Z
51"° jaargang.
N°. 9315.
Eerste Blad.
Molieta en aiti-FBvolitiaira.
Bs Blonie tara ra Blistiei.
Zondag 9 en Maandag 10 Mei 1897
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
UITGEVER: II. J. C. ROELANTS.
BINNENLAND.
Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommerso.03
BIH&EAV: ISeTESSTItlAT ÏO, Tcleplioon NTo. 123.
Advertentieprijs van 1—5 gewone regels met inbe
grip van cene Courantf 0 52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Men mag de kerkelijke staatspartijen veilig
van onzen kant benijden.
Met grifheid, zonder veel omhaal van woorden,
zonder lang debat, worden er resoluties aan
genomen voor het gansche land, waar er vei
takkingen van die partijen bestaan, feitelijk
bindendin een enkele vergadering worden
er besluiten van zoo verre strekking genomen,
als slechts de niet-kerkelijke partijen na lange
dagen beraad en veel courantengeschrijf kun
nen doen nemen.
Hun tactiek dwingt bewondering af; hun
discipline hulde; hun gehoorzaamheid achting.
Voor een week in het aloude Utrecht ver
hief Dr. Kuyper zijn machtige stem; van alle
zijden waren de deputaten opgekomen naar
den landdag der anti-revolutionaire partij zij
hechtten hunne adhaesie aan wat, met uitne
mend doorzicht, van uit Amsterdam was klaar
gemaakt; deze week voor liet eerst stroomden
in hetzelfde Utrecht de afgevaardigden dei-
katholieke kiesvereenigingen samen, en onder
leiding der Roomsche Kamerleden, van wie,
zooals de Tijd zegt, de heer Dobbelmann i>in
zijn qualiteit als voorzitter der Katholieke
kamerclub" presideerde, onder het klinken van
Dr. Schaepman's meesleepende rede, werd daar
door alle katholieken in het land de vooraf
van hoogerhand geredigeerde resolutie aange
nomen, die wij gisteren in ons blad mede
deelden.
Stellig het belangrijkste feitdat er op
staatkundig gebied, dit jaar geschied is.
Openlijk is het thans den volke verkondigd.
Wij, Katholieken, wensehen de meerderheid in
de Kamer; in de regeering, vooral in deze
omdat zij bestuurt, geleidt, bevordert, be
noemt, ontwikkelt, zedelijke lichamen goed
keurt of hare goedkeuring weigert;" en om
dat wij die meerderheid nimmer kunnen ver
werven zonder de hulp eener andere minder
heid, zoeken wij die der anti-revolutionnairen,
zonder eenige restrictie.
Duidelijker gezegd worden, dan het doordr.
Schaepman is gezegd, kon het niet.
Recht op het doel af het zij met eere
gemeld ging zijne schoonerede: wij willen
een christelijke meerderheid, eene christelijke
Roman van
Eüfemia gravin von Adlersfeld—Ballestrem.
34)
Nu, genadige heer, ik ben overtuigd, dat heden
ten dage Cnce Odysseus zou betooveren en dat
Penelope in zeer korten tijd baarkleed zou afgewezen
hebben zonder dat des nachts weder te behoeven
uit te rafelen, In dezen tijd loopt ook niet Apollo
Daphné, maar Daphné Apollo na, zonder dat iemand
er aan zou denken bem of misschien ook haar in
een boom te veranderen.
tiet is vraimenl een geluk, dat thans- daartoe
niemand meer de macht heeft, meende do keur
vorst, terwijl hij een snellen blik wierp op zijne
gezellin, die beurtelings rood en wit werd.
De macht tot veranderen niet, maat- wij hebben
daarvoor wat gene niet hadden: kruit en lood, we!
te verstaan als de geheele geschiedenis nog een
schot kruit waard is.
Ik versta u niet, mijnheer van Ulmenrïed, ant
woordde de keurvorst verbaasd en met een licht
fronsen zijner wenkbrauwen hij had op zijne
laatste woorden een sterken klemtoon gelegd.
Fiederik Leopold antwoordde niet en zwijgend
reed men naar huis.
Slechts van tijd tot tijd richtte August de Sterke
een woord tot Daphné, die volkomen onbevangen
antwoordde, doch over het algemeen wilde baar
gesprek niet vlotten.
Nu, daartegen zouden wij op zich zelve geen
bezwaar hebben, indien daarvan eenig goed
resultaat te verwachten was Maar dat is het
niet.
Wij betreuren het, dat de belangen van de
oeeonomisch zwakkeren, die zoo dringend af
doende behartiging noodig hadden, weer staan
opgeofferd te worden aan de overwegingen
eener hoogere politiek, waaraan die belangen
zonder eenige quaestie zullen opgeofferd worden.
Wij betreuren het. dat het, wanneer onver
hoopt dit monsterverbond de staatsmacht in
handen zal krijgen, dat het zal worden een
loven en bieden en een elkaar oversteken van
dit voor dat.
Dat niet het oprichten eener staatspensioen-
bank, niet het uitvaardigen eener afdoende
ongevallenwet, niet het beperken van overma-
tigen aibcidsduur in den meest uitgebreiden
zin, het allereerst noodige zal worden geacht,
maar ivel het herstel van het gezantschap bij
den Paus, wel het weder invoeren van de
doodstraf en zeer zeker wel de schoolstrijd
weder zal ontbranden, gelooven wij zaken, die
in dezen tijd tot groote ontroering moeten
stemmen.
De nieuwe regeering zou moeten zijn eene
sociale en op deze wijze wordt zij misschien
ook voor het oog eene sociale, maar met een
sociale politiek van den kouden grond.
Men weet het, wij hellen er niet bijster toe over
om bij den naderenden stembusstrijd alle libe
ralen, van alle gading, samen te brengen om
maar meerderheid te blijven; het zou ons,
ook waar de vooruitstrevenden in de minderheid
gebleven zouden zijn, doordat zij den steun van
de oud-liberalen niet hadden gezocht, niet zoo
bijster gespeten hebben, indien daar een ker
kelijke meerderheid verrezen ware, als deze in
de eerste plaats slechts daartoe had moeten
strekken, om de zoolang uit het oog verloren
sociale rechtvaardigheid althans eenigszins te
betrachtenwij voor ons, wij vreesden de over-
heersching van orthodoxe dominé's of pastoors
ieder op zich zelve nu niet zoo ergwij achtten
hen en ons volk te verstandig orn eenige exces
ses te begaan of lang te duldenmaar wel
vreezen wij een verbond van twee absoluut
heterogene bestanddeelen op die innige wijze
gelijk staat te gebeuren, en welke elkaar juist
oin de tactiek hebben te ontzien op zoodanige
wijze, dat er in het belang van wie het 't
allermeest noodig hebben, niets zal gedaan
worden.
Toen op het slothof de keurvorst haar uit den
zadel hielp, zeide hij zacht:
Ik hoop, madamedat ge geen conjugale dêsa-
grémenls moogt hebben.
Pas du tout, monseigneur, antwoordde zij lachend
in het kasteel verdwijnend.
Eigenlijk was het haar volstrekt niet zoo licht
om het hart, als zij het wel wilde doen vooi komen.
En een wonderlijk mengsel van trots, toorn, vrees
en angst golfde op en neler in haar hart.
Toen zij de trap snel opging om van toilet te
verwisselen voor het diner, stond bij de buiging
daarvan dé jonker plotseling voor haar; met een
lichten kreet schrikte zij *erug.
Het verpersoonlijkte kwade geweten, dacht
Fiederik Leopold smartelijk; doch hij zeide geen
woord, maar trad slechts ter zijde om haar voorbij
te laten.
Ecouteur 1 siste zij en vloog hem voorbij als
een wervelwind. Hij zag haar niet eens meer na
in zijn hait was het koud geworden, als was
hem het bloed tot ijs verstijfd, wat had hij nog
te honen Kon zij ooit nog weder op den rechten
weg komen uit het moeras, waarin dwaallichten
haar hadden verlokt Hij kon deze vraag voor
zich zeiven niet beantwoorden en vond daartoe
ook geen tijd te midden van alle drukte in het
slot. Hoe verlangde hij naar rust en stilte, als
een zieke die de kwelling der gezelligheid moet
verdragen, wanneer iedere koortstrilhng hem naar
de eenzaamheid doel verlangen.
En dan, toen het diner aanving Voortdurend
klonk Daphné's vroolijke lach, hare bonmots en
hare tot aan den grens van het geoorloofde
gaande scherts.
Hoe ons daartegenover te weer te stellen,
is ons nog niet geheel duidelijk.
Trouwens het kan nog blijken, dat de ker-
kelijken in het algemeen niet de meerderheid
hebben, ook al verrichten zij hand- en span
diensten bij elkaar. Veel hoop daarop hebben
wij echter niet; en het eenige wat dan nog
overblijft is kans op krakeel, dat zich wel
niet lang aan den gemeenscbappclijken haard
zal doen wachten.
Eén leering is er voor ons uit het huwelijk
der radicale anti-revolutionnairen en conserva
tieve katholieken te leeren; dat is bij de straks
geopende stembus geen scheuring te maken
onder de liberalen, waar die overbodig is.
Door de Kiesvereeniging sSchiedam" zijn,
misschien op een enkele uitzondering na, op
het grostal der candidaten zulke mannen ge
bracht, waarmede zeer zeker ieder vooruit
strevend man zijn instemming kan betuigen.
Als men, hetzij den heer Tak van Poortvliet,
hetzij den heer Van Gilse kiest, dan weet men
beslist, dat men niet heeft een drijver, die
zich op al te onbezonnen paden zal wagen,
dan weet men bovendien, dat men een man
krijgt, wiens gevoelens op de hoofdpunten vol
doende bekend zijn.
Een kieswet is thans niet aan de ordeeen
schrikbeeld voor velen dus van de baan; het
zal, mits de liberalen krachtig in het parlement,
zij het ook als minderheid vertegenwoordigd
zijn, allereerst gaan om het tot stand brengen
van een aantal wetten van socialen aard: hoe
grooter het aantal vooruitstrevende mannen is,
dat zitting heeft, hoe stelliger die wetten
worden in de richting van hetgeen er in
ontwikkelde arbeiderskringen wordt gewenscht.
In deze omstandigheden zouden wij het dan
ook roekeloos achten, nu met een drietal we
ken de verkiezingsstrijd nadert, indien van de
zijde der liberalen, die met »Schiedam"s can
didaten niet geheel en al instemmen, pogingen
werden gewaagd, nog andere candidaten daar
naast op te werken.
Zonder eenige questie zou dit de overwin
ning kosten aan eenen liberalen candidaat, aan
wiens overwinning wij voor ons district nog
niet wanhopen.
Provocatie.
Voor de Arnhemsche rechtbank is eene zaak
behandeld, die een onaangenarnen indruk maakt.
Eene weduwe aldaar, een bierhuis en loge-
Zijn oor. aan de schakeeringen harer stem ge
wend, merkte iets gedwongens daarin op, en het
deed hem smartelijk aan, hij wist niet waarom,
maar de heeren, en aan hun spits de keurvorst,
vonden den geest hunner gastvrouw brdlanter dan
ooit, en haar zelve buitengewoon betooverend.
Eindelijk, des avonds, toen hij niet meer ge
dwongen werd te blijven, ging Fredeiik Leopold
naar de kamer, waar zijne kinderen sliepen, en
zette zich neder aan hunne bedjes, en luisterde
naar de gezonde ademhaling van de kleine on
schuldige schepseltjes, en daarbij was het hem als
viel in de nabijheid dezer reine kinderzielen iets
leelijks en zwaars van zijne borst, en dat deed
hem vrijer ademhalen.
Hoe lang was het reeds geleden, dat Daphné
zelf nog een kind onder de kinderen, tein, onbe
toerd door den zucht naar de wereld, die het
teedere stof van hare zielevleugeis had doen af
stuiven, in zoo kotten tijd.
De keurvorst had Ulmenried weder verlaten en
Daphré stond naast den jonker in het slotportaal
en zag den wegrollende wagen na.
Frisch woei de koele herfstwind over hunne
hoofden en hij bracht een kleurtje op hare bleeke
wangen zij was zoo bekoorlijk schoon, zoo
wonderbaarlijk lief op dit oogenblik, dat Frederik
Leopold haar in eene plotselinge opwelling naar
zich toe trok en innig zeide:
Kom, iaat alles weder goed worden, gelijk het
vroeger tusschen ons geweest is, mijne lieveling
Laat de reine, kostelijke lucht uwe ziel louteren,
opdat de verzoekingen van de buitenweieid, die
ons zoove.S leed hebben gebracht, geen macht
ment houdende, had, zonder daartoe vergunning
te hebben, aan eert juist aangesteld en nog
niet in functie getreden agent van politie op
herhaald verzoek sterken drank getaptde jonge
agent had, toen men hem eerst niet had wil len
schenken, tot geruststelling gezegd, dat hij uit
Nijmegen kwam en te Arnhem in het loge
ment der wedtnve bleef logeeren althans
dit zegt deze laatste, en eenige getuigen be
vestigen dit.
De agent daarentegen verklaart alleen maar
gezegd te hebben, dat hij uit Nijmegen kwam,
zonder over nachtverblijf te hebben gesproken.
Als gewoonlijk had de zaak zijn beloop ge
had nauwelijks zat de bewuste agent, of een
collega kwam binnen en kreeg op zijn vraag
wat drink je daar? ten antwoord, klare met
suiker."
Toen werd de weduwe bekeurd.
Zij werd voor den kantonrechter gedaagd en
veroordeeld, van welk vonnis zij thans in hoo-
ger beroep kwam.
Op-ons maakte deze gansche zaak een mise
rabelen indruk; dat men lieden, die men met
grond verdenken kan clandestien te tappen er
eens in laat loopen en daartoe beproefde men-
schen uitstuurt, kunnen wij zooal niet geheel
goedkeuren dan toch billijken, omdat in deze
een andere weg veelal niet openstaat, maar
dat een jougbakken agent ongelast eene
weduwe, van wie alle getuigen de verklaring
afleggen, dat zij, voor zoo ver zij weten, nimmer
clandestien tapt tot wetsovertreding verlokt,
keuren wij af, te meer wanneer door den
persoon, die den drank vraagt, over logeeren
gesproken wordt, op zoodanige wijze, dat een
eenvoudig mensch een logé meent voor zich
te zien.
Nu willen wij wel aannemen, dat de desbe
treffende woorden zoo zijn gekozen, dat daar niet
uit moest volgen, dat de bewuste persoon inder
daad bleef logeeren, maar dergelijke spitsvon
digheden oordeelen wij beneden de waardigheid
der politie, en wij kunnen ons dan ook geen
polilie-commissaris denken, die een nog niet
eens beèedigd agent om dienstijver zou prijzen,
als hij met een dergelijke bekeuring aankwam.
Ons volk houdt nu eenmaal niet van derge
lijke sluwheden, en het prestige der politie kan
zeer zeker niet verhoogd worden, wanneer deze
aan den dag komen.
De officier van justitie, die het ten laste
gelegde wettig en overtuigend bewezen achtte,
gaf dan ook een wel wat erg zachtzinnige ver
maning aan den betrokken agent; hij oordeelde
dat deze niet herhaaldelijk had moeten blijven
aandringen, na de bepaalde weigering hem
gedaan, al was hij ook van meening, dat in
zijn nieuwen dienstijver hem dat niet zoo
kwalijk was te nemen,
Wij oordeelen er anders over en achten zulke
dienstijverigen niet geschikt voor hun ambt, als
zij nog voor hunne beëediging zonder eonigen
last tot provocatie overgaan.
De verdediger drukte het dan ook juist uit,
meer over u hebben. Wel hebben deze laatste
dagen ons aan den rand van den ondergang ge
bracht, maar met Gods hulp zullen wij het gevaar
kunnen afwenden en zullen wij vlijtig arbeiden op
deze plaats, opdat wij de woonstede onzer vaderen
voor onze kinderen en kleinkinderen mogen be
houden. Hoort gij het vroolijke lachen van ons
klaveiblad? Welnu, daaidoor zijn we rijk genoeg,
en deze zoete kinderstemmen zullen ons doen ont
waken van den woesten droom van wereldszucht en
eerbejag en het daaruit ontspruitende leed. Wees
mijne geliefde vrouw, gelijk gij het vroeger ge
weest zijt, en alles, alles zal vergeten zijn en ver
geven.
Daphné had zonder tegenstand te bieden aan
Fiederik Leopolds borst geleund, doch toen hij
zich nederboog om haar te kussen, wend le zij
zich af, drukte haren zakdoek voor de oogen en
ging zonder een wooid te spreken uit het vertrek.
Zij weent! zij is gei ed jubelde de jonker bij zich
zeiven. Zij bleef den ganschen dag in hare kamer
opgesloten, en hij stoorde deze zelf gekozen een
zaamheid niet, omdat hij daarin bet beste genees
middel zag.
Zells hare kinderen wilde zij niet zien, en toen
hij haar des avonds zijn ngoeden nacht" toeriep,
antwoordde zij hem met zulk eene zwakke stem,
dat hij het nauwelijks kon verstaan.
Den volgenden ochtend vroeg, toen hij aan hare
deur klopte, was zij met meer in hare kamer.
Madame is reeds voor een uur bij den vijver
gaan wandelen, antwoordde de kamenier op zijn des
betreffende vraag.
Wordt vervolgd.)