N". 9282.
Ds Blonie Vrouwen m UlwM
50"° jaargang
Dinsdag 30 Maart 1897,
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
DE ONGEVALLENWET.
BUITENLAND.
Abosnbmehtsprijs poor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers0.02
KVREAIT: BOTEC SISTRA AT ÏO, Tcloplsoon IVo. 123.
Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe
grip van ecne Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
li.
Waar in ons vorig artikel werd gezegd, dat
de verzekering der arbeiders tegen de nodeelige
gevolgen van ongevallen, hun bij den aibeid
overkomen, ook den werkgever ten goede kan
komen en te gemakkelijker door hem kan
worden toegepast, omdat ten slotte de assu-
rantiekosten zullen komen ten laste van het
bedrijf, deel zullen uitmaken van de productie
kosten en dus betaald zullen worden door de
consumenten, daar wordt natuurlijk bedoeld
in geval van verplichte verzekering. Het ver
plicht karakter der verzekering is het hoofd
beginsel der aanstaande ongevallenwetzonder
dat verplicht karakter zou de wet geen reden
hebben van bestaan.
De wetgever bedoelt met dit ontwerp dan
ook minder nieuwe theorieën of practijken te
scheppen, dan wel ten onzent algemeen te ma
ken, wat hier en in de meeste andere be
schaafde staten sinds jaren wordt toegepast.
Zonder die algemeene toepassing zou de
bedoeling, dat de verzekeringskosten moeten
worden gebracht tot de productiekosten, stellig
worden gemist en zouden die kosten drukken
op den goedgezinden humanen werkgever, daar
voor dezen een doodende concurrentie zou
worden geopend met de werkgevers, die zich
aan de zorg voor hunne arbeiders weten te
onttrekken. Reeds tal'van jaren hebben ver
schillende werkgevers, ieder volgens eigen in
zichten en stelsels, verzekeringen gesloten ten
behoeve van hunne arbeiders, doch dit goede
voorbeeld heeft niet tot algemeene navolging
kunnen opwekken. En daar het nu bovenal
noodig was dat de verzekering algemeen werd
toegepast, werd tusschenkomst van den Staat
noodzakelijk; immers voor de beantwoording
der vraag of staatsinmenging gepast is, geldt
juist dit als criterium, of het particulier initia
tief al dan niet bij machte is een maatregel,
die in het- algemeen belang gevorderd wordt,
tot stand te brengen.
•Dat een maatregel, die ten doel heeft den
financieelen nood der arbeiders als gevolg \nn
bedrijfsongevallen te lenigen, het algemeen be
lang raakt, zal wel niet worden ontkend; im
mers niet slechts omdat het gezamenlijk bedrag
van arbeid plus kapitaal van werkgevers en
werklieden, tot het behartigen van welke be-
angen het hier te doen is, een aanzienlijk
gedeelte uitmaakt van het nationaal vermogen,
is aan de belangen van de nijverheid een alge
meen karakter toe te kennen, maar ook omdat,
waar de arbeidersbevolking tot armoede ver
valt, haar onderhoud komt ten laste van het
algemeen. Verplichte verzekering aïzoohierin
ligt, hoe gewettigd de maatregel ook zij, onmis
kenbaar een beperking der individueele vrij
heid. Er wordt dus in zooverre een offer ge-
ëischt en er bestaat derhalve reden om bij de
nadere uitwerking van het beginsel verderen
inbreuk op die individueele vrijheid zoo mo
gelijk te vermijden.
Roman van
Eufemia gravin von Adlersfeld—Ballestrem.
2)
Wat diukt u ter neer, Lud wig Christoffel had
zij meer dan eenmaal gevraagd.
En de slotheer was telkens plotseling opgeschrikt,
als iemand die een zwaren droom heeft gedroomd.
Gij ziet spoken, Uraca, mijn hart is vrij als het
uwe, had hij geantwoord, en dan had hij luide en
hartstochtelijk met het kind gesehei tst tot het aan
ving te weenen.
Geheel en al was het wantrouwen van Uraca
echter niet verdwenen, en had zij gezien hoe haar
gemaal in de stilte van zijn eigen vertrek luide
steunde ais in verschrikkelijk zielsverdriet, zij zoude
tot den dood zijn ontrust geworden, en zoude haar
rust nimmer weder gevonden hebben. Wat hem
echter ook mocht drukken, hij wist het in het
diepste van zijn hart te verbergenhij bracht
zijnen tijd door met jagen en verre ritten, en
kwam met zijne vrouw overeen om een reis naar
Spanje te maken, ten einde zich aan zijne zwagers
te Valladolid voor te stellen.
De winter ging voorbij en de lente keerde weder
•n het land met vogelgekweel en bloemengeur.
Het was op een avond in het begin tan Mei,
®en voorjaarsavond met bedekten hemel, dat Lud-
Toch eischt het ontwerp meer. Niet slechts
wil het verplichte verzekering, maar ook, dat
de verzekering zal worden gesloten bij een door
de wet aangewezen bank en wel bij een op
te richten staatsbank. Dit dunkt ons de zwakke
plaats van het ontwerp en de veronderstelling
is niet gewaagd, dat, indien aan deze regee-
ringsvoorstellen moeilijkheden zullen worden
in den weg gelegd, dit zal geschieden naar
aanleiding van dezen dwangmaatregel.
Ongetwijfeld toch zullen er velen zijn in de
Kamer, die, öf uit vrees voor al te groote mate
van staatsinmenging in maatschappelijke ver
houdingen, öf uit sympathie voor het hier te
lande krachtig opkomend verzekeringswezen,
of om beide redenen, met de regeeringsvoor-
stellen op dit punt niet kunnen medegaari. Zij
zullen niet' nalaten er op te wijzen, dat ook
volgens de wetsontwerpen van andere landen
de verzekering bij particuliere maatschappijen
zal mogen worden gesloten en hiertegen dan
ook geen bezwaar bestaat, wanneer maar die
maatschappijen onder toezicht staan van den
staat, opdat aile maatregelen genomen worden,
die de noodige waarborgen verschaffen, dat de
kapitalen ja reserves veilig worden belegd en
de verzekeringspremiën oordeelkundig worden
vastgesteld.
Toch is het te wenschen, dat zij, die er
tegen opzien een tweede vrijheidsbeperking van
beteekenis te aanvaarden, ten slotte zullen in
zien, dat men bij nauwgezette overweging, hoe
op de beste wijze de zaak, waarom het hier
te doen is, wordt gediend, noodzakelijk komen
moet tot hetgeen in het ontwerp ten opzichte van
de staatsverzekeringsbank wordt voorgesteld.
De Regeering motiveert dit voorstel, met er
op te wijzen, dat alleen met deze regeling de
grootst mogelijk? soliditeit is te verkrijgen, dat
aldus de grootste zuinigheid in het beheer kan
worden tot stand gebracht en de grootste kans
bestaai, dat de verzekering zal aansporen tot
het nemen van de meeste voorzorgen, om on
gevallen te voorkomen.
Dat de administratie van een staatsverzeke
ringsbank belangrijk minder onkosten met zich
brengt dan waar die administratie gevoerd
wordt door een menigte particuliere maat
schappijen, is gemakkelijk aan te toonen en
onmogelijk te weerleggen. Hierbij komt nog,
dat bij de bedoelde staatsbank het maken van
winst niet beoogd wordt, hetgeen bij particu
liere verzekerings-maatsehappijen wel het geval
is, ja de eenige reden is, waarom zij worden
opgericht. Het een met het ander zal onge
twijfeld, en vooral nadat de bank eenige jaren
gewerkt heeft, op het bedrag der assurantie
premie van grooten invloed zijn.
Dit argument kan dan ook worden beschouwd
als het toevluchtsoord in een vrij onveilige
omgeving, van waaruit de Regeering de aan
vallen der tegenstanders vermoedelijk zal
trachten af te slaan.
Nu de aard en de strekking van het wets
ontwerp, dat ons bezig houdt, in hoofdzaak
zijn aangegeven, willen wij nog wijzen op
enkele voorname onderdeelen.
wig Christoffel en zijne gemalin het kasteel ver
lieten, om zich door eene wandeling buiten te
verkwikken.
Laat ons om Ulmenried heen wande'en, stelde
Uraca voor.
Ulmenried was het woud, dat langs de noord
zijde van het slot lag, en met het park ver
derop ineenvloeide. Het woud zou voor lange,
lange jaren aan het kasteel en aan zijne bewoners
zijn naam geschonken hebben, en geen bijl had
ooit een der machtige stammen geveld, die aan
de slotbewoners als beilig waren. De oude olmen
lieten geen zonnestiaal door tot den vochtigen
met mos begroeiden bodem, en het was in liet
boscli zoo koel, dat men daar zelfs midden in den
zomer door de kilheid moest huiveren.
Laten wij liever een eindweegs iu het vrije veld
gaan wandelen, sloeg haar gemaal vuor. Maar als
Uraca eenmaal een wensch had uitgesproken, dan
was niets in staat haar van de vervulling daarvan
af te brengen. Ik heb heden er bijzonder lust
in, om Ulmenried heen ie wandelen, zeide zij
eigenzinnig. Eerst gisteren heb ik bemerkt, dat
't mij bijzonder genoegen zou doen, onder de
eeuwenoude woudreuzen te wandelen. Het moet
daar spoken, zeide mij de kamenier.
Dwaasheid, zeide haar man boos, en heftig
voegde hij daarbij: liet is tocli anders je gewoonte
niet om je met de praatjes van het publiek in te laten.
Daarin had hij gelijk, het lag niet in het trot-
sche karakter der edelvrouw om het dienstpersoneel
te ondervragen, of hun een gewillig oor te leenen,
en geen van hen had het dan ook gewaagd om de
trotsche Spaanscbe vrouw omtrent wat dan ook
Niet voor alle bedrijven is de verplichte
verzekering der werklieden voorgeschreven,
maar alleen voor die, welke door de wet zijn
opgesomd. Voorgesteld wordt een betrekkelijk
klein aantal bedrijven, dat echter bij amen
dement of later bij de wet stellig aanmerkelijk
zal worden uitgebreid.
Ruiten de verplichte verzekering vallen voorts
de werklieden, wier loon meer dan vier gulden
per dag of meer dan twaalf honderd gulden
in bet jaar bedraagt, hetgeen hen natuurlijk
volstrekt niet belet, zich vrijwillig te verze
keren
Behalve het verleenen van geneeskundige
hulp, in geval den arbeider een ongeluk over
komt, wordt hem wegens gemis van loon ge
durende de eerste zes weken geen schadever
goeding uitgekeerd. Deze periode wordt de
observatietijd genoemd. De wetgever gaat daarbij
uit van de gedachte, dat de arbeider niet in
de verzoeking moet worden gebracht onbe
kwaamheid tot werken voor te wenden, en
voorts, dat ook hij als ieder ander in staat
moet zijn de kleine ongevallen des levens te
verduren, waartegen hij zich van te voren
behoort te hebben gewapend. Dit dunkt ons
een goed en zedeverheffend beginsel. Het zal
wellicht kunnen bijdragen om het gevoel van
verantwoordelijkheid, dat over het algemeen
ook in andere opzichten bij den arbeider heel
weinig is ontwikkeld, te verhoogen. Een mid
del, waardoor de arbeider zich tegen de nadee-
lige gevolgen vau werkeloosheid gedurende den
observatietijd kan behoeden, ligt voorde hand,
namelijk door zich vrijwillig tegen die moge
lijke .schade te verzekeren; de assurantiepre
mie zal in dat geval uit den aard der zaak
uiterst gering zijn.
De schadevergoeding, die door de bank zal
worden uitbetaald in den vorm van een elke
week uit te keeren rente, bedraagt als maximum
70 pCt. van het dagloon n.l. in geval van
geheele ongeschiktheid tot werken bij gedeelte
lijke ongeschiktheid bedraagt ze een deel van
die 70 pCt. in verhouding tot de behouden
geschiktheid tot werken.
Hiermede zijn de voornaamste punten hespro-
ken van een wetgevenden arbeid, die met meer
spoed dan gewoonlijk in ons land het geval is,
de traditioneele perioden heeft doorloopen.
Al vrij spoedig nadat het onderwerp der ver
zekering van de arbeiders tegen de nadeelige
gevolgen van bedrijfsongevallen op de politieke
programma's van actie was verschenen, maakte
het een punt van beraadslaging uit in do ver
gadering der juristenvereeniging van 1887 en
thans, tien jaren later, worden door de Regee
ring deze denkbeelden in den vorm van een
wetsontwerp aan de Kamer aangeboden. Men
mag verwachten, dat de Kamer dien spoed
niet zal vertragen en dat deze voorstellen der
Regeering, tot wet verheven, weldra in onze
wetgeving hunne plaats zullen hebben ge
vonden.
ongevraagd in te lichten. Het eenige, wat mij in
dit geval heeft getroffen, antwoordde Uraca heslist,
is dat het in Ulmenried niet lustig kan zijn, wan
neer daar spoken en geesten rondwaren.
Vermijd dan die plaats.
Ik ben niet beangst, en wil daar nog bijvoegen,
dat ik er van houd dergelijke griezelige plaatsen
op to zoeken.
Ludwig Christoffel zweeg, omdat hij zag dat wat
hij ook in (iet midden wenschte te brengen ver
geefs was, zelfs al had hij engelenspiaak bezeten.
Daarenboven was hij niet vrij van angst voor
spoken, gelijk bijna al zijn tijdgenooten do bek-
sengerichten bloeiden in dien tijd gelijk nooit te
voren, en overal weiden brandstapels opgericht,
om de heksen, die onzalige offers van een ver
schrik kelijken waan te vernietigen.
Ce que femme veut, Dieu le veut, mompelde
de slotheer, terwijl htj het gevleugelde woord var»
koning Frans I van Frankrijk aanhaalde, en hij
sloeg met Uraca de richting van het Olmenwoud
in. Daar was het natuurlijk koel en donker, en
waar nog een beetje lichtschemering heerschte,
scheen alles als in eenen nevelsluier gehuld,
dat waren de dampen, welke uit den vochtigen
bodem opstegen, door de vindingrijke fantasie van
het volk de golvende sluiers der woudvrouwen
genoemd. Slechts nu en dan een enkel woord wis
selend, schreed het paar voort, hij verdiept in zijne
sombere gedachten, zij opmerkzaam en zoo nu en
dan opschrikkend als een al te vroeg op roof
uitgegane uil kraste en tegen de muren van den
rooden toren aanfladderde.
Plotseling, op een punt waar do weg lichter
Alj;einccn overzicht.
Schiedam, 29 Maart '97.
Het Panama-schandaal, dat reeds lang als
dood en begraven werd beschouwd, is, dank
zij de tnededeelingett van Ai lort, nogmaals als
een dreigend spook verschenen in de Fran-xhe
Kamer en in den Senaat en strekt zijn grijparmen
uit naar leden der Fransclte Volksvertegen
woordiging.
Tegen de afgevaardigden Naquet, Boyer en
Maret en den Senator Leicy wil de rechter
van instructie Poittevin een vervolging ingesteld
zien, en na eenig tegensti even van de zijde
van den procureur-generaal is de machtiging
daarvoor bij Kamer en Senaat aangevraagd.
Commissie's van onderzoek zijn benoemd,
de zitting is verdaagd en nog eens verdaagd,
eindelijk zijn Kamer en Senaat tot heden
uiteengegaan, en reeds bericht Reuter ons, dat
de commissie uit de Ka ner de vervolging dei-
bedoelde Kamerleden met algemeene stemmen
heeft toegestaan.
Men had verwacht, dat meerdere personen
vervolgd zouuen zijn; een vijftiental afgevaar
digden zouden door Artons onthulling gecom
promitteerd zijn.
Onjuist is bit niet, maar het «chijnt, dat
vooralsnog tot de vervolging is besloten van
hen, die met Arton rechtstreeks in connectie
hebben gestaan.
Waar lusschenpersonen in het spel waren,
schijnt men geen overtuigende bewijzen te
hebben.
Het is te hopen, dat de Kamer zicli webha
z il kunnen bezig houden met iets beters, b.v. du
mrrineplannen der regeering. Volgens de AIaiin
zal spoedig een aanvrage om credieten ten be
drage van 800 millioen, voor de versterking
der Fransche vloot gedurende een tijdvak van
7 jaren, bij de Kamer inkomen.
De Fransche regeering zal wellicht meer
geluk hebben met haar plannen dan de Duitsche.
De derde lezing der begrooting werd Zater
dag in den Rijksdag voortgezet, enaandeoide
kwam het hoofdstuk Marine.
Nog een poging deed de admiraal Hollmann
om de plannen der regeering le redden al
verklaarde hij ook zelf, weinig hoop te hebben
op een veranderde meening der vet tegen vvoor-
diging door voorlezing te doen van een
verklaring van wijlen prins Frederik Karei,
dun uitnemenden legerbevulhebber uit den
Fransch-Duitschen oorlog.
Deze had in 1878 als zijne meening uitge
sproken, dat Duitsohlands positie in Euiopa,
door liet leger veroverd, door een sterke vloot
alleen kon gehandhaafd worden.
De vrees van den staatsecretaris van marine
bleek niet ijdel te zijn geweest: du Rijksdag
deed ook bij de derde lezing zijn genomen
besluit gestand.
werd en de avondschemering een zacht licht onder
de boomen door tooverde, gebeurde er iets won
derbaarlijks. Een wit gekleede vrouwengestalte
met lang, goudblond haar, dat als metaal glansde
in het onzeker licht, schreed ovor den weg vlak
bij liet wandelende paar, bleef een ademtocht slaan
met gevouwen banden, en vluchtte dan met een
zachtemaar hartverscheurende kreet in het
kreupelhout, verdwijnende als een visioen.
Heb je het gezien, fluisterde Uraca, terwijl
zij hare oogen van ontzetting wijd geopend hield.
Evenals zijne gemalin was ook Ludwig Chris
toffel blijven staan, en ware het op deze plaats
niet zoo duister geweest, dan had Uraca raceten
merken, dat zijn schoon en door de zon gebruind
gelaat bleek gewoiden was.
Wat zou ik gezien hebben? vroeg hij luid cn
onverstoord.
Haar, de witte gestalte, die zooeven onzen weg
hoeft gekruist, fluisterde Uraca.
Hard begon haar gemaal te lacher), zoo
mogen wel zij lachen, die :et hun smart spotten
willen, maar liet toch niet vermogen. Uraca was
echter te zeer ontzet dan dat zij het merkte.
Nu is het genoeg, zeide hij heesch.
Nu gaan wij öf terug, öf wij wandelen nog
alleen maar daar waar gij geen spoken meer
kunt zien.
Daarmede draaide hij zich eensklaps om, Uraca
gewillig met zich voerende.
Ik heb het toch gezien, met mijn eigen oogen
gezien, mompelde zij in verwarring.
Wordl vervolgd.)