BinTieiilandsclie Berichten.
door de tusschenkomst van Frankrijk en
Rusland te aanvaarden, en door in beginsel
toe te geven dat de eischen der Kretenzen
tot liet ten uitvoer leggen van het verdrag
van Halepa beperkt moesten blijven. Voorts
gaf hij te kennen dat de regeering aan
revolutionnaire leiders op Kreta geld had aan
geboden om hen te bewegen, het eiland te
verlaten.
In een tot den minister-president Deiyanis
gerichte boodschap wijst de koning op de
noodzakelijkheid, een permanent legerkamp
te vestigen en de reserven voor oefening
onder de wapenen te roepen. Een commissie
zal worden benoemd, om onderzoek te doen
naar het beste soort geweer. De koning zegt
dat het zijn vurigste wensch is, dat het leger
waardig zij de roeping te vervullen, welke het
is weggelegd.
Deze boodschap heeft een levendigen indruk
gemaakt.
De Kamer heeft een voorstel aangenomen,
waarbij de politiek der regeering in zake Kreta
wordt goedgekeurd.
AMERIKA..
De boodschap van Cleveland begint me' in
zake de Armeensche kwestie te verklaren
dat alles is gedaan om de Amerikaansche
grieven en vorderingen tegen Turkije stipt
geregeld te krijgen. Cleveland kan niet treden
in de zwaarmoedige inzichten omtrentTurkïje,
welke de beschaving raken en waardoor het
chi istendom in het aangezicht wordt geslagen.
Onder de tegenwoordige omstandigheden
acht Cleveland het onmogelijk de opstande
lingen van Cuba als oorlogvoerende mogend
heid te erkennen. In de boodschap wordt in
bewoordingen van sympathie op de moeilijk
heden gewezen, waarop de Spanjaarden
stuiten zoowel van de zijde des vijands die
den open strijd vermijdt, als van personen
die in Amerika verblijf houden en die door
Amerikaansche wetten niet kunnen getroffen
worden. Cleveland werpt alle gedachte van
zich aan een Amerikaansch-wording van
Cuba zoo lang Spanje dit niet wil. Er
is geen reden waarom de pacifiatie van
het eiland niet bewerkstelligd zou kunnen
worden op een basis van gedeeltelijke auto
nomie, door Spanje aangeboden. De regeering
der "Vereenigde Staten heeft gemeend de
goede uitwerking le kunnen waarborgen van
eiken bevredigenden maatregel van zelfbeheer,
die de insurgenten zouden aannemen De
regeering meent dat het voorstel goed ont
vangen is, want al is er nog geen definitief
antwoord op ontvangen, er zijn toch wel
willende mededeelingen ontvangen. De Ver
eenigde Staten stellen zich ter beschik
king van elk der partijen, daar zij over
tuigd zijn van den eerbied die aan de Spaan-
sche «ouvereiniteit over Cuba is verschuldigd.
Zij moeten echter tevens in het oog houden,
dat de loop der gebeurtenissen hen in een
ongewone, ja nog niet voorgekomen conditie
zou kunnen brengen, indien er aan hun ge
duldig wachten op Spanje een einde moest
gesteld worden, zoo het bleek dat Spanje
onmachtig was om den opstand te bedwin
gen. Dan zouden de verplichtingen welke de
Vereenigde Staten tegenover het oppergezag
van Spanje hebben, achtergesteld moeten
•worden voor hoogere verplichtingen, welke
het onmogelijk is te miskennen.
Vol vertrouwen ziet Cleveland de regeling
der Venezuelaansche kwestie te gemoet.
Hij vraagt een tijdig handelen van het
congres tot bescherming van de staatsbelangen
in de Pacific-spoarwegen, met name de Union
Pacific, tenzij het congres den len Januari
1897 op andere wijze onmiddellijk wil tusschen
beiden komen, om den staat te vrijwaren voor
de verliezen die hem bedreigen.
Ten aanzien van de tarieven verdedigt
Cleveland enkel de tegenwoordige wet, en
dringt er op aan dat de staat alle bankierderjj
en het ophoopen van fondsen zal laten varen.
Volgens een officieel telegrafisch bericht,
door Olney ontvangen, heeft de regeering
van Venezuela zich vereenigd met de over
eenkomst, tusschen de Vereenigde Staten en
Engeland getroffen.
Het Venezuelaansche congres is tot een
buitengewone zitting bijeengeroepen, ten
einde over de bepalingen der overeenkomst
te beraadslagen.
-SCHIEDAM, 8 December 18!)6.
De verkiezing van een lid van de Kamer
van koophandel en fabrieken in de plaats van
den heer S. A. Maas, die zijne benoeming
niet heeft aangenomen, zal plaats hebben op
Woensdag 16 dezer.
De afd. Rotterdam van den »Algemeenen
Ned. Typografenbond" hield Zondagmiddag
ten 12i/„ ure in het Volkshuis alhier eene
propaganda-vergadering.
De voorzitter B. W. Roelofs opende de bij
eenkomst met eene korte rede, waarin hij
meedeelde dat reeds vroeger hier enkele
vergaderingen waren gehouden en meende
dat na zoo'n lang tijdsverloop de ideeën van
den typ.-bond meer waren doorgedrongen,
en hoewel de opkomst niet was zooals hij
wenschte, hij toch hoopte dat zij vruchtdra
gend zou zijn, waarna hij het woord gaf
aan den voorzitter van het hoofdbestuur G.
Snijdelaar.
Deze had tot onderwerp gekozen: »De
plicht van eiken typograaf." Hij zette dit
onderwerp duidelijk uiteen, waarvan wij in
het kort het volgende aanstippen. De plicht
van den typograaf is dezelfde als die van
eiken werkman, n.l. samenwerking. Doordien
de meeste patroons de belangen der gezellen
voortdurend in den weg staan en tegenwer
ken, is bij de werklieden het bewustzijn
ontwaakt zich aaneen te sluiten tot verbe
tering van hun toestand. Te veel bepaalt
men zich echter tot locale vereenigingen,
welke meer onderlinge clubjes wordejn
waardoor de algemeene belangen vergeten
worden. Dit nu eischt verandering; wil
men den algemeenen toestand verbeteren,
dan moet men zich ook aansluiten bij alge
meene vereenigingen. Daaraan heeft de typ.-
bond reeds 30 jaren gearbeid, doch het suc
ces is nog verre van voldoende. In 1848
heeft minister Thorbecke de werklieden aan
bevolen zich te vereenigen, doch in plaats van
flink op te treden, heeft men overal clubjes
opgericht met verschillende doeleinden, waar
van echter geen kracht kan uitgaan voor het
algemeen belang. Zoo men werkelijk ver
betering wil zien, moeten algemeene vak
bonden tot stand komen, doch de kleine
clubjes of locale vereenigingen houden dat
tegen. Vele patroons zien zeer goed in dat,
wanneer de werklieden goed georganiseerd
zijn, dezen een kolossale kracht kunnen ont
wikkelen en daarom houden zij dit tegen en
trachten zooveel mogelijk tweedracht te bevor
deren, ook door den godsdienst overal tuaschen
1 te schuiven. Zoolang de arbeider alleen staat
i is hij krachteloosdaarom beveelt ook hij
j de woorden van een Engelschen minister
aan, die algemeene aaneensluiting aanprjjst.
Door krachtig optreden kan men verkrijgen
j een uniform loon en gelijken werktijd, bene
vens opleiding van leerlingen, zoodoende zou
de concuirentie worden tegengegaan en zou
men voorkomen dat de werklieden, zooals
nu, per pond betaald werden, m. a. w. dat
een gezel die zich neijes weet voor te doen,
a! is iiij geen goed werkman, dikwijls beter
betaald wordt dan een bekwaam wetkman,
wiens voorkomen en spreken minder in den
geest vallen. Door aaneensluiting zou men
kunnen verwezenlijkt zien, hetgeen in de
circulaire wordt aanbevolen door de perma
nente commissie van patroons en werklieden
te Amsterdam, aan vele patroons en typo-
grafenvereenigirigen in den lande verzonden.
Ook zou men dan maatregelen kunnen nemen
om den invloed tegen te gaan die de zet
machine binnenkort in het leven zal roepen.
Evenmin zou men dan zien, zooals thans in
de couranten telkens wordt vermeld, dat
werklieden worden ontslagen of geen werk
kunnen krijgen, omdat men lid van deze of
gene vereeniging of bond is. Dat de typ.-
bond door de patroons wordt tegengewerkt,
is juist een bewijs dat er kracht van uitgaat.
Bij de werkstaking in 1894 is dat ten duide
lijkste gebleken. De typ.-bond strijdt voor de
belangen van den typograaf om diens toestand
te verbeteren, zoodat men, als men wil trou
wen, niet langer behoeft uit te zien naar eene
vrouw die ook wat kan verdienen om het
huisgezin te kunnen geven wat het toekomt.
Wanneer het volgend jaar de kieswet in
werking treedt, zullen de beeren wel moeite
do^n om de werklieden in hun net te vangen
doch spreker raadt aan zelf op te treden en
werklieden-afgevaardigden te kiezen, die beter
de belangen hunner mede-arbeiders kunnen
behartigen.
Op het terrein van het vak terugkomende,
acht hij het zeer gewënscht dat ook de Schïe-
damsche typografen aan de algemeene be
weging deelnemen. Door het verkrijgen van
een minimum-loon en maximum-arbeidsduur
kunnen de patroons vanzelf de prijzen van
het drukwerk gelijkelijk berekenen, waardoor
dan de concurrentie verdwijnen kan en de
werkman niet meer de dupe er van worde. De
typ.-bond wil daartoe medewerken en door
zedelijke ontwikkeling de leden hooger voe
ren hij wil de leden steunen daar, waar het
noodig is, maar de meeste typo's vragen
swat krijg ik voor mjjn contributie", doch
voor verbetering van de toestanden hebben
zij niets over, hoewel in het buitenland het
bewjjs is geleverd dat juist door hooger con
tributie voor verbetering der algemeene toe
standen, ook daar de loonen veel hooger zijn.
Thans is de toestand anders dan in 1894;
toen had men geen weerstandskas, terwijl
men nu ongeveer 15000 typografen achter
zich heeft om te steunen als het noodig is.
Dat s Adelphismus" deelneemt aan het a.s.
congres vindt spreker uitstekend en hoopt
dat het gevolg zal z\jn dat zij haar bi oeder-
band zal uitstrekken over geheel Nederland,
in plaats van zich binnen Schiedam te be-
peiken. Hij acht het hoog noodig dat ook
alhier een afdeeling van den typ.-bond wordt
opgericht, welke tot devies zal hebben seen
voor allen en allen voor éen", en spoort ieder
typo aan niet te blijven toezien, maar zich
alien aan te sluiten.
Van de gelegenheid tot debat werd ge
bruik gemaakt door C. L. Moerman, G. W.
Snel en J. J. Soudan, die in hoofdzaak wer
den beantwoord door G. Snijdelaar en H.
Spiekman. Dit debat geheel weer te geven
achten wy onnoodig, daar het niet in verband
was met de rede van den spreker. Voor het
meerendeel kwam het hierop neer, dat de
Schiedamsche sprekers meenden dat de tijd
niet gelukkig gekozen was om hier propa
ganda te komen maken, nu het congres over
eenige weken zal plaats hebben, waar als
eerste punt op de agenda staat»het ver
krijgen van eene federatieve samenwerking
van typografische vereenigingen", waaraan ook
sAdelphismus" zal deelnemen, dus ingeval de
samenwerking tot stand mocht komen, dan
ook zeker hier aan de algemeene verbetering
zal worden gearbeid. Indien echter op het
congres geen samenwerkiag mocht worden
verkregen, dan zou de bond waarschijnlijk
meer succes van zoo'n vergadering kunnen
hebben. De sprekers die dit trachtten te weer
leggen slaagden daarin niet en draaiden meer
om het punt heen, verklaren-le ten allen
tijde te zullen optreden en steeds aanmoe
digende lid van den bond te worden.
Ondanks het langdurig debat kon men
het niet eens worden, waarna de voorzitter,
onder dankbetuiging aan den spreker en de-
debatters en na opwekking tot inschrijving
als lid van den Alg. Ned. Typ-bond, de ver
gadering sloot.
Naar wij vernemen, hebben slechts enkele
personen zich als lid aangemeld.
De onlangs geconstitueerde afdeeling Schie
dam van den sAIgemeenen Nederlandschen
Timmerliedenbond" hield gisteravond hare-
eerste huishoudelijke vergadering, waar, be
halve de 27 leden, eenige belangstellende
vakgenoolen aanwezig waren.
De koninklijk goedgekeurde statuten vrn
den bond, waarvan voorlezing gedaan werd,
vonden algemeene instemming; voorts werd
de verwachting uitgesproken dat, indien men
zich strikt daaraan hield, de afdeeling zich
weldra in bloei zou mogen verheugen.
Nadat de nieuwe afdeeling den naam had
ontvangen van »Door Eendracht Verbetering"
en een voorloopig bestuur gekozen was, werd
werd de bijeenkomst gesloten.
De luit. ter zee 2e kl. A. J. M.Nolet, die-
zooals gemeld is met 5 Januari geplaatst
wordt aan boord van Hr. Ms. monitor Cer
berusr, komt alsdan te Amsterdam in station.
De Koningin-Regentes heeft Zondag tele
grafisch doen informeeren naar den toestand
van den gekwetsten luitenant Bernard te
Delft. De toestand van dezen is zeer bevre
digend.
De gewone audiënties van de ministers
vau financiën en van oorlog op Donderdag
10 en van den minister van marine op Vrijdag
11 dezer zullen niet plaats hebben.
De minister van financiën maakt bekend,
dat op 5 dezer bij de betaalmeesters in kas;
wasf 1,713,061.54,
en dat op denzelfden dag
door de Nederlandsche Bank,
ingevolge art. 11 van haar
octrooi, aan 's lands kas een
voorschot was verstrekt ten
bedrage van- 963,781.75.
De minister van buitenlandsche zaken der
republiek Costa-Rica heeft bij schrijven aan
den minister van buitenlandsche zaken, van
4 November 1.1,, namens zijne regeering, het
tractaat van vriendschap, handel en scheep
vaart tusschen Nederland en Costa-Rica van
12 Juli 1852 {Stil. 1854, no. 46) opgezegd.
Dientengevolge zal genoemd tractaat4 Novem
ber 1897 buiten werking treden.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter algemeene kennis dat het 22 Maart
1856 tusschen Nederland en Guatemala ge
sloten tractaat van vriendschap, handel en
scheepvaart, buiten werking is getreden.
De minister van buitenlandsche zaken
vestigt de aandacht van belanghebbenden op
de onlangs in de Zuid-Afrikaansche republiek
uitgevaardigde vreemdelingenwet, welke op
1 Januari 1897 in werking treedt en waarbij
o. a. wordt bepaald dat, om in genoemde
Republiek te worden toegelaten, alle vreem
delingen, geen inboorlingen zijnde, voorzien
moeten zijn van een regelmatig buitenlandsch
paspoort, afgegeven door of vanwege de re
geering van het land, waartoe zij behooren,
en geviseerd door een consulairen ambtenaar
van de Republiek, terwijl uit zoodanig pas
poort onder meer moet blijken dat de vreem
deling voldoende middelen van bestaan heeft
of door de werkzaamheid kan verkrijgen.
Bij gebreke van zoodanig paspoort kunnen
vreemdelingen ook worden toegelaten op ge
leibrieven van anderen aard en zelfs op bloote
aanmelding van hunne personen, mits zij
hunne identiteit kunnen bewijzen en kunnen
aantoonen dat zjj voldoende middelen van
bestaan hebben of kunnen verkrijgen.
Onder de namen, die genoemd worden in
verband met de vervulling der vace<,ure van