A°. 1896
Zondag 26 en Maandag 27 Juli.
N°. 9096
Tweede Blad.
F e u i I I e t o n.
Jessie's Voogd.
n
i
"V ij f t i g s t aargan g.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: J. ODÉ.
Bnitenlaudsche Berichten.
1
G O U R A Ij T
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nomroers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
B U R B A II «OTKRBTHA AT 70.
AnvERTENTiEPRns van 110 gewone regels me
inbegrip van eene Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
ENGELAND.
Het Lagerhuis heeft, na vijf dagen beraad-
slagens in tweede lezing, de artikelen van
de lersche landwet aangenomen.
In het Lagerhuis heeft de onder-secretaris
van buitenlandsche zaken, Curzon, Donderdag
op eene vraag van sir Charles Dilke of het
waar is dat Fransche officieren onlangs een
bezoek hebben gebracht aan Wadelaï, ge
antwoord, dat hem daarvan niets bekend is
en dat vermoedelijk Waday zal bedoeld zijn.
Voorts deelde hij mede, dat het appèl in zake
kapitein Lolhaire bepaald is op 3 Augustus.
Het bestuur van den Kongostaat is in deze
apellant en de Britsche regeering moet hem
dus de volle verantwoordelijkheid laten om
te waken dat het onderzoek volledig zij. De
Britsche regeering heeft geen recht zich n
deze zaak te mengen, aangezien de kwestie
betreffende de eigendommen van den Engelsch-
man Stokes is aangehouden. Niettemin be
houdt zij zich het recht voor, later langs
diplomatieken weg .bij den Kongostaat zoo
danige stappen te doen als de omstandigheden
zullen eischen.
Bjj de Donderdag door het speciaal gerechts
hof te Londen voortgezette behandeling van
het geding tegen dr. Jameson c. s., legden
verschillende getuigen verklaringen af over
den marsch der expeditie. De postdirecteur
te Mafeking deelde mede hoe de telegraaf
draden werden» doorgesneden. Daarna ver
telde de heer Bouwer, een jonge Transvaler,
die [als schrijver werkzaam is in dienst van
generaal Joubert, dat hij een brief heeft over
gebracht aan Jameson, afkomstig van sir
Jacobus de Wet, den Engelschen agent te
Pretoria, en het antwoord voor sir Jacobus van
Jameson had ontvangen.
De hser Rowland, een wielrijder, verklaarde
dat hij berichten uit Johannesburg aan Jame
son had gebracht, en dat hij Jameson mede
deelde, dat 2000 Johannesburgers gereed
waren zich bij hem te voegen en dat de
aanval der Boeren op Johannesburg ieder
oogenblik kon verwacht worden. Hij had er
nog bijgevoegd, dat het woord van oom Paul
niet vertrouwd werd.
Vervolgens werden verklaringen afgelegd
betreffende den rit van Elofï naar het kamp
van Jameson, het in beslag nemen van ma
joor White's despatch-box na het gevecht bij
Doornkop, en de verschillende telegrammen
die tuschen de leden vau het Reform-comité
te Johannesburg en Jameson gewisseld werden.
Sir Thomas Saunderson, permanent onder
staatssecretaris van buitenlandsche zaken,
legde formeele bewijzen ner, dat dr. Jameson
geen vergunning had van Hr. Ms. regeering
om de expeditie uit te rusten.
De heer Fleichat, vroeger hoofd van liet
civiel-departement in de Zuidafrikaansche
republiek, identifieerde verschillende stukken
en brieven. Hij verklaarde, dat Jameson hem
n de gevangenis vertelde, dat hij hoopte alle
billijke uitgaven voor de expeditie van het
Johannesburgsche hervormingscomité te zul
len' terugkrijgen. Majoor White had zijn dag
boek teruggevraagd, doch dattorney general
der Zuidafrikaansche republiek had gewei
gerd dit verzoek in te willigen.
Het Kretenzer hulpcomité te Londen, onder
voorzitterschap van den hertog van Westi un
ster, heeft besloten eene commissie naar
Kreta te zenden ter uitreiking van onder
steuning en voorts eene oproeping te doen aan
alle Europeesche en Amerikaansche volkeren
tot leniging van den nood op liet eiland.
In Daily News wordt het bericht bespro
ken, dat de kapitein van een Engelsch schip
100 francs per persoon zou geëischt hebben
voor het aan land brengen der passagiers van
het Fransche schip General Chansy, hetwelk
ten slotte door een Duitsch schip, dat keizer
Wilhelm er heen Zond, geholpen werd.
Het blad acht dit feit onteerend voor En
geland en het dringt aan op een nauwkeurig
onderzoek van de zaak, die wel een inter
pellatie in het Lagerhuis waard is. En ten
slotte wijst het op de scherpe tegenstelling
tusschen het gedrag van dien Engelschen
kapitein en dat der visschers van Bretagne
bij de ramp van de Drummond Oastle.
lUlTSCIILAXD.
De lleichsanzeiyer bevat een besluit van
den minister van oorlog, waarbij aan de
onderofficieren en manschappen verboden
wordt deel te nemen aan vereenigingen, ver
gaderingen, feestelijkheden en geldinzamelin
gen waarvoor niet speciaal verlof is verleend,
alsmede het openbaren van revolutionnaire of
sociaal-democratische gevoelens door uitroe
pen of gezangen en het houden en versprei
den van revolutionnaire of sociaal-democrati
sche geschriften, of het brengen daarvan
binnen de kazernes of andere dienstlokalen.
Voorts wordt aan alle bij het staande leger
dienende personen gelast van de hun ter
kennisse komende aanwezigheid van zooda
nige geschriften in die lokalen terstond aan
gifte te doen.
De Hamb. Corresp. bespreekt in een oogen-
schijnlijk officieus artikel enkele wenschen
der agrariërs. O. a. merkt het blad op, dat
liet meest de vervulling nabij is de verlangde
algeheele sluiting der grens voor buitenlandsch
vee, zoodra er gevaar is voor besmetting.
De berichten over anti-Duitsche betoogin
gen te Rijssel, tegen de leiders der Duitsche
sociaal-democraten gericht, zijn te Berlijn,
als een zonderlinge ironie van het noodlot,
met een zekere voldoening ontvangen.
De Vossische Ztg. zegt er van De niet-
socialistische bevolking van Rijssel, van sterke
vaderlandlievende gevoelens vervuld, kan niet
begrijpen dat er in den Duitschen Rijksdag
Duitschers gevonden worden die niet Duitsch-
gezind zijn. De National-liberate Corres-
pondenz schrijftSinger en Liebknecht heb
ben het moeten beleven dat hun haat tegen
Duitschland miskend en de nederig afgebedelde
gunst der Fransche weiklieden hun geweigerd
is geworden. Tevergeefs heeft Liebknecht de
geschiedenis van het ontstaan van den
Fiansch-Duitschen oorlog venalscht, keizer
Wilhelm's nagedachtenis gehoond en Frank-
rijk's aanspraken op Elzas-Lotharingen er
kend. De Fransche socialisten gelooven niet
dat deze Duitschers gevoplens koesteren, die in
hun eigen gemoed geen plaats kunnen vinden."
Op de werf van de Flensburgsche scheeps-
bouwersvereeniging, waar meer den 1500
werklieden aan den arbeid waren, hebben
700 a 800 werklieden gestaakt, toen de
directie weigerde, de gevraagde Ioonsverhoo-
ging toe te staan.
De werkstaking te Reichenbach, die zooals
men weet, geëindigd is, viel geheel ten na-
deele der arbeiders uit. Geen hunner eischen
is ingewilligd en zij zijn onvoorwaardelijk
aan het werk gegaan.
P R A N K R IJ K.
In den tijd, dat de Kamer zitting houdt,
doodt men ministeries met een stroom van
woorden en amendementen. Is er geen
Kamerzitting, dan bereikt men hetzelfde resul
taat door.praatjes. Zoo beginnen er nu ge-
fl
m
18.
ïTapperday zal er niet toegelaten worden,"
xeide Jefferson.
«Stellig niet, mijn waarde Sir. Gij zult echter
wel doen te dezer zake stellige bevelen te geven."
«Dat zal ik doen. Laat dat maar aan mij over.
Tapperday zal op Westhampton-Court behandeld
worden als een schooier, en dit is hij immers
ook, niet waar V'
«Natuurlijk. Een verloopen sujet."
«Eu wat gaat hij nu beginnen
«Misschien gaat bij drinken."
«Dat kan wel," zei Simon en streek zich met
voldoening over den buik. «En dan 1"
«Dan Och heer, wat dan volgt, dat weten
wij immers Achter de trahes, of een sprong
•in de Theems of een strop hij heeft uit
die drie maar te kiezen."
«Het einde van zulk soort menschcn. En de
pachter? Ge weet, de man, die hier nu al een
week rondloopt. Mijn beinol, wa' hebben die
kerels toch een taai geduld en vrijen tijd.
A propos, hoe zit dat eigenlijk in elkaar
«Die zaak is geregeld. Mijn neef, Mr. Riggs,
is pachter geworden. Een flinke vent, die Riggs."
«Dus dat is geschikt?"
«Zoo goed bet kan. Het huurcontract is gere
gistreerd en bij het kantongerecht overgelegd
omdat de andeie geweigerd bad een nieuw
contract aan te gaan."
«En is die Riggs werkelijk geschikt?"
«Zonder twijfel. Hij heeft al een proefje van
tafelooft naar hier gezonden. Gij zult er ook
wel van gekregen hebben?"
«Misschien, mogelijk wel, mijn beste Finding.
Ja, ja, ik geloof wel, dat die Riggs de rechte
man op de rechte plaats is."
De beide heeren schenen het dus hieromtrent
eens, en met bet eerwaardigste, meest welwil
lende gezicht trad thans Simon Jefferson, gevolgd
door Finding, weer de zaal binnen.
Tijdens hun afwezigheid waren nog verschei
dene gasten opgekomen, zoodat in de ruime,
prachtige zalen nog prachtiger zelfs dan die
op Westhampton-Court overal verspreide
groepjes stonden te kouten. Een grootere groep
omringde eene jongedame, haast met het uiterlijk
van een kind, gekleed in lichten rouw, doch
overigens onberispelijk toilet. Zij scheen een voor
werp van hulde voor allen, -fie haar omringden.
Doch die jongedame scheen, trots al die
opmerkzaamheid, niet op haar gemak. Droomerig
en verstrooid blikte zij om zich heen. Zij, die
met hare oogen bad kunnen tooveren, gevoelde
zich blijkbaar door geen enkel voorwerp, door
geen enkel gezicht aangetrokken.
»'tls voor het eerst, dat mijn nicht zich weder
in gezelschap vertoont," liet Hugh zich tamelijk
luid ontvallen«de heeren en dames zullen het
dus natuurlijk vinden, dat zij een weinig afge
trokken is. Daar komt mijn vader, Jessie kom,
wij willen hem gaan begroeten."
En terwijl Jessie zich onverschillig door Hugh
het medevoeren, zeide Simon tot zijn zaakwaar
nemer:'«Das komen zij al. Nu is het tijd. Gij
kent uwen plicht. Gij weet ook, dat wij een
zelfde belang bij de zaak hebben."
Met vaderlijke welwillendheid en met eene
van aandoening trillende stem begon hij«Mijn
dierbaar kind 1 Mijn lieve Jessie
Toen volgde eene omarming, een kus op liet
voorhoofd van het meisje en een blik van stomme
bewondering.
Natuuilijk verwekte die scène algemeen opzien,
en Finding zei zachtjes, maar toch luid genoeg
om in hare omgeving verslaan te wo.-den
»'i Was een harde slag die haar getroffen het/t,
zeker maar geen ongeluk zoo groot of er is
een geluk bij» Zij heeft in haar oom een tweeden
vader gevonden."
Men moest Simon Jefferson prijzen om de
wijze, waarop hij zijne gasten had weten te
kiezen. Niets verstoorde de harmonie, geen enkele
wanklank werd vernomen. Het geheele gezelschap
verkeerde in de beste stemming. Al wie misschien