BINNENLAND.
„Toeankoe Haschim overleden; ook
zou zijn broeder, Badjak Hitam gestor
ven zijn."
„Vervolging van benden in liet ge
bergte hervat. Bij twee tochten sneu
velden 13 vyanden, waaronder 4 ben-
dehoofden en onzerzijds één Ambo
nees."
Staten-G eneraal.
Uit de Staatscourant.
Kunst en Letteren.
Rechtzaken.
STADSNIEUWS.
Atjeli.
Aan" het departement van Koloniën zijn van
den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indié ont
vangen twee telegrammen, waan an het eerste
luidt:
Het tweede telegram luidt:
Toeankoe Hashim en Radjah Hitam, van
wie in liet telegram sprake is, zijn leden van
het geslacht des voormaligen sultans van Atjeh.
In '1865 door ons uit Langkat verdreven, waar
zij tot verzet tegen ons gezag aanspoorden. Zij
zijn ons steeds zeer vjjandig gebleven.
De eerstgenoemde was voogd en opvoeder
van den tegenwoordigen preteodent-sultan
Toeankoe Mohamed Daoed en op het voortdu
ren van den strijd in Groot-Atjeh heelt hij
veel invloed uitgeoefend.
De Minister van Financiën maakt bekend,
dat op 23 dezer bij de betaalmeesters in kas
wasf 1,704,396.20
en dat op denzelfden dag
door de Nederlandscbe Bank,
ingevolge art. 11 lis van haar
octrooi, aan 's lands kas een
voorschot was verstrekt ten
bedrage van3,698,552.10
De gewone audiëntie van den Minister van
Financiën zal op Donderdag 28 Januari a.s.
niet plaats hebben.
Blijkens een telegram van den Gouverneur-
Generaal van Nederlanösch-Indië, van 23 dezer,
wordt de gouvernementskoffteoogst op Java
voor het jaar 1897 geraamd op 362,000 pikols.
{St.- Ct.)
Te 's-Gravenhage is in den ouderdom van
94 jaren overleden de oud-kolonel der artillerie
P. G. von Stein Callenfels, ridder van het
Metalen Kruis.
De Ilaagsche correspondent van de N. Gr. Ct.
betoogt op grond van uitlatingen van verschei
dene Ministers dat dit Kabinet niet verwacht
zoo spoedig mogelijk af te treden.
Uit de mededeelingen van den premier bleek
dat hij nieuwe stappen heeft gedaan om meer
dere onderwerpen van privaatrecht op inter
nationale wijze te regelende Minister san
Justitie kondigde een nartieele herziening van
het burgerlijk wetboek op 'tstuk der ouder
lijke macht en ontzetting uit de voogdij aan
niet alleen, maar verklaarde het niet onmoge
lijk dat door hem, in vereeniging met zijn
ambtgenooten voor Oorlog en Marine, nog een
herziening van het crimineel wetboek over het
krijgsvolk le land en te water zal worden
aangeboden.
TVelnu dergelijke voordrachten van groot be
lang en omvangrijken aard, dergelijke inter
nationale ondernemingen begint men niet bjj
de overtuiging dat binnen enkele maanden
met zekerheid ongeveer, zijn Ministeriëele leven
is geëindigd. En dit te minder, omdat er wel
geen mogelijkheid meer bestaat om met de
tegenwoordige Kamer dergelijke diep ingrijpende
en gewichtige zaken nog af te doen.
Of het Kabinet nog vele jaren aan het be
wind zal blijven is niet vooruit te zeggen, maar
dat de eene volgens een ander stelsel gekomen
vertegenwoordiging niet behoeft te leiden tot
de aftreding van een Ministerie spreekt van zelf. i
Eerst dan, wanneer gebleken mocht zijn dat
de nieuwe Kamer zich niet vereenigt met het t
regeeringsbeleid zou dit tot eene crisis aan
leiding geven welke een verandering van Ka
binet ten gevolge zou kunnen hebben.
Naar men ens van welingelichte zijde meldt,
hebben eenige oud-leerlingen van professor
Acquoy zich vereenigd, ten einde pogingen te
doen een geschilderd portret van den overleden
leermeester in de Leidsche Senaatskamer te
doen opnemen.
Vaste plannen zijn nog niet gemaakt, waar
schijnlijk zullen alleen oud-leerlingen en leer
lingen tot het deelnemen aan deze hulde-
betooning worden uitgenoodigd. Dit zal de
medewerking van andere vrienden en vereerders
geenszins buitensluiten, zij zullen zich echter
uit eigen beweging moeten aanmelden.
Liebknecht te Delft.
Van parlementair-socialistische zijde is, zooals
men zal weten, sedert eenigen tijd een propaganda
ondernomen onder de studeerende jeugd van Neder
land, waartoe buitenlandsche sociaal-democraten van
naam zijn uitgenoodigd in onze academiesteden voor
drachten te houden. Zoo sprak gisteravond Liebknecht,
bet bekende lid van den Duitsehen Rijksdag, in het
Verenigingsgebouw in het Agneta-Park, te Delft,
voor een goedgevulde zaal, veel studenten, enkele
dames.
Na een kort openingswoord van den heer II. van
Kol (Rienzi) nam de spreker van den avond, die
zoowel bij zijn binnentreden als toen hij het woord
ging nemen met luid applaus werd begroet, plaats
voor den katheder. Een flinke, krachtige zeventiger,
nog weinig grijs, een echt Duitschc kop, sprekende
van echt Duitsche energie en vasthoudendheid. Het
onderwerp van den avond Iniddo: „Die Geschichte
der Sozialdcniocratie in Dentschland'', cn vooral dat
deel dier geschiedenis, waarin de spreker zelf een
rol heeft vervuld, werd uitvoerig behandeld en was
zeker niet 't minst interessant.
Spreker begon met te wijzen op 't eigenaardig
verschil in ontwikkeling van Duitschland, Frankrijk
cn Engeland; hoe Duitschland, in dc 17de eeuw
verdeeld door godsdiensttwisten, zich had laten ver
dringen van de wereldmacht, en was afgedaald tot
een agricultuurvolk, en hoe ten gevolge van de
j eigenaardige Duitsche toestanden ook het socialisme
1 in Duitschland eerst later is ontstaan dan in Enge
land cn Frankrijk, waardoor de Maart-revolutie van
1848 in 'tzand verliep. Sn 'tkort releveert spreker
het optreden van Karl Marx, vooral het door hem,
met Engels, tot stand gebrachte Communistisch
Manifest, Londen 1847. Daarna in Duitschland het
optreden van Lassalle, den grooten agitator, die,
ondanks zijn geniale gaven, volgens spreker, het
Duitsche socialisme niet veel goed heeft gedaan.
Spreker toont daarna aan den strijd in Duitschland
tusschen de Lassalianen, de nationalen cn de leden
der door Mnrx gestichte Internationale, en hoe eerst
na veel strijd het in 1876 gelukte één sociaal
democratische partij tot stand te brengen, 't Weinig
tijds daarna door Bismarck bewerkte „Socinlistcn-
gesetz" wekt voor een oogenbïik sprekers hartstocht
op, waarna bij met behagelijke voldoening wijst op
den voortgang, dien het socialisme in Duitschland,
tegen de verdrukking in, heeft gehad, hetgeen, naar
zijne meening, te danken is niet aan de leidende
personen, maar aan het feit, dat Duitschland in een
korte spanne tijds van een landbouwend een industrie-
en handelsvolk is geworden, met de ernstige gevol
gen van dien.
Dat sprcker's rede met een onbedaarlijk applaus
werd beloond, mag zeker beschouwd worden vooral
als een hulde gebracht aan den man, die voor zijn
overtuiging heeft weten te strijden en te lijden. Of
evenwel de voordracht van gisteravond, die weinig
beantwoordde aan de verwachtingen, door Lieb-
knecht's goeden naam als redenaar opgewekt, het
succes heeft gehad, dat het comité beoogde, mag
met recht betwijfeld worden.
Daar niemand zich aanmeldde voor nadere inlich
tingen of ophelderingen, sloot de heer Van Kol met
een enkel opwekkend woord de vergaö -iug.
J)e Geuzenpenning.
Onder het opschrift„Tot pacificatie" verklaart
de heer A. van Daebne van Varick in Het Vad.,
dat zijn bedoeling niet was Roomsch en Protestant
in tweedracht te zetten.
Hij herinnert er aan, dat de aanbieding van het
smeekschrift der edelen, hetwelk hun den naam van
geuzen bezorgde en den geuzenpenning in het leven
riep, de eerste opflikkering van onze maatschappelijke
vrijheid was en dat èn Iioomschen én on-Koomschen
den geuzenpenning droegen.
„Later veranderde dat wel cenigszins, nadat de
meeste Roomsch gebleven edelen zich teruggetrokken
hadden bij het. losbreken van den worstelstrijd;
maar al werd dan later de penning ook niet meer
door Roomschen gedragen, hij is en blijft toch het
overgebleven gedenkteeken vau den eersten stap."
Ook verklaart de schrijver, die zieh ergerde aau
den wansmaak bij het dragen van insignes dikwerf
aan den dag gelegd, dat het zijn voornemen was
den penning te doen maken in den vorm van een
geuzenpenning, die aan het eerste begin van ons
zelfstandig volksbestaan herinnert en in den schoonen
stijl van dien tijd.
„Verder aan de eene zijde de beeltenis van Prins
Willem 1 met het opschrift„Je niaintiendrai Nas
sau," zijn lijfspreuk, en aan de andere zijde koningin
Wilhelmina met het opschrijft: „Fidèles a la Reine
juequ'a la bésace," wat onze lijfspreuk moot zijn.
Daarbij de jaartallen 1566 onder den Prims en 1898
onder de Koningin.
„Daaraan al óf niet geuzennapjes, zooals dat met
de teekening van een beroemd gravenr zou uitkomen."
Het Vad. zegt, dat na deze uiteenzetting veel
van het aanstootelijk karakter aan het denkbeeld is
ontnomen. „Toch zal zij zeker de Katholieken niet
bevredigen, die zich ook daarom aan het voorstel
ergeren, omdat de voorsteller van Protestant Katho
liek, maar daarna weder Protestant is geworden.
Dat doet er nu wel eigenlijk niet toe, maar het is
menschelijk, dat men daarom van hem minder dan
van iemand anders zulk een voorstel hooren wil.
Summa summarum is het feit, dat het voorstel
aanstoot geeft, voldoende om het, waar 'tom een
nationaal feest te doen is, te laten varen
Een paar aardige historische bijzonderheden dan
ken wij in elk geval aan de onderhavige polemiek.
„Misschien kunnen", zegt de Tijd, „misschien kunnen
niet al onze lezers zich een Geuzenpenning voor
den geest stellen, vandaar dat een korte beschrijving,
ook voor hen die wel eens een wezenlijken Geuzen
penning of een afbeelding ervan gezien hebben, met
onwelkom zal wezen."
„De Geuzenpenningen, bij alle verzamelaars van
Nederlandscbe historie-penningen wel bekend, zijn
ovale, niet zeer groote gouden of zilveren draag-
penningen, die vroeger met een rood lint om den hals
werden bevestigd. De voorzijde vertoont den kop
van Filips II, zoools die op veel munten van dien
tijd voorkomt, de achterzijde twee ineengestrengelde
handen hoven een bedelzak. Het randschrift van
voor- en achterzijde luidt: Fiddles au Roy jus-
gv.es d la besace. (Zie verder"Van Loon. Nederlandsche
Historiepenningen, dl. I.) De Geuzenpenningen wer
den geslagen omstreeks den tijd van het smeekschrift
der edelen.
Onzeker is. of het 't bekende hooghartige woord
van De Barlaimont geweest is, dat tot de aanneming
van den partijnaam Geuzen aanleiding heeft gegeven,
dan wel of zekere coterie van verarmde, rumoerige
edellieden van tien tijd reeds vroeger daardoor werd
aangeduid. Feit intusschen is het, dat iets later de
Geuzenpenning het tooisel was der partij, die tegen
het gezag van den wettigen vorst des Lands en van
de katholieke Kerk in opstand was gekomen. Be
halve do Geuzenpenningen werd ook nog door
dezelfde partij als insigne gebezigd een houten
napje (soms ook een zeer klein napje in goud
of zilver) met het opschriftfivent les Guetuc.
Penning en napje zijn o.a. te zien ia een vitrine,
zich bevindende in een der benedenzalen van het
Rijks-Museum. Toen de Protestanten zich sierden
met den Geuzenpenning, begonnen ook de Katholieken
in de zuidelijke Nederlanden zekere herkennings-
teekenen te dragen. Daartoe gebruikten zij onder
scheiden godsdienstige medailles, bij voorkeur die
van Notre Dame de Hal."
ROTTERDAM, 25 Januari. In de huishoudelijke
vergadering der kiesvereeniging „Rotterdam" is tot
voorzitter benoemd sir. S. J. L. van Aaltcn en zijn
benoemd tot leden van het centraal bestnnr de heeren
dr. J. Vroesom de Haan, S. van der Bergh Jr., J. F.
Niermeyer, P. Ledeboer. Tot districtvoorzitters zijn
gekozen de heeren A. Oliemans, D. de Klerk, M.
Symons, P. N. J. Steinweg, inr. J. A. van Gilse.
In de huishoudelijke vergadering der vereeniging
„Gemeente- en Volksbelangen"' werd de heer Ed.
G. A Fol herkozen tot voorzitter. Tot bestuursleden
werden gekozen de heeren W. P. v. d. Held, dr.
N. J. v. d. Lee, M. Symons.
Laatstgenoemde vereeniging, die 317 leden telt.
I zal het verzoek der vereeniging „Kinderspeeltuinen"
om subsidie uit de gemeentekas ondersteunen.
OUD-BEIERLAND, 25 Januari. De gemeenteraad
i beeft besloten zich tot Gedeputeerde Staten te wenden
1 met het verzoek om ontheffing van de verplichting
tot het doen geven van onderwijs in de vrije- cn
ordeoefeningen der gymnastiek op de openbare scholen
aldaar.
EERSTE KAMER.
Zitting van Maandag 25 Januari.
Aan de orde is hoofdstuk VI (Marine) der Staats-
begrooting.
De heer v. Alphen dankt den Minister voor zijn
streven naar organisatie der zeemacht. Spr. acht
behalve torpedobooten voor Oost-Indië noodig krui
sers en gepantserde schepen, krachtiger dan bet typc-
Kortenaer. Een deel daarvan moet ook voor West-
Indië geschikt zijn. Wat de Minister beeft aangevraagd,
is dus in elk geval noodig.
Verder beveelt spr. aan verbetering van de positie
van het personeel op de werven en der marinereserve.
Over de mistsignalen aan den Hoek van Holland
zal hij niet uitweiden. Hoogst wensehelijk acht hij
de toegezegde benoeming eener nieuwe commissie
met ruimere opvattingen betreffende den stoomloods-
dienst.
De Minister van Marine weerlegt wat door den
heer Van de Putte bij het algemeen is opgemerkt
ten opzichte van de eischen aan de scheepsmacht
te stellen.
De Minister betwijfelt, of onder zijn bestnur een
nieuwe commissie voor stoomloodswezen zal worden
benoemd. Gelijkstelling der positie van klerken aan
de werven niet die van ambtenaren aan de depar
tementen van bestuur wordt overwogen.
De heer Fransen van de Putte repliceert en blijft
de gehecle Regeering verantwoordelijk stellen voor
het geheelo organisatieplan der marine en houdt vol,
dat er wel degelijk uitbreiding ïs van materieel.
Uitvoerig betoogt hij, dat voor verdediging van
Indié beslist ook noodig is gepantserd materieel.
De heer Van Alphen repliceert nog kortelijk.
De heer Schimmclpenninck van der Oye meent,
dat dc aangevraagde gelden gerechtvaardigd zijn
met het oog op het nut van dc kruisers.
Het hoofdstuk „Marine" wordt zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
Aan de orde komt hoofdstuk „Fiuantien".
De heer Geertsema dankt voor wat cr gedaan is
voor de kadasterambtenarenhij dringt echter aan
op verbetering voor nog enkele klassen.
De heer Rengets klaagt over dc toepassing der
vermogensbelasting.
De heer Regont wenscht de sluisrechten afge
schaft te zien, met name in Noord-Brabant en Limburg.
De Minister van ï'inantien zegt dat de getroffen
regeling omtrent de kadasterambtenaren voor het
korps voordeelig isverder antwoordt hij den heer
Rengers, en zegt den heer Regout dat weldra alle
tollen kunnen afgeschaft worden.
Heden 11 uur Oorlog.
(Zie telegram.)
De Minister van W, H en N. Heeft goedgevonden,
te rekenen van 1 Februari 1897
lo. den met ingang van dien datum tot hoofd
ingenieur voor het stoomwezen benoemden ingenieur
voor liet stoomwezen der 1ste klasse in liet 2de dis
trict ter standplaats Rotterdam, W. A. M. Piepers,
werkzaam te stellen in het 4de district ter stand
plaats Arnhem en hem aau te wijzen als hoofd van
dat district,
go. den ingenieur voor het stoomwezen der 2de
klasse in het 5de district ter standplaats Zwolle,
.1. N. Kooy, werkzaam te stellen in het '2de district
ter standplaats Rotterdam, en hem aan te wijze als
hoofd van dat district
3o. den ingenieur voor het stoomwezen der 2de
klasse, werkzaam in het ode district ter standplaats
Zwolle, D. Okhuizen, aau te wijzen als hoofd van dat
district.
De Minister van Marine brengt ter kennis van be
langhebbenden, dat voer vier artsen, Nederlander zijnde,
die den leeftijd van dertig jaren niet hebben over-
schreden, de gelegenheid bestaat om als officier van
gezondheid der 2e klasse bij de zeemacht te worden
aangenomen, onder verplichting het Rijk minstens
gedurende acht achtereenvolgende jaren te dienen en
onder genot eener premie van f5600, uit te betalen
bij de indienattieding.
Nadere mededeelingen bevat de Staats-Ct. van 26
Jan., terwijl men zich ook om inlichtingen kan ver
voegen aan het Departement van Marine (bureau
Geneeskundige dienst.)
St.- Ct. no. 21 bevat de wetten van 2 Januari 1897.
opgenomen in resp Stbl. 1, 2, 3. 4, 5, 0. 7 en 8,
houdende naturalisatie van C J. L F. Therstappen,
A. F. Benz, K A. Wilske, 1' Coenegrachts, F. Ren-
nings, L. R. H. Dobbelmann, J. G. W. Sieger en
A. 11. A. Arts.
Door de kunstkoopers H. G. Ter Hng en Frederik
Muller en Co. zal op Dinsdag 2 Februari a.s. in
„de Brakke Grond" te Amsterdam in veiling ge
bracht worden de kunstnalatenschap van wijlen den
schilder H. Valkenburg.
Reefis is de eatalogus, van wat daartoe behoort,
gezonden aan de kunstvrienden van den overledene.
Met een aantal reproduction van eenige werken van
den meester en met diens portret in lichtdruk is
deze eatalogus verlicht. De vriendelijke typische
binnenhuisjes, kerngezond van teekening en kleur,
roepen den bekwamen auteur voor den geest terug.
Reeds is een groot deel van Talkenburg's uiterst
nationaal werk naar Engeland en Amerika verhuisd,
moge nu de artistieke nalatenschap onder den hamer
kome, van dezen meester, wiens werk te reeht ee*
eereplaats in ons Rijks-museum heeft, zeer Teel voor
ons land behouden blijven.
De „Verwaltungsrath der Buhncnfestspiele Bay-
reuth" kondigt tegen de maanden Juli en Augustus
opvoeringen van Parsifal en Der Ring des ffibe-
htngen aan. Wij laten hieronder de dagen volge»
waarop de beide werken gegeven zullen worde»
Parsifal19 J«li
Der Ring der Nibelnngen
Rheingold21
Die Walkure22
Siegfried23
Gotterdammernng 24
Parsifal27
Parsifal28
Parsifal30
Der Ring des Nibelungen:
Rheingold. 2 Augustus
Die Walkure3
Siegfried4
Gottendummerung 5
Parsifal8
Parsifal9
Parsifal. 11
Der Rings des Nibelungen:
Rheingold14 Augustus
Die Walkure15
Siegfried16
Gótterdaiumerung 17
Parsifal19 j
Toegangskaarten zijn van 1 Maart af te krijgen
bij den Verwaltungsrath en bij „De Algemeene
Muziekhandel" te Amsterdam. De plaatsen kosten
20 mark en reeds nu zijn deze plaatsen te bekomen,
met dien verstande, dat zij voor een geheele reeks'
voorstellingen genomen worden.
Zooals elk jaar belast het „Woning-comité" zich
met het onder dak brengen der talrijke vreemdelin
gen. Het bureau beviudt zieh aan het stationhet
telegramadres is „Wohnung Bayreuth".
Een oud zeemansgebruik waarin in den loop der
tijden misbruikon zijn gekomen, bracht gisterenee»
Scheveningschen schipper voor de Haagsche recht
bank. Volgens de getuigen is het sedert een reeks
van jaren gebruik dat aan den schipper van eea
vischvaartuig vergoeding wordt gegeven voor ge
maakte onkosten in den z.g. „graaitijd" (klaarmaken
van de vaartuigen). Die vergoeding wordt op ver
schillende wijze gegeven. De eene reeder regelt haai
door toezegging van een zeker bedrag uit te betale»
na terugkomst van de reis, een ander geeft er eene
bepaalde som voor, weer een ander staat de gekwetste
haring ter vergoeding af en een vierde geeft aan
den schipper één kantje (700 a 800 stuks) haring
per reis.
Een schipper die gevaren had voor een Scheve
ningschen reeder die in strijd met het oude e»
bijna algemeene gebruik geen vergoeding gaf
voor de hierboven gemaakte onkosten, had 6 halve
kantjes haring verkocht teneinde zich te dekken
voor de hem ten behoeve van de equipage gemaakte
kosten. De reeder zag daarin verduistering cn ver
zocht vervolging.
De schipper beweerde volkomen te goeder trouw
gehandeld te hebben, daar hij meende recht te heb
ben op één kantje, terwijl de boeter en de klimmer
ook ieder recht hebben op 34 kantje. De gezamen
lijke kosten door hem voor zijn equipage gemaakt,
bedroegen zelfs meer dan hij voor de verkochte
haring had ontvangendus hij had er hoegenaamd
geen voordeel bij gehad.
Subst-off. van justitie mr. Pleyte achtte het noo
dig dezen beklaagde en ook anderen schippers dui
delijk te maken dat een, zij het dan ook oud, ge
bruik niet altijd een recht geeft, de recders volko
men vrij zijn al of niet vergoeding te geven en een
schipper zeker geen recht heeft pver het eigendom
van den reeder te beschikken.
Z.Ed.A. vorderde I dag gevangenisstraf.
Vr ij gespro ken werd de timmermansjongen
te 's-Gravenhago die terechtstond wegens het ver
oorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld
(bet springen op een steiger tengevolge waarvan
deze instortte).
Het gerechtshof te 's-Gravenhagc bevestigde gis
teren het vonnis van de rechtbank te Dordrecht,
waarbij de vordering van f 4000, door de eigenaars
van de sleepbooten Fiat Voluntas en Mark en
Din tel te Rotterdam ingesteld wegens hulp, ver
leend aan de sleepboot-ijsbreker Fr ja, te Dordrecht,
slechts tot een bedrag van f800 is toegewezen.
Het trio flesschentrekkers, bestaande uit L. v. d.
Acker, zijne zuster Beatrice en zijn tante, die hier
te lande zoovele slachtoffers maakten, is te Parijs
gesnapt en veroordeeldde broeder en zuster tot 5
jaren, de tante tot één jaar gevangenisstraf. Als zij
hun straf ondeTgaan hebben, moeten zij in Belgie
terecht staan. Laatst woonden broeder en zuster te
Joinville-le-Point onder den naam van graaf en gravi*
De Gruhloff.
Door Burgemeester en Wethouders alhier is
in overleg met den districts-sehoolopziener op
gemaakt de \oordracht ter benoeming van een
hoofd aan de openbare meisjesschool.
In alphabetische volgorde zijn hierop ge
plaatst de damesM. L. Dooremans, en A.
Kimmijser beiden alhier en F. Visser te Zie-
rikzee.
Wat stonden bij velen de gezichten vroolijk
toen gisterenmiddag de dooi de sneeuw deed
verdwijnen en hoe stelde men zich voor ein
delijk weder eens den voet te kunnen neder
zetten zonder het gevaar van uit te glijden.
Helaas, het heeft niet mogen zgn. De dooi
hield op; een bijna N. W. storm gepaard aan
een fijnen sneeuwjacht brak los en in enkele
uren was het aardrijk bedekt met een dikke
laag dier witte en zachte massa's die de ijzeren
stoompaarden in hun vaart soms stuitendie
de macht der menschen aan banden legt en
met haar zacht en blank kleed de gemeen
schap verbreekt.
De stoomtram, die met zijn zwakke krachten