50ste jaargang. Zondag 24 en Maandag 25 Januari 1897. N°. 9227. Eerste Blad. ~FËUILlLETONr" Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROEL ANTS, MEER LEVEN. DE WEEEED ONTYLUCHT. Asohnbmshtspkijs, per kwartaalf 0.90 Franco per post Afzonderlijke nommerso.02 BUREAUBOTËRMKA.IT TO, Teleplsoon A'o. 133. Advertentieprijs- van 1—5 gewone regels met inbe grip van eenc Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer - O 10 Bij abonnement wordt korting verkend. Een bijster opgewekt politiek leven bestaat op dit oogenblik te Schiedam niet. Althans niet aan liberalen kant. Waar in de meeste steden en dorpen zelfs, van ons vaderland in de laatste maanden en weken vooral een frissche en gezonde bries woei, die het staatkundige levensvuur weer wat aanblies, een brie-: zoo gezond en leven wekkend, wijl geen personen maar zaken de oorzaak van haar ontstaan waren geweest, daar bleef men desondanks in onze stad sluimeren. Nu is een sluimering goed, en een gezonde slaap voor een mensch van groot nut; voor een staatsburger zelfs is het goed het felle politieke branden eens een wijle te laten luwen al te lang echter af te laten van krachtsbetoon is schadelijk; de slaap in den aanvang heil zaam, kan dan worden een doodslaap, waaruit niets meer vermag te wekken. Zoover zijn wij hier ter stede gelukkig niet gekomen. Wie weet of zelfs niet dit tijdelijk verslap pen in den ijver, de aanleiding wordt tot toe komstige opleving daarvan. Wij voor ons zou den dit toejuichen. Want al hebben wij de vaste overtuiging dat het niet raadzaam is dat de burger onder gaat in den politicus, al zijn wij van oordeel, dat wel naast maar niet voor andere be langen de zorg voor de politiek gaat, toch achten wij dat slechts tot eigen schade deze geheel verwaarloosd wordt. Onze volksaard schijnt mede te brengen, dat wij gemakkelijk overgaan tot klagenzelve echter mede te werken, opdat de oorzaak tot klacht verwijderd of verminderd worde, gaat slechts weinigen af.- Het besef van medezeggenschap maar ook van medeverantwoordelijkheid gaat bij de meeste onder in een jammeren over den nood der tijden, en den zwaren druk, op de schouders van de burgerij gelegd. Alsof niet voor een goed deel het wegnemen van nood en druk berustte in handen van de burgerij zelve, van iederen burger voor zijn deel. De overtuiging hiervan het mag bil lijkerwijze verlangd worden moest tot meer betoon van energie leiden, dan totnogtoe ge schiedt, Roman van Anny Wothe. 20) Alles wekte bij haar slechts een gevoel van schaamte op over den erbarmelijken, ai moedigen staat der huishouding. Telkens richtte zij haar blik vorsehend op het gelaat van baion Riltberg, om te zien of deze de scheuien in de verschoten overtrekken der meubelen opmeikte, of met een critïsch oog den eenvoudigen avondmaaltijd overzag; of hij spottend de gansche armzalige inrichting in oogenschouw nam. Doch mets van dit alles was te ontdekken. Rittberg toonde ztch in gelijke mate beminnenswaardig en interessant. IIij vertelde van rijn reizen en hoe hij zich op Helmenhorst dacht n te richter), waaraan hij dadelijk de uitnooding ol veelvuldige bezoeken der familie vastknoopte, hetgeen het hart van den luitenant nog eens zoo snel deed kloppen. Dat was een buitenkansje. Deze Gundala met die ontsctiuldige kinderoogen die pas uit het -dooster kwam daar zou hij geen echec lijden. En geld had de oude als water, zou Liska teggen en gold was het juist, dat hij het ineest noodig had. En Ellin bracht den laatsten nacht in het ouder lijk huis gezamenlijk met Liska en Grete in het kleine kameitje door. En toen volgde hel laatste gemeenschappelijk ontbijtde vade" tot tranen be wogen de moeder vol hoogvliegende idedende Vv ant w el vermag de individue alléén weinig, maar liet gemeenschappelijk streven \an wie hetzelfde wenschen, zeer veel. Het «Eendracht maakt Macht", de oude spreuk onzer vade ren, waardoor zij wiessen, moge in dezen tijd opnieuw weerklinken. Wij zijn een nieuw jaar ingetreden, waarin nog deze week werd liet op eene vergade ring te dezer stede uitgesproken waarin meer dan sedert 1848 in een enkel jaar het geval was, aan de politieke consciëntie der burgerij eischen zullen gesteld worden. Van deze zelve hangt het af of de resultaten zullen zijn, gelijk zij vvenscht. Er is een bekende uitspraak»Een land heeft die regeering welke het verdient," deze toe passelijk makende op de naaste toekomst zouden wij willen zeggen de richting, waarin gestuurd zal worden ligt thans in eigen hand. Indien men wil, kan met oude vooroordeelen gebroken worden den sleurgeest, die zoo ver derfelijk werkte kan men afwerpen met frissche krachten kan men aanvangen de taak, die niet straffeloos reeds^lang bleef liggen. Door toevoer van frisch bloed, zal nieuwe levenskracht gewekt worden. Door de Kieswet Van Houten, die wij, moge zij niet het einddoel onzer wenschen zijn, op dit oogenblik te aanvaarden hebben, en onder welke wij zeer stellig een groot aantal jaren zullen leven, is het getal kiezers uitgebreid tot gelieele reeksen personen, vooihecn daar buiten vallende. Nu is voor wie nimmer aan politiek deden, het thuis krijgen van een stembiljet een wel kom, nvloedschafïend maar niet gevaarloos feit, waarvan niet steeds door den delinquent het belang wordt geschat op de waarde, die het heeft. Slechts onder voldoende en in de eerste plaats eerlijke leiding is een stembiljet een macht ten goede. Dat die leiding geen heele af halve dwang mag worden spreekt van zelf, Wien men iets schenkt, is vrij met het ge- schonkene naar welgevallen te handelen, maar ook, zoo er nevens het geschenk een plicht gaat, ipso jure gedwongen dien plicht niet te verzaken. Die plicht is in deze om naar beste weten te doen wat in 's lands belang goed is te doen. Voor de Roomsch-Kathoüeke kiezers is het bijna geen vraag hoe te handelen. Zij weten, dat zij hunne leidslieden, die zij hun vertrou wen in zaken van geloof schonken, ook in zusters overmoedig en diuk schertsende en zij alleen als verre van deze allen veiwijderd. Het koite afschel I men zou elkaar immers spoedig tei opzien en de km te spoonit met baron Rittberg en Gundala alles gleed haar voorbij als een droom. Zij had slechts één peda hte ge treedt heden een vieemd huis binnen om te dienen Sinds vele jaren had zij zich reeds met deze gedachte vei trouvvd gemaakt,en toch scheen het haar nu toe, al-, kon zij slechts den toestand met indenken, als moest zij het uitgillen van smait, als moest zij ver wegvluchten, om zich voor dezen smaad en schande te bevvaien. ïls arbeid en dienstbaarheid dan schande?" vroeg zij zich meer dan eens af, terwijl de trem voort ratelde. mis het dan oneervol zelf zijn brood te verdienen Neen en duizendmaal neen," zeide baar vei stand, maar de vooroordeelen van sland en geboorte, liepen baar oproeiig toe: Een gravin Brandenstein is niet tot dienstbaarheid ge boren." Eindelijk hiel I de trein stil. Een elegante equipage stond aan het station om de leizigers op te nemen, en langzaam reden Zij door de geurige beide naar het slot Helmenhorst. Gundala juichle bij ieder bekend plekje, dat zij terug zag en liet zich door haar vader het lang vergetene weder in de herinnering terugroepen. Ellin staar de droomerig voor zich uit. Hoe schoon was toch de heide met haar bont bloementapijt. Hoe fluweel achtig was het grauwe mos, waai tusschen hier en daar de erica's haar rozenroode bloesems verhieven. De dennen verspreidden hun scherpen geur en de oude pijnboomen ruischten geheimzinnig in den mor genwind. Hoe schoon, hoe verrukkelijk scheen haar zaken van politiek hebben te volgen, gelijk zij dan ook geredelijk doen. Bij de Katholieken gaat dat uit den aard der zaak van zelve, en in zooverre zijn de/.e een goeden stap vooruit bij de niet-Katholieken. De meer of minder kerkelijke gezinde niet- Katholieke partijen hebben naar diezelfde mate, ieder voor zich een riciitsnoer en band. Het is er mee gelijk de heer de Beaufoit in zijn jongste brochure »de liberale Partij en de Verkiezingen", met welke wij overigens, gelijk men weet, volstrekt niet instemmen, het uit drukt ïVoor de zoogenaamde elericalo port'je", de partijen, die op gemeenschap van kerkelijk of godsdienstig geloof rusten, bestaat een band. die hen buiten de staatkunde om bijeenhoudt. De leden dier partijen hebben het voorrecht dat zij, om een gemeenzaam beeld te gebrui ken, in het bezit zijn van de grondstof, en niets meer behoeven te doen dan die te bewerken. Zij hebben slechts een gedragslijn te zoeken, die de natuurlijke neiging hunner geloofsge- nooten, om ook op staatkundig gebied samen te werken, niet al te zeer dwarsboomt." En elders: »De kerkelijke partijen bestaan uit belijders van hetzelfde kerkelijk of gods dienstig geloof, die in deze geloofsgemeenschap ook het vereenigingspunt voor de staatkunde zoeken." Al weten wij den voorsprong, die de kerke lijke partijen op de niet-kerkelijke hebben, op de waarde, die daaraan toekomt te schatten, benijden doen wij hem niet. Religie achten wij te teer, dat dan zij zich straffeloos aan politiek zou huwen, weshalve wij ook niet gaarne als regel onze voorgangers op godsdienstig gebied zouden aanvaarden als onze leidslieden in polilicis. Bij uitstek vinden wij dan ook de kracht eener liberale partij in den goeden zin des woords in het gemeenschappelijk staatkun- d i g streven barer leden. Juist echter het feit, dat dit gemeenschap pelijk staatkundig streven, zoo moeielijk te be reiken is, gelijk de laatste breuken in de libe rale partij leerden, leidt tot groote omzichtigheid. Wij zijn hier weder gekomen, tot het punt waar wij waren, toen wij over de vereeniging der kerkelijke partijen ons op een noodigen zijweg begaven. Wij stelden daar, dat het voor den kiezer noodig is weten, wat hij verplicht is in 's lands belang te doen, speciaal v oor den niet tot een kerkelijke partij belioorende na die vaak verachte, zandige Mark toe; welk een poëtisch waas lag over die eenzame, doire hmde. llnp dikwijls was zij vroeger met haar vader hieiheen gei eden om in de schaduwrijke dennenbosoclieri fnssche lucht in te ademen en nu voerde het lot haar naar diezellde oude gelief de heide, die haar die)haar geworden was en waarnaar zij uit de verte zoo vaak met innig ver langen gesmacht had. Het rijtuig reed nu een fraai lommeirijk park in en hield stil voor een grout ouderwetsch slot met een reusachtige veranda, die langs den ge ileden voorgevel liep en waar een bieede tiap van huiten naar toe voerde. Op de trap stond een kleine, oude dame met grijze lokken, en een fijnbesneden, sclnander ge laat. Zij streklo haar banden naar Gundala uit om haar aan 't hart te drukken. »l)at is Tante Lotje" zeide de baron glimlachend tot Eilin, mtiacht haar vriendschap te winnen en veel zal u in het leven verlicht worden, wat-u nu zwaar toeschijnt." Daarop bood hij haar be leefd de hand bij het uitstappen. Ook hield hij deze nog in de zijne, toen hij met haar naar de oude dame toetiad, die zich aan den aHnblik van het jonge meisje maar niet verzadigen kon en tel kens uitriep: Precies haar mama; precies haar mama." Hier breng ik u Gundala's vriendin, tante Lotje," zeide Rittberg met ongewonen ernst, nde gravin Ellin von Biandenstein." Wees voor haar wat ge ook voor Gundala zijn zult; dan zal, naar ik hoop, de intiede in ons huis de gravin ten zegen zijn. Ellin waagde het niet den baton aan te zien het scheon haar toe als tuide zijn stem even. Waar- Uit zich ze Ken zal hij dat niet steeds weten. Thans nu tot een aantal medeburgers het kies recht is uitgebreid, wier politiek besef niet vol doende is ontwikkeld, althans niet voldoende om aan de pvactijk \an het kiezen, welke allerlei voetangels en klemmen legt mede te doen, is het /aak, dat besef te wekken door Voorlichting en steun. Wanneer wij nu in "t bijzonder de aandacht tot dit district bepalen, dan willen wij niet verbloemen, dat tot nu toe die voorlichting bijna geheel ontbroken heeft. Waar, zooals wij in den aam ang zeiden, in tal van steden en doi pen vnn liltPialp /iiiL woihMtloj'inrr nrj t aiu»n n «r - C"*O "f gehouden is, om tot aaneensluiting van gelijk gezinden op te wekken, is dat in dit district niet geschied. En toch, het wordt tijd. Weldra zullen ook hier de kiezers in meer dan verdubbelden ge tale tot de stembus worden toegelaten, weldra zal ook hier de macht en de verantwoordelijk heid ten halve van de schouders des eenen op die des anderen geladen worden. In eene vergadering deze week door katho lieken hier ter stede gehouden, is, nadat liet Kamerlid De Ras daartoe had opgewekt, be sloten tot het stichten van eene greote kies- vereeniging, waartoe alle Katholieken geheeten werden zich aan te sluiten. Van liberale zijde bestaat een plan tot ver eeniging, zoover wij weten, nog niet. Zij, die daartoe het initiatief kunnen en moeten nemen, wekken wij daartoe door deze op, hen aan sporende tot vooitvarendheid. Of hier eene nieuwe vereeniging kan ont staan, of hier de oude liberale kiesvereeniging zich kan verjongen en plaats geven aan allen, die waarlijk den naam van liberaal verdie nen, is iets wat wij op dit oogenblik niet weten. Wanneer die algemeene aaneensluiting slechts haar bestaansoorzaak zoude vinden in het ne gatieve beginsel van anti-elericalisme zouden wij dit betreuren, in de wetenschap dat dit fundament voos zal blijken, en dat het huis daarop gegrondvest, zal instorten. Gelukkig trouwens dat het begrip svrijzin- nig" op beter positieve kenteekenen kan bogen dan op het genoemde negatieve. De practijk heeft geleerd, dat naast zaken, waarin samen wei king mogelijk bleek, er zijn, waarin het niet-kerkelijk principe zich moest stellen tegenover het kerkelijke. Daaraan hopen wij ook in de toekomst recht te doen wedervaren. om toch? De oude piffniuw echter gellfJeernstig en vorsehend haar blauwe oogen up het zoo tier en tiotsih voor haar staande meisje zonder een wooid te spieken. Zoo bleven beiden elkaar een oogenblik in de nogen zien. Gundala zag met eenigen angst beurtelings na ir haai viiendin en haar tante. Plor-ehuK boog E lin het fier opgerichte hoofd en bracht schuchter en eeibieiiig de band der oude dame aan haar fus- sche lippen «God zegen je, mijn kind" prevelde tante Loij'e en toen, met Gundala aan de eene en Eilin nan de andere band oversein eed zij den diempet van Helmenhorst. Daarbuiten schaterde bet zonlicht; een bedwelmende dennengeur vervulde de lucht en omgaf den man, die eemga minuien nat zolend op hei terias bleef staan en nadenkend in het schemerig verschiet blikte. «Te buis" zeide hij, una lange jaien voor de eerste maal ie buis." En de dennen en de eeuwenoude pijnboomen voor het slot ruischten zacht en geheimzinnig en schenen elkaar toe te fluisteren; «te rechter tijd." Tegenover de donkere lommerrijke paden der Berlijnsche diergaarde slaat in het midden van een heerlijken tuin een sieihjke villa. Een breede trap voert van buitrn naar een grooie, koele, turn zaal, waarvan de vlongeldeuren wijd open staan. Het heelt geiegend. Nog schitteren er diuppels aan de rozekelken en tusschen het dicht dumeenge- sirengeid bladerioof, dat de deuren omlijst Een onweder was gevallen, dat na een langdut ige hitte eindelijk verkoeling gebracht had. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1