STADSNIEUWS.
11 e c li t z a k c ii.
Laatste Nieuws.
Telegrammen.
Ns art. 6 heeft de heer Kuyper een amendement
voorgesteld ten le tot rectificatie van art. 54 eerste
lid, zoodat bij meervoudige verkiezingen dezelfde
onderteekeningen kunnen strekken voor meer candi-
daten en de lijsten met letters genummerd en de
■candidaten daarop met doorloopende cijfers worden
aangeduid.
Verder stelt hij voor, op de stembriefjes voor de
voornamen volgnummers te plaatsen, ter vergemak
kelijking voor de kiezers bij de vele namen op lijsten
voor Raads- of Statenleden.
Heden 11 uur voortzetting.
V ij z i g i n g der Provinciale "Wet.
Nog is een amendement voorgesteld door den beer
Heemskerk strekkende, om in art. 5 van het ontwerp
aan het 3e lid van het voorgestelde art. 7 toe te
voegen
„en wanneer deze verkiezingen samenvallen met
eene verkiezing t oor leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, geschieden de stemming cn de
herstemming op de dagen krachtens art. 131 der
Kieswet door den Minister van Binnenlandsehe Zaken
voor de stemming en de herstemming voor leden van
de Tweede Kamer bepaald."
Kiesrecht en Waterleiding.
Naar .inleiding van hetgeen wij schreven
over het o. i. onwettige, dat er in gelegen is,
om sommige personen, die slechts f 4,75
's weeks verwonen, waaronder ook de water
leiding begrepen is, van de kiezerslijst te weren,
behandelt thans ook de JV. Schied. Ct. deze
zaak. Het blad is liet geheel met ons betoog
eens en komt dit nog versterken met het be
langrijke argument, dat verschillende huisei
genaren, die aanvankelijk de huur der wonin
gen hadden verhoogd voor het genot der
waterleiding, die later weder hebben moeten
verlagen.
Bewoners van perceelen, waar dit blijkt waar
te zijn, kunnen dunkt ons om geen enkele
geldige reden van de kiezerslijst geweerd wor
den. De huiseigenaar heeft hun blijkbaar zy
het ook door den nood gedwongen het wa-
terleidinggebruik cadeau gedaan.
De N. 8. Ct. wenscht met ons, dat de
rechter eene beslissing in deze moge geven, en
dat de kiesvereenigingen daartoe liet initiatief
nemen.
Het zou dunkt ons nog overweging verdie
nen, zoo de drie groote kiesvereenigingen hier
konden besluiten om gezamenlijk de kosten
van een procedure in deze aangelegenheid te
dragen. Tot in hoogste instantie zullen deze,
bij onverhoopt verlies, nog al wat bedragen.
Een groot kunstgenot mag genoemd worden
liet Kunstenaars-Concert, dat door M»j. Stuif-
sand, met den heer Sikemeier en liet Rotter-
damsche Strijkkwartet, aan het in grooter. getale
opgekomen publiek gisterenavond in Musis
Sacrum werd aangeboden.
Het is lang geleden, misschien wel 25 jaar,
dat er in onze stad geregeld «Kamermuziek-
Uitvoeriogen" plaats vonden door liet Rotterdam-
sche Strijkkwartet; destijds was Wirth thans te
Berlijn, de eerste violist; vele ouderen onder
ons zullen nog aangename herinneringen aan
deze avonden hebben. En thans, na een be
trekkelijk groot aantal jaren, zagen wij weder
drie van de ons van ouds bekende «kunst
broeders'' op liet podium verschijnende hee-
ren Schnitzler, Meerlo en Eberle. Wij riepen
hun in gedachten een hartelijk welkom toe,
alleen betreurende, dat er zoo langen tijd moest
verioopen, eer we die heeren weder mochten
zienwant nog steeds houdt dit kwartet
gezelschap de kunst hoog, en zeker als ensemble-
spelers zijn zij van zeer te waardeeren kracht.
De jongste onder hen als le violist is de Rotter-
damsche Concertmeester de heer Messias.
Het viertal gaf het kwartet in Es van Men
delssohn, waarmede liet concert werd geopend
met veel genialiteit, hoewel het niet te ontken
nen is, dat in het eerste deel de stemming
niet geheel vlekkeloos was; de viool klonk in
de hooge toonen niet altijd zuiver. De heer
Messias, nog jong en sedert korten tijd te
Rotterdam gevestigd, is ongetwijfeld een violist
van groote bekwaamheid en meester over alle
technische rnoeieüjkheden. Zijne uitmuntende
eigenschappen kwamen dan ook in de Fantasie
voor viool en piano van Sciiubert ten volle uit.
Eene in onze concertzaal zeer gewaardeerde
persoonlijkheid, is zeker mej. Stuifsand.
Het komt ons voor dat haar stem in kracht
en omvang nog is toegenomen zij behaalde
met de voordracht der liederen veel succes.
Hoewel wij met de liederen van Tiolitz en
Withol niet bijster ingenomen zijn, moet haar
denk gebracht worden, dat zij ons iri kennis
stelde met drie ons geheel onbekende compo
nisten.
En zie »last not least" de heer Sikemeier.
Telen van de aanwezigen hebben zeker nog
nimmer te voren liet genot gehad dezen geduch-
ten klavierspeler te liooren, niettegenstaande,
de kamer-soirée's en sonate- (viool en piano)
avonden te Rotterdam daartoe gelegenheid gaven.
Het glanspunt van den avond werd zeker
door zijne medewerking bereikt, zoowel in de
fantasie door piano en viool van Sciiubert als
wel in het prachtig piano quintet van Schumann;
een compositie die toen deze edele kunste
naarsziel nog in vollen glans en klaarheid was,
geïnspireerd werd, toen de demon van zwaar
moedigheid en droefheid des geestes nog niet
over hem gekomen was en hij zijne gelukkigste
oogenblikken kon beleven als zijne zeer be
gaafde echtgenoote Clara "Wieck de klavier
partij zoo talentvol vertolkte.
De heer Sikemeier heeft door zijn glansrijk
geacheveerd, coriect spel (er zal wel geen noot
aan ontbroken hebben) aller ooren geboeid.
Eenvoudig, zonder ijdel vertoon in zijn optreden,
degelijk, technisch volkomen ontwikkeld, mag
hij een kunstenaar van den eersten rang worden
genoemd.
Zoo mag dit concert als bijzonder geslaagd
gerekend worden, het zal de bezoekers nog lang
in herinnering blijven. Ook het goede doel,
wat er mee beoogd werd, had zeker aller
sympathie.
Gisterenavond na tien uur, was liet een beele
bedrijvigheid aan de brug voor de Gerrit-Ver-
boonstraat.
Van verre komende, zag men reeds liet helle
Wellslicht, met kracht opgepompt en een feilen
gloed uitstralend.
In dien gloed, de nijvere timmerlieden aan
hel werk, bezig liet dek der brug te vernieuwen.
Zij sleepten delen aan, en sloegen de machtige
spijkers er inzij klemden de wiggen, in den
feilen schijn.
Menigeen bleef een oogenblik kijken naar
dit nijvere bedrijf en ook menigeen merkteer
niets van en beeft van morgen misschien alleen
gedacht, toen hij de brug passeeerdeDie ziet
er netjes uit, zeker vernieuwd. Dat hadden in
den kouden nacht de werklieden gedaan.
In de opgave van den uitslag der gehouden
aanbesteding van bouwmaterialen staat voor
perceel I, J. B. Petit te Breda; dit moet zijn:
E. van de Wal te Rotterdam, f 58.94 en
f 84,00 per mille.
Daartoe edelmoedig in staat gesteld kan het
R. K. Parochiaal Armbestuur alhier bij de
gewone bedeeSing weder aan de armen steen
kolen verstrekken. Zeker zal dit voor die
armen een zeer welkome verrassing zijn geweest.
BURGERLIJKE STAND.
Ondertrouwd: 48 Febr. M. Offerman, 38
jaar, en J. La Roy, 25 jaar. H. Hoenderdos,
24 jaar, en J. M. E, Ziedses des Plantes, 30
jaar. W. II. Olden, 24 jaar, en J. Osephius,
49 jaar.
Overleden: 47 Febr, Johannes Theodorus
de Jager, oud 72 jaar en 9 maanden, ZV<red-
straat. 49. Johanna Elisabeth ter Velden,
wed, van J. van den Heuvel, oud 70 jaar en
5 maanden, Nieuwe Haven-
Ken belangrijke zaak voor brander».
Gisteren deed liet gerechtshof te 's-Hertogenboseh
uitspraak in de bekende zaak van den minister van
financien tegen J. C. M.brander en distillateur
te Maastricht, door de rechtbank aldaar veroordeeld
tot een boete van f 1-2.852 wegens vervoer van ge
distilleerd, niet behoorlijk gedekt.
In zijn arrest overwoog het Hof, dat de conclusie
der verdediging tot niet-ontvankelijk-verklaringder
administratie in haren eisch, wijl de uitgedaagde
partij dezelfde was waarvoor even te voren door de
rijks-ambtenaren het vereischtc vervoerbiljet was
afgegeven, niet opgaat.
Ten aanzien van do hoofdzaak achtte het Hof de
ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend be
wezen. Het Hof verwierp evenwel de strafbaarheid
van de ten laste gelegde en bewezen verklaarde
feiten en ontsloeg diensvolgens beklaagde van alle
rechtsvervolging, de kosten van beide instantien te
dragen door den Staat.
In ons blad van 9 Februari j.l. hebben wij in het
kort de in deze zaak gevoerde pleidooien medege
deeld wij achten deze belangrijk genoeg met het
oog op de industrie onzer stad, om nu het vonnis
gewezen is, nog eens uitvoerig het verloop daarvan
mede te deden,
De zaak was deze
Beklaagde had op 22 November 1895 uit zijn
branderij uitgeslagen 5 fusten gedistilleerd, te zamen
ruim 30 Hectoliter, met een document, aangevende
92 pet. sterktp, [welke partij werd aangehouden en
toen bleek slechts ruim 68 pet. te houden.
Beklaagde, die zelf indertijd ter terechtzitting
tegenwoordig was en een uitgebreide verwering
voordroeg, bad bovendien twee rechtsgeleerde raads
lieden uit Maastricht mede gebracht, de heeren Mrs.
G. A. A. Tripels on II. M. A. Savelberg.
Dat ook van dc zijde der administratie veel werk
van de zaak was gemaakt, bleek uit het grondig
betoog van den rijksadvocaat, Mr. E. van Ziuuicq
Bergmann, die volle twee uren aan het woord was
om het gepleegde bedrog in 't licht te stellen.
Hulde brengende aan dc werkkracht en de energie
van do raadslieden van beklaagde die een lijvige
memorie bij 't Hof hadden ingediend, wat spreker
intusschen niet wettig voorkwam, doch waarover hij
verder het zwijgen zou doen en ze zou beschouwen
als een pleit-nota, merkte hij allereerst op dat deze
breedopgezette memorie de hoofdzaak waarop het
aankomt eigenlijk verdrinkt.
Die zaak is dat de beklaagde, die al wel 50
processen-verbaals achter den rug heeft, ditmaal en
blijkbaar al veel vroeger den Staat heeft trachten
te bedriegen op een zeer sluwe wijze en voor groote
bedragen.
De rijks-advocaat doelde mee, hoe beklaagde
daarbij te werk ging, bij bestelde te Stettin groote
hoeveelheden bijna waardelooze foc-zelolie, die te
Maastricht word ingevoerd als camphine-olie en
langs eenoinweg dc branderij van beklaagde bereikte.
Daar deze foezel-olie hetzelfde soortgelijk gewicht
heeft als gewoon gedistilleerd, was het bedrog bij
bet gebruik van den vochtwegcr niet te zien en zoo
kon beklaagde gedistilleerd van ruim 08 pet. doen
doorgaan voor gedistilleerd van 92 pet., waarvan
het gevolg was, dat hij in zijn doorloopend crediet
gecrediteerd werd voor een 23 pet. grootcre afschrij
ving door bij het gedistilleerd voor den uitslag 23
pet. foezelolie te doen.
Hij hield dus bij iedere zoodanige manoevre 23
pCt. goed gedistilleerd over, waarvan geen accijns
was betaald en die natuurlijk heimelijk zijn branderij
verlieten. Het met 23 pCt. foezelolie verontreinigde
gedistilleerd ging naar Delft of Schiedam, daar
werd er door bijvoeging van houtgeest brandspiritus
van gemaakt en alsdan volle afschrijving van accijns
voor verleend.
Voor dat de rijks-advocaat zijn betoog aanving,
had hij, door ttisschenkomst van den president aan
beklaagde doen vragen waar deze was gebleven met
al de uit Stettin gekochte foezel-olie, waarop deze ant
woordde, dat bij die weder had uitgevoerd naar
Bremen. Nader gevraagd, in welken vorm bleef
beklaagde het antwoord schuldig te kennen gevend,
dat dit een handelsgeheim was.
Mr. Bergmann betoogde, dat die uitvoer naar
Bremen voor hem een sprookje was en het handels
geheim van dit procés. Hij wees er op, dat, terwijl
foezel-olie vrij van invoerrechten is, de zendingen
uit Stettin werden aangegeven als camphineolie.
waarvoor wel invoerrecht verschuldigd is en dat
zulks geschiedde om geen achterdocht te wekken
bij de administratie. Dit alles is uit de getuigen
verklaringen daghelder gebleken en ten slotte, toen
geen uitweg meer was, dan ook door beklaagde
erkend. In de jaren "94 en '95 is door hem ontvan
gen 10,800 liter foezel-olie waarmee het rijk een
schade i» berokkend van f14000.
De rijks-advocaat constateerde, dat in gedistilleerd
als natuurlijk risidu van de afstoking ook foezelolie
voorkomt, doch in zeer geringe mate, bijv. 3,ïn of
K pet. in Delft en Schiedam, en hoogstens 1 pet.
in Maastricht, waar men meer van foezelolie schijnt
te houden3 pet. is echter reeds een zwaar vergift.
Uitvoerig ging Mr. Bergmann na wat gedistilleerd
was in den zin der wet cn hij verwierp vervolgens
de door de verdediging gestelde verwering tot niet-
ontvankelijk verklaring, omdat de ambtenaren niet
bevoegd zouden zijn geweest om deze vijf fusten,
waarvoor kort te voren een conform geleidebiljet was
afgegeven onder weg aan te houdendie ambtenaren
zijn daartoe ten allen tijde bevoegd, zoodra zij ver
moeden dat fraude is gepleegd door bijmenging van
andere bestanddcelen en die bevoegdheid is trouwens
noodzakelijk, omdat de mogelijkheid bestaat, dat de
fraude tijdens het vervoer geschiedt.
Tegenover de bewering dat foezelolie niet is een
andere zelfstandigheid, handhaafde de rijksadvocaat
zijn betoog, daf zoodra ze in gedistilleerd voorkomt
in groote volume, dan die 't natuurlijk gevolg is
van de afstoking, dat er dan ten aanzien van 't geen
dc wet verskaat onder gedistilleerd, zuivere ether
alcohol met water, is een vermenging.
Uit een aantal werken, uitgegeven omstreeks 1860,
toonde Mr. Bergmann aan, dat men toen in 1802
de tegenwoordige wet op 't gedistilleerd tot stand
kwam, zeer goed foezololie kende en de wijze om
ze te onttrekken aan den alcohol.
Vervolgens stond de rijksadvocaat in antwoord
op dc verwering uitvoerig stil bij de bedoeling, die
de wetgever heeft gehad met het vaststellen der
kortingen, die ook wel degelijk strekken in vergoe
ding van 't verlies, dat wordt geleden door de aan
wezigheid van foezelolie enz.
Ten slotte, nadat hij de verwering op den voet
had gevolgd, resumeerende, stelde hij vast, dat be
klaagde de uit Stettin op geheimzinnige wijze inge
voerde foezelolie heeft gedaan in de in beslag ge
nomen fusten gedistilleerd ter misleiding van den
fiscus en de rijksadvocaat deed door overiegging
van een verklaring van den inspecteur der belas
tingen Dresselhuijs de bewering van een der gehoorde
getuigen te niet, dat het te Schiedam is voorge
komen, dat afschrijving van accijns was verleend
voor de foezelolic, die men onder toezicht der be
lastingambtenaren had laten wegloopen in de stads
gracht.
De rijksadvocaat vroeg bevestiging van 't vonnis
der Maastrichtsche rechtbank, daar het onomstoote-
lijk vaststaat, dat het vervoer van 't door beklaagde
uitgeslagen gedistilleerd niet was gedekt door een
voldoend geleidebiljet, zoodat hot dus was ongedekt,
waardoor de overtreding een feit en de boete be-
loopen was.
Het O. M., waargenomen door den advocaat-gene
raal Mr. T. G. H. Reitsma, eisckte zijnerzijds be
vestiging van de door de rechtbank uitgesproken
subsidaire gevangenisstraf bij niet-betaling der boete.
Nadat het Hof de gebruikelijke pauze had gehou
den, las beklaagde een zeer uitvoerige verwering
voor, waarin hij nadruk er op legde, dat, werd het
veroordeelend vonnis bevestigd, iedere distillateur
dagelijks zou blootstaan aan groote bekeuringen.
Noch grammaticaal, nog historisch noch juridisch
was 'tgcen hier door de belasting-ambtenaren was
geschied overeen tc brengen met de wet, die trou
wens in al de 35 jaren van haar bestaan nooit zoo
is toegepast.
De verdediger, Mr. Savelberg, betoogde, dat de
foezelolie, waartegen de rijksadvocaat een geweldige
haat schijnt te hebben, niet zoo kwaad is, als wordt
voorgesteld. Trouwens ze maakt een natuurlijk be
standdeel van den jenever uit cn waar ze in gedis
tilleerd wordt gevonden, kan derhalve nooit spraak
zijn vermenging met cenige andere zelfstandigheid.
Pleiter betwistte voorts het recht der ambtenaren
om op vermoeden van vermenging het in beslag
genomen gedistilleerd aan een scheikundig onderzoek
te onderwerpendit had eerst mogen geschieden
als dc vermenging geconstateerd was. Vast staat
dat het in beslag genomen gedistilleerd hetzelfde is,
waarvoor door de ambtenaren zelf een geleidebiljet
even te voren was afgegeven. Als dit geen goed
geleidebiljet is geweest, dan is aan hen de schuld.
Ten aanzien van den eisch van den rijksadvocaat,
dat beklaagde rekenschap zal geven van wat hij
met de uit Stettin ontvangen foezelolie heeft gedaan,
merkte Mr. Savelberg op, waarom het niet mogelijk
zou zijn, dat deze naar Bremen was uitgevoerd als
dit met cenige winst had kunnen geschieden. Ook
kon ze België zijn binnengesmokkeld, waar op dat
goed belasting bestaat.
Uitvoerig bestreed pleiter het vonnis der recht
bank, welks handhaving hij onmogelijk achtte, be
sprak de kortingen als geen betrekking hebbende
op dc aanwezigheid van foezelolie, bestreed dc
voorstelling, door den rijksadvocaat van do wijze
van invoer der foezelolic gegeven, die niet juist kon
zijn, want waarom hadden dan niet dc ambtenaren,
die de aankomst hebben gezien, terstond beslag
gelegd
Resumeerende betoogde Mr. Savelberg, dat hier
de wet niet is geschonden, dat van vermenging met
andere zelfstandigheden geen -spraak kan wezen en
dus vrijspraak zal moeten volgen.
De tweede verdediger Mr. Tripels bracht dc hulde,
door den rijks-advocaat gebracht aan de werkkracht
en energie der verdediging, over op hnn cliënt, dcc
nitnemenden deskundige, die hen omtrent de be
palingen der wet op het gedistilleerd van 1862,
welke pleiter een voor-historische wet noemde, lieefc
voorgelicht. Die wet huldigt het documentenstelsel
en waar nu beweerd wordt door de belasting ambte
naren, dat de uitgeslagen 5 fusten gedistilleerd niet
behoorlijk waren gedekt, had volgens art. 115 der
bovengenoemde wet moeten worden aangetooud de
nietigheid van het geleidebiljet.
Mr. Tripels bestreed ook dat vermenging niet had
plaats gehad en wees er op, dat die dan ook in het
vonnis der rechtbank geheel overhoord was ge
worpen.
In zijn repliek handhaafde de rijks-advocaat vol
komen zijn ingenomen stelling en hij noemde het
een wetenschappelijke ketterij 23 pet. foezelolie een
natuurlijk bestanddeel der afstokiug te noemen. Dc
verzending naar Bremen en België waren sprookjes,
a's men zich aan de straf op 'i smokkelen waagt
dan zal men zeker niet een bijna waardeloos pro
duet maar veel liever goede jenever binnensmokkelen.
Hij hield vol het recht der ambtenaren tot visita
tie op ieder oogenblik en tot scheikundig onderzoek
zoodra er vermoeden is van fraude en stelt ten slotte
in het licht, dat aan beklaagde is ten laste gelegd
vervoer van gedistilleerd, gedekt door een geleide-
biljet, waarin vermeldt 92 pet., terwijl gebleken is,
dat de sterkte slechts iiiim 68 pet. was, zoodat er
meer dan "/.0 verschil bestaat tusschen beide sterkte,
het vervoer dus volgens de wet niet was gedekt en
daardoor dc boete reeds onweerlegbaar beloopen.
Bij dupliek noemde Mr. Tripels dit geding een
tendenz-proces en wees op de groote onbillijkheid,
waaraan beklaagde bij de volgende peilingen in het
vorige en in dit jaar heeft blootgestaan, terwijl hij
handhaafde wat door zijn mede-verdediger is in 't
midden gebracht omtrent de verschillende punten
van bestrijding.
Het O. M. wees bij monde van Mr. Reitsina er
op, dat het betoog van den rijksadvocaat zoo zeer
heeft uitgemunt door duidelijkheid cn bevattelijkheid
dat hij van gevoelen is, dat dit zeker niet zonder
invloed zal zijn op de uitspraak en dat hij zich, al
brengt hij ook alle hulde aan de verdediging, ge
heel schaart aan dc zijde van den rijksadvocaat.
Nadat de beklaagde, op dc vraag van den presi
dent, had te kennen gegeven, dat hij niets meer
had te zeggen, verklaarde deze het onderzoek ge
sloten en bepaalde 't Hof de uitspraak op Donderdag
18 Februari.
Zooals wij boven zagen, heeft deze plaats gehad.
Beklaagde is vrijgesproken, en behoeft zelfs geen
cent kosten te betalen.
In de lieden gehouden zitting van de Tweede
Kamer was aan de orde de voortzetting der
beraadslaging over het ontwerp tot wijziging
der Provinciale wet.
Door den Minister van Binnenlandsehe Zaken,
was dit om aan gisteren geopperde bezwaren
tegemoet te komen, zoodanig gewijzigd, dat de
zomersamenkomst der Provinciale Staten be
paald blijft op den eersten Dinsdag in Juli.
De periodieke verkiezingen voor de leden
der Provinciale Staten mogen niet voor 10
Juni plaats hebben, terwijl de datum der her
stemmingen niet later mag bepaald zijn dan
den Vrijdag voorafgaande aan den eersten
Dinsdag in Juli.
De regeering nam over de reeds medegedeelde
amendementen-Pijnappel ter vergemakkelijking
der stembureaux bij meervoudige Statenver
kiezing.
De eindstemming werd aangehouden tot Dins
dag a. s.
Bij de behandeling van het ontwerp tot
wijziging der gemeentewet, werd het voorstel
der regeering, om de gemeenten in kiesdis
tricten te splitsen voor de raadverkiezingen,
sterk bestreden als nadeelig voor de eenheid
der gemeenten.
Verschillende amendementen werden voor
gesteld, die door den Minister van Houten alle
met nadruk werden bestreden.
Het stoffelijk overschot van het oud-iid van
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Mr.
Van der Kemp, werd heden op Eik-en-Duinen
plechtig ter aarde besteld.
Onder de talrijke huldebewijzen, den overle
dene gebracht, waren die van den Commissaris
der Koningin mr. Fock, van de tegenwoordige
leden van Gedeputeerde Staten en van vertegen
woordigers van talrijke maatschappelijke, gods
dienstige en liefdadige instellingen, in welke
de overledene mede-bestuurder was geweest.
Van deze allen dekten kransen de lijkbaar.
Aan het graf werd het woord gevoerd door
den predikant den heer Gerth van Wijk, die
in treffende bewoordingen van der Kemp's ver
diensten schetste zoowel in diens openbaar als
in diens bijzonder en godsdienstig leven.
Een groote schare vrienden en belangstel
lenden woonde de uitvaart bij.
ATHENE, 49 Februari. Een telegram uit
Kanea van gisteravond 8.45 meldt, dat, naar
deOostenrijksche vice-consul te Heraklion seinde,
een vech'pnrtij is uitgebroken te Sitia.
Het bericht, dat de Turken door de Chris
tenen vermoord worden, is onjuist; er zijn en
kele Turken gedood in een gevecht. Een Turksch
transport heeft vijf gekwetste Turken ont
scheept; zij deelden mede dat de Christenen
een aantal Turken gedood hebben.
De Grieksche zeelieden, die het consulaat
te Kanea bewaakten, hebben zicli weder aan
boord begeven op verzoek van den comman
dant der gendarmerie. Vier Russische zee
lieden bewaken het consulaatdeze wacht van
vreemde matrozen zal iederen dag worden af
gewisseld.
ATHENE, 49 Februari. Een bevel van kolo-