51"" jaargang. I Donderdag 1 April 1897. N°, 9284. Eerste Blad Ï8 BImè Vronwen van UlmniM Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FETJILIxETOJST. UITGEVER: H. J. C. 110ELANTS. EEN GOUDEN JUBILEUM. BINNENLAND. Abowementspbms voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n n omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- o.02 Iai n «1 1 IBI 11 III i BBMBttWWB—ggW? Wg BUREAUBOTEKSTRAAT ÏO, Tcleplmon No. 123. AdvenTHKT.'Ei'RURran 15 gewone regels met inbe grip van ccne Courantf 0 52 Iedere gewone regel meer- 0 10 Bij abonnement wordt korting verleend. Met het verschijnen van dit nummer heeft de Schiedamsche Courant vijftig jaren bestaan. In een enkel woord willen wij die ge beurtenis herdenken. Vrijdag, den 26sten Februari 4847, werd door den heer P. J. van Dijk, thans nog te dezer stede woonachtig, een proefnummer aan zijne stadgenooten rondgezonden van een week blad, dat hij zich voorstelde >met goedkeuring van het EdelAchtbaar Bestuur dezer stad" uit te geven »bij genoegzame deelname". Dat die deelname genoegzaam" was, dat een vereischt aantal stadgenooten door hetgeen hun voor een niet te hoogen prijs werd gebo den, zich opgewekt voelden de »onderneming te helpen tot stand brengen en bevorderen", bleek hier wel het best uit, dat den Isten April van hetzelfde jaar het eerste nummer verscheen van de Schiedamsche Courant, toen nog, gelijk wjj opmerkten, een weekblad van betrekkelijk weinig omvang. Trouwens de eischen waren toen minder hoog dan thansmen ver langde niet reeds denzelfden avond nog te weten, wat er des middags bij onze tegenvoe ters was gebeurdmen was tevreden met het geboden nieuws, dat toen ter tijde zelfs uit bet land zelf dikwijls eenige dagen behoefde eer het gedrukt het publiek onder de oogen kwam. Daarbij de wet bevorderde het uitgeven van nieuwspapieren niet; een uiterst drukkend zegelrecht was een groot beletsel voor elke courantenuitgave. Het is een loonend iets, het proefnummer van de Schiedamsche Courant nog eens na te slaan; uit de enkele mededeelingen, die er in voorkomen, verneemt men vrij wat, ook nu nog van belang. Zoo ziet men ten eerste uit de officieele kennisgeving, dat het Z. M. den Koning behaagd had om op 12 December bij continuatie tot wethouder der gemeente te benoemen, den EdelAchtbaren Heer Daniel Verlouw. Die wijze van benoeming is sedert een andere geworden. Zoo zien wij uit de «Buitenlandsche Be- rigten" dat Rothschild ook toen ter tijde reeds bestond en aan den keizer van Rusland eenige Roman van Eui'emia gravin von AdlersfeldBallestrem. 4) Wie was de barnsteenheks 'l herhaalde Uraca onverstborbaaf. Thans kwam er weer leven in de door schrik binten zich zelve gebraebte oude vrouw en zij begon imar verhaal Zij was de dochter van den molenaar, genadige vrouw, Eva genaamd, zij zou nu achttien jaar zijn geweest. Het was een eigenaardig kind, blijk baar door den duivel bezeten, iedereen moest zij een streek spelen, en honderdmaal heelt zij lachend verteld, dat zij tooveren kon, alsof er geen folter bank, geen waterproef en geen brandstapel waren. Nu, zij hoefde er toch niet bang voor te zijn, daar zij met den duivel in verband stond. In het dorp noemden wij haar Eva de barnsteenheks, om haar lang, lichtgeel haar, maar haar blank gezicht heb ik noott mooi kunnen vinden, zooals wel andere menschen deden. Eva bad dat blanke gezicht van hare moeder, en de molenaarsvrou w was min geweest bij den tegenwoordigen jonker; het was eene brave vrouw, dat zeggen alle menschen, braaf en vlijtig, en deugzaam zooals ook de molenaar en zijn zoon Dietrich, de jager van tien genadige» Jieer zijn. Dietrich 7 brak Uraca het verhaal af. Is Dietrich vaatjes" goud had gezonden, welk goud door een ongeluk te water raakte bij Deqtz. De «Binnenlandsche Berigten" uit het proef nummer zijn voor ons ook thans nog uiterst gewichtig. Daaronder lezen wij toch allereerst, dat op 46 Februari te Amsterdam in eene vergade ring van aandeelhouders in de H. IJ. S. met alge- meene stemmen besloten werd om van liet station alhier tot aan de rivier de Maas een zijtak te leggen, waartoe Z. M. de Koning reeds concessie had verleend. Aan het bericht is toegevoegdWeldra zal nader overwogen worden over het aanleggen van stoomvaarten naar Harwich en Antwerpen. "Vijftig jaren zijn wij verder. Geen zijtak nog naar den Maas, geen stoomvaarten op Harwich noch op Antwerpen. Mogen zij er zijn binnen niet al te langen tijd, zij het ook voorloopig slechts de eerste. Lezen wij verder, dan zien wij vermeld, hoe ook in 4847 reeds een groot aantal landver huizers Juiit Gelderland" naar Amerika ver trokken, hoe in dat zelfde jaar door het Hof van Zeeland den 22n Februari eene dienstmaagd veroordeeld werd wegens diefstal met inwendige braak, tot de doodstraf smet den strop, door vervvorging aan eenen paal, en in de kosten der procedure". Wij zien dan uit de rubriek Stedelijk Nieuws", die ondertusschen slechts den »Bur- gerlijken Stand" bevat, hoe slechts aan den lezer werd verteld, dat er zooveel van het mannelijk en zooveel van het vrouwelijk ge slacht zijn geboren en overleden, zonder dat wij zien, wie de patiënten zijn, wat toch vooral voor de dames van meer gewicht wordt geacht dan het getal. Nemen wij de «Marktprijzen van de Beurs te Schiedam" ter hand van 24 Februari 1847, dan merken wij, hoe toen ter tijd de jenever juist tweemaal zoo duur was als thans, en de granen bijna driemaal, evenals de moutwijn. Maïs scheen nog niet aangewend te worden, althans zij staat niet genoteerd. Maar blijven wij niet langer stilstaan bij het «proefnummer". Nadat gedurende eenige jaren met groote zorg door den oprichter-uitgever de Schiedam sche Courant ais weekblad was in het licht gezonden, op svelin" papier gedrukt, bleek het, dat een weekblad niet meer voldeed, en werd besloten de courant, die zich ondertus schen bg de ingezetenen had ingeburgerd, drie de broader van de barnsteenheks f Ja, ja, zoo ziet men boe een rotte vrucht kan kotnen in een korf vol goede vruchten, zeide Kruiden-Ilse bekommerd. Gelukkig waren hunne ouders reeds lang dood en begravenzij hebben niet behoeven te beleven, dat Eva op een ellendige manier aan haar eind is gekomen, en Dietrich heeft voor zijne zuster niet behoeven te boeten. Ga voort, beval Uraca, toen de vrouw plotseling ophield. Deze echter wenschte zich op dit oogenblik duizend mijlen ver weg uit den ban der zwarte oogen, want tot nu tGe ging het verhaal goed, maar hoe zou zij het beëindigen. Verder 1 hei haalde Uraca op hoogen tooner was geen ontkomen meer mogelijk. Nu dan, Eva heeft een liefdedrank gebrouwen, en eene betooveiing bewoikt, voer Kruiden-Ilse zachtjes vooit, maar de genadige beer heeft den drank nimmer gekregen, want Dietrich is een brave knaap, dte met duivelskunstenarijen niets te doen wil hebben. Toch heeft de drank geweikt, want de genadige heer is in heftige liefde ontbrand voor het blonde molenaarskind. Verdor 1 gebood Uraca heescb, toen de oude vrouw beangst voor den woesten blik der zwarte oogen ophield. Het geheeie dorp wees weidra met den vinger de deern na, die er volstrekt geen geheim van maakte, dat de slotheer haar lief had, en toen do schout haar eens uit de kerk joeg, trad de eerste voor haar op en zeide dat zij zijn bruid was en binnen een week zijne vrouw zou worden. Toen beraad slaagde de gemeente en er werd besloten, dat de schout, de pastoor en de smid naar de stad zouden gaan om Eva bij de heksenrechtere van malen 's weeks uit te geven. Tot Juni 1866 bleef zij aldus onder leiding van den heer Van Dijk versritmen, toen deze, tot anderen werk kring getv>. pen, zijne uitgave overdeed aan den heer J. Odé, die tot voor korten tijd, gelijk men weet, deze heeft bezorgd. De afschaffing van het courant-zegel op 4 Juli 4866 kwam de pers zeer ter stade. In plaats van drie malen per week kon de Schiedamsche Courant dan ook weldra vijf malen in dien tijd verschijnen. Om welke welke reden men niet reeds toen overging tot de uitgave van een dagblad is ons niet bekend. De Maandag bleef de verstooten dag tot op 4 Januari van dit jaar. Hoe ook onder bestuur van den heer Odé het blad in bloei is voortgegaan, is den lezers bekend, en dat thans, na een bestaan van 50 jaren, de Schiedamsche Courant hier ter stede en in den omtrek zoo trouw gelezen wordt, is zeker niet het minst te danken aan de beide mannen, die het bewind voerden vóór de tegen woordige uitgever optrad. Zooals wij reeds zeiden, met 4 Januari van dit jaar, is de S. Ct. een formeel dagblad geworden de tijdgeest eischte diteiken dag, met uitzondering van den rustdag, bleek men te willen vernemen, wat er in stad en land en over de grenzen voor merkwaardigs was voorgevallen. Zoo heeft het blad dan ook sedert genoemden datum een verjongingskuur ondergaan, die, blijkens de uitkomst, onzen stadgenooten aan genaam was, en waarvan alleen de niet-mor- rende telegraaf- en postdienst liet slachtoffer werd, voor zooverre wij kunnen nagaan. Met deze enkele woorden willen v ij het gouden jubileum van ons blad herdenken. Geen feesttoasten willen wij hier afdrukken, geen woorden, in jubileum-stemming gedacht, uitspreken. Slechts een enkele wensch ten slotte en een huldegroet Een huldegroet aan P. J. van Dijk en J Odé, die de Schiedamsche Courant stichtten en ontwikkelden; een wensch, dat in de toe komst dit blad moge bloeien, boven alles voor het welvaren onzer gemeente. duivelskunstenarij aan te klagen, omdat zij onzen genadigen heer had betooverd en behekst. En de smid, die vroeger Eva had willen trouwen, trad nn op als getuige, en bezwoer, dat hij dikwijls had gezien, hoe zij te'raiddernacht naar den Elfen- ring was gegaan en mat da Eifen had gedanst, en dat de duivel haar op den molen had bezocht. En toen de drie uit de stad terugkeerden met de heksenknechten, die de molenaarsdochter in boeien zouden slaan en in den toren werpen, was Eva verdwenon. Den ganschen nacht zocht, men naar haar en Dietrich hielp mede, omdat hij bekommerd was om zijne verloren zuster, maar toen de morgen kwam, vond men haren halsdoek en haren zak dicht bij de plaats, die wij nu den heksenkuil noemen. Zij had zich, uit vrees foor den brandstapel en omdat zij zich zelve schuldig voelde, van kant gemaakt. Zoo moesten de heksenknechten zonder de barn steenheks terugkeeren, maar de menschen zeggen, dat zij nog op de aarde rondgaat. Ik heb haren geest goddank nog nooit gezien, aldus eindigde Kruiden-Ilse haar verhaal, terwijl zij de handen plechtig vouwde. Een oogenblik bleef Uraca als verstomd zitten en bewoog zich niet. Zijt gij klaar met uw verhaal? vroeg zij dan. Ja, edele vrouw, antwoordde zSj schuchter. Zie, wij dorpsmenschen meencn allen, dat onze slotheer door de tooverij van do barnsleenheks zou te gronde gaanmaar de ban schijnt toch niet zoo sterk geweest te zijn als wij dachten, want toen bij u huwde, toen wisten wij dat de betoovering van hem geweken was en dat hij weder de jude van vroeger zou worden, vrooltjk en goed. Goed is hij altijd geweest en is hij nog heden, want H. M. de Koningin-Regentes heeft gisteren- namiddag zooals wij reeds kort meldden, te 5 ure in audiëntie ontvangen de commissie uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal, belast met de aanbieding van liet adres van rouwbeklag met het overlijden vau prinses Sophia. De deputatie, die in rijtuigen, voorafgegaan door de boden der Kamer, naar het paleis werd aldaar ontvangen met militair eei bewijzen door een peletori van het regiment grenadieis en jagers onder bevel van een officier, in de ves tibule opgesteld. Bij het passeeren van den stoet iangs het Buitenhof stond de hoofdwacht in het geweer. De gewone audiëntie van den minister van Koloniën zal op Vrijdag 2 April niet plaats hebben. Voor de verkiezing van een lid van de Piovinciale Staten van Zuid-Holland, ter ver vuiling van de vacature, ontstaan door liet oveilijden van mr. C. A. van der Kpmp, werden gisteren te 's Gravenhage 3148 stembiljetten ingeleveid. Heden bleek, da', gekozen is de heer M. flijmans van Wadenooyen (liberaal) met 1729 van de 3124 geldige stemmen. Jhr. mr. de Biauw (conservatief en katholiek) iiad 4377 stemmen. Te Amsterdam is lieden tot lid van den ge- me nteraad gekozen mr. H. Pouw (liberaal) met 1567 stemmen. Op den heer Jos. J. Guipers (katholiek) waren 1458 stemmen uitgebracht. Een gisternamiddag van onzen coi respondent te Batavia ontvangen telegram meldt, dat ook van den resident van Batavia liet ontslag is ingegaan. Jhr. J. G. O. S. von Schmidt auf Altenstadt was daar sedert 5 Sept. 4892, en ook zjjn af treden werd reeds aangekondigd. De resident komt met verlof naar Europa. (jV. v. d. D.) Bij de familie te Breda is bericht ingekomen, dat de heer B. G. Versélevvel de Witt Hamer, oud-ofücier van het leger hier te lande, in de Transvaal is gekozen tot lid van den 2en Volks raad. Hij neemt zitting 4 Mei a. s. en we! als vertegenwoordiger der bevolking van de Kaap goudvelden nabij Barber ton. Dit is de eerste Nederlander die in genoemd lichaam zitting neemt. Op 24 Maart 4897 heeft te Parijs de onder- teekening plaats gehad der verklaring tot ver lenging der op 27 December 4890 aldaar lus- schen Nederland, België en Frankrijk gesloten teiegraaf-con ven tie. Te Nijmegen is gisteren overleden, dr. F. B. voor ons menschen heeft hij altijd een hartelijk en welwillend woord, cn zijn beurs staat voor ons open maar heelemaa! zooals vroeger is hij toch nog niet weer geweost. Ja, het is ook een heet ding, en 't is als een molensteen om mede door het leven te sleepen, als men eene licks tot liefje heeft gehad. Uraca stond langzaam op en verliet de hut zonder om te zien en zonder een woord te spreken, want het was een lmrde slag geweest voor de trotsche vrouw die zich had verheeld, dat zij de eerste en eenige liefde was van haren man en dat hij, voor hij haar huwde, nog nimmer een ander had aangezien. Zij, een Fernandez de Montemario, de tweede liefde van den man wiens edele naam zij thans droeg de tranen van beieedigden trots en toorn kwamen haar in de oogen en verduisterden haren bliknauwelijks kon zij den weg naar het slot terugvinden. Wat wist zij echter van den mensch en van liet menschalijke hart, zij, die in de een zaamheid van een Spaansch klooster als edeldame was opgegroeid naast eene Spaansche prinses 7 Zij uist minder van deze beide dingen dan sen dorps kind, maar dit wist zij toch wel, dat een Fernandez weinig minder voornaam was dan de koningin, en dat de man, tot wien zij afdaalde om zijne gemalin te worden, zijne oogen nimmer tot een ander had mogen opheffen en aldus ontwijd worden. Maar het is thans bijna nog even zooals toenklein is de Spaansche horizon en groot is de Spaansche trots. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1