Staten-Generaal. Uit de Staatscourant. Kunst en letteren. Landbouw en Tecteelt. Gemengd Nieuws. TWEEDE KAMER. Ztüing van Vrijdag 2 April. Aan de orde is de interpellatie-De Roer over de ïlegeeringsmaatregelcn tot bestrijding van mond- en klauwzeer. De heer De Boer zegt dat het stcrfteprocent aan deze ziekte gering is 1/10 p.ct. Regecringsmaatre- gelen hebben weinig gebaat; de landbouwende be volking is er niet gerust op. Spr. zon wcnschen dat elke beperkende maatregel met den aanstaanden weidetijd werd nagelaten. Spr. vraagt anders of het wenschelijk is met de genomen maatregelen voort to gaan. Do Minister van Binnenlandsebe Zaken zegt, dat hij volKomen vrijlating do regeering niet op de hoogte van den toestand zon zijn, en dit dient zij te zijn om te kunnen optreden tegenover het bui tenland. Dat do toestand met het oog op het buitenland zoo ongunstig is, komt door de agrarische politiek daar gevoerd; van Belgie zal men openstelling der grenzen trachten te verkrijgen. Voorloopig dient men op den ingeslagen weg voort te gaan, en zoude het schrappen der ziekte onder de besmettelijke onraadzaam zijn. De beer do Boer wenscht dit laatste ook niet, maar wil zooveel mogelijk allo beperkende bepalin gen opheffen. Dc heer Lieftinck acht de to maken kosten niet opwegen tegen de voordeden, en meent dat wij door België en Duits^hland onredelijk worden be handeld. De heer Ilenneqnin dringt er op aan België geen faveurs te geven b.v. door invoer van zijn mest. De heer van Dedem wil de tarieven verhoogen. De lieer Veegcns is tegen tariefsverlaging voor niet-protcctionistischo landen. Dc minister wil wering van mest, zoo dit noodig is doeh overigens geen represaille maatregelen. De hoer Lieftinck blijft afkeuren dat Duitschland geen opgaven zendt. De heer van Dedem wensebt den invoer van Franschc varkens tegen tc gaau. De minister blijft dc maatregelen iu het buiten land beschouwen als voortvloeiende uit protectiouis- tisehe politiek. Maatregeleu tcgeu het gevaar van invoer van Franschc varkens zal hij overwegen. Aan dc orde komt nu liet wetsontwerp bedoelende verhooging van het tractomcut der leden van en ambtenaren bij de kan tongerechten. Algemecne beraadslaging wordt niet gevoerd. Art. 1 bepaalt, dat dc ambtenaren van hot O. M. in plaats van f1200 voortaan f 1G00 jaarlijks zullen ontvangen. Do heer Mackay heeft bezwaren tegen de wijze van verhoogiug. Hij stelt een amendement voor om twee driejaar- lijkschc verhoogiugen ieder van f-100 toe tc staan, zoödut na drie jaren dienst f 400 verhooging zal zijn bekomen cu na zes jaren nog f400. De minister van justitie beeft bezwaar tegen het amendement. Do heer Do Kantor vraagt, of uit het amende ment niet zal volgen, dat do bestaande ambtenaren gcene verhoogiug dadelijk zullen krijgen. De heer Mackay zegt, dat zijne bedoeling is, dat de eerste verhoogiug van f400 gegeven worde aan hen, die op 1 Juli 1897 in dienst zijn en de tweede verhooging later zal worden genoten. De heer Mackay wijzigt zijn amendement in dien zin, dat zij die drie jaren als ambtenaren in dienst zijn, ook in die drie jaren cenigc verbooging ont vangen. liet amendement wordt aangenomen «met 36 tegen 30 stemmen. Art. 1 wordt goedgekeurd. Art. 2 wordt in dien zin gewijzigd, dat do wet in werking treedt op 1 Juli 1898. liet art. en het gchcele wetsontwerp worden zon der hoofdelijke stemming goedgekeurd. Aangenomen worden de wetsontwerpen tot natu ralisatie van E. F. Ilentschel en 7 anderen. Rijksbijdrage aan Maastricht. Wetsontwerp tot aanvulling en verhooging van het 9e hoofdstuk der staatshegrooting 1897. De heer Van Dedem heeft bezwaar tegen dit wetsontwerp, liet wetsontwerp wordt aangenomen met 52 tegen 7 stemmen. Zonder beraadslaging worden goedgekeurd: 1. Het wetsontwerp tot veralaring van het alge meen nut dor onteigening van eigendommen voor den aanleg van een kanaal in het waterschap bij Onstwedde. 2. Goedkeuring van de uitgifte in erfpacht van terrein te Ierseke voor do haven aldaar. 3. Goedkeuring eener overeenkomst tnssehen de Kroon en den Staat eenerzijds en eigenaren onder Diemcn anderzijds; 4. alvorens voor den kosteloozen afstand van ecu stuk vestinggrond te Groningen. t"i matamamamaammmÊ De bruilofsgasten namen in de rijtuigen plaats. Do bruid zelf zou met haar vader in het laatste rijtuig volgen. De aannemer, die gewaarschuwd was, sprak heel weinig. Slechts eens had hij haar iets gevraagd, on toen had ze geantwoord met een vreemde, erg onnatuurlijke stem. Zij scheen, voor zoover men dat onder haar dichten sluier kon opmerken, voortdurend te huilen, sNu, dat belooft een prettig huwelijk te worden," zet mijnbeer Hodskiss op gemehjken toon. Bij de voltrekking van het huwelijk ging het niet zoo rustig toe als men wel verwacht had. De dorpelingen, die er den reuk van hadden ge kregen, waren goed vertegenwoordigd, terwijl een groot gedeelte van de familie G. er op had aan gedrongen mede te rijden, teneinde van de heug lijke gebeurtenis getuige te kunnen zijn. Het kleine kerkje was voller dan het in jaren geweest was. De tegenwoordigheid van zulk een deftig pu bliek maakte den ouden geestelijke sedert lang niet meer gewoon aan het zien van vreemde ge zichten zenuwachtig, en het eerste geluid, dat de geestelijke voortbracht, maakte het deftige pu bliek zenuwachtig. Niemand, die een woord kon verstaan van hetgeen hij zeide. 't Waren niets dan zinlooze klanken. Zijn aandoening uitte de oude man in een zeker langgerekt snikken, het geen hieruit was op te maken, dat hij met een dergelijk geluid de plechtigheid besloot. s, Dat was zeker Clementine," fluisterde haar moeder bij het snikkende geluid, nllaar vader De voorzitter deelt mede, dat de heer Tijdens zijn interpellatie omtrent de kanalisatie van Westerwolde heeft ingetrokken. Hierna worden zonder hoofdelijke stemming in behandeling gebracht goedkeuring van het op 8 Sept. 1899 te 's-GravenUage tusschen Nederland cn Japan gesloten tractaat van handel en scheepvaart met daarbij beboorende bijlagen. De vergadering wordt gesloten tot Dinsdagvoor middag elf uur. Bij Kon. Besluit is Victoria Diane van Lawick, te Parijs, erkend als te beliooren tot den Nederlandschen adel met het praedicaat van jonkvrouw. Bij Kon. Besluit zijn benoemd bij het wapen der infanterie, bij het 1ste reg., tot kapitein, de eerste- luitenant D. II. Gerdessen, van bet instructie-bataljon tot eerste-luitenant, de tweede-luitenant W. F. F. van der Woerd, van bet korpsbij het 2de reg., tot eerste-luitenant, de tweede-luit. B. A. J. van der Hegge Zijnen, van liet korps; bij bet 3de reg., tot eerste-iuit. de tweede-luit. J. A. Snoek, van het koips bij bet 6de reg., tot kapitein, de eeiste-luitenant J. Rogier, van het korps. Bij Kon. Besluit is bevordeid tot hoofdingenieur voor bet stoomwezen der spooi wegdiensten, F. P. J. Mahien, thans ingenieur en zijn hij den Raad van Toezicht op de Spoorwegdienstenbenoemd tot klerk C. de Waal en tot assistent-bode 51. C. Oosidam en bevoiderd tot bode II. D. de Lamanr, thans assistent-bode. Bij Kon Besluit is met ingang van 1 October 1897 aan de Jager eervol ontslag verleend uit zijne be- tiekking van inspecteur der telegraphie, ondei dank betuiging voor de vele en goede diensten door hem aan den lande bewezen. De beer J„ Brommers, ingevolge Koninklijke mach tiging benoemd tot vice-consul te Caocutta, is ui die hoedanigheid door de Britsch-Indische Regcering erkend. De heer II. 1). Vieholï, bij Kon.J Besluit benoemd tot consul te Bazel, is in die hoedanigheid door dc Zvvit- seische Regcering erkend. De Directie vau het Weekblad dc Amsterdammer stelt drie prijzen beschikbaar van f TA), f30 en f20, voor de drie best gekleurde oorspronkelijke carica- turen, op sport betrekking hebbende. De teckeningen, (liefst penteckeningen) moeten geschikt zijn om langs ehemigraphiscken weg, des noods verkleind, te worden gereproduceerd, zoodat zij in reproductie hoogstens de breedte van twee kolom beslaan. De Redactie acht het een groot voorrecht, dat ecne specialiteit van Europecsche bekendheid op het ge bied der carieatuur-teekening, de lieer John Grand Carteret te Parijs, redacteur van Le Litre et l'Image, baar met de meeste bereidwilligheid zijne voorlichting bij de bcoordecling heeft toegezegd. Inzendingen worden verwacht vóór 20 April a. s., bij dc uitgevers Van Holkema &Warendorf, Singel 542. De teckeningen moeten voorzien zijn van een motto, te herhalen op een gesloten couvert, dat den naam van den teekenaar bevat. De niet-bekroondc teckeningen blijven ter beschik king van de inzenders; de'redactie behoudt zich echter de vrijheid voor, deze teckeningen te laten reproducceren, indien zij daarvoor geschikt blijken. Bij de te Bergen-op-Zoom gehouden verkoopin. van de boekdrukkerij der firma Jac. Am. Verkouteren en de daaraan verbonden uitgavo van het Nieuws- en Advertentieblad van Bergen-op-Zoom, is kooper geworden een consortium van ecnige heeren te Ber gen-op-Zoom, waardoor het voorbestaan van dit reeds meer dan veertig jaar in vrijzinnigen geest geredigeerd blad is verzekerd. Het hoofdbestuur van het Genootschap voor land bouw en kruidkunde *e Utrecht heeft aan den mi nister van binncnlandsche zaken een adres inge diend, waarin het zijne bezwaren mededeelt tegen de naar zijne meening onvoldoende maatregelen tot bestrijding der tuberculose onder het rundvee door het Ned. landbomvcomitó in zijn advies aan den minister voorgesteld, en aandringt op spoedige, alles zins afdoende maatregelen, in het algemeen overeen komende met zoodanige als voorheen met zulk uitne mend succes door de Regcering onder het ministerie- Heemskerk tegen de uitbreiding der longziekte onder het rundvee .verden genomen. Aan dr. J. Pools, plaatsvervangend districts-vcearts te Rotterdam is, naar de N. B. Ct. meldt, door de Regcering een onderzoek opgedragen naar den aard en do oorzaken der kal verziekte hier te lande. Dit onderzoek zal vermoedelijk in Friesland worden aangevangen in overleg met het bestuur der Frie- schc Maatschappij van Landbouw. en ik zijn hier ook getrouwd en zij is hier gedoopt." Go begrijpt dus, dat het bijzonder treffend was, maar men verlangde niettemin naar het einde. Lord C. sprak vrij duidelijk, maar de antwoor den van de bruid waren voor niemand/yerstadSn;^, baar, hetwelk in verband werd gebracht»met: dtr geschiedenis van dien luitenant ter zee, zoodal eenige der meest gevoelige dames uit louter me degevoel begonnen te huilen. In de sacristie liep alles vlug van stapel. Er was een ruime keuzo van getuigen om in het register te teekenen. De ambtenaar wees ieder de plaats aan, waar hij teekenen moest en ieder schreef zijn naatn zooals dat gewoonlijk gaat, zonder goed te zien waar men schreef. Toen merkte iemand op dat do bruid nog niet geteekend bad. Zij stond geheel alleen met haar gelaat en scheen in gedachten verzon ken. Toen men haar waarschuwde kwam zij be deesd naar voren en nam de pen uit de handen van den ambtenaar over. De gravin stond aebter haar. ïMarie", schreef de bruid, met een min of meer onvaste hand. ïLieve hemel," zeide de gravin, sik heb nooit geweten, dat je ook Marie heette. En welk een heel ander schrift, nu je langzaam schrijft." De bruid antwoordde niet, maar vervolgde met »Susanna". »Maar hoeveel namen hebt ge wel, lief kind riep de gravin uit, s Wanneer zal nu de naam eens komen, waarbij we ja allen kennen'?" »Ruth", vervolgde de bruid, zonder te antwoorden. Carré. Het gezelschap van den Circus Oscar Carré arriveerde gisteren te Rotterdam uit Engeland om in het circusgebouw aan de Zomerhofstraat een reeks voorstellingen te geven. Den dood nabij. Geen woordenpraal vermag de ellende te schetsen, die de schipbreukelingen van de Ville de St. Nazaire hebben doorstaan. Hun eigen verhaal, aangrijpend door zijn eenvoud, is het beste schildering. Zij zijn met Jiun zestienen de vier blanken en twaalf negers, die door de Hilda waren opgenomen te Havre aan gekomen en hun bevelhebber, de stuurman Nieolaï, heeft aan een verslaggever van de Figaro het volgende relaas gedaan »De gezagvoerder had ons gezegd, koers te houden naar het Westen, maar de zee is inet de booten gaan spelen. De eene werd hier, de andere daai heen gesmeten en wij zijn eikair kwijt geraakt. Wij hoopten toch nog wel een schip te zullen ontmoeten, toen wij 's nachts alsof het nog niet genoeg was door een cycloon werden overvallen, die onze boot als een bal op- en nederwierp. Ik liet de mannen plat in de boot liggen en de zeilen neerhalen. Deze werden uitgespreid als dekensallen kiopen er onder, behalve z(j die roeiden. jiMen klaagt wel eens over negers, en te recht: zij zijn niet veel waard maar ik had er een, die, doorweekt en verkleumd, gedurende drie dagen en drie nachten zonder uitrusten, het roer hield, »Men zal mij verwijten, dat ik de manschap te veel op rantsoen heb gesteld. Wist ik voor uit hoelang liet zou duren? »Men heeft in onze boot nog tien lulo be schuit gevooden en daar beroem ik mij op Wij hadden bovendien geen honger. Van uur, tot uur, maakte de wanhoop de bemanning razender. Wat wij al niet beleefd hebben »Op een gegeven oogenblik had ik niets dan gehaluccineerd om mij heen, die naar den hemel keken en in de wolken buitengewone dingen zagen. Een was er, die meende, dat hij in de comedie zat en een ballet bijwoonde. Hij wierp kushandjes naar de danseuses. Door welk wonder nemen de wolken onder zulke omstandigheden de vormen eener vrouw aan? Dat zijn dingen, die men niet begrijpen kan. Ik zelf, hoewel ik goed m(jn verstand had, zag duidelijk in de lucht eene schoone vrouw, die de armen naar mij uitstak. »Bij die hallucinaties waren er die gepaard gingen met verschrikkelijke crises: zevenman nen zijn krankzinnig gestorven; negen zijn van koude gestorven. Ik had een kleine scheeps jongen, die zoo flink zijn werk deed, zoo'n moedig kereltje! 't Was een kleine creool, Adolf dertien jaar oud. Hy heeft zich goed gehouden zoolang hij kon, en toen op zekeren dag 1 In mijn boot waren ook twee kleine kinderen, die huilden; zij hadden 't koud,zoo koud 1 Hun moeder, die in een der eerste booten zat, die verbrijzeld werden, had ze ons toegereikt. »Toch verzorgden wij ze goed. Het kleinste stierf het laatstEn wg vroegen ons af of wij niet allen hetzelfde lot zouden onder gaan, toen wij een reddingsboot, de Hildaop ons af zagen komen. Toen wij er allen heel zeker van waren, dat het wel een boot was, die naar ons toe kwam ik zal u zeggen, waai om ik hier den nadruk leg hebben wij allen zóó naar dien kant overboord geleund, dat het weinig scheelde, of onze boot sloeg om. Ik riep: sZitten blijven". Onze boot lag slechts 40 -centimeter boven het water; wij moesten dus voorzichtig zijn. Toen stond een der passagiers, Saint-Hilaire, op, hij staarde de Hilda aan, die nog minstens een mijl van ons af was, breidde de armen uit en sprong in zyn vreugde in zee.Ilij was de negende krankzinnige!" En de stuurman zweeg. Men voelde toch, dat hij nog iets te zeggen had. Ilij hernam Welnu! De cycloon, de honger, de koude, Opvoeding is niet altijd waarborg tegen het maken van schandaal. De gravin rukte den sluier van bet gelaat der bruid, en Marie Susanna Ruth Sewell stond voor haar blozende en bevende, doch er niettemin aller liefst uitziende. »lk hoop, dat mevrouw geen schandaal zal ma ken'" fluisterde Marie. »Er ia nu toch niets meer aan te doen." »Maar de zaak kan ongedaan gemaakt worden, en dat zal geschieden ook," antwoordde de gravin op ruwen toon. Gij gij »Mijn viouw! vergeet dat niet, moeder," zeide lord C, tusschen beide komende en Marie's hand in zijn arm leggende, sliet spijt ons beiden, dat wij zoo onoprecht hebben moeten handelen, doch wij waren er toe genoodzaakt om opschudding te voorkomen. Het zal nu het beste zijn, dat wij maar vertrekken anders vrees ik, dat we het met mijn heer Hodskiss nog te kwaad zullen krijgen." De dokter nam zijn glas op en dronk het geheel ledig. Hij was droog in zijn keel geworden van het vertellen. sEn hoe ging het met Clementine?" vroeg ik. sTrachtte de luitenant, terwij! de familie naar de kerk was, haar niet te schaken?" Als dat gebeurd was, zou alles in orde geweest zijn," stemde de dokter toe. »Ik geloof wel, dat zij mot hem getrouwd is, doch eerst eenige jaren later, nadat de aannemer gestorven was." de waanzin, het verlies der kameraden, dat alles is niet het ergste van ons lijdeu geweest.... Het ergste.... maar ik weet niet, of ik het zeggen kanJa, het moet, opdat een onder zoek worde ingesteld, opdat zoo iets zich niet herhale. s't Was de 8ste, op liet oogenblik, dat wij ons verloren voelden, dat de Yille-de-Saint-Na- zaire in zinkenden toestand wasPlotse ling zagen wij een schip, dat ons voorbij liep. Wij riepen het aan. Het was niet meer dan 2 mijl van ons verwyderd. Wij zagen dat het stopte. jiEn toen 1Was 't omdat het schip de Fransche vlag herkende? Was het, omdat men de brug vol negers zag, die tot de bemanning behoorden (wij hadden er 46) Ik weet 't niet, maar eensklaps, na de onmetelijke vreugde over onze redding, zagen wij het schip zijn koers hervatten en zich verwijderen. jZ'ijn vlag sin het woeden van den orkaan heb ik haar niet zeker herkend. Ik geloof wei haar te heb ben gezien, maat ik ben er niet zeker genoeg van Spoor wegmoord. In den nachtsneltrein Genève Zurich vond men, teen hij in Bern aankwam, den postcon- ducteur Heinrich Angst, van Ziirich, dood in het postrijtuig liggen, het hoofd rustend op den mantel. Hij moet in den wagen doodgeschoten zijn. Het schot was door de slaap gegaan. Twin tig postzakken waren opengesneden, maar er wordt weinig van waarde gemist. De moorde naar schijnt alleen baar geld te hebben gezocht. Een kistje met gouden voorwerpen, waarvoor 1800 frank was gedeclareerd, liet hij achter, evenals de papieren van waarde, en het horloge van zijn slachtoffer, wiens portenoonnaie hij echter meenam. Men weet niet op welke hoogte de moord gepleegd is; waarschijnlijk vóór het station Freiburg. Direct achter dit postrijtuig, dat spe ciaal voor brieven en pakketten van waarde was bestemd, kwam het hoofdpostrijtuig, waarin zich een ambtenaar en twee conducteurs be vonden dezen hebben van de misdaad niets gemerkt. Meu vermoedt, dat de moordenaar op een haltestation binnengeslopen is, en dat hij Angst slapende gevonden, en hem toen gedood heeft. Angst was 30 jaar. Hij zou deze week trouwen. De politie stelde onmiddellijk een onderzoek in. Er bleek, dat alleen een pakje met 200 fr. baar geld, en een pakje met een horloge ter waarde van 100 tr. vermist worden. Wissels, effecten enz. bleven onaangeroerd, evenals een gouden ketting. De moord moet tusschen Bauderens of Oron en Bern gepleegd zijn, daar Angst de brieven uit Lausanne nog in een zak heeft gedaan, waarmee hij tot een dezer stations moet bezig geweest zijn. De sleutel van den wagen werd naast liet lijk van den conducteur gevonden. De moorde naar moet dus een eigen sleutebhebben gehad. Het spoorwegpersoneel vermoedt algemeen, dat de moordenaar, als passagier, alleen in een der achterste coupé's heeft gezetendat hij onderweg langs de loopplank op het postrijtuig is overgestapt en dat hij dit met de toevallig gevonden, of nagemaakte, passende sleutel heeft geopend. De snelheidsmeter van den locomotief geeft toch aan, dat het onmogelijk is dat iemand, zelfs bij de stations die langzamer werden gepasseerd, op den trein is gesprongen. Toen de moord gepleegd was, zal de man weer in zijn coupé zijn teruggekeerd, zijn re volver uit het venster hebben geworpen, en in Börn kalm zijn uitgestapt, vóór men daar het lijk had gevonden. F en stad verwoest. Een zware cycloon is over den Noord-Arae- rikaanschen staat Oldahama getrokken. De stad Chandler is geheel verwoestgeen muur staat nog overeind. In de puiuhoopen is brand uit gebroken. Er moeten 45 inwoners gedood en 200 gewond zijn. i>En maakte mijnheer Hodskiss niet veel kabaal?" ging ik voort. De dokter wil nooit een verhaal ten einde brengen. ïDat kan ik niet zeker zeggen, maar hij was er wet de man naar. Ik heb hem trouwens maar eens gezien op een vergadering van aandeelhouders." sEn de bruid en de bruidegom maakten zeker, dat ze zoo spoedig mogelijk wegkwamen 7" vroeg ik verder, sDat zal zeker het verstandigst geweest zijn, wat zij doen konden," meende de dokter. »En nana de gravin de zaak verder maar kalm op?" vroeg ik. Ik houd van een verhaal, waar ieder aan het eind behoorlijk recht gedaan wordt. »Dat kan ik ook niet zeker zeggen," antwoordde de dokter. sMaar ik schrijf haar wel zooveel gezond 'verstand toe, dat zij haar fatsoen zal gehouden hebben. Lord O. was meerderjarig en wist met Marie aan zijne zijde wel wat hij doen en laten moest. Ik geloof dat zij twee of drie jaar reisden. Toen ik de gravin (geboren Maria Sewell) voor het eerst zag, was juist da oude graaf gestorven. Mij dunkt, in ieder lid van haar lichaam was de gravin te herkennen. Maar van die geschiedenis wist ik toen nog niets af." D. B.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2