gemeenten veel te hoog is. Dt minister van binnenlandsche zaken be streed de amendementen tot verandeiing van den leeftijd. Het amendement-Bastert zou lijj m hooge mate betreuren. Het amendement-Van Karnebeek acht hij onaannemelijk, daar het velen geschikten het kiesrecht zou onthouden. Het amendement- Borgesius omtrent de continuïteit van woning met f 1 grondbelasting past allerminst in het ontwerp en is geen kenteeken van welstand. Ook het amendement-Borgesius betreffende het eenmaal verhuizen acht hij verkeeid. Even eens wordt door den minister liet amende ment-Borgesius tot verlaging der huurwaarde sterk bestreden. Dit amendement strijdt tegen liet regeerings-ontwerp en berust niet op een zuiveren grondslag. Dinsdag te halflwee zal de minister zijne rede vervolgen. SCHIEDAM, 23 Mei 18!)C. Door burgemeester en wethouders is onder staand advies bij den gemeenteraad ingediend Bij uwe kantbeschikking van den 28n De cember 1895, A no. 1M3, werd om advies in onze handen gesteld een adres van de afdee- ling Schiedam van het «Algemeen Neder- landsch Werkliedenverbond", waarin zij ver zoekt dat de raad al het mogelijke zal doen om de alhier bestaande pandjeshuizen te weren, en instemming betuige met het door den gemeenteiaad van Leiden aan den minis ter van binnenlandsche zaken ingediende adres, om te willen bevorderen, dat eene wet telijke regeling tot stand kome op de banken vau leerling en gelijksoortige onder anderen naam optredende instellingen. De vraag ter zijde stellende of de genoemde afdeeling aau art. 8 der Grondwet wel liet ïecht kan ontleenen, over dit onderweip aan den raad een verzoeksclnift in te dienen een vraag, die met het oog op de statuten dier afdeeling, wellicht in ontkpuneuden zin zou moeten worden beantwoord meenen we dat het verzoek, zooals het is liggende, toch niet voor inwilliging vatbaar is. De bevoegdheid van den raad, om eene ver ordening op de stille pandjeshuizen ia het leven te roepen, is zeer twijfelachtig. Wel wordt door sommigen de meening voorgestaan dat de gemeentebesturen opgrond van ait. 135 der gemeentewet ah een zedelijkbeidsbelang betrellende het beroep van houder van een koophuis, met recht van wedemikoop, zouden kunnen verbieden doch waar bij arrest van den Hoogen Raad van 5 December 1S48 stilzwijgend werd aange nomen, dat de wet van 16 Pluvióse au XII nog rechtskracht iieeft en bij ari est van het- zefde hoogste rechtscollege van 5 April 1886 voor art. 1 dier wet die geldigheid uitdruk kelijk werd bevestigd, kan worden aange voerd, dat de regeering liet onderwerp van algemeen rijksbelang blijft achten, terwijl zij eveneens liet koninklijk besluit van 31 Octo ber 182C blijft handhaven, niettegenstaande zijne geldigheid meermalen betwist is. De commisie voor de strafverordeningen, door ons in deze gehoord, gaf eenparig als 4. Simon Jefferson verdiepte zich al meer en meer in zijne berekeningen. Hij was reeds in de millioenen. Zijne oogen namen een zonderlinge uitdiukking aan, zijne ademhaling versnelde, of schoon hij zijn stap matigde, hij ging geheel in zijne berekening op. Van zijn gewone def tigheid was, nu hij zich onbespied wist, niets meer over. Zijne trekken plooiden zich, ja, maar 'twas enkel hebzucht en nijd, wat er te lezen stond. Waarom waren die rijkdommen niet hem maar zijnen breeder in den schoot gevallen Zoo peinsde hij. Lieve hemel millioer.enEn hij had altijd met schulden te kampen, met zijne eigene en die van zijn zoon, een rechten zwier bol. Waarom had de blinde fortuin den een zoo veel, den ander zoo weinig toebedeeld! «Geduld, nog een weinig geduld maar," mom pelde Simon. «Men moet de fouten der fortuin weten te herstellen. Met wat schranderheid en overleg zullen die millioenen Daar werd hij in zijne overpeinzingen gestoord door een jonkman, die hem reeds uit de verte toeriep «Vader! waar zit ge toch! Waartoe hier alleen tusschen de boomen rond te dwalen?" Zoo spiekende trad de jonkman op hem toe. Het w.is een echte Londensche dandy, een weinig bleek, met geblaseerde trekken en eenigszins slependen gang. Zijne kleeding was onberispelijk en zijn uit zicht in tegenstelling met dat van zijn vader sprak van goedhaltigheid en goede trouw. Een dunno in lange punten uitloopende knevel ver sierde den mond des jongelings, die met dit alles wel geen schoone, maar toch ook, vooral om zijne oogen, geen afstootende verschijning was. «Hugh, zijt gij daar?" antwoordde Simon en stak hem de hand toe. «En ge vult uw schoone nicht Jessie een visite brengen?" «Dat was juist mijn doe!, vader." t Is weikelijk een mooi meisje, Hugh, Be grepen?" hernam Simon op eigenaardigen toon. «Zij lijdt aan bleekzucht, vader, en moet staal- water drinken." «Gij zijt een ezel, Hugh," viel zijn vader, toornig uit. «Ge verstaat geen Engelsch. Ik zeg u, het moet nu uit zijn met uwe dwaze strekenhet is tijd om ook eens een verstandigen zet te doen." En steeds driftiger en bijna dreigend vervolgde hij«Ik weet geen uitweg meer. Als gij ook nu weer het hoofd a den nek werpt, dan neb ik u niets meer te zeggen dan: Vaar naar 't Wes ten. Begrepen?" Hugh was geen ezel. Met zijn fiaaien rotting boorde hij gaten in het kiezeljiad en sprak ein delijk bedaard «Goed vader, ik zal mijn mooie nicht Jessie gaan bezoeken. Ik mag lijden dat gij haar mooi noemt, zoo mooi als de heiligen beelden in de St.-Pauluskeik. Maar als zij nu ook even hard en koud is?" Ook de vader was weer bedaard en zeide: 1) nGo to West. (Ga naar het Westen, d. i naar Amerika) js eene Engelsehe spreekwijze, waarmee men zeggen wil: Woid lancheiliuizer, neem schop en spade op en tracht door ai beid 111 uwe behoeften te voorzien." «Ik zeg u, ga gij naar uwe mooie nicht en houd haar gezelschap; het andere zal vanzelf wel komen. Ge inoet hier eenige weken uwe tenten opslaan. Besteed dien tijd goed, houd haar gezelschap, fleur haar op en als ge dan samen naar Londen komtNu, ge weet nu genoeg, hé?" Daarmede keerde de man zich om en richtte zijne schreden naar het station. Hugh ging ook heen en stond eenige minuten later in het ruime voorportaal van Westhamp- ton Court. HL Lincoln'sinn is in Londen een zeer bekende stiaat. Er wonen enkel advocaten. Zij ligt vlak achter het paleis van justitie en is dus het aange wezen verblijf voor de mannen der wet. In den tijd, toen de eerzame Mr. James Finding er zijne piaktijk uitoefende, was er van de fraaie gebouwen, die nu de straat versieren, niets te zien. De straat had niets aantrekkelijks. De huizen van Ltn- coln'sinn waren oud, somber, hoekig, bouwval lig. In de kantoren lagen de akten begraven onder

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 5