A". 1896.
Zondag 6 en
Maandag 7 September
N°. 9126
Eerste Blad.
KENNISGEVING.
KEN MSG3ËVIN G-.
ijftigste J aargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UIT GE VE PT ODÉ.
M. C. M. DE GROOT,
W. A. BEUKERS en
Mr. H. M. C. POORTMAN.
Binnenlamlsclte Berichten.
c o u n ii
Abonnementsprijs, par kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BCKKAUi BflTEKKïk A A T ÏO.
Advertentieprijs van 110 gewone regels me
inbegrip van eene Courant1.10
Iedere gewone regel meer0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam
brengen ter kennis van de ingezetenen
da door den raad dier gemeente, in zijne
openbare vergadering van den lsten dezer is
benoemd
tot wethouder, de beer G. VISSER Bzn.
terwijl zijn benoemd:
in de commissie belast om burgemeester en
wethouders bij te staan in het beheer van de
gasfabriek en de drinkwaterleiding der gemeente,
onder voorzitterschap van het lid van het dage-
[ijksch bestuur, den heer S. A. MAAS, tot leden:
de heeren J. HOEK,
H. R. M. A. VAN GENT,
D. F. W. PRINS,
J. H. VAN WESTENDORP J.Dz.,
M. KRANEN en
J. W. J. VAN HARWEGEN DEN
[BREEMS
in de commissie voor gemeentewerken, onder
voorzitterschap van het lid van het dagelyksch
bestuur, den heer G. VISSER Bzn.tot leden
de haeren J. H. VAN WESTENDORP J.Dz.,
D. F. W. PRINS,
A. VAN BUIJSEN en
C. KLEIN;
in de commissie om burgemeester en wethou
ders bij te staan in het beheer van het pakhuis
»de Nederlanden", onder voorzitterschap van het
lid van het dagelijksch bestuur, den heer J. W.
J VAN HARWEGEN DEN BREEMS tot leden
de heeren M. KRANEN ei
D. F. W. PRINS
in de commissie tot het ontwerpen der ver
ordeningen, tegen wier overtreding straf wordt
bedreigd, ter voldoening aan art. 177 der ge
meentewet er. ter voorbereiding van hetgeen bij
art. '178 dier wet is bevolen, onder voorzitter
schap van den Burgemeestertot leden
de heeren Mr. W. H. JANSEN
Mr. H. M. C. POORTMAN,
M. KRANEN en
J. J. G. NOLET
in de commissie tot het herzien van alle plaat
selijke belastingen, de rechten, loonen en andere
geiden, in art. 238 der gemeentewet bedoeld,
daaronder begrepen, tot voorzitter
de heer S. A. MAAS en tot leden
de heeren J. HOEK,
H. R. M A. VAN GENT,
J. H. VAN WESTENDORP J.Dz. en
P. BRILLENBURG
en tot plaatsvervangende leden wanneer deze
zelfde commissie optreedt als vaste raadscom
missie, beiast met het onderzoeken der bezwaar
schriften van aangeslagenen over hunnen aanslag
jn de plaatselijke d'rccte belasting naar het
inkomen,
de heeren W. A. BEUKERS,
M. C. M. DE «ROOT en
H. A. M. ROKLANTS;
in de commissie tot het g even van verslag en
het dienen van raad nopens de begrooting en
de rekening en verantwoording der plaatselijke
inkomsten en uitgaven, ingevolge artt. 203 en
219 der gemeentewet, door burgemeester en
wethouders aan den raad aangeboden, en ten
aanzien van dc begrootingen en rekeningen bij
art. 148 dier wel bedoeld, tot voorzitter
de heer J. J. G. NOLET en tot leden
de heeren M. C. M. DE GROOT en
Mr. W. H. JANSEN;
in de commissie bedoeld bij art. 35 der ver
ordening regelende de heffing der plaatselijke
directe belasting binnen deze gemeente, tot leden
de heeren P. BRILLENBURG,
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 5den September 1896.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE
Kleinhandel ln sterken drank.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
brengen, ingevolge art. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en tot
beteugeling van openbare dronkenschap,
staatsblad n°. 118 van 1885), ter openbare
kennis, dat bij hen een verzoekschrift is
ingekomen van A. MEIJER, om vergunning
tot verkoop van sterken drank in het klein
voor de sociëteitslokalen en tuin der Ver-
eeniging »De Vriendschap" aan de JSieuwe-
haven, no. 283a, alhier.
Schiedam, den 5den September 1896.
Burgemeester en ivethouders voornoemd,
VERSTEEG.
Dc secretaris,
VERNÉDE.
Schiedam, 5 September 1896.
In 1661 werd aan Huygens opgedragen,
by koning Lodewijk XIV van Frankrijk stap
pen te doen tot teruggave van het prinsdom
Oranje aan zijn rechtmatige eigenaren. Vier
jaren bracht hij in Frankryk door, vanwaar
hij een paar malen naar Engeland overstak,
om ook daar de belangen der Oranjes te be
pleiten: Noemt men deze afwezigheid lang,
men bedenke, dat geen ambtelijke bezigheden
tehuis hem wachtten, 't was in de jaren van
het stadhouderloos bestuur, en zij, die toen
de macht in handen hadden, zorgden wel, de
leden van de familie Huygens, als aanhangers
van het Oranjehuis buiten alle ambten te
houden. Toch, ook weer andere tijden zijn
voor hem aangelicht: ook de Derde Willem
riep den trouwen dienaar van zijn geslacht
tot zich; ook dezen heeft Huygens als secre
taris gediend.
Huygens heeft een gelukkigen en kracht
vollen ouderdom mogen genieten. Toen hij bij
de plechtige begrafenis van den admiraal De
Ruyter op 18 Maart 1677 den prins van
Oranje vertegenwoordigde, legde hij den
bijna vijf uur langen tocht te voet af, en
vond dat zij, die hem bewonderden over de
inspanning, die hij zich had moeten getroosten,
er meer vermoeid uitzagen dan hij zelf. Ook
zijn geest is helder gebleven; op zijn89sten
verjaardag vervaardigde hy nog een gedicht
op zijn kinderen, waarin zijn oude dichter-
eigenschappen nog duidelijk waren op te
merken.
Op den 28sten Maart 1687 overleed hij
op het door hem aangelegde buitengoed
Hofwijek bi Voorburg en werd in de Groote
Kerk in Den Haag begraven.
Potgieter getuigt van Huygens, dat hij
een der beminnelijkste menschen was, die ooit
hebben geleefd, een der beste burgers van
onzen staat, een der veelzijdigste letterkun
digen zijns t'ijds, bij wien ook onder die veel
zijdige beschaving de ware oorspronkelijkheid
niet te loor ginghij noemt hem den gees-
tigsten onzer sneldichters, schoon ook hij aan
het valseh vernuft zijns tijds offerde; hij
acht hem den aardigsten onzer zedengispers,
al ergert bekrompen kiesclfheid zich aan de
waarheid zijner voorstelling. Burger in de
stad, hoveling in de \orstelijke zaal, buiten
man op het veld, schijnt hij overal tehuis;
in het heir, als op de beurs, in de werk
plaats, als op het tooneel in het vooronder
tan een beurtschip, als in het kabinet des
prinsenwant de natuur, de maatschappij,
de wereld, om strijd zijn zij zijner studie
waardig; de Voorzienigheid gaat over alles;
welke harer beschikkingen verdient niet, dat
hij ze gadesla, verstandelijk vroom Christen
als hij is? Altijd Hollander, Hagenaar, Her
vormde, drie voorrechten voor welke hij God
dankt, is zijn huiselijk leven in harmonie
met zijn maatschappelijk verkeer, met zijn
burgerlijk gediag; een degelijk, een geheel,
een waar man.
Als proeven van Huygens' dichttrant mogen
de volgende gedichten dienen.
OP MUNEN GEBOORT-DAGH.
Noch eens September, en noch eens die vierde dagh,
Die my verschijnen sagh
Hoe veel Septembers Heer, en hoe veel vierde dagen
Wilt ghy my noch verdragen?
Ick bidd om geen verlangh 't kan redclick bestaen,
Het gen' ick heb gegaen;
En van mijn' wiegh tot hier zijn soo veeldusend
[schreden
Die'ck hebbe doorgetreden,
(Met vallen, lieve God, en opstaen, soo ghy weett,)
Dat die all 't solve leed
En all' de selve vreughd naer my hadddoortereisen,
Sich drymaol sou bepeisen,
Wat besten oorber waer, gelaten of gedaen.
My, Heere laet vry gaen;
Mijn' roll is afgespeelt, en aU wat kan gebeuren
Van lachen en van treuren
Is my te beurt geweest, en all wat beuren sal
Sal 't selve niet met all,
En d' oude schaduw zijn van dingen die wat schijnen
En komende verdwijnen.
Wat wacht ick meer op aerd, waerom en scheid'
[ick niet?
'k Wacht, Heer, dat ghy 't gebiedt.
Maer, Magh ick noch een' gunst by d' andere be-
[geeren,
Laet my soo scheiden lecren,
Dat yeder een die 't siet mijn scheiden en het sijn
Wensch' eenerhand te zijn!
SNELDICHT.
'tls om mijn hooft te doen, sei Hopman Koelberaed,
Indien den aenslngh mist. Gaet, sprack de Veld-
[heer, gaet,
Indien sy dat bestaen, ik sal't kaer doen berouwen,
En voor uw cenigh hoofd ses hoofden af doen houwen.
Maer, sei de Hopman, Heer, 't geen ick eerst weten
[wou,
Is, of van scssen een op mijn hals passen souw.
Wie op sijn twintighst jaer niet schoon en is van
[aensicn,
Op 't dertighste niet sterek, op 't veertighste niet wijs,
Op 'tvijftighstc niet rijck, hondt het voor een bewijs,
Daer snit ghy nemmer schoon, sterek. wijs, noch
[rijekdom aen sien.
OVERLANGH LEVEN.
BcjaerdeLuyden, die om noch meer levens wenschen,
Zijn meer als Kinderen, dat 's Kinderen en Menschen.
Op blijven, is van jonghs der Kinderen vermaeck;
En blijvens' op, wat dan sy waggelen van vaeck.
Ouw' Lieden waggelen soo wel als jonge Kind'rcn;
Gehoor, Gcsicht en Smacck en alle dingen mind'ren,
De Voeten stooten acn en d'een is ai in 't Graf:
En dat 's hacr leste vaecknoch is 't haer als een'
[straf
Te moeten bdieiuea en niet langer op tcblyvcn;
Als waerder veel en veel meer wonders te bedrijven,
Als watter langh gesien, en langh bedreven is;
Hoe tast de Menschlickheit tot op haer einde mis I
Hem danck ick, die my langh en wel zijn heeft
[gegeven,
Ick waggel van geen' vaeck, en heb langh opge-
[bleven
Is rustens uer voor deur', mijn Kol is afgedaen,
God roep' als 't hem gevalt, 'k wil wel te bedde gaen.
Uit de »Stede-Stemmen"
SCHIEDAM.
Twee Stroomen scheiden mij van 'tachterlcg-
[gend' Land,
De derde sluyt den ringh en geeftse bey de hand
In 't midden staet mijn stoel op welgestennde stijlen
Daer oeffen ick mijn' Jenghd op 't noodigh kennip-
[quijien,
En 'truggelingh gespin, die reekt haer spinsel nvt
Tot daer het licht en dicht den Haringh-buy t besluyt,
En 't mijnent binnen sleept, van daer hy, met mijn'
[Brieven
Noch eens ter Zee geraeckt, de Wereld gaet ge
lieven.
Die my klein Rotterdam en groot Delfs-haven noemt,
Heeft niet te laeghgelacckt en niette hoogh geroemt.
De Schie ende de Gouwe omcingcleu Schic-
land van achteren, ende de Mase van voren.
SCHIEDAM, 5 September 1896.
Op de begrooting der inkomsten en uitga
ven der gemeente voor den dienst 1897 is
onder volgnummer 92 (Uitgaven) een som
van f150 uitgetrokken voor den aanleg van
grondwerken ten behoeve van een fontein,
voor wier plaatsing, voor rekening van par
ticulieren, reeds vroeger ioezegging is gedaan.
Vanwege het Hoogheemraadschap van
Schieland is het vak zeedijk tusschen den