i
i
Donderdag 13 Mei 1897.
N°. 9318.
Ie BloMe Mm van UlMriel.
51 jaargang.
«fe
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON".
1
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
OFFICIEEL.
KENNISGEYING.
BUITENLAND.
T
It
ft
ii
Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. 1.30
Afzonderlijke nommers0.02
BUREAUBOTKRSTIKAAT 70, Tcleplioon Ko. 123.
Advertentieprijs van 15 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Schietoefeningen.
De burgemeester van Schiedam
vestigt, op verzoek van den Commissaris der Koningin
in deze provincie, de aandacht van belanghebbenden
op het hierondervolgend bericht aan zeevarenden:
538. Schietoefeningen in de stelling van den Melder.
4de District.
Volgens mededeeling van den Minister van Oorlog
do. '22 Apiil 11. zullen in den loop der maanden Mei,
Juni, Juli, Augustus en September 1897, aanvangende
op den 19den Mei 4897. of op een der volgende dagen,
schietoefeningen plaats hebben in de stelling van den
Helder, 3de district.
Op de dagen, dat gevuurd wordt, zal van het be
trokken fort een roode vlag waaien van minstens één
uur vóór den aanvang der oefeningen en geklemde
vlaggen, aangevende de richting, waarin gevuurd zal
worden.
Bovendien zullen op die dogen groote waarschuwings
borden worden geplaatst aan den ingang der haven
en op de batterij Vischnarkt vermeldende de plaats
waarvan en in welke richting dien dag gevuurd zal
wordenterwijl nabij de haven en nabij het Torpedo-
magazijn borden zullen worden geplaatst, waarop is
aangegeven de beteekenis der gekleurde vlaggen, als
volgt
Een rood en witte vlag beteekent N., zwarte vlag
0., wit en roode vlag Z., witte vlag W., wit en
zwarte vlag N O, rood en zvvaite vlag Z.O., zwart en
witte vlag Z.W., zwart en roode vlag N W.
Bij nachtelijk vuur van het fort Kijkduin zullen
bemande vaartuigen beneden- en bovenstrooins der
vletten, waarop gevuurd wordt, geposteerd worden,
teneinde elke nadering van eenig vaartuig aan het
vurende personeel te seinen, om het vuur tijdig te
doen staken en zullen, behalve de maatregelen hier
boven vermeld voor het vuren overdag, op genoemd
fort alsdan 2 roode lantaarnlichten, vei ticaal ten opzichte
van elkander, getoond worden.
Schiedam, 42 Mei 4897.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG
Algemeen overzicht.
Schiedam, 12 Mei '97.
De oorlog tusschcn Griekenland en
Turkije.
Eindelijk heeft Griekenland toegestemd in de
voorwaarden, waarop Europa bemiddelend tus-
schenbeide wilde treden.
Gistermiddag te 4 uur is aan de Grieksche
regeering een nota ter hand gesteld, waarin
de vertegenwoordigers van Frankrijk, Italië,
Engeland, Duitscldand en Oostenrijk-Hongarije
mededeelen, dat zij aan den deken van liet
diplomatieke corps te Athene, den Russischen
Roman van
Eufemia gravin vox Adlersfeld—Ballestrem.
37)
Of wanneer waarzeggers iemand erg dwaze
dingen voorspellen, die men gaarne zag uitkomen,
meende de vreemdelinge,
Tot dezen tak van het bovennatuurlijke zoude ik
niet gaarne mijn geloof uitstrekken, voegde Hans
Ulrich er aan toe.
Nu, hoe wilde u dan deze vraag uit de geschiedenis
verklaren? riep zij dringend. Denk eens aan Marie
Antoinette, aan wie ais meisje werd voorspeld,
dat zij voor den scherprechter had op te passon,
- denk eens aan Napoleon I, aan wien Lenor-
inand voorspelde, dat hij keizer zoude worden en
dat hij op een eenzaam rotseiland zou sterven, en
aan zijne gemalin Josephine, aan wie een negerin
op Martinique voorzegde, toen zij nog juffrouw
Taschor heette, dat eene kroon en veel leed haar
wachtte, denk aan keizerin Eugenie, aan wie eene
zigeunerin in de Pyreneeën profeteerde, dat zij
voor een spanne tijds de machtigste vrouw der
wereld zou worden.
Ik beken mijn onvermogen om deze dingen te
verklaren, antwoordde Hans Uhich, terwijl hij als
in een droom verloren naar het schoone gelaat
der dame zag.
Maar dat zeggen ailen, die niet onmiddellijk
vertegenwoordiger, opdragen uit naam van hun
regeeringen en van de zijne te verklaren, dat
de mogendheden bereid zijn hun bemiddeling
aan te bieden tot het verkrijgen van een
wapenstilstand en tot liet vereffenen dor ge-
sehillen tussciien Griekenland en Turkije, op
voorwaarde dat de Grieksche regeering zijn
troepen van Kreta terugroept, uildi ukkelijk do
autonomie van Kretagoedkeuit, en zonder eenig
voorbeiioud den raad aanneemt, dieu de mogend
heden haar in het belang van den vrede zullen
geven.
liet Grieksche gouvernement heeft hierop ge
antwoord met een nota, die punt voor punt
de nota der mogendheden bespreekt en aan
neemt.
De vredes-preliminaii en zijn door Griekenland
reeds goedgekeurd. De onderhandelingen te
Athene zijn voorloopig afgeloopen, en woiden
thans voortgezet met Turkije.
De Grieksche regeering heeft van de aange
boden bemiddeling der mogendheden reeds
rnededeehrig gedaan aan het leger.
De voorloopige onderhandelingen, die tot de
vredes-onderhandeiingen zullen leiden, zijn dus
aangevangen. Of daarom spoedig de vrede zal
geteekend zijn, of zelfs een wapenstilstand zal
gesloten worden, schijnt lang niet zeker te
wezen.
De Post beweert althans vernomen te hebben,
dat de Porte tegeneen wapenstilstand is. Mocht
Griekenland bij de onderhandelingen op zijn
stuk blijven staan, dan zou de Porte de voor
keur geven aan een Europeesch congres te
Berlijn.
De publieke opinie te Athene neemt de ont
ruiming van Kreta met berusting op. De meeste
bladen deelen het feit mede zonder comment aar.
De Ephemcris, die voor het orgaan der hof
kringen, niet evenwel van den Koning, geldt,
betreurt de terugroeping en noemt het een
overhaasten en praematuren maatregel.
De Asti daarentegen ziet in de tei ugroeping
den eersten stap tot de verzoening niet Europa.
De bladen, die Deiyannis aanhangen, vallen
de regeering aan, die alles van de interventie
van Europa verwacht en toch tegelijkertijd de
verdediging van het land voorbereidt.
B'yna alle bladen vallen ten slotte de Fthnihe
Ilelaearia aan, en vei langen dat de hoofd
mannen van dit genootschap, die zich achter
de schermen houden, rekening en verantwoor
ding zullen doen van de hun toevertiouwde
gelden.
Middelerwijl blijft de ooi iogsloestand in
Thessalië en in Epirus bestaan, en worden de
vijandelijkheden voortgezet.
Uit Larissa werd Maandag naar Konstanti-
nopel geseind, dat het Turksche leger in twee
colonnes van Pher»ala oprukte naar Domoko
en Almyro, en dat den volgenden dag een ge
vecht werd verwacht.
Het doel van Edliem-pacha schijnt te wezen
Domoko in te sluiten. Om dit te beletten zou-
loochenaars zijn van het bovennatuurlijke, riep zij.
De aankomst van een gezelschap vreemdelingen
onder geleide van een gids met een onverdrageiijk,
Napolitaanscb accent, brak dit gesprek af en de
jonker trok zich met een buiging terug.
Diep verzonken in gedachten nam hij den terug
weg aan naar zijn hotel, den beroemden xVibergo
Pagaus, boven de Marine, waar heerlijke palmen
hun bladerdak uitbreidden, waar het zoo buiten
gewoon schoon is en waar Scheffel zijn Trompet"
von Sakhingcn heeft gedicht. Hans Ulrich z
weinig van de schoonheden der natuur, hij dacht
aan zijne ontmoeting met de vreemdelinge boven
de villa van Tiborius, en daarbij overkwam hem
weder die zelfde wonderlijke huivering, die hij
had ondervonden, toen zij onvermoed achter hem
stond. Hij zag hare groote zwarte oogen met
hunne zeldzame uitdrukking voor zich, waarheen
hij ook blikte, ais een donker raadsel der Sphinx
hetwelk hij niet in staat was op te lossen, en hij
kon zich niet ontdoen van dien indruk. Hij zag
het glanzende, lichte, koperkleurige haar voor zich,
het haar van Lucretia Borgia, en hij moest aan
de bezitster denken, bijna zijns ondanks, en zoozeer
nam hem deze gedachte in beslag, dat hij bijna
twee heeren was voorbijgeloopen, die niet ver
van den Albergo op een steen zaten, de jongste
met een prettig, open en vroobjk baardeloos ge
zicht in het schetsboek teekenend, de andere, oudere
met een grijzen, vollen baard, een grooten geianden
hoed op liet indrukwekkende, kaal geschoren hoofd,
gedachtenloos zijn stok in de lucht zwaaiend.
Hola, waarheen zoo diep in gedachten verzon
ken riep de jongste lachend tot hem hij was
schilder en heette Gottfried Lindner.
den 2000 man Grieken naar liet meer Nizero,
ten zuiden van Domoko, zijn gezonden, om don
weg van Domoko naar Larnia te dekken.
Vandaar zouden 3000 man versterking naar
Domoko zijn gezonden, terwijl een duizendtal
Italiaansche vrijwilligers verwacht werden.
De Turksche voorhoede moet reeds op de
heuvelen bij Domoko zijn gezieneen voor
postengevecht zou reeds iiebben plaats gevonden.
Kolonel Srnolenitz berichtte naar Athene, dat
de verkenningen worden voortgezet.
Te Larissa meent men, dat de Tui ken zeker
Domoko zullen nemen.
Te Volo blijft slechts eén Turksch bataiüon
om de orde te handhaven. De inwoners zijn
woedend op de Grieksche bevelhebbers, die de
stad zonder slag of sloot hebben prijsgegeven.
De Grieksche pantser schepen hebben de haven
verlaten.
In Epirus schijnt liet er met de Giieken al
zeer slecht uit te zien. Aan de Times wordt
ten minste uit Arta geseind, dat de stad overvol
is van troepen en vluchtelingen; typhus en
dysenterie zijn er uitgebroken, en men vreest
voor een ernstige epidemie.
Het westelijk eskader iieeft het dorp Sixia,
op de kust van Epirus, gebombardeerd. Daar
bevonden zicii eenige Turksche proviand-depóts.
In de Italiaansche Kamer heeft de minister
van buiteniandsclie zaken zijn blijdschap be
tuigd over de aanneming door Griekenland van
de bemiddeling der mogendheden.
De minister vei klaarde, dat Italië aan die
onderhandelingen deelneemt, getrouw aan de
politiek van het Europeesch conceit, waarvan
het minder reden dan ooit heeft af te wijken.
Het streven is, door deze bemiddeling een
vrede tot stand te brengen, die een einde maakt
aan een toestand, welke niet zou hebben kun
nen vooitduren zonder ernstige gevaren op te
leveren voor de belangen van Europa en der
beschaving.
Lord Bal four volstond in het Engelsche Lager
huis met de mededeeling, dat de mogendheden
hunne bemiddeling hadden aangeboden, en dat
Griekenland die had aanvaard.
De Enquête-commissie.
De Zuid-Afrikaansche commissie te Londen
zette gisteren haar onderzoek voort. Gehoord
werd opnieuw de hertog van Abercorn, verder
de hertog van Fife, en de heeren lord Gifford,
Farquar en Cawston, leden der directie der
Chartered Company.
Do zitting was weder zeer stormachtig, La-
bouchère wenschte de getuigen te ondervragen
over hun transacties met aandeelen der Char
tered Company in het jaar 1895. Reeds bij het
voortgezette verhoor van den hertog van Aber
corn ontstond daarover verschil van meening.
Verscheiden leden der commissie ontkenden
Labouchère's recht tot die vragen; Bingham
noemde hem zelfs onbeschaamd.
Ge waart bijna over ons gevallen zonder ons te
zien, voegde de oudste, professor Ludwig Hildes-
heini, de beroemde portretschilder, er aan toe.
Hans Ulrich beantwoordde hun woorden met
een hartehjlten lach, zonder hun echter te vertel
len, wat hem dusdanig had beziggehouden; dan
zette hij zich zonder iets verder tot de beide kun
stenaars te zeggen, neder, en wierp een blik in
Lindner's schetsboek.
De vrucht van hetgeen ik heden heb opgemerkt,
zoide dezt, terwijl hij den jonker bet boek toe-
i eikio, vvp.arin hij zooeven een groep kostelijke
tour sten-caricaturen had geteekend, waarop een
zwatte kater met een oneindig komischen blik
nedeizag.
Over welkeR humor gij beschikt! riep Hans Ulrich
luimig uit, en hoe overweldigend^verkt dit portret
van den phiiosophnchen kater.
Noem liet Uever galgenhumor, wat mij de teeken-
stift in de hand gaf, zuchtte de jonge schilder.
Den geheeler, dag hebben zij mij weder ver
gald, die touristen met hunne vervelende gezich
ten, mot roode Baedeker's in de handen, waarin
zij voortdurend hun neus steken, om het historische
of aesthetische onderwijs te verkrijgen, dat zij te
huis Ie lui waren om te genieten. Dat zij daarbij
vooitdurend over dingen struikelen, die in hunne
boeken niet staan en die zij ten gevolge daarvan
niet opmerken, is de humor van de geheele ge
schiedenis.
Doch ziet gij ginds die dame aankomen?
Het was de schoone vreemdelinge van de villa
Tiberiana, op welke de professor doelde en die
juist passeerde.
De jonker stond op en groette haar in het
Labouclière hield zijn meening slaande; de
geheele Jameson-quaestie noemde hij een beurs
speculatie. Om de zaak uit te maken, liet hij
de zaal ontiuimen. Na een geheime beraad
slaging van een half uur, werd de openbare
zitting weder geopend en verklaarde de voor
zitter. dat volgens de beslissing der commissie
aan den getuige mocht gevraagd worden of
hij in de laatste helft van 1895 aandeden der
Chartered Company veihandeld had, welke vraag
Abercorn ontkennend beantwoordde.
Hetzelfde incident deed zich voor, toen de
hertog van Fife zou gehooi d worden maar op
aandringen van den voorzitter liet Labouclière
zijn ongeoorloofde vragen na.
De hertog van Fife, die een openhartige
vei klaring aflegde, betreurde de sellendige"
zaak van Jameson diep.
Hij had er niets van geweten. Rhodes had
hem bedrogen. Dit vet klaarde bij ronduit, on
danks zijn bewondering voor hem. Rhodes had
ook bij zijn bezoek in Februari 1896 in En
geland wel tegenovei het bestuur der Chartered
Company erkend, dat hij Jameson naar de
Trausvaalsche grens had gezonden, om bij ze
kere eventualiteiten in liet land te vallen, maar
van een revolutie te Johannesburg had hij des
tijds niet gesproken.
Nog las de procureur der Chartered Company,
IJawksley, de notulen voor eener bestuursver
gadering, gehouden na Rhodes' gesprek met
Cliaimberlain in '1896.
Alleen hetgeen de laatste over dat gesprek
in het Lagerhuis had gezegd, was tot nog toe
bekend.
Uit deze notulen nu blijkt, dat Rhodes niet
zoo ontmoedigd den minister had verlaten, als
deze het wel had voorgesteld. De minister van
koloniën had toen o.a. aan Rhodes beloofd, dat
het charter niet zou ingetrokken worden.
Ten slotte werden gehoord Gifford, Farquar
en Cawston, die allen erkenden in het laatste
halfjaar van 1895 aandeelen te hebben verhan
deld, maar volkomen te goeder trouw. Van den
inval hadden zij niets geweten.
Charles Leonard was bij de zitting tegen
woordig, maar het was te laat om hem nog
te hooien.
De zitting werd daarom verdaagd tot Vrij
dag a. s.
Gemengde Dcdcdeclingcn.
De onaangename indruk, door de rede van
pater Olüvier bij de geheele Parijsche bevolking
gewekt, is eeuigszms uitgewischt door een
schrijven van mgr. Richard, deu aartsbisschop
van Parijs, aan president Faure, waarvan het
slot luidt: »Het ongeluk heeft alle Fransche
zielen tot elkaar gebracht; geen oneenigheid
zal ze weder scheiden."
De Figaro heeft een inschrijving geopend
voor die vereenigingen van liefdadigheid, welke
door de ramp hare patronessen verloren hebben.
Maandag had die inschrijving reeds 750.567
francs opgeleverd.
voorbijgaan, desgelijks deed Lindner, die, toen zij
buiten het gehoor was, bijna ademioos zeide:
Gij kent dezo godin der schoonheid, gij gelukkige?
Hans Ulrich verklaarde nu, hoe hij baar ge
troffen had, en waar, maar bekende overigens
zijne onwetendheid omtrent haren naam, haar
nationaliteit, en dergelijke algemeene vragen meer.
Nu, dan ben ik u daarin de baas, riep de jonge
schilder op triurnpheerenden toon uit, want ik
heb in het lioto! Quisisana, waar zij woont, bij
den oberkellner naar haar geïnformeerd. Zij heet
Athenais, markiezin de la Brttyère, geboren de
Momliy, zij komt uit Parijs en ze is weduwe.
Namen bewijzen niets, bromde de professor.
Ik begrijp uw scepticisme niet, waarde vriend,
antwoordde Lindner heftig. Ge ziet het de schoone
vreemdelinge tot op honderd pas afstand aan, dat
zij eene dame en zeer ladylike is.
Nu, ik zou er mijn levon niet om willen ver
wedden, antwoordde Hildesheim rustig. Voorname
en jonge dames plegen niet alleen te reizen.
Zij heeft eene kamenier bij zich, die zij in Rome
heeft gehuurd, daar de hare onderweg ziek is
geworden en naar huis moest terugkeeren, zeide
de oberkellner.
Uwe opgaven zijn zeer volledig naar het mij
schijnt, zeide de professor ironisch.
Bah, dergelijke soort lui zijn gewoonlijk beter
ingelicht dan de politie, meende Lindner. Overigens
ben ik sedert het oogenblik dat de markiezin
gisteren beneden landde, tot over de ooren op haar
verliefd.
Dat beduidt nog niet veei, want die ziekte is
bij u chronisch, zeide de professor spottend.
Wordt vervolgd.)
C
t
G
ft
tl
f'
ft
i
k