STADSNIEUWS. 11 e c li t z a k c ii. Laatste Nieuws. Telegrammen. Ns art. 6 heeft de heer Kuyper een amendement voorgesteld ten le tot rectificatie van art. 54 eerste lid, zoodat bij meervoudige verkiezingen dezelfde onderteekeningen kunnen strekken voor meer candi- daten en de lijsten met letters genummerd en de ■candidaten daarop met doorloopende cijfers worden aangeduid. Verder stelt hij voor, op de stembriefjes voor de voornamen volgnummers te plaatsen, ter vergemak kelijking voor de kiezers bij de vele namen op lijsten voor Raads- of Statenleden. Heden 11 uur voortzetting. V ij z i g i n g der Provinciale "Wet. Nog is een amendement voorgesteld door den beer Heemskerk strekkende, om in art. 5 van het ontwerp aan het 3e lid van het voorgestelde art. 7 toe te voegen „en wanneer deze verkiezingen samenvallen met eene verkiezing t oor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, geschieden de stemming cn de herstemming op de dagen krachtens art. 131 der Kieswet door den Minister van Binnenlandsehe Zaken voor de stemming en de herstemming voor leden van de Tweede Kamer bepaald." Kiesrecht en Waterleiding. Naar .inleiding van hetgeen wij schreven over het o. i. onwettige, dat er in gelegen is, om sommige personen, die slechts f 4,75 's weeks verwonen, waaronder ook de water leiding begrepen is, van de kiezerslijst te weren, behandelt thans ook de JV. Schied. Ct. deze zaak. Het blad is liet geheel met ons betoog eens en komt dit nog versterken met het be langrijke argument, dat verschillende huisei genaren, die aanvankelijk de huur der wonin gen hadden verhoogd voor het genot der waterleiding, die later weder hebben moeten verlagen. Bewoners van perceelen, waar dit blijkt waar te zijn, kunnen dunkt ons om geen enkele geldige reden van de kiezerslijst geweerd wor den. De huiseigenaar heeft hun blijkbaar zy het ook door den nood gedwongen het wa- terleidinggebruik cadeau gedaan. De N. 8. Ct. wenscht met ons, dat de rechter eene beslissing in deze moge geven, en dat de kiesvereenigingen daartoe liet initiatief nemen. Het zou dunkt ons nog overweging verdie nen, zoo de drie groote kiesvereenigingen hier konden besluiten om gezamenlijk de kosten van een procedure in deze aangelegenheid te dragen. Tot in hoogste instantie zullen deze, bij onverhoopt verlies, nog al wat bedragen. Een groot kunstgenot mag genoemd worden liet Kunstenaars-Concert, dat door M»j. Stuif- sand, met den heer Sikemeier en liet Rotter- damsche Strijkkwartet, aan het in grooter. getale opgekomen publiek gisterenavond in Musis Sacrum werd aangeboden. Het is lang geleden, misschien wel 25 jaar, dat er in onze stad geregeld «Kamermuziek- Uitvoeriogen" plaats vonden door liet Rotterdam- sche Strijkkwartet; destijds was Wirth thans te Berlijn, de eerste violist; vele ouderen onder ons zullen nog aangename herinneringen aan deze avonden hebben. En thans, na een be trekkelijk groot aantal jaren, zagen wij weder drie van de ons van ouds bekende «kunst broeders'' op liet podium verschijnende hee- ren Schnitzler, Meerlo en Eberle. Wij riepen hun in gedachten een hartelijk welkom toe, alleen betreurende, dat er zoo langen tijd moest verioopen, eer we die heeren weder mochten zienwant nog steeds houdt dit kwartet gezelschap de kunst hoog, en zeker als ensemble- spelers zijn zij van zeer te waardeeren kracht. De jongste onder hen als le violist is de Rotter- damsche Concertmeester de heer Messias. Het viertal gaf het kwartet in Es van Men delssohn, waarmede liet concert werd geopend met veel genialiteit, hoewel het niet te ontken nen is, dat in het eerste deel de stemming niet geheel vlekkeloos was; de viool klonk in de hooge toonen niet altijd zuiver. De heer Messias, nog jong en sedert korten tijd te Rotterdam gevestigd, is ongetwijfeld een violist van groote bekwaamheid en meester over alle technische rnoeieüjkheden. Zijne uitmuntende eigenschappen kwamen dan ook in de Fantasie voor viool en piano van Sciiubert ten volle uit. Eene in onze concertzaal zeer gewaardeerde persoonlijkheid, is zeker mej. Stuifsand. Het komt ons voor dat haar stem in kracht en omvang nog is toegenomen zij behaalde met de voordracht der liederen veel succes. Hoewel wij met de liederen van Tiolitz en Withol niet bijster ingenomen zijn, moet haar denk gebracht worden, dat zij ons iri kennis stelde met drie ons geheel onbekende compo nisten. En zie »last not least" de heer Sikemeier. Telen van de aanwezigen hebben zeker nog nimmer te voren liet genot gehad dezen geduch- ten klavierspeler te liooren, niettegenstaande, de kamer-soirée's en sonate- (viool en piano) avonden te Rotterdam daartoe gelegenheid gaven. Het glanspunt van den avond werd zeker door zijne medewerking bereikt, zoowel in de fantasie door piano en viool van Sciiubert als wel in het prachtig piano quintet van Schumann; een compositie die toen deze edele kunste naarsziel nog in vollen glans en klaarheid was, geïnspireerd werd, toen de demon van zwaar moedigheid en droefheid des geestes nog niet over hem gekomen was en hij zijne gelukkigste oogenblikken kon beleven als zijne zeer be gaafde echtgenoote Clara "Wieck de klavier partij zoo talentvol vertolkte. De heer Sikemeier heeft door zijn glansrijk geacheveerd, coriect spel (er zal wel geen noot aan ontbroken hebben) aller ooren geboeid. Eenvoudig, zonder ijdel vertoon in zijn optreden, degelijk, technisch volkomen ontwikkeld, mag hij een kunstenaar van den eersten rang worden genoemd. Zoo mag dit concert als bijzonder geslaagd gerekend worden, het zal de bezoekers nog lang in herinnering blijven. Ook het goede doel, wat er mee beoogd werd, had zeker aller sympathie. Gisterenavond na tien uur, was liet een beele bedrijvigheid aan de brug voor de Gerrit-Ver- boonstraat. Van verre komende, zag men reeds liet helle Wellslicht, met kracht opgepompt en een feilen gloed uitstralend. In dien gloed, de nijvere timmerlieden aan hel werk, bezig liet dek der brug te vernieuwen. Zij sleepten delen aan, en sloegen de machtige spijkers er inzij klemden de wiggen, in den feilen schijn. Menigeen bleef een oogenblik kijken naar dit nijvere bedrijf en ook menigeen merkteer niets van en beeft van morgen misschien alleen gedacht, toen hij de brug passeeerdeDie ziet er netjes uit, zeker vernieuwd. Dat hadden in den kouden nacht de werklieden gedaan. In de opgave van den uitslag der gehouden aanbesteding van bouwmaterialen staat voor perceel I, J. B. Petit te Breda; dit moet zijn: E. van de Wal te Rotterdam, f 58.94 en f 84,00 per mille. Daartoe edelmoedig in staat gesteld kan het R. K. Parochiaal Armbestuur alhier bij de gewone bedeeSing weder aan de armen steen kolen verstrekken. Zeker zal dit voor die armen een zeer welkome verrassing zijn geweest. BURGERLIJKE STAND. Ondertrouwd: 48 Febr. M. Offerman, 38 jaar, en J. La Roy, 25 jaar. H. Hoenderdos, 24 jaar, en J. M. E, Ziedses des Plantes, 30 jaar. W. II. Olden, 24 jaar, en J. Osephius, 49 jaar. Overleden: 47 Febr, Johannes Theodorus de Jager, oud 72 jaar en 9 maanden, ZV<red- straat. 49. Johanna Elisabeth ter Velden, wed, van J. van den Heuvel, oud 70 jaar en 5 maanden, Nieuwe Haven- Ken belangrijke zaak voor brander». Gisteren deed liet gerechtshof te 's-Hertogenboseh uitspraak in de bekende zaak van den minister van financien tegen J. C. M.brander en distillateur te Maastricht, door de rechtbank aldaar veroordeeld tot een boete van f 1-2.852 wegens vervoer van ge distilleerd, niet behoorlijk gedekt. In zijn arrest overwoog het Hof, dat de conclusie der verdediging tot niet-ontvankelijk-verklaringder administratie in haren eisch, wijl de uitgedaagde partij dezelfde was waarvoor even te voren door de rijks-ambtenaren het vereischtc vervoerbiljet was afgegeven, niet opgaat. Ten aanzien van do hoofdzaak achtte het Hof de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend be wezen. Het Hof verwierp evenwel de strafbaarheid van de ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten en ontsloeg diensvolgens beklaagde van alle rechtsvervolging, de kosten van beide instantien te dragen door den Staat. In ons blad van 9 Februari j.l. hebben wij in het kort de in deze zaak gevoerde pleidooien medege deeld wij achten deze belangrijk genoeg met het oog op de industrie onzer stad, om nu het vonnis gewezen is, nog eens uitvoerig het verloop daarvan mede te deden, De zaak was deze Beklaagde had op 22 November 1895 uit zijn branderij uitgeslagen 5 fusten gedistilleerd, te zamen ruim 30 Hectoliter, met een document, aangevende 92 pet. sterktp, [welke partij werd aangehouden en toen bleek slechts ruim 68 pet. te houden. Beklaagde, die zelf indertijd ter terechtzitting tegenwoordig was en een uitgebreide verwering voordroeg, bad bovendien twee rechtsgeleerde raads lieden uit Maastricht mede gebracht, de heeren Mrs. G. A. A. Tripels on II. M. A. Savelberg. Dat ook van dc zijde der administratie veel werk van de zaak was gemaakt, bleek uit het grondig betoog van den rijksadvocaat, Mr. E. van Ziuuicq Bergmann, die volle twee uren aan het woord was om het gepleegde bedrog in 't licht te stellen. Hulde brengende aan dc werkkracht en de energie van do raadslieden van beklaagde die een lijvige memorie bij 't Hof hadden ingediend, wat spreker intusschen niet wettig voorkwam, doch waarover hij verder het zwijgen zou doen en ze zou beschouwen als een pleit-nota, merkte hij allereerst op dat deze breedopgezette memorie de hoofdzaak waarop het aankomt eigenlijk verdrinkt. Die zaak is dat de beklaagde, die al wel 50 processen-verbaals achter den rug heeft, ditmaal en blijkbaar al veel vroeger den Staat heeft trachten te bedriegen op een zeer sluwe wijze en voor groote bedragen. De rijks-advocaat doelde mee, hoe beklaagde daarbij te werk ging, bij bestelde te Stettin groote hoeveelheden bijna waardelooze foc-zelolie, die te Maastricht word ingevoerd als camphine-olie en langs eenoinweg dc branderij van beklaagde bereikte. Daar deze foezel-olie hetzelfde soortgelijk gewicht heeft als gewoon gedistilleerd, was het bedrog bij bet gebruik van den vochtwegcr niet te zien en zoo kon beklaagde gedistilleerd van ruim 08 pet. doen doorgaan voor gedistilleerd van 92 pet., waarvan het gevolg was, dat hij in zijn doorloopend crediet gecrediteerd werd voor een 23 pet. grootcre afschrij ving door bij het gedistilleerd voor den uitslag 23 pet. foezelolie te doen. Hij hield dus bij iedere zoodanige manoevre 23 pCt. goed gedistilleerd over, waarvan geen accijns was betaald en die natuurlijk heimelijk zijn branderij verlieten. Het met 23 pCt. foezelolie verontreinigde gedistilleerd ging naar Delft of Schiedam, daar werd er door bijvoeging van houtgeest brandspiritus van gemaakt en alsdan volle afschrijving van accijns voor verleend. Voor dat de rijks-advocaat zijn betoog aanving, had hij, door ttisschenkomst van den president aan beklaagde doen vragen waar deze was gebleven met al de uit Stettin gekochte foezel-olie, waarop deze ant woordde, dat bij die weder had uitgevoerd naar Bremen. Nader gevraagd, in welken vorm bleef beklaagde het antwoord schuldig te kennen gevend, dat dit een handelsgeheim was. Mr. Bergmann betoogde, dat die uitvoer naar Bremen voor hem een sprookje was en het handels geheim van dit procés. Hij wees er op, dat, terwijl foezel-olie vrij van invoerrechten is, de zendingen uit Stettin werden aangegeven als camphineolie. waarvoor wel invoerrecht verschuldigd is en dat zulks geschiedde om geen achterdocht te wekken bij de administratie. Dit alles is uit de getuigen verklaringen daghelder gebleken en ten slotte, toen geen uitweg meer was, dan ook door beklaagde erkend. In de jaren "94 en '95 is door hem ontvan gen 10,800 liter foezel-olie waarmee het rijk een schade i» berokkend van f14000. De rijks-advocaat constateerde, dat in gedistilleerd als natuurlijk risidu van de afstoking ook foezelolie voorkomt, doch in zeer geringe mate, bijv. 3,ïn of K pet. in Delft en Schiedam, en hoogstens 1 pet. in Maastricht, waar men meer van foezelolie schijnt te houden3 pet. is echter reeds een zwaar vergift. Uitvoerig ging Mr. Bergmann na wat gedistilleerd was in den zin der wet cn hij verwierp vervolgens de door de verdediging gestelde verwering tot niet- ontvankelijk verklaring, omdat de ambtenaren niet bevoegd zouden zijn geweest om deze vijf fusten, waarvoor kort te voren een conform geleidebiljet was afgegeven onder weg aan te houdendie ambtenaren zijn daartoe ten allen tijde bevoegd, zoodra zij ver moeden dat fraude is gepleegd door bijmenging van andere bestanddcelen en die bevoegdheid is trouwens noodzakelijk, omdat de mogelijkheid bestaat, dat de fraude tijdens het vervoer geschiedt. Tegenover de bewering dat foezelolie niet is een andere zelfstandigheid, handhaafde de rijksadvocaat zijn betoog, daf zoodra ze in gedistilleerd voorkomt in groote volume, dan die 't natuurlijk gevolg is van de afstoking, dat er dan ten aanzien van 't geen dc wet verskaat onder gedistilleerd, zuivere ether alcohol met water, is een vermenging. Uit een aantal werken, uitgegeven omstreeks 1860, toonde Mr. Bergmann aan, dat men toen in 1802 de tegenwoordige wet op 't gedistilleerd tot stand kwam, zeer goed foezololie kende en de wijze om ze te onttrekken aan den alcohol. Vervolgens stond de rijksadvocaat in antwoord op dc verwering uitvoerig stil bij de bedoeling, die de wetgever heeft gehad met het vaststellen der kortingen, die ook wel degelijk strekken in vergoe ding van 't verlies, dat wordt geleden door de aan wezigheid van foezelolie enz. Ten slotte, nadat hij de verwering op den voet had gevolgd, resumeerende, stelde hij vast, dat be klaagde de uit Stettin op geheimzinnige wijze inge voerde foezelolie heeft gedaan in de in beslag ge nomen fusten gedistilleerd ter misleiding van den fiscus en de rijksadvocaat deed door overiegging van een verklaring van den inspecteur der belas tingen Dresselhuijs de bewering van een der gehoorde getuigen te niet, dat het te Schiedam is voorge komen, dat afschrijving van accijns was verleend voor de foezelolic, die men onder toezicht der be lastingambtenaren had laten wegloopen in de stads gracht. De rijksadvocaat vroeg bevestiging van 't vonnis der Maastrichtsche rechtbank, daar het onomstoote- lijk vaststaat, dat het vervoer van 't door beklaagde uitgeslagen gedistilleerd niet was gedekt door een voldoend geleidebiljet, zoodat hot dus was ongedekt, waardoor de overtreding een feit en de boete be- loopen was. Het O. M., waargenomen door den advocaat-gene raal Mr. T. G. H. Reitsma, eisckte zijnerzijds be vestiging van de door de rechtbank uitgesproken subsidaire gevangenisstraf bij niet-betaling der boete. Nadat het Hof de gebruikelijke pauze had gehou den, las beklaagde een zeer uitvoerige verwering voor, waarin hij nadruk er op legde, dat, werd het veroordeelend vonnis bevestigd, iedere distillateur dagelijks zou blootstaan aan groote bekeuringen. Noch grammaticaal, nog historisch noch juridisch was 'tgcen hier door de belasting-ambtenaren was geschied overeen tc brengen met de wet, die trou wens in al de 35 jaren van haar bestaan nooit zoo is toegepast. De verdediger, Mr. Savelberg, betoogde, dat de foezelolie, waartegen de rijksadvocaat een geweldige haat schijnt te hebben, niet zoo kwaad is, als wordt voorgesteld. Trouwens ze maakt een natuurlijk be standdeel van den jenever uit cn waar ze in gedis tilleerd wordt gevonden, kan derhalve nooit spraak zijn vermenging met cenige andere zelfstandigheid. Pleiter betwistte voorts het recht der ambtenaren om op vermoeden van vermenging het in beslag genomen gedistilleerd aan een scheikundig onderzoek te onderwerpendit had eerst mogen geschieden als dc vermenging geconstateerd was. Vast staat dat het in beslag genomen gedistilleerd hetzelfde is, waarvoor door de ambtenaren zelf een geleidebiljet even te voren was afgegeven. Als dit geen goed geleidebiljet is geweest, dan is aan hen de schuld. Ten aanzien van den eisch van den rijksadvocaat, dat beklaagde rekenschap zal geven van wat hij met de uit Stettin ontvangen foezelolie heeft gedaan, merkte Mr. Savelberg op, waarom het niet mogelijk zou zijn, dat deze naar Bremen was uitgevoerd als dit met cenige winst had kunnen geschieden. Ook kon ze België zijn binnengesmokkeld, waar op dat goed belasting bestaat. Uitvoerig bestreed pleiter het vonnis der recht bank, welks handhaving hij onmogelijk achtte, be sprak de kortingen als geen betrekking hebbende op dc aanwezigheid van foezelolie, bestreed dc voorstelling, door den rijksadvocaat van do wijze van invoer der foezelolic gegeven, die niet juist kon zijn, want waarom hadden dan niet dc ambtenaren, die de aankomst hebben gezien, terstond beslag gelegd Resumeerende betoogde Mr. Savelberg, dat hier de wet niet is geschonden, dat van vermenging met andere zelfstandigheden geen -spraak kan wezen en dus vrijspraak zal moeten volgen. De tweede verdediger Mr. Tripels bracht dc hulde, door den rijks-advocaat gebracht aan de werkkracht en energie der verdediging, over op hnn cliënt, dcc nitnemenden deskundige, die hen omtrent de be palingen der wet op het gedistilleerd van 1862, welke pleiter een voor-historische wet noemde, lieefc voorgelicht. Die wet huldigt het documentenstelsel en waar nu beweerd wordt door de belasting ambte naren, dat de uitgeslagen 5 fusten gedistilleerd niet behoorlijk waren gedekt, had volgens art. 115 der bovengenoemde wet moeten worden aangetooud de nietigheid van het geleidebiljet. Mr. Tripels bestreed ook dat vermenging niet had plaats gehad en wees er op, dat die dan ook in het vonnis der rechtbank geheel overhoord was ge worpen. In zijn repliek handhaafde de rijks-advocaat vol komen zijn ingenomen stelling en hij noemde het een wetenschappelijke ketterij 23 pet. foezelolie een natuurlijk bestanddeel der afstokiug te noemen. Dc verzending naar Bremen en België waren sprookjes, a's men zich aan de straf op 'i smokkelen waagt dan zal men zeker niet een bijna waardeloos pro duet maar veel liever goede jenever binnensmokkelen. Hij hield vol het recht der ambtenaren tot visita tie op ieder oogenblik en tot scheikundig onderzoek zoodra er vermoeden is van fraude en stelt ten slotte in het licht, dat aan beklaagde is ten laste gelegd vervoer van gedistilleerd, gedekt door een geleide- biljet, waarin vermeldt 92 pet., terwijl gebleken is, dat de sterkte slechts iiiim 68 pet. was, zoodat er meer dan "/.0 verschil bestaat tusschen beide sterkte, het vervoer dus volgens de wet niet was gedekt en daardoor dc boete reeds onweerlegbaar beloopen. Bij dupliek noemde Mr. Tripels dit geding een tendenz-proces en wees op de groote onbillijkheid, waaraan beklaagde bij de volgende peilingen in het vorige en in dit jaar heeft blootgestaan, terwijl hij handhaafde wat door zijn mede-verdediger is in 't midden gebracht omtrent de verschillende punten van bestrijding. Het O. M. wees bij monde van Mr. Reitsina er op, dat het betoog van den rijksadvocaat zoo zeer heeft uitgemunt door duidelijkheid cn bevattelijkheid dat hij van gevoelen is, dat dit zeker niet zonder invloed zal zijn op de uitspraak en dat hij zich, al brengt hij ook alle hulde aan de verdediging, ge heel schaart aan dc zijde van den rijksadvocaat. Nadat de beklaagde, op dc vraag van den presi dent, had te kennen gegeven, dat hij niets meer had te zeggen, verklaarde deze het onderzoek ge sloten en bepaalde 't Hof de uitspraak op Donderdag 18 Februari. Zooals wij boven zagen, heeft deze plaats gehad. Beklaagde is vrijgesproken, en behoeft zelfs geen cent kosten te betalen. In de lieden gehouden zitting van de Tweede Kamer was aan de orde de voortzetting der beraadslaging over het ontwerp tot wijziging der Provinciale wet. Door den Minister van Binnenlandsehe Zaken, was dit om aan gisteren geopperde bezwaren tegemoet te komen, zoodanig gewijzigd, dat de zomersamenkomst der Provinciale Staten be paald blijft op den eersten Dinsdag in Juli. De periodieke verkiezingen voor de leden der Provinciale Staten mogen niet voor 10 Juni plaats hebben, terwijl de datum der her stemmingen niet later mag bepaald zijn dan den Vrijdag voorafgaande aan den eersten Dinsdag in Juli. De regeering nam over de reeds medegedeelde amendementen-Pijnappel ter vergemakkelijking der stembureaux bij meervoudige Statenver kiezing. De eindstemming werd aangehouden tot Dins dag a. s. Bij de behandeling van het ontwerp tot wijziging der gemeentewet, werd het voorstel der regeering, om de gemeenten in kiesdis tricten te splitsen voor de raadverkiezingen, sterk bestreden als nadeelig voor de eenheid der gemeenten. Verschillende amendementen werden voor gesteld, die door den Minister van Houten alle met nadruk werden bestreden. Het stoffelijk overschot van het oud-iid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Mr. Van der Kemp, werd heden op Eik-en-Duinen plechtig ter aarde besteld. Onder de talrijke huldebewijzen, den overle dene gebracht, waren die van den Commissaris der Koningin mr. Fock, van de tegenwoordige leden van Gedeputeerde Staten en van vertegen woordigers van talrijke maatschappelijke, gods dienstige en liefdadige instellingen, in welke de overledene mede-bestuurder was geweest. Van deze allen dekten kransen de lijkbaar. Aan het graf werd het woord gevoerd door den predikant den heer Gerth van Wijk, die in treffende bewoordingen van der Kemp's ver diensten schetste zoowel in diens openbaar als in diens bijzonder en godsdienstig leven. Een groote schare vrienden en belangstel lenden woonde de uitvaart bij. ATHENE, 49 Februari. Een telegram uit Kanea van gisteravond 8.45 meldt, dat, naar deOostenrijksche vice-consul te Heraklion seinde, een vech'pnrtij is uitgebroken te Sitia. Het bericht, dat de Turken door de Chris tenen vermoord worden, is onjuist; er zijn en kele Turken gedood in een gevecht. Een Turksch transport heeft vijf gekwetste Turken ont scheept; zij deelden mede dat de Christenen een aantal Turken gedood hebben. De Grieksche zeelieden, die het consulaat te Kanea bewaakten, hebben zicli weder aan boord begeven op verzoek van den comman dant der gendarmerie. Vier Russische zee lieden bewaken het consulaatdeze wacht van vreemde matrozen zal iederen dag worden af gewisseld. ATHENE, 49 Februari. Een bevel van kolo-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 3