50"e jaargang.
Zaterdag 6 Februari 1897.
N°. 9238.
IFKmiLLETOIST.
f o.9o Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
OFFICIEEL.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
DE WERELD ONTVLUCHT.
Asohseibktspeijb, per kwartaal.
Franco per poet
Afzonderlijke nonaners
- 1.30
- 0.02
BUREAUBOTKKSTKAAT ÏO, Telephoon Wo. 133.
Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe
grip vs\n eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer - 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Inrichtingen welke gevaar, schade ot
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en -wethouders van Schiedam,
Gelet op art. 8 der Hinderwet,
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op t eden aan
H. J. C. ROELANTS en zijne rechtverkrijgenden ver
gunning verleend is tot oprichting eener boekdrukkerij
met gatkrach.tmach.Kne van 2 paardenkracht, in het
pand aan de Baterstraat 110. 68, kadaster sectie B no.
1788.
Schiedam, den 4den Februari 1897.
Burgemeester en wethouders voornoemd
VERSTEEG
De secretaris,
VERNEDE.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 5 Februari '97.
Dank zij de ernstige vertoogen van markies
Apeztequia en het bewustzijn, dat de toe
stand zóó niet kon blijven, is dan eindelijk
het hervormingsontwerp voor Cuba niet alleen
door den ministerraad goedgekeurd, maar ook
reeds door de Koningin-Regentes geteekend.
Een raad van 35 leden, waarvan 21 door het
volk gekozen en waarin verder een rechterlijk
ambtenaar, een professor, een vertegenwoor
diger van den aartsbisschop en vijf oud-senato
ren of oud-afgevaardigden zitting zullen hebben,
zal het eiland besturen, waarbij de gouvei neur-
generaal als vertegenwoordiger der Spaansche
regeering hen ter zijde zal staan. De raad heeft
de bevoegdheid het budget vast te stellen en
de invoerrechten te bepalen; aan uit Spanje
komende goederen zal evenwel een korting van
40 op de te heffen rechten worden toege
staan.
De gouverneur benoemt de ambtenaren, »ok
de hoogere, zooals de intendanten, de rechters
en de prefecten; benoembaar zullen alleen zijn
Cubanen en Spanjaarden, die twee jaar inge
zetenen van het eiland zijn geweest; deadmi
nistratieve Raad heeft het recht de benoeming
te controleeren. In zeer liberalen geest zullen
verder in volgende decreten het provinciale en
stedelijke bestuur geregeld worden, terwijl het
eiland Cuba, als tot nu toe is geschied, sena
toren en Kamerleden zal afvaardigen naar de
Spaansche Kamers.
Ziedaar dus het stel hervormingen, zooals het
thans, ook na gepleegd overleg met de hoofden
van den opstand, is vastgesteld. En hiermede
Roman van Annï Wotiie.
31)
Hij beminde dit grillige schepseltje inet haar
overmoedige taal en haar doordringende oogen,
waaraan niets ontsnapte; hij beminde haar en toch
gevoelde hij levendig, dat deze liefde even weinig
bestendig zou zijn als vroeger in hem opgewekte
teedere gevoelens. Hoe dikwijls had hij niet een
zelfde ondervinding opgedaqn, Met hartstochtelijk
verlangen had hij naar het bezit der schoone ge
haakt, en was hem eenmaal wederliefde geschonken
dan was zijn liefdegloed als met een toovorslag
bekoeld.
Metal zijn gedachten, al zijn zinnen voelde hij zich
tot Linda geneigd. Dat zij aan een ander verbonden
was, deed zijn hartstocht slechts des te sterker
opvlammen.
Zijn ijdelheid dwong hem dit schoone interessante
meisje te veroveren, haar de zijne te noemenzijn
ijdelheid deed zijn liefde tot een reusachtigen vlam
aanwakkeren die bij iedere coquette teiug-
wijking van Linda met des te grooter felheid op-
flikkeide.
Van avond had hij haar willen dtvmgen kleur
te bekennen en nu liem deze gelegenheid ontnomen
was, gevoelde hij eerder een sooit opluchting dan
telen retelling.
Waai om was dit zoo? Wat zouden de gevolgen
geweest zijn als Linda naar hem geluisterd had
zou een eind zijn gekomen aan de troebelen,
dia reeds zoolang de parel der Antillen waarde
loos maken zoo voor het moederland als voor
de bewoners zeiven, indien niet, zooals reeds
gisteren gemeld werd, het besluit was genomen
de hervormingen eerst ten uitvoer te brengen
als het geheels eiland tot rust is gekomen.
Maar dit besluit en het uit Madrid komende
bericht dat de tegenwoordige Spaansche Minister
van Oorlog Azcarraga benoemd zou zijn tot
onderkoning van Cuba, in tegenstelling met den
wensch der opstandelingen, de benoeming van
Martinez Campos en garantie der hervormingen
door de Vereenigde Staten, wettigen de vrees
dat metdit ontwerp van hervormingen het laatste
woord in de Cubaansche zaak nog niet is ge
zegd.
Het spoedig vertrek van den op het eiiand
zoo gehaten generaal Weijler schijnt in ieder
geval zeker. En zijn vertrek zal ongetwijfeld
wel bijdragen tot het kalmer stemmen der
Cubaansche gemoederen.
Het optreden van den nieuwen Russischen
Minister van Buitenlandsche Zaken Murawieff,
schijnt vooiioopig een gunstigen invloed te
oefeuen op de Turksche aangelegenheden en
de houding van den Sultan. Daartoe moet
vooial bijgedragen hebben het onderhoud tus-
schen den Russischen minister, den lieer Ha-
notaux en den Turkschen gezant te Parijs,
Munir Bey. Volgens bericht aan de Frankfurter
Zeitung heeft de heer Murawieff den Turkschen
gezant nadrukkelijk gewezen op de dringende
noodzakelijkheid van het invoeren van hervor
mingen. Tevens verzekerde hij dat de Mogend
heden volkomen eenstemmig waren en den
Sultan aanspiakehyk zouden stellen voor alle
pogingen tot dwarsboomen der hervormings
plannen. Hij laadde de Turksche regeering de
wenken der Mogendheden ter harte te nemen.
De gezant vraagde graaf Murawieü of dit
ais de opvatting der Russische regeering moest
beschouwd wotden, waarop een bevestigend
antwoord volgde.
De mededeeling van dit onderhoud kon be
grijpelijkerwijze niet anders dan diepen indruk
maken op den Sultan. Hij heeft zich dan ook
gehaast deri gezanten van Engeland, Frankrijk
en Rusland mede te deelen, dat hij de invoering
der hervormingen zooveel doenlijk zou bespoe
digen. Tevens verzocht hij hun gemachtigden
af te vaardigen naar de daarmede belaste com
missie. De gezanten antwoordden hierop, dat
zij in dezen niet alleen konden handelen, waar
indertijd de hervormingen zijn vastgesteld dooi
de gezanten der zes mogendheden.
Intusschen ontving de Russische gezant te
Konstantinopel van jong-Turksche zijde mede
deeling, dat men handelend zou optreden,
indien niet spoedig verandering in den toestand
kwam. Ook deze mededeeling zal wellicht niet
nalaten indruk te maken op den Sultan.
Volgens de Neue Frde Presse zou Turkije
bij de mogendheden geprotesteerd hebben tegen
en met verzaking van alle andere plichten en be
langen de zijne geworden was.
Zij had hem opnieuw veisterkt in den waan dat
alle wereldsche zaken ijdel waren. Zij had hem
weder op zijn vorig standpunt terruggebracht,
waarop het hem toescheen, dat plicht, liefde en
trouw slechts een ijdele waan waren, dat het
volkomen hetzelfde was, of men goed of slecht
handelde en het leven laag, gemeen en niet levens
waardig was En dit bewustzijn had hem reeds
meermalen het pistool ter hanu doen nemen, om
een bestaan te eindigen, dat niet waard was, door
leefd te worden. Viougdeloos en van gelnk ver
stoken was hij reeds jaren lang door het leven
gegaan.
Van tijd tot tijd voelde hij een brandende be
geerte naar genot in zijn hart opkomen, die nader
hand niets dan weeizm en verachting van zich
zelf en de menschheid bij hem achterliet en
telkens het troostelooze, wanhopige bewustzijn bij
hem deed ontstaan aan die vreeselijke leegte in
zijn ziel, die hem van het leven deed gruwen.
Dit alles overdacht graaf Brandes, terwij! hij
naast het jonge meisje stond, dat met levendige
oogeu het schittciende schouwspel vóór haar gade
sloeg en telkens haar onschuldige vieugde in een
juichkreet uitte als een buitengewoon prachtig
licht of kleuieneffect zich aan hare blikken voordeed,
flat scheen, albof die gloeiende vonkenregen gouden
sterren in haar blonde lokken tooverde en graaf
Brandes blikte op het zoo lieflijk beschenen meisjes
gezicht als op een vreemde ongekende wereld. Nog
eenmaal vlamde een vuurzwerm op; toen lag
de weide in het duister gehuld.
Gunther diukte den aim van Gundala een oogen-
de geheime samenkomsten, die de gezanten te
Konstantinopel houden over de Turksche inwen
dige aangelegenheden. Te Weenen zou dit pro
test kalm ter zijde gelegd zijn.
Behalve de bij de Banque Ottomane geslo
ten leening, waarvan gisteren melding werd
gemaakt, nam de Porte nog 50,000 Turksche
ponden op bij de Landbouwbank en een nog
niet bekend bedrag uit de vrijwillige bijdragen
voor het leger. Daardoor hoopt men in staat
te zijn aan de Turksche ambtenaren twee
maanden salaris uit te betalen. Bovendien zijn
door Mohammedaansche en Christelijke koop
lieden der hoofdstad inschrijvingen voor vrij
willige bijdragen gedaan, die de som van 80,000
pond reeds te boven gaan.
De toestand op Kreta wordt nog steeds ern
stiger. Volgens sommige berichten heerscht op
het eiland weder volslagen anarchie, en vreest
men voor eene herhaling vr.n de vroegere crisis.
Groote troepen Christcnm, eenige duizenden
sterk, hebben zich in de omstreken van Kanea
verzameld, terwijl te Muzelmannen zich te
Kanea, te Kandra en te Rethijmo vereenigen.
Het dorp Taratzo is door de Christenen ver
brand, de dorpen Murnies en Teikalaria door
Mohammedanen uit Kanea verwoest. De Turk
sche regeering zal terstond 2000 man naar
Kreta zenden ter voorkoming van heviger
onlusten. De vreemde oorlogsschepen kruisen
langs de kust ten einde de Mohammedaansche
bevolking in bedwang te houden. De gouverneur
is naar Rethijmo gegaan.
Middelerwijl heeft het consulaire corps de
consuls-generaal van Engeland, Griekenland en
Italië uit zijn midden afgevaardigd naar de
oproerige partijen om langs vredelievenden weg
te beproeven de gemoederen tot bedaren te
brengen.
Op den raad van Grieksche agitatoren tot
het bijeenroepen eener vergadering te Vamos,
ten einde hunne belangen te kunnen overwegen,
zou door Christenen op Kreta geantwoord zijn,
dat zij de ten uitvoer brengen van het nieuwe
regeeringsreglement willen afwachten.
In Hamburg duurt de werkstaking nog steeds
vooit. Wel had men aan de zijde der werk
gevers gehoopt, dat de Iste Februari een kente
ring zou brengen in den toestand door eene
algemeene beweging tegen de weikstakers,
doch de uitkomst heeft die verwachtingen be
drogen. Immers, de bezitters van arbeiders
woningen, die groote schade lijden door het niet
ontvangen der huurpenningen, ook niet van de
kleine winkeliers, bij wie de stakers reeds zoo
lang op crediet hebben gekocht, hebben in stede
van gebruik te maken van hun recht, en krach
tig op ie treden tegen de stakers en hun inboe
dels te verkoopen, de achterstallige betalers met
zachtheid behandeld. En al moet deze zachtheid
wellicht minder worden toegeschreven aan sym
pathie voor de stakers dan wel aan de machte
loosheid der huisheereu, daar zij toch waar
schijnlijk geen koopers zouden vinden voor het
blik vaster tegen den zijne, toen hij de halfdonkere
lindenlaan, waar nog eenige lampions brandden,
met haar doorging, terwijl de meesten van het
gezelschap het breede, helvet lichte pad, dat naar
het slot voerde, insloegen.
»U bent zoo weinig spraakzaam," sprak Gundala
hem zacht toe, toen hij zonder een woord te spreken
nan haar zijde voortliep, sik ben zoo weinig be
kwaam om u te onderhouden," ging zij schuchter
voort, »daar ik eigenlijk niets van de wereld of
de roenschen ken en ik moest u toch gezelschap
houden, daar u wegens de migraine van mevrouw
Von Sanden uw dame van van middag verloren
hebt."
®U waart wel goed zich over mij te ontfermen,"
antwoordde hij verstrooid, en ik ben er u zeer
dankbaar voor."
Gundala zweeg. Wat zag hij haar vreemd aan.
pWaaraan dacht u daar zoo even," vroeg zij ai
haar moed bijeenzamelende, ïik geloof, aan iets
droevigs en sombers."
«Neen, juffrouw Holm het was niets sombei s.
Ik verbeeldde mij dat ik in een eenzaam, afgelegen
oord een kleine, stille kerk binnentrad. Een juichend
halleluja weerklonk uit kindermonden en een jong
meisje tooide een half vergeten graf met bloemen.
En het meisje diaagt een rozenkians in de blonde
lokkeneen wit gewaad omsluit haar leden en
zij kijkt op met groote verschrikte oogen als zij
den onwelkomen luisteraar ontdekt. Weet u nu
juffiouw Ilolrn, waaiaan ik gedacht heb."
Getroffen en ontroerd, knikte zij bevestigd. Vreemd
ook zij bad altijd aan die ontmoeting met d»n
graaf moeten denken, en zij was dan stee Is te moede
geweest, alsof brandende tranen van uit het diep.t
in beslag te nemen huisraad, de verwachting
dat door harde maatregelen de stakers gedwon
gen zouden zijn het hoofd in den schoot te
leggen, is den werkgevers ontnomen.
Nochtans hebben de bladen der reeders en
kooplieden hoop, dat er spoedig een einde zal
komen aan den strijd, daar er voor de arbeiders,
die werken willen, al weinig werk is.
De leiders der werkstakers en dc sociaal
democraten dringen bij de werklieden aan op
hervatting van den arbeid, en de onderstand,
dien de stakers ontvangen, is verminderd. Wel
licht komt er dus spoedig een einde aan de
werkstaking.
De plechtige uitreiking van de vaandellinten,
door den Russischen Czaar geschonken aan het
regiment Keizer Alexander, die gisteren te
Berlijn plaats vond, heeft den Duitschen Keizer
aanleiding gegeven tot het instellen van een
zijner bekende toasten.
Nadat de overste Nepovisjitskï by de uitrei
king der linten een toespraak bad gehouden
in het Duitsch, waarop door den commandant
van het regiment was geantwoord door een
hoezee! op den chef van het regiment, keizer
Nicolaas, en door keizer Wilhelm met een
handdruk, vond de keizer bij het daarop ge
volgd dejeuner in het keizerlijk paleis gelegen
heid den Czaar dank te zeggen voor dit nieuwe
huldeblijk aan het Duitsche leger. Geen beter
geschenk had de Czaar aan het leger kunnen
aanbieden, zeide keizer Wilhelm, want niets
schat de soldaat zoo hoog als zijn vaandel.
De keizer herinnerde aan de vroegere wapen-
broederschap tussehen de Russische en Duitsche
legers, waaiaan de maand Februari vooral zoo
levendig doet gedenken. Het regiment zou niet
alleen trotsch zijn op die vaandeliinten, maar
zich steeds vooral met buitengewone vreugde
herinneren de dagen, toen de keizer van Rusland
zich uit eigen beweging aan het hoofd der
gelederen stelde en het regiment, onder het
gejubel der bevolking, Bresiau liet binnenruk
ken; in den naam van deze stad waren de
betrekkingen tussehen 's keizers voorvaderen
en die van den Russischen keizer voor altijd
belichaamd. Met een driewerf herhaald hoera 1
voor Czaar Nicolaas eindigde de keizer.
In zijn antwoord verzekerde de overste Ne-
povisjitski, dat hy de goedgunstige woorden
van den keizer getrouw zou overbrengen aan
zijn heer, en stelde een »hocii!" in op den
Keizer.
In de Hongaarsehe Kamer hield de. heer
Kossuth een interpellatie naar aanleiding van
de reis van den Russischen Minister van Bui
tenlandsche Zaken. Op deze interpellatie ant
woordde Banffy, dat het volkomen strijdig is
met alle gebruiken om van gedachten te wis
selen over diplomatieke handelingen, die nog
niet ten einde zijn gebracht. Hij achtte het
niet noodig te verzekeren, dat er voor den mi
nister van buiteniandsche zaken geen inter-
van haar hart naar de oogen welden.
Maar dat kon zij hem toch onmogelijk zeggen.
«Hebt u ook wel eens aan dat ooganblik go-
dacht, juffrouw Hoim" vroeg hij op bijna brusqen
toon.
Hulpeloos sloeg zij de kinderoogen naar hem op.
Waarom wilt u mij kwellen, stond daar in te
lezen.
Getroffen sloeg hij zijn blik voordien van Gun
dala neer. Hij, die voor niets terugdeinsde, die
lachend en onverschillig leeds vele vrouwenharten
gebroken had. die door tianen uit schoone oogen
nimmer bewogen werd, hij beefde voor den angst
vollen blik van een kind. Hoe kwam het, dat dit
nrgelooze kind hem toegiansde als een schoon
beeld uit zijn lang vervlogen jongelingsdagen, die
hem soms als een droom van onschuld en reinheid
voor den geest zweefden.
»Hebt u wel ooit iels sieebts gedaan, juffrouw
Gundala
»0, ja, zeer dikwijls" antwoordde zij lachend,
«ofschoon niet altijd met bewustzijn."
Hebt u wel ooit iemand leed gedaan, omdat het
u onverschillig was. of u hem wonddet of niet?
tNeen, zeker met."
nZoudt u iemand niet haten en verachten, die
nooit iets goeds gedaan heelt? Die slecht was,
omdat het met zijn grillen overeenkwam, die niets
liefhad, die niemand vei trouwde, die met de liefde
spotte en de vi len^chap verachtte, die hot noodlot
tante en met het heiligste den spot dreef, omdat
het ellendig vvetoldsrh bestaan hem met weerzin
vei vulde en hem te eibarmelijk vooikwam om er
zich aan te hechten. Zoudt u zoo iemand haten
en vei achten?" {Wordt vervolgd.)