A0. 1896. Zc
>ndag 5 en Maandag 6 Juli.
N'. 9081.
Eerste Blad.
KENNISGEVING.
"Vijftigste J a a r g a n g.
SSKüfiüE
B
Verschijnt dagel ks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: .L ODÉ.
BCUËAIJ: BOTKBITHAAï
Binnenlandse he Berichten.
SGHIEOAMSGHE
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
Advertentieprijsvan 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courantj 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
lilt nummer bestaat uit drie
bladen.
Jtfsiultlng van straten bij gelegenheid
van de kermis.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam
brengen ter openbare kennis, dat gedurende
de a.s. kermis, de volgende .straten voor het
verkeer met voertuigen (handwagens uitge
zonderd) zullen gesloten zijn
io. Het Broersveld.
2o. Het Eeerenpad.
3o. De Lange Èerïcsti aat.
4o. De Broersvest, met uitzondering van
het gedeelte gelegen tussclien de voormalige
Botterdamsche Poort en de wagenmaker
van den beer Jordaans, hetwelk tot ver
bindingslijn zal blijven dienen van den Singel
met liet verd i* gedeelte der gemeente.
Schiedam, den 4den Juli 1896.
Burgemeester en weihouders voornoemd,
VhKsTr.EG.
Üc secretaris,
VERNÉDE.
Schiedam, 4 Juli 1896.
De overbrenging van het stoffelijk over
schot van Willem George Frederik, prins
van Oranje en Nassau, uit Padua naar den
koninklijken grafkelder te Delft, en de tegen
spoeden, die aanvankelijk de uitvoering van
dit plan verhinderden, hebben in de laatste
weken de aandacht gevestigd op dezen twee
den zoon van den laatsten stadhouder van de
republiek der Zeven Provinciën, Willem V.
Veel bijzonderheden waren tot nog toe om
trent dezen prins, die op den jeugdigen leeftijd
van 25 jaren overleed, niet bekend. De ge-
schiedboeken deelen mede, dat hg met zijn
broeder den erfprins, den lateren koning
Willem I, deelgenomen heelt aan den strijd
tegen de Franschen in de Zuidelijke Neder
landen en dat hij in een gevecht werd ge
wond. Dit viel voor op den dertienden Septem
ber 1793 bij Werwick. De kwetsuur, die hij
bij deze gelegenheid ontving, is nooit gene
zen. Zij bleef zes jaren lang 's prinsen gestel
ondermijnen, en toen hij in 1798 door koort
sen werd aangetast, kon het zwakke lichaam
■dezen aanval niet weerstaanden 6n Januari
1799 overleed hij.
De troebele jaren zijner jeugd waren wel
geschikt in hem den ernst des levens vroeger
te doen rijpen, dan gewoonlijk het geval is.
Hij was twaalf jaar oud, toen hg met zjjn
ouders Den Haag verliet, waar het den stad
houder ondraaglijk werd gemaakt. Op veer
tienjarigen leeftijd vernam hij het tegenhou
den zijner moeder op haar reis naar Den
Haag door de Patriotten. Na de tusschenkomst
der Pruisen keerde hij met zijn ouders terug
en deed, met zijn moeder in hetzelfde rjjtulg
gezeten, zijn intocht in de oude hofstad.
De volgende jaren, van 17S7 tot 1795,
waren voor den prins een oefeoingstijd in
krijgskundige studiën, waarvan hij weldra
de vruchten zou kunnen plukken. Zoodanig
onderscheidde de prins zich in de .eldtocbten
van 1893 en '94, dat hij de aandacht tiok
van den later beroemden aartshertog Karei
van Oostenrijk, die een warme vriendschap
voor hein opvatte.
Toen den 18n Januari 1795 de stadhouder
op de nadering der Franschen liet grondge
bied der republiek verliet, werd hij door zijn
zonen vergezeld. Prins Frederik verbleef een
drietal jaren in Engeland en besloot toen zich
ter beschikking vari keizer Frans II van Oosten
rijk te stellen. Den 28sten April 1798 verliet hij
de haven van Yarmouth zijn afscheid van zijn
familie was het laatste geweest. Toen hij den
26n Mei te Weenen aankwam, deelde de
keizer hein mede, dat hij hein voor het leger
in Italië bestemde. Dit was een teleurstelling
voor den prins, die liever een bevelhebber
schap had ontvangen in Duitschland, welks
klimaat gunstiger voor hem was dan dat
van Italië.
Gedurende zijn verblijf te Weenen deed
iiij een val van liet paard, waai bij hij juist
terechtkwam op de oude wonde aan den
rechterschouder. Toch reisde hij naar Italië,
dat hij niet gunstig beoordeelde; immers, in
een zijner brieven aan zijn iamdie heel het:
sltalië is het land der leegloopers, de luiheid
is er aan de orde van den dag"'.
Het Oostenrijksclie Staatsblad van 14
November 1798 bevatte het besluit, waarbij
prins Frederik van Oranje en Nassau werd
benoemd en aangesteld tot opperbevelhebber
van bet leger in Italië.
Door deze opdracht verwierf de vorst op
24-jarigen leeftijd met den titel van keizerlijk
en koninklijk veldtuigmeester den hoogsten
rang in het C^stenrijksch leger. Bij groote
ingenomenheid met deze schitterende onder
scheiding, hem met voorbijgang van talrijke
oudere opper-oflicieren toegekend, zag de
prins de doornen niet voorbij, welke de ij ver
zucht op zijn pad kon doen wassen. Ilij
erkende dit volgendervvijs Zeer zeker ben
ik in een schitterende positie geplaatst, maar
tevens 'bevind ik mij op een zeer gladde baan 1
Bij zeer ongunstig weder begaf de prins
zich met zijne twee adjudanten De Perpon-
cher en Sallamon van Weenen op reis, en
kwam den 27sten November te Padua aan,
waar hg op 30 November het opperbevel
over het Oostenrijksche leger aanvaarde, dat
71100 men sterk was. De proclamatie, die
de prins bij de aanvaarding vau zijn ambt
uitvaardigde, beloofde den inwoners, dat hg
zou waken voor een strenge handhaving der
krijgstucht, maar dat elke poging tot ver
storing der openbare rust door omwentelings-
gezinden door hem zonder genade zou onder
drukt en gestraft worden.
Ernstig nam hij zijn ambt waar. Vooral
had hij een open oog en een warm hart
voor de nooden van den soldaat; kwaadaardige
Koortsen hyerschten onder zgn soldaten hij
bezocht ze in de hospitalen, om zich te
overtuigen, dat ze goed behandeld werden,
't Is sehie- zeker, dat hij zich hierdoor de
ziekte heeft op den hals gehaald, die hem
weldra zou ten grave sleepen.
Reeds den 21n December werd hij door
een hevige koorts aa-igelastde toestand
vereigeide steeds, en den Gti Januari 1799
gal hi; den geest, in zijn ziekte op de harte
lijkste wijze verzorgd door zijn adjudaut en
vriend De Perporiclier.
In den namiddag van 8 Januari 1799 werd
de overledene met militaire eeibewijzingen
leu giave gebracht in het klooster der Ere»
mUtiiii. Een eenvoudige zerk, vermeldende
de dagteekening van zijn geboorte en over
riden benevens zijn waardigheden, verd op
het graf gelegd.
In 1815 werd het stoffelijk overschot van
den prins uit het klooster naar de kei k der
Eremitani overgebracht, waar ook het door
Canova vervaardigde gedenkteken een plaats
vond.
Prins J'T-ederik der Nederlanden, neef en
naamgenoot van den overledene, bezocht in
liet vooijaar van 1824 Padua, en moet toen
reeds zeer ontsticht zijn geweest over den
toestand, waarin het graf van zijn peetoom
verkeerde. Van dat tijdstip scheiden ons 72
jaren. Nu acht jaar geleden schreef de levens
beschrijver van prins Frederik, de kolonel De
Bas, met het oog op den ellendigen toe
stand van het graf te Padua »Blijft de vreem
deling in gebreke, deze grafplaats te herstel
len en te onderhouden, dan treffe Neerlands
regeering maatregelen f-gen liet ontheiligen
der grafstede van een der edelste telgen van
ons vorstenhuis tegen het profaneeren eener
plek, welke eiken Nederlander heilig behoort
te blijven waar een vorst ligt, wiens daden
door graveerschrift en beitel zijn verheerlijkt,
wiens geaardheid met zijn naam is overge
gaan op den Eersten Koning Willem's twee
den zoon, en wïen Canova's gedenkteeken
moet vereeuwigen, maar niet mag overscha
duwen. De treurige toestand der laatste rust
plaats van prins Frederik van Oranje en
Nassau te Padua is een smaad voor eiken
Nederlander en eischt dringend voorziening".
Aan dezen toestand is thans een einde ge
komen, nn naast de lgkkist van zgn moeder
is thain die geplaatst van een prins, door
Duitschers met Frederik den Groote, door
Nederlanders met Maurits en Frederik Hen
drik vergeleken.
II, .hul, ir li- t." 1 111111
SCHIEDAM, 4 Juli 1896.
Ter herdenking van den 120sten verjaar
dag van de onafhankelijkheidsverklaring der
Vereenigde Staten van Amerika, wappert
heden van het consulair agentschap hier ter
stede tie vlag.
Blijkens achterstaande advertentie zal, aan
vangende morgenavond, gedurende de ker-
m is week eiken avond in »Mu»is Sacrum" een
groot afwisselend café-chantant met hal
worden gegeven. Het gezelschap onder direc
tie van den heer Hubertns Kievits van Rot
terdam, biedt volgens de dagbladen met succes
een groote verscheidenheid van muzikaal en
ander genot, zoodat het publiek zich naar har
telust zal kunnen vermaken. lederen avond
wordt een nieuw programma uitgevoerd.
Ue heer A. Meijer, die niets onbeproefd
laat om zijn stadgenooten gedurende de
kermis genoegen te vei.schaffen, zal blijkens
achterstaande advertentie in de sociëteit »De
Vriendschap" een groot concert doen geven
door de slafmuziek der d.d. schutterij en
vauxhal met schitterend vuurwerk, waarbij
aan de leden van de sociëteiten »De Ver-
eeniging" (.Musis Sacrum) en sHarmonie"
(de Vriendschap) vrije toegang wordt ver
leend.
Moge den lieer Meijer door een druk be
zoek het bewijs geleverd worden, dat zijne
stadgenooten de pogingen door hem in het
werk gesteld, waaraan niet onbelangrijke
kosten verbonden zijn, gaaine willen steunen.
De 1V. B. Ct. ontving heden van haren cor
respondent te Batavia het volgende telegram
sin Amfoeang op Timor is een ernstige
rustverstoring ontstaan. De oproerlingen heb
ben veischeidene moorden begaan. De politie
is versterkt. Een oorlogsschip) van Borneo gaat
naar Koepang."
Voorwaardelijke veroordeeling
Deze bestaat in België en voor ons land is
ook reeds meer dan eens daarop aange
drongen.
Ons is thans een geval bekend, dat wel
aan een voorwaardelijke veroordeeling, of
schoon ze hier niet bestaat, doet denken.
Een persoon weid door het gerechtshof
wegens valschheid tot 9 maanden gevange
nisstraf veroordeeld. Het door dat misdrijf
verkregen bedrag bedroeg slechts enkele
guldens. De man, vader van een groot gezin,
heeft na zgne veroordeeling, die vrij wel
onbekend is gebleven j eene betrekking
gekregen en gedraagt zich opperbest.
Nu vraagt hij gratie, maar kwijtschel
ding van een straf van 9 maanden is zeker
heel kras. Intusschen had zijn patroon, met
het feit in kennis gesteld, die zeer tevreden
over hem is, te kennen gegeven, dat hg hem
onmogelijk in dienst zou kunnen houden,
indien hg die gevangenisstraf zou moeten
ondergaan; dan zou de man weer brood Moos
zgn, en nu is, naar men ons verzekcit, het