BINNENLAND. „Toeankoe Haschim overleden; ook zou zijn broeder, Badjak Hitam gestor ven zijn." „Vervolging van benden in liet ge bergte hervat. Bij twee tochten sneu velden 13 vyanden, waaronder 4 ben- dehoofden en onzerzijds één Ambo nees." Staten-G eneraal. Uit de Staatscourant. Kunst en Letteren. Rechtzaken. STADSNIEUWS. Atjeli. Aan" het departement van Koloniën zijn van den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indié ont vangen twee telegrammen, waan an het eerste luidt: Het tweede telegram luidt: Toeankoe Hashim en Radjah Hitam, van wie in liet telegram sprake is, zijn leden van het geslacht des voormaligen sultans van Atjeh. In '1865 door ons uit Langkat verdreven, waar zij tot verzet tegen ons gezag aanspoorden. Zij zijn ons steeds zeer vjjandig gebleven. De eerstgenoemde was voogd en opvoeder van den tegenwoordigen preteodent-sultan Toeankoe Mohamed Daoed en op het voortdu ren van den strijd in Groot-Atjeh heelt hij veel invloed uitgeoefend. De Minister van Financiën maakt bekend, dat op 23 dezer bij de betaalmeesters in kas wasf 1,704,396.20 en dat op denzelfden dag door de Nederlandscbe Bank, ingevolge art. 11 lis van haar octrooi, aan 's lands kas een voorschot was verstrekt ten bedrage van3,698,552.10 De gewone audiëntie van den Minister van Financiën zal op Donderdag 28 Januari a.s. niet plaats hebben. Blijkens een telegram van den Gouverneur- Generaal van Nederlanösch-Indië, van 23 dezer, wordt de gouvernementskoffteoogst op Java voor het jaar 1897 geraamd op 362,000 pikols. {St.- Ct.) Te 's-Gravenhage is in den ouderdom van 94 jaren overleden de oud-kolonel der artillerie P. G. von Stein Callenfels, ridder van het Metalen Kruis. De Ilaagsche correspondent van de N. Gr. Ct. betoogt op grond van uitlatingen van verschei dene Ministers dat dit Kabinet niet verwacht zoo spoedig mogelijk af te treden. Uit de mededeelingen van den premier bleek dat hij nieuwe stappen heeft gedaan om meer dere onderwerpen van privaatrecht op inter nationale wijze te regelende Minister san Justitie kondigde een nartieele herziening van het burgerlijk wetboek op 'tstuk der ouder lijke macht en ontzetting uit de voogdij aan niet alleen, maar verklaarde het niet onmoge lijk dat door hem, in vereeniging met zijn ambtgenooten voor Oorlog en Marine, nog een herziening van het crimineel wetboek over het krijgsvolk le land en te water zal worden aangeboden. TVelnu dergelijke voordrachten van groot be lang en omvangrijken aard, dergelijke inter nationale ondernemingen begint men niet bjj de overtuiging dat binnen enkele maanden met zekerheid ongeveer, zijn Ministeriëele leven is geëindigd. En dit te minder, omdat er wel geen mogelijkheid meer bestaat om met de tegenwoordige Kamer dergelijke diep ingrijpende en gewichtige zaken nog af te doen. Of het Kabinet nog vele jaren aan het be wind zal blijven is niet vooruit te zeggen, maar dat de eene volgens een ander stelsel gekomen vertegenwoordiging niet behoeft te leiden tot de aftreding van een Ministerie spreekt van zelf. i Eerst dan, wanneer gebleken mocht zijn dat de nieuwe Kamer zich niet vereenigt met het t regeeringsbeleid zou dit tot eene crisis aan leiding geven welke een verandering van Ka binet ten gevolge zou kunnen hebben. Naar men ens van welingelichte zijde meldt, hebben eenige oud-leerlingen van professor Acquoy zich vereenigd, ten einde pogingen te doen een geschilderd portret van den overleden leermeester in de Leidsche Senaatskamer te doen opnemen. Vaste plannen zijn nog niet gemaakt, waar schijnlijk zullen alleen oud-leerlingen en leer lingen tot het deelnemen aan deze hulde- betooning worden uitgenoodigd. Dit zal de medewerking van andere vrienden en vereerders geenszins buitensluiten, zij zullen zich echter uit eigen beweging moeten aanmelden. Liebknecht te Delft. Van parlementair-socialistische zijde is, zooals men zal weten, sedert eenigen tijd een propaganda ondernomen onder de studeerende jeugd van Neder land, waartoe buitenlandsche sociaal-democraten van naam zijn uitgenoodigd in onze academiesteden voor drachten te houden. Zoo sprak gisteravond Liebknecht, bet bekende lid van den Duitsehen Rijksdag, in het Verenigingsgebouw in het Agneta-Park, te Delft, voor een goedgevulde zaal, veel studenten, enkele dames. Na een kort openingswoord van den heer II. van Kol (Rienzi) nam de spreker van den avond, die zoowel bij zijn binnentreden als toen hij het woord ging nemen met luid applaus werd begroet, plaats voor den katheder. Een flinke, krachtige zeventiger, nog weinig grijs, een echt Duitschc kop, sprekende van echt Duitsche energie en vasthoudendheid. Het onderwerp van den avond Iniddo: „Die Geschichte der Sozialdcniocratie in Dentschland'', cn vooral dat deel dier geschiedenis, waarin de spreker zelf een rol heeft vervuld, werd uitvoerig behandeld en was zeker niet 't minst interessant. Spreker begon met te wijzen op 't eigenaardig verschil in ontwikkeling van Duitschland, Frankrijk cn Engeland; hoe Duitschland, in dc 17de eeuw verdeeld door godsdiensttwisten, zich had laten ver dringen van de wereldmacht, en was afgedaald tot een agricultuurvolk, en hoe ten gevolge van de j eigenaardige Duitsche toestanden ook het socialisme 1 in Duitschland eerst later is ontstaan dan in Enge land cn Frankrijk, waardoor de Maart-revolutie van 1848 in 'tzand verliep. Sn 'tkort releveert spreker het optreden van Karl Marx, vooral het door hem, met Engels, tot stand gebrachte Communistisch Manifest, Londen 1847. Daarna in Duitschland het optreden van Lassalle, den grooten agitator, die, ondanks zijn geniale gaven, volgens spreker, het Duitsche socialisme niet veel goed heeft gedaan. Spreker toont daarna aan den strijd in Duitschland tusschen de Lassalianen, de nationalen cn de leden der door Mnrx gestichte Internationale, en hoe eerst na veel strijd het in 1876 gelukte één sociaal democratische partij tot stand te brengen, 't Weinig tijds daarna door Bismarck bewerkte „Socinlistcn- gesetz" wekt voor een oogenbïik sprekers hartstocht op, waarna bij met behagelijke voldoening wijst op den voortgang, dien het socialisme in Duitschland, tegen de verdrukking in, heeft gehad, hetgeen, naar zijne meening, te danken is niet aan de leidende personen, maar aan het feit, dat Duitschland in een korte spanne tijds van een landbouwend een industrie- en handelsvolk is geworden, met de ernstige gevol gen van dien. Dat sprcker's rede met een onbedaarlijk applaus werd beloond, mag zeker beschouwd worden vooral als een hulde gebracht aan den man, die voor zijn overtuiging heeft weten te strijden en te lijden. Of evenwel de voordracht van gisteravond, die weinig beantwoordde aan de verwachtingen, door Lieb- knecht's goeden naam als redenaar opgewekt, het succes heeft gehad, dat het comité beoogde, mag met recht betwijfeld worden. Daar niemand zich aanmeldde voor nadere inlich tingen of ophelderingen, sloot de heer Van Kol met een enkel opwekkend woord de vergaö -iug. J)e Geuzenpenning. Onder het opschrift„Tot pacificatie" verklaart de heer A. van Daebne van Varick in Het Vad., dat zijn bedoeling niet was Roomsch en Protestant in tweedracht te zetten. Hij herinnert er aan, dat de aanbieding van het smeekschrift der edelen, hetwelk hun den naam van geuzen bezorgde en den geuzenpenning in het leven riep, de eerste opflikkering van onze maatschappelijke vrijheid was en dat èn Iioomschen én on-Koomschen den geuzenpenning droegen. „Later veranderde dat wel cenigszins, nadat de meeste Roomsch gebleven edelen zich teruggetrokken hadden bij het. losbreken van den worstelstrijd; maar al werd dan later de penning ook niet meer door Roomschen gedragen, hij is en blijft toch het overgebleven gedenkteeken vau den eersten stap." Ook verklaart de schrijver, die zieh ergerde aau den wansmaak bij het dragen van insignes dikwerf aan den dag gelegd, dat het zijn voornemen was den penning te doen maken in den vorm van een geuzenpenning, die aan het eerste begin van ons zelfstandig volksbestaan herinnert en in den schoonen stijl van dien tijd. „Verder aan de eene zijde de beeltenis van Prins Willem 1 met het opschrift„Je niaintiendrai Nas sau," zijn lijfspreuk, en aan de andere zijde koningin Wilhelmina met het opschrijft: „Fidèles a la Reine juequ'a la bésace," wat onze lijfspreuk moot zijn. Daarbij de jaartallen 1566 onder den Prims en 1898 onder de Koningin. „Daaraan al óf niet geuzennapjes, zooals dat met de teekening van een beroemd gravenr zou uitkomen." Het Vad. zegt, dat na deze uiteenzetting veel van het aanstootelijk karakter aan het denkbeeld is ontnomen. „Toch zal zij zeker de Katholieken niet bevredigen, die zich ook daarom aan het voorstel ergeren, omdat de voorsteller van Protestant Katho liek, maar daarna weder Protestant is geworden. Dat doet er nu wel eigenlijk niet toe, maar het is menschelijk, dat men daarom van hem minder dan van iemand anders zulk een voorstel hooren wil. Summa summarum is het feit, dat het voorstel aanstoot geeft, voldoende om het, waar 'tom een nationaal feest te doen is, te laten varen Een paar aardige historische bijzonderheden dan ken wij in elk geval aan de onderhavige polemiek. „Misschien kunnen", zegt de Tijd, „misschien kunnen niet al onze lezers zich een Geuzenpenning voor den geest stellen, vandaar dat een korte beschrijving, ook voor hen die wel eens een wezenlijken Geuzen penning of een afbeelding ervan gezien hebben, met onwelkom zal wezen." „De Geuzenpenningen, bij alle verzamelaars van Nederlandscbe historie-penningen wel bekend, zijn ovale, niet zeer groote gouden of zilveren draag- penningen, die vroeger met een rood lint om den hals werden bevestigd. De voorzijde vertoont den kop van Filips II, zoools die op veel munten van dien tijd voorkomt, de achterzijde twee ineengestrengelde handen hoven een bedelzak. Het randschrift van voor- en achterzijde luidt: Fiddles au Roy jus- gv.es d la besace. (Zie verder"Van Loon. Nederlandsche Historiepenningen, dl. I.) De Geuzenpenningen wer den geslagen omstreeks den tijd van het smeekschrift der edelen. Onzeker is. of het 't bekende hooghartige woord van De Barlaimont geweest is, dat tot de aanneming van den partijnaam Geuzen aanleiding heeft gegeven, dan wel of zekere coterie van verarmde, rumoerige edellieden van tien tijd reeds vroeger daardoor werd aangeduid. Feit intusschen is het, dat iets later de Geuzenpenning het tooisel was der partij, die tegen het gezag van den wettigen vorst des Lands en van de katholieke Kerk in opstand was gekomen. Be halve do Geuzenpenningen werd ook nog door dezelfde partij als insigne gebezigd een houten napje (soms ook een zeer klein napje in goud of zilver) met het opschriftfivent les Guetuc. Penning en napje zijn o.a. te zien ia een vitrine, zich bevindende in een der benedenzalen van het Rijks-Museum. Toen de Protestanten zich sierden met den Geuzenpenning, begonnen ook de Katholieken in de zuidelijke Nederlanden zekere herkennings- teekenen te dragen. Daartoe gebruikten zij onder scheiden godsdienstige medailles, bij voorkeur die van Notre Dame de Hal." ROTTERDAM, 25 Januari. In de huishoudelijke vergadering der kiesvereeniging „Rotterdam" is tot voorzitter benoemd sir. S. J. L. van Aaltcn en zijn benoemd tot leden van het centraal bestnnr de heeren dr. J. Vroesom de Haan, S. van der Bergh Jr., J. F. Niermeyer, P. Ledeboer. Tot districtvoorzitters zijn gekozen de heeren A. Oliemans, D. de Klerk, M. Symons, P. N. J. Steinweg, inr. J. A. van Gilse. In de huishoudelijke vergadering der vereeniging „Gemeente- en Volksbelangen"' werd de heer Ed. G. A Fol herkozen tot voorzitter. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren W. P. v. d. Held, dr. N. J. v. d. Lee, M. Symons. Laatstgenoemde vereeniging, die 317 leden telt. I zal het verzoek der vereeniging „Kinderspeeltuinen" om subsidie uit de gemeentekas ondersteunen. OUD-BEIERLAND, 25 Januari. De gemeenteraad i beeft besloten zich tot Gedeputeerde Staten te wenden 1 met het verzoek om ontheffing van de verplichting tot het doen geven van onderwijs in de vrije- cn ordeoefeningen der gymnastiek op de openbare scholen aldaar. EERSTE KAMER. Zitting van Maandag 25 Januari. Aan de orde is hoofdstuk VI (Marine) der Staats- begrooting. De heer v. Alphen dankt den Minister voor zijn streven naar organisatie der zeemacht. Spr. acht behalve torpedobooten voor Oost-Indië noodig krui sers en gepantserde schepen, krachtiger dan bet typc- Kortenaer. Een deel daarvan moet ook voor West- Indië geschikt zijn. Wat de Minister beeft aangevraagd, is dus in elk geval noodig. Verder beveelt spr. aan verbetering van de positie van het personeel op de werven en der marinereserve. Over de mistsignalen aan den Hoek van Holland zal hij niet uitweiden. Hoogst wensehelijk acht hij de toegezegde benoeming eener nieuwe commissie met ruimere opvattingen betreffende den stoomloods- dienst. De Minister van Marine weerlegt wat door den heer Van de Putte bij het algemeen is opgemerkt ten opzichte van de eischen aan de scheepsmacht te stellen. De Minister betwijfelt, of onder zijn bestnur een nieuwe commissie voor stoomloodswezen zal worden benoemd. Gelijkstelling der positie van klerken aan de werven niet die van ambtenaren aan de depar tementen van bestuur wordt overwogen. De heer Fransen van de Putte repliceert en blijft de gehecle Regeering verantwoordelijk stellen voor het geheelo organisatieplan der marine en houdt vol, dat er wel degelijk uitbreiding ïs van materieel. Uitvoerig betoogt hij, dat voor verdediging van Indié beslist ook noodig is gepantserd materieel. De heer Van Alphen repliceert nog kortelijk. De heer Schimmclpenninck van der Oye meent, dat dc aangevraagde gelden gerechtvaardigd zijn met het oog op het nut van dc kruisers. Het hoofdstuk „Marine" wordt zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. Aan de orde komt hoofdstuk „Fiuantien". De heer Geertsema dankt voor wat cr gedaan is voor de kadasterambtenarenhij dringt echter aan op verbetering voor nog enkele klassen. De heer Rengets klaagt over dc toepassing der vermogensbelasting. De heer Regont wenscht de sluisrechten afge schaft te zien, met name in Noord-Brabant en Limburg. De Minister van ï'inantien zegt dat de getroffen regeling omtrent de kadasterambtenaren voor het korps voordeelig isverder antwoordt hij den heer Rengers, en zegt den heer Regout dat weldra alle tollen kunnen afgeschaft worden. Heden 11 uur Oorlog. (Zie telegram.) De Minister van W, H en N. Heeft goedgevonden, te rekenen van 1 Februari 1897 lo. den met ingang van dien datum tot hoofd ingenieur voor het stoomwezen benoemden ingenieur voor liet stoomwezen der 1ste klasse in liet 2de dis trict ter standplaats Rotterdam, W. A. M. Piepers, werkzaam te stellen in het 4de district ter stand plaats Arnhem en hem aau te wijzen als hoofd van dat district, go. den ingenieur voor het stoomwezen der 2de klasse in het 5de district ter standplaats Zwolle, .1. N. Kooy, werkzaam te stellen in het '2de district ter standplaats Rotterdam, en hem aan te wijze als hoofd van dat district 3o. den ingenieur voor het stoomwezen der 2de klasse, werkzaam in het ode district ter standplaats Zwolle, D. Okhuizen, aau te wijzen als hoofd van dat district. De Minister van Marine brengt ter kennis van be langhebbenden, dat voer vier artsen, Nederlander zijnde, die den leeftijd van dertig jaren niet hebben over- schreden, de gelegenheid bestaat om als officier van gezondheid der 2e klasse bij de zeemacht te worden aangenomen, onder verplichting het Rijk minstens gedurende acht achtereenvolgende jaren te dienen en onder genot eener premie van f5600, uit te betalen bij de indienattieding. Nadere mededeelingen bevat de Staats-Ct. van 26 Jan., terwijl men zich ook om inlichtingen kan ver voegen aan het Departement van Marine (bureau Geneeskundige dienst.) St.- Ct. no. 21 bevat de wetten van 2 Januari 1897. opgenomen in resp Stbl. 1, 2, 3. 4, 5, 0. 7 en 8, houdende naturalisatie van C J. L F. Therstappen, A. F. Benz, K A. Wilske, 1' Coenegrachts, F. Ren- nings, L. R. H. Dobbelmann, J. G. W. Sieger en A. 11. A. Arts. Door de kunstkoopers H. G. Ter Hng en Frederik Muller en Co. zal op Dinsdag 2 Februari a.s. in „de Brakke Grond" te Amsterdam in veiling ge bracht worden de kunstnalatenschap van wijlen den schilder H. Valkenburg. Reefis is de eatalogus, van wat daartoe behoort, gezonden aan de kunstvrienden van den overledene. Met een aantal reproduction van eenige werken van den meester en met diens portret in lichtdruk is deze eatalogus verlicht. De vriendelijke typische binnenhuisjes, kerngezond van teekening en kleur, roepen den bekwamen auteur voor den geest terug. Reeds is een groot deel van Talkenburg's uiterst nationaal werk naar Engeland en Amerika verhuisd, moge nu de artistieke nalatenschap onder den hamer kome, van dezen meester, wiens werk te reeht ee* eereplaats in ons Rijks-museum heeft, zeer Teel voor ons land behouden blijven. De „Verwaltungsrath der Buhncnfestspiele Bay- reuth" kondigt tegen de maanden Juli en Augustus opvoeringen van Parsifal en Der Ring des ffibe- htngen aan. Wij laten hieronder de dagen volge» waarop de beide werken gegeven zullen worde» Parsifal19 J«li Der Ring der Nibelnngen Rheingold21 Die Walkure22 Siegfried23 Gotterdammernng 24 Parsifal27 Parsifal28 Parsifal30 Der Ring des Nibelungen: Rheingold. 2 Augustus Die Walkure3 Siegfried4 Gottendummerung 5 Parsifal8 Parsifal9 Parsifal. 11 Der Rings des Nibelungen: Rheingold14 Augustus Die Walkure15 Siegfried16 Gótterdaiumerung 17 Parsifal19 j Toegangskaarten zijn van 1 Maart af te krijgen bij den Verwaltungsrath en bij „De Algemeene Muziekhandel" te Amsterdam. De plaatsen kosten 20 mark en reeds nu zijn deze plaatsen te bekomen, met dien verstande, dat zij voor een geheele reeks' voorstellingen genomen worden. Zooals elk jaar belast het „Woning-comité" zich met het onder dak brengen der talrijke vreemdelin gen. Het bureau beviudt zieh aan het stationhet telegramadres is „Wohnung Bayreuth". Een oud zeemansgebruik waarin in den loop der tijden misbruikon zijn gekomen, bracht gisterenee» Scheveningschen schipper voor de Haagsche recht bank. Volgens de getuigen is het sedert een reeks van jaren gebruik dat aan den schipper van eea vischvaartuig vergoeding wordt gegeven voor ge maakte onkosten in den z.g. „graaitijd" (klaarmaken van de vaartuigen). Die vergoeding wordt op ver schillende wijze gegeven. De eene reeder regelt haai door toezegging van een zeker bedrag uit te betale» na terugkomst van de reis, een ander geeft er eene bepaalde som voor, weer een ander staat de gekwetste haring ter vergoeding af en een vierde geeft aan den schipper één kantje (700 a 800 stuks) haring per reis. Een schipper die gevaren had voor een Scheve ningschen reeder die in strijd met het oude e» bijna algemeene gebruik geen vergoeding gaf voor de hierboven gemaakte onkosten, had 6 halve kantjes haring verkocht teneinde zich te dekken voor de hem ten behoeve van de equipage gemaakte kosten. De reeder zag daarin verduistering cn ver zocht vervolging. De schipper beweerde volkomen te goeder trouw gehandeld te hebben, daar hij meende recht te heb ben op één kantje, terwijl de boeter en de klimmer ook ieder recht hebben op 34 kantje. De gezamen lijke kosten door hem voor zijn equipage gemaakt, bedroegen zelfs meer dan hij voor de verkochte haring had ontvangendus hij had er hoegenaamd geen voordeel bij gehad. Subst-off. van justitie mr. Pleyte achtte het noo dig dezen beklaagde en ook anderen schippers dui delijk te maken dat een, zij het dan ook oud, ge bruik niet altijd een recht geeft, de recders volko men vrij zijn al of niet vergoeding te geven en een schipper zeker geen recht heeft pver het eigendom van den reeder te beschikken. Z.Ed.A. vorderde I dag gevangenisstraf. Vr ij gespro ken werd de timmermansjongen te 's-Gravenhago die terechtstond wegens het ver oorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld (bet springen op een steiger tengevolge waarvan deze instortte). Het gerechtshof te 's-Gravenhagc bevestigde gis teren het vonnis van de rechtbank te Dordrecht, waarbij de vordering van f 4000, door de eigenaars van de sleepbooten Fiat Voluntas en Mark en Din tel te Rotterdam ingesteld wegens hulp, ver leend aan de sleepboot-ijsbreker Fr ja, te Dordrecht, slechts tot een bedrag van f800 is toegewezen. Het trio flesschentrekkers, bestaande uit L. v. d. Acker, zijne zuster Beatrice en zijn tante, die hier te lande zoovele slachtoffers maakten, is te Parijs gesnapt en veroordeeldde broeder en zuster tot 5 jaren, de tante tot één jaar gevangenisstraf. Als zij hun straf ondeTgaan hebben, moeten zij in Belgie terecht staan. Laatst woonden broeder en zuster te Joinville-le-Point onder den naam van graaf en gravi* De Gruhloff. Door Burgemeester en Wethouders alhier is in overleg met den districts-sehoolopziener op gemaakt de \oordracht ter benoeming van een hoofd aan de openbare meisjesschool. In alphabetische volgorde zijn hierop ge plaatst de damesM. L. Dooremans, en A. Kimmijser beiden alhier en F. Visser te Zie- rikzee. Wat stonden bij velen de gezichten vroolijk toen gisterenmiddag de dooi de sneeuw deed verdwijnen en hoe stelde men zich voor ein delijk weder eens den voet te kunnen neder zetten zonder het gevaar van uit te glijden. Helaas, het heeft niet mogen zgn. De dooi hield op; een bijna N. W. storm gepaard aan een fijnen sneeuwjacht brak los en in enkele uren was het aardrijk bedekt met een dikke laag dier witte en zachte massa's die de ijzeren stoompaarden in hun vaart soms stuitendie de macht der menschen aan banden legt en met haar zacht en blank kleed de gemeen schap verbreekt. De stoomtram, die met zijn zwakke krachten

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2