50,<c jaargang. Zondag 14 en Maandag 15 Februari 1897. N°. 9245. I Ticeede Blad FEUILLETON. SP Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: II. J. C. KOELANTS. Wij herinneren er aan BUITENLAND. ALLEE N. UIT X) E PElfcS. Uit de Staatscourant. S P OII T. Kunst en Letteren. Abonnementsprijs, per kwartaalf 0.90 Franco per postp.30 Afzonderlijke nonimcrso.02 BUREAU: BOXERSTRAAT TO, Telcphoon No. 12». Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. dat het Baandag de laat&te dag Is, waarop men zich nog ten Stadhuize kan aangeven, om op de Kiezerslijst geplaatst te worden. Bet aandrang wekken wij leder dlc In de termen valt om kiezer te worden op, om, zoo hij nog niet zich als kiezer heeft aangegeven, dat alsnog te doen Baandag 15 Februari. Gemengde Bededecllngcn. Bij de discussie over de oorlogsbegrootiug, titel »Ministerie van Oorlog", werd de militaire strafwetgeving in het algemeen en het geval- Brüsewitsch in 't bijzonder besproken. Minister Von Gossler deeide mede, dat de krijgsraad had aangenomen opzettelijke doodslag zonder voorbedachten rade, en als verzachtende om standigheden dronkenschap en provocatie. Het vonnis strekte tot ontslag uit den dienst en drie jaren en twintig dagen gevangenisstraf. Prof. Kocli heeft het proces ontdekt waar door het vee ongevoelig wordt voor runderpest. Hij vertrouwt dat men daardoor de runderen pest kan doen verdwijnen. De Belgische Senaat heeft de beraadslaging aangevangen over het voorstel-Le Jeune, be treffende het verbod van hazard-spelen. Inge diend werd een amendement met de strekking, het radicale verbod van hazardspel in zooverre te wijzigen, dat te Ostende en te Spa de tot nu toe gebruikelijke spelen in besloten club zouden mogen plaats vinden tegen een jaar- lijksche bijdrage van 300.000 francs in de kas der "Vereeniging voor ongelukken. Aan Bulgaren te Brussel wordt door land- genooten te Luik bericht, dat Halju, een der verdwenen moordenaars van Stambuloff, aldaar verblijf houdt. In Luik loopt het gerucht, dat door wapen fabrieken aldaar 6 a 7000 Grasgeweren, van Fransche herkomst, aan Kretenzische agenten geleverd zijn. Uit het Zweedsch van Rust Roest. 2) Maar als ze toch geweten had, dat het huis zoo slecht gebouwd was, had ze het niet gehuurd. Op den dag was er te veel rumoer geweest, toen had ze er niets van bemeikl, maar 's avonds 1 Het minste geluid van boven kon zij hooren. Nu zijn het zwaro mansstappen boven haar hoofd dan gelijkt het wel of mevrouw van de kouken naar de huiskamer gaat. En wat is dat voor een bekend, o zulk een bekend geluidkleine, trippelende kindervoetjes en het ge schuifel van een stuk speelgoed, dat over den grond getrokken wordt. Waarschijnlijk is het een houten paard met zulk een onbehouwen kop en witten staart, zij kent dat soort paarden wel. Zij heeft er ook nog een met gebroken kop en zonder staart naast haar schrijftafel staan een reliquie, een aandenken van haar eigen lieveling. Nu werd het stil. Papa nam zeker de kleine op zijn knie. In den geest zag zij hen alle drie, vader, moeder en kind. O, zij mis gunde hen hun geluk niet, maar waarom moest zij nu zoo alleen zitten Neen, zij kon er niet langer naar luisteren, zij zou er zenuwachtig van worden. Zij ging naar de keuken en verzocht Fina, die daar nog altijd druk bezig was, het avondeten vroeg ge reed te maken. Aan de deur van de huiskamer bleef zij staan. Het kind boven danste met zijn vader, en moeder speelde een viooiijk wijsje op de piano, 't Was opmerkelijk zoo duidelijk als men dat hoorde, juist 'alsof het in dezelfde kamer was. Zij ging in een gemakkelijk stoeltje zitten, om wat te lezen. Het was heerlijk om zoo eens ongestoord te kunnen uitrusten. Dat zou haar goed doen. Zij zag om zich heen. Hoe gezeilig zag het er hier uit. De lampen met de roode kappen wierpen een mystieken glans op de omringende meubelen. Als het groote portret nu hing (ja, portret was het rechte woord niet, 't was een genrebeeld), dan zou het hier eens recht huiselijk worden, voor zooveel dat althans Op Sicilië zijn aardschokken gevoeld. Bij de Hongaarsche Kamer kwam een voor stel in tot het houden eeoer geheime zitting ter bespreking van den toestand in het Oosten, üe minister verzette zich daartegen, maar de regeering zou zich niet onttrekken aan een interpellatie. Het voorstel werd ingetrokken. Door Kossuth werd daarop een interpellatie aangekondigd. Uit vertrouwbare bron deelt men mede, dat de bevolking van Macedonië uit Griekenland met wapenen wordt voorzien. Het vormen van krijgsbenden aan beide zijden der grens ge beurt zoo openlijk dat er geen twijfel mogelijk is, of de Grieksche regeering keurt het goed. Blijkbaar wordt een opstand op groote schaal voorbereid. De Standard deelt mede, dat twaalf Griek sche balaillons aan de Thessalische en Epirische grenzen worden opgesteld en naar de grenzen van Griekenland gezonden worden. Te Rome ziet men de oorzaak der troebelen op Kreta vooral in Grieksche kuiperijen. Grieksche afgevaardigden zouden op Kreta den opstand hebben gepredikt. Het Rumeensehe blad Fatris publiceert een oproeping van een comité uit de rijke Grieksche kolonie te Bukarest, dat gelden inzamelt voor de bevrijding van Kreta. In de lmven van Valparaiso sprong de ketel van de kanonneerboot Qavista. Vijf personen werden gedood, acht ernstig gewond. De politieke partijen. Dr. A. W. Bronsveld geeft in zijn Kroniek in de Stemmen van Waarheid en Vrede een beschouwing over „onze politieke partijen". Allereerst wijst hij op de anti-roonische stemming in sommige plaatsen van ons land. Ter illustratie noemt hij den Protestant- schen Volksbond, organisatie die veel nut kan stich ten als zij do onverschillige, of met Rome gaarne meegaande protestanten tot de orde roept. En dan deelt hij mee, dat de Christelijk-Historische Kiczcra- bond goede vorderingen maakt. In de dorpsgemeenten moeten de predikanten hiervoor het initiatief nemen. Opmerkelijk vindt de schrijver het, dat zoovele warme protestanten en vrienden der Ned. herv. kerk nog altijd zich voegen bij de antirevolutionnaire partij, en zich plaatsen „op den bodem van het program." Hij vraagt of het niet beter zou zijn, dat de ver schillende christelijke richtingen, inzonderheid de voortaan mogelijk zou zijn. Morgen zou zij het op isten hangen. De rustige omgeving en de door niets afgebroken stilte werkten kalmeerend op haar. Onwillekeurig verviel zij in gepeins. Eens klaps hoorde zij alweder dien lichten veerkrachtigen tred boven haar hoofdnu stond ook de vrouw op en beiden liepen naar de piano, die in een hoek, vlak boven haar sofa, stond. Zij hoorde geschuifel met stoelen, er werd een viool gestemd en op eens ruischte Winiawski's aLegenda" in volle, weeke tonen, geaccompagneerd door de piano boven haar hoofd. De legende! Welk een herinnering! Hun stuk, hun lievelingsstuk, zooals haar man het altijd noem de. Welk een marteling! Zij gevoelde iederen toon, als een messteek in een geopende wonde. Ach, waarom plaagden zij haar zoo? Was het niet ver schrikkelijk dat deze vreemde menschen haar het leven zoo verbitterden Zou zij een bood schap zenden, mot verzoek op te houden met spelen? Maar neen, dat ging toch niet, zij zou immers zich- zelve belachelijk maken. Het was immers hun eigen huis en niemand kon hen dus beletten, 's avonds om half acht duetten te spelen. Als het nu nacht geweest was, maar 's avonds half acht! Zij had hst wei ongelukkig getroffen. Maar kom, overal waren toch gelukkige gezinnen met kleine kinderen. Dat was nu eenmaal zoo en dat was maar goed ook. Het zou we! beter worden, als zij de een of andere bezigheid onder handen nam. Kon zij nu niet aan iets anders denken, zich houden alsof zij het niet hoorde Neen, de heldere, liefe lijk weemoedige tonen drongen zoo duidelijk tot haar door. Het was onmogelijk, het was niet uit te houden 1 Zij belde. nis de slaapkamer in orde?" «Gaat mevrouw nu al slapen? 'tls pas acht uur?" sJa dat weet ik, maar ik ben moe," was het korte bescheid. Zij stak een kaars aan en begaf zich naar haar slaapkamer, 't Was hier zoo kalm en stil, zij kon hier niets van de muziek hooren. Zij had zich van den eersten avond in haar nieuw huis heel wat anders voorgesteld. Maar och, als protestantsche, zochten naar hetgeen hen vereent, meer dan naar wat hen verdeelt. Dan volgt een overdruk van de artt. 1 en 3 uit het program van den Christ. Hist. Bond, artikelen waarmee de heer De Savornin Lohman instemming betuigde, en waarvan de heer Bronsveld niet kan begrijpen dat zij niet voldoende aanduiden voor die gene van de christelijke richtingen, die niet behooren tot de rooinsch-katholieken, en de „gereformeerden." Rome dacht niet aan overleg met andere partijen. Voor de anderen zou een poging om met hen eenig verband te zoeken, vernederend zijn, cn evenzeer is dit onmogelijk, met de partij waar dr. Kuyper alleen- beerscker is. De schrijver cn de zijnen willen voor dezen niet buigen Wij hebben ons losgemaakt zegt hij van den man, die met al de talenten cn krachten, waar mee God hem heeft toegerust, de geloovige christenen in Nederland op de droevigste wijze heeft uiteen- gescheurd, en ook met middelen, die waarlijk onedel en onchristelijk waren, zijn inzichten heeft verdedigd, zijn tegenstanders heeft bestreden en verguisd, cn voor altijd ons vertrouwen en onze achting zich on waardig heeft gemaakt. De heer Bronsveld en de zijnen willen zich verec- nigen om het Evangelie van Jezus Christus. Zij hopen das alle eerlijke Christenen zich zullen aansluiten tegenover de dreigende macht van Rome, de g /aarlij- ke plannen van dr. Kuyper en de woelingen dor radicale partij. Deze laatste heeft meent dr. B. hare krachten overschat. Waarschijnlijk zal zij steeds meer overhellen naar de parlementaire socialisten. En ook do hoeren Druckcr cn Troelstra getuigden in een onlangs gehouden vergadering van toenadering. In een groot deel der liberale partij steekt geen kracht meeroorzaak hiervan is misschien de onder linge verdeeldheid, maar ook door een valscbclijk zien noemende neutraliteit voor te staan, heeft zij een kerkelijke reactie in het leven geroepen bij velen, en bij niet minderen een volslagen onverschilligheid in de hand gewerkt, ten aanzien der geestelijke en eeuwige dingen. De verwoestingen, aangericht door middelbare scholen, inrichtingen waar officieren, onderwijzers en onderwijzeressen worden opgeleid, zijn niet te overzien. Daar komt bij, dat een groot deel der liberalen hoe langer hoe meer afglijdt naar de baan der radicalen Daarom durft dr. Bronsveld den nieuwen kiezers niet raden zich bij de liberalen aan tc sluiten. En wat nu de sympathieke brochure van mr. W. H. de Beaufort betreft, deze staatsman schijnt zich geen juiste voorstelliug te maken van de krachten en de positie der liberale partij. Bij de laatste verkie zingen immers heeft menig liberaal kamerlid zijn zetel te danken gehad, niet aan liberalen, maataau katholieken, conservatieven, of geestverwanten van den schrijver. En het geslonken aantal liberale stemmen zal door de nieuwe kiezers wel niet sterk worden aangezet. Omdat het zou kunnen zijn, dat de partij vandr. Bronsveld op meer dan één punt met de liberale fractie, die de beer De Beaufort voorstaat, overeen stemt, liet do schrijver overdrukken het deel van mr. De Beauforts brochure, handelende over de hou ding die de liberale partij in de toekomst denkt aan te nemen. zij nu eens goed geslapen had, zou het morgen wel beter gaan. Zij was nu ook zoo zenuwachtig. Zoo ging er een week voorbij, een doevige week, die haar langer viel dan vroeger een maand. Zij ontving nog geen bezoeken, sliet huis was nog niet gereed," heette het steeds, als er belet gevraagd werd. De ware oorzaak was evenwel, dat zij voor niemand wilde weten, hoe ongelukkig zij zich gevoelde in haar nieuwe huis. Op zekeren avond, toen zij bij het venster zat, kwam de meid binnen. Zij zag er uit, of ze iets heel gewichtigs had te vertellen. Zij trad de kamer binnen en zeide «Weet me vrouw wel, dat het kind van de menschen boven van nacht ziek geworden is? De dokter is er juist geweest en heeft gezegd, dat het diphteritis is." Diphteritis Kom, dat zal zoo erg niet zijn. Gij overdrijft altijd, Fina." »De juffrouw vertelde het," »Nu dan zal het wel waar zijn." Zij zei dit zoo onverschillig 1 Fina, die gedacht had dat mevrouw wel belang in het nieuws zou stel len, droop af naar de keuken. Mevrouw Wendt legde het handwerkje, dat zij onder handen had, ter zijde en zeide in zichzelve sliet is toch jamuier voor die ouders, dat hun kind ziek is, maar zoo gevaarlijk zal het toch wel niet zijn. Fina overdrijft immers altijd." Maar in- tusschen kon zij met haar werk toch niet voort gaan, zij gevoelde zich zonderling onrustig en ang stig, alsof zij, op een niet te verklaren wijze, schuld had aan de ziekte van het kind. De kleine jongen en zijn arme moeder waren geen oogenbiik uit hare gedachten. En hoor, daar ging mijnheer Holm naar boven, veel vroeger dan hij gewoon was. Hij vloog de trap niet op zooals anders, maar hij liep heel zachtjes om zijn ziek kind niet te hinderen. Het was opmerkelijk, zoo stil het in eens was ge worden. En wat was dat eon onaangename en drukkende stilte Zij waren met het kind in de slaapkamer gegaan, zij kon er dus wel op rekenen, dat zij een rustigen nacht zou hebben. Toen Fina haar dit zeide, ontstelde zij't was of zij naar ongeluk en ziekte verlangd Daarop maakt de kroniekschrijver, naar aanleiding van het katholieke program, de opmerking, dat hij het onderwijs niet veilig acht in de handen der roomsche kerk. Bij de opsomming van hetgeen de heer De Beau fort gaarne leest op de verlanglijst, of op de agenda der liberale partij, komt meer dan één zaak voor, welke ook wij gewenscht achten aldus eindigt de schrijver Maar het trof ons, dat er van gees telijke belangen en nooden geen woord in voorkomt. Heeft de liberale partij daar dan geen oog voor? Moeten onze koloniën dan alleen ontwikkeld worden door „aanmoediging van den ondernemingsgeest?" Is Zondagsrust, bestrijding van drankmisbruik en ontucht, is nog zoo veel dat op het zedelijk welzijn van soldaat cn burger betrekking heeft niet ver meldenswaard, waar men opsompt hetgeen men wenscht Bij kon. besluit zijn voor den tijd van twee jaren (de heen- en terugreis daai onder begrepen) gedeta- clieeid bij de landmacht in West-Indiede tweede- luitenants 11. van Dam, van het 8ste, en B. J. Ephraim, \an liet 3de regiment infanterie, zoomede de eerste- luitenant adjudant J. R. I. Colette, van het koips torpedisten, laatstgenoemde m den lang van eerste- luitenant. Bij kun. besluit is met 1 Mei 1807 eervol ontslag veileend aan K Bloemendal, als inspecteur der tele- giapbie. en zulks op zijn veizoek, en aan 'f, lloijer, als directeur van het postkantooi te Rotterdam, voor beiden met dankbetuiging voor de vele en goede diensten door hen aan den lande bewezen, en is be noemd tot directeur van liet postkantoor te Rotterdam, mede met ingang van Mei 1897, A. J. M Lede- boer, thans inspecteur der posterijen te Amsterdam. Zondag wordt te Rotterdam een voetbalwedstrijd gehouden tussclieu „Spnrta" en de Haagsche voet bal vereeniging. Van dezen wedstrijd hangt voor een groot deel de toekenning van het kampioenschap af. Binnenkort zal er onder redactie van de heeren L. O. T, Bigot, J. C. Holzappel en A. J. Schreuder onderwijzers tc Amsterdam verschijnen bij den uit gever S, A. van Looy; „Vaktijdschrift voor ouder wijzers." Het zal bevatten lo. Opstellen over theoretische en practisehe paedagogiek. 2o. Opstellen over zielkunde en ethica. 3o. Opstellen over nieuwere en oudere letterkunde, vooral waar zij in verband staat met onze vakstudie, 4o. Opstellen over dc onderwijzersbeweging, de verhouding tusschen huis en school, schoolhygiëne en onderwijswetgeving. óo. Opstellen over de inrichting van het lager had, om het zelf maar rustig en kalm te hebben. Het werd zes uur, alles bleef stil boven; ja na tuurlijk, zij konden thans geen duetten spelen, nu hun kind ziek, misschien wel stervende was, hun eenig kind. Arme, arme ouders Maar hoe dwaas was zij toch, zich zoo te bekommeren om die vreemde menschen. Alsof zij zelf ai geen leed ge noeg had? Doch waarom was zij zoo onrustig, waarom werd zij door zelfverwijt gekweld Zou het kind misschien ziek geworden zijn, omdat zij het hen misgund had omdat zij jaloersch ge weest was op hun geluk? Angstig liep zij de knraer op en neer. Maar dat was toch al te gek, zichzelf zoo te plagen. Nu was het immers rustig om haar heen, en kon zij ongestoord lezen, schrijven, naaien, denken; daar had zij im mers zoo naar verlangd. Zou zij nu eens een stukje spelen? Sedert zij in het nieuwe huis woonde, had zij haar piano nog niet open gehad. Neen, niet spelen, niet spelen. Dat zou den kleine misschien kunnen hinderen en den ouders verdriet doen. Maar kom, dan zouden ze immers wel een boodschap zenden. Zij had toch het recht, om 's avonds in haar eigen huis te doen, wat zij wilde. Ja anders, maar thans nu dat kind ziek was, wie weet mis schien op sterven lag 1 Zij behoefde het wel niet te weten, maar zij wist het nu immers, zij wist het. Had zij zelf niet aan het ziekbed van haar eenig kind gezeten, en zou zij dan werkelijk een andere arme moeder met opzet zoo kunnen kren ken? Ach, wat was zij slecht en hardvochtig ge worden, dat zulk een gedachte in haar kon op komen. Zij begon hartstochtelijk te weenen. En terwijl zij huilde, was het alsof een harde ijskorst om haar hart langzaam wegsmolt. Nu begreep zij het, hoe het kwam, dat zij, die vroeger lief, zij die vroeger liefderijk en zachtaardig was, thans zoo hardvochtig kon zijn. Het leed en de zorgen hadden haar niet beter gemaakt, hadden haar niet gelouterd, en dat kon ook niet, zoolang zij steeds uitsluitend aan haar eigen ongeluk dacht. Zij had gewenscht dat er aan hot gelukkige leven daar boven een einde mocht komen, en zie, nu was dat werkelijk zoo gebeurd. 'Slot volgl.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 5