lonis tob üb pwotifa la GrietenlanS. 51"" jaargang. Zondag 23 en Maandag 24 Mei 1897. N°. 9327. Ticeede Blad Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, Openbare Aanbesteding. Schouwer der distilleerketels, FETIIIxLiETOIsr. EEN ONBEZONNEN PROEFNEMING. UITGEVER? II. J. C. ROELANTS. OFFICIEEL. (Slot.) BUITENLAND. Abonnementsprijs toot Schiedam, per kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0 02 BUREAUBOTERSTRAAT 70, Veïeplioon JSo. 123. Advcttentiepiujs van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Op Donderdag 3 Juni a.s. 's namid dags te 2 uur zal door BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SCHIEDAM openbaar •worden aanbesteed, volgens bestek no. 42. Het oostwaarts verlengen van den bestaanden strekdam in de rivier do Maas nabij het Weslcrhavenlioofd te Schiedam. Het bestek met teekenirig ligt ter inzage aan het Kantoor der Gemeentewerken en is tegen betaling van f 0.75 verkrijgbaar ter Gemeente-secretarie. Plaatselijke aanwijzing geschiedt op Diasdag 1 Juni, 's voormiddags ten II uur. Burgemeester cn wethouders voornoemd, "VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SCHIEDAM, roepen op sollicitanten naar de vacante betrekking van waaraan verbonden is eene jaarwedde van Twee honderd gulden. Verzoekschriften moeten zijn ingeleverd vóór of op 12 Jnni a.s. Schiedam, 22 Mei -1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. Het aantal gewonden in Griekenland is zeer groot. 's Lands middelen schieten te kort om allen te helpen en te verplegen in de ambulances en hospitalen, en om aan verminkten kunstlede maten te verschaffen. Ten einde bijstand te verleenen heeft zich in Amsterdam een commissie gevormd, waarvan elk dér leden bereid is voor dit menschlievend doel bijdiagen in ontvangst te nemen. Hartelijk hoopt de commissie dat velen in ons vaderland zich gediongen zullen gevoelen haar bedoeling te steunen. De commissie bestaat uit de heeren: CHARLES BOISSEVAIN, voorzitter, (Bureel Handelsblad). Uit het Engelsch van W. W. Jacobs. 2) «Dat laat ga inaar aan mij over," hernam de andere, nik heb we! in mijn hoofd, hoe ik dat doen zal." Na eenige aarzeling stemde de kapitein toe, en den volgenden dag, toen de passagiers op het dek stonden om uit te zien naar de kleine haven van Summercove, die men langzaam naderde, kwam de kok met een ontsteld gelaat den kapitein iets zeggen, Wat friep deze. «Onzin I" «Wat is er aan de hand?" vroeg mevrouw Bunnett. «Die kok hier wil me wijs maken, dat de jongen de pokken heeft," zeide de kapitein. Beide vrouwen gaven een gil. «Onzin 1" zeide mevrouw Bunnett met een bleek gelaat. «Dwaasheid!" riep mevrouw, Fillson de handen zenuwachtig in elkaar slaande. «Heel goed, mevrouw" zeide de kok bedaard. »U zult het natuurlijk wel beter weten, maar ik ben eens op een bark geweest, waar zoo'n ge val voorkwam, en nu meen ik te moeten zeggen, wat ik er van denk." «En nu denkt ge zeker, dat ieder die ziek is, Jhr. Mr. J. F. BACKER, Keizersgracht 5G7. Admiraal C. TEN BOSCH, Mai ine werf. Generaal K. ELANDT, Sarphatistraat 60. Mr. D. P. D. FABIUS, Piinsengracht 477. Mr. Trt, HEEMSKERK, Weteringschans 251. Jhr. P. HARTSEN, Frederiksplem 44. Dr. A. KUYPER (Bureel De Standaard). Mr. E. J. EVERWIJN LANGE Jr., Frede- derikspl. 41. Dr. H. C. MULLER, P. C. Hooftstraat 137. J. RUYTER, Oude Turfmarkt '15. Prof. dr. R. H. SALTET, Nicolaas Witsen- kade 64. Mr. J. TEIXEIRA d'ANDRADE, N. Kei- ze rsgr. 112. Ds. J. Th. DE VISSER, Sarphatipaik 57. Mr. ALEX. II. WERTIIEIM, Roemer Vis- scherstr, 21. H. WERTOEIM, Heerengiaclit 619. M. MERENS, penningmeester, Prins Hen drikkade 144. Buiten Amsterdam sloten zich tot nu toe bij de commissie aan Dr. A. W. BRONSVELDT, Utrecht. Dr. J. A. CRAMER, Den Haag. Prof. ROSENSTEIN, Leiden. Mr. G. C. VON REEKEN, Haarlem. Ds. THODEN VAN VELZEN, Jelsum. Ds. P. A. J. JAS, Leeuwarden. Ds. P. E. BARBAS, Haarlem. Ds. F. C. FLEISCHER, Broek op Langendijk. Ds. B. TER IIAAR Bzn., Nijmegen. Ds. P. ROMIJN. Arnhem. Ds. A. B. TER HAAR ROMENY, Middelburg. Sinds de vorige opgave zijn nog ontvangen do volgende giften Door den beer CHARLES BOISSEVAIN. Van L. T. voor Griekenland's gewonden" f200; V. Y. voorde gewonde Grieken f 80 v. G. f 60voor de lijdende Grieken" van D. Kluifhoofd, burgemeester van Nu- mansdorp f8; „Voor de gewonden" 0. f10; Bij drage voor het fonds der gewonden m Griekenland" postwissel van X. te Z, f 25N 4- N. postwissel van fö; „Voor de gewonden m Griekenland" A. Zulo te 's-Gravenhage, postwissel van f 10„Arm Grie kenland" van A. J, L. f2. Door jhr. mr. J. F. BACKER: van J. Yolgraif te Leiden f 10. Door mr. D. P. D. FABIUSvan B, f 25C. J. f '25. Door jhr. P. HARTSEN: vanP.H.f 100; X. f2; P. D. H. te Haarlem f2.50. Door dr. A. KUYPER. van C. V. van Noppen Maasland, verzameld van de schoolkinderen f 6 50. Ds. F. C. FLEISCHER, Broek op Langendijk van mr. E. F. te M. f 10dr, P. M, te A f 5een kist verbandstoifen van de firma K. L. Krillé, Spuistraat 316van eon pleegzuster uit Godesberg f 10 N. N. f20. Dooi mr. E. J. EVERWIJN LANGE Jr.van J. E. V. voor de gewonden f10; H. C. V. voor de Grieken flO. Door dr. H. C. MULLER: postw. van dr. B. te Gorcum f5. Door den heer M. MERENSW. B. te Kolhorn f2.50; yoor de gewonden in Gr, M. v. B, te Rossum f 1uit syaip. voor de gewonde Grieken I. R. B. f 2.50. Door prof. dr. R. H. SALTET Voor de geioonden in Griekenland" van N. f 10van J. f 25. Door den Heer H. WERTHEIM Van H. W. f 15 do pokken heeft," zeide mevrouw Bunnett on rustig. «Nu, mij goed", antwoordde de kok, «maar wil U dan niet eens even beneden komen om naar den jongen te zien?" «Neen," riep mevrouw Bunnett een paar passen achteruitgaande. «Wilt U dan eens komen kijken?" vroeg de kok zich tot den kapitein wendende. Blijf waar ge zijt George!" zeide mevrouw Bunnett bevende, toen haar man een stap voor waarts deed. «Ga verder bij ons vandaan, kok?" «En houd je mond als we in de haven komen. Spreek er vooral met niemand over, want dan kunnen we geen mensch krijgen om te lossen," zeide de stuurman. «O," riep de kek terwijl hij wegging, «ik maak me er niets bang voor, ik krijg ze zelf toch niet sik zou wel willen, dat ik van dat akelige schip was," zeide mevrouw Fillson zenuwachtig, sik heb hier nog niets gehad dan onaangenaam heden. Hoe lang duuit het nog voor wij te Sum mercove komen, kapitein Bunnett?" sNog ruim een uur," antwoordde de kapitein. Da beide dames zuchtten angstig en terwijl zij zoo ver naar achteren gingen ais maar mogelijk was, zagen zij met verlangen uit naar de haven, die iangzaam voor hen opdoemde. sik ga met den trein terug," zeide mevrouw Bun nett. sliet is schande zoo weinig als ik vanmijn uit stapje genoten heb." sDat zijn nu zaken, waar niemand iets aan doen kan," merkte haar man heel vroom op. sje moest me maar wat geld geven", ging zijn' Door het Consulaat-Generaal van Griekenland Van J. S. B. flO; van een armen artist f 0 60 E. L. f100; w. flO; N,N. f25; Uit symp.ioor een ongelukkig volk dat strijdt voor recht en vrgheidf 1. Algemeen overzicht. Schiedam, 22 Mei '97. De oorlog tusschen Griekenland en Turkije. Over de onderhandelingen, hetzij die gevoerd worden tusschen Turkije en de mogendheden of tusschen Turkije en Griekenland, is niet \eel bekend. Alleen geruehtsgewijze verneemt men, dat de gezanten slechts een oorlogsschatting van •3 millioen ponden willen toestaan: meer kan Griekenland niet geven, en ook van andere bepalingen wil het niet weten. Ook over de garantie, die voor de betaling der oorlogsschatting zal gegeven worden, is men het nog steeds niet eens. Men beraadslaagt over twee middelen van garantiebezetting van sommige punten in Thessalië door Turkije, en een Europeesche controle op de Grieksche financiën. Duitsch- land, waar liet grootste deel van Griekenlands scliuldeischers woont, staat het laatste middel voor. Bovendien wordt gesproken van een te Parijs te houden conferentie, die van andere zijde echter weer tegengesproken wordt. De bepalingen van den wapenstilstand zijn in Epirus niet dezelfde als in Thessalië. In Epirus is overeengekomen, dat beide legers de positie zullen innemen van vóór den oor log, dus de Turksche troepen ten Noorden, de Grieksche ten Zuiden der Arta-rivier. In Thessalië daarentegen is voor onbepaalden tijd een wapenstilstand gesloten daar zal door twee stafofficieren een neutrale strook gronds tusschen de beide legers worden aangewezen; vooruittrekken is niet geoorloofd. Dat de bepalingen niet erg nauwkeurig zijn gesteld, blijkt uit een incident, dat zich in Epirus reeds weder heeft voorgedaan. De Turken begonnen Skapidatis te versterken. De Grieken achtten dit in strijd met den wapen stilstand, en de vloot begon het fort te be schieten. Het gevolg was, dat Grieken en Turken gelijktijdig protesteerden, de eene partij tegen het versterken, de andere tegen het beschieten. Ten slotte hebben de Grieken zich tevreden gesteld met de belofte, dat de versterkingen weder zullen afgebroken worden. De Paus heeft, naar aan de Times uit Rome wordt bericht, met een der kardinalen gesproken over den toestand in het Oosten, De aarts bisschop van Athene had hem daarover in gelicht. Hij betreurde, dat in de pers den Heiligen Stoel verweten was, dat deze niets had gedaan ter behartiging der belangen der beschaving. De Paus gaf toe, dat hij werkelijk slechts vrouw voort, «Ik zal in da stad een paar dagen blijven logeeren, dan kan ik zien hoe het hier verder gaat." «Het zou dunkt me, beter zijn zoo ge regelrecht naar huis gingt," zeide de kapitein. «Dwaasheid!" riep zijn vrouw op bitsen toon. «Verbeeld je, dat je zelf eens aangetast wordt, dan moet ik toch hier zijn om te zien of ge goed ver pleegd wordt. Ik weet zeker dat mevrouw Fillson ook niet dadelijk naar huis gaat." Mevrouw Fillson zeide, dat zij dit bepaald ook niet van plan was. «Het zou een pak van ons hart zijn, als jullie dadelijk doorreisden", merkte de stuurman op voor beiden sprekende. «Dat doen we in geen geval 1" zeide ze glim lachend tegen mevrouw Fillson. Deze stellige verklaring in aanmerking nemende, gaven de mannen ten slotte toe en voorzagen hunne eebtgenooten van het noodige geld. «Zeg er nu geen woord van, als ge aan wal zijt," zeide de stuurman. «Maar ge moet toch een dokter hebben," meende mevrouw Bunnett. «Daar zal ik wel voor zorgen, ik weet te Sum mercove een goeden dokter te vinden", zeide de stuurman. Hij liep weg om met den kapitein een praatje te houden, maar dat heer scheen met erg spraak zaam gestemd te zijn, en zoo werd er in doodsche stilte in de haven van Summercove geankerd en verlieten de dames, voorafgegaan door haar bagage, het schip oin in de stad logies te gaan zoeken. Een uur later zonden zij een boodschap dat zij vredelievende woorden had gesproken, maar als scheidsrechter had hij zich niet kunnen aanbieden, daar men hem dan van politieke bedoelingen zou beschuldigd hebben De mogendheden hadden ook tot verwon dering van Z. II. aan de autonomie van Kreta de voorkeur gegeven boven een afstand aan den Heiligen Stoel, zooals de Sultan had voorgesteld. Men beweert, dat de Sultan, ondanks de sterke invloeden die het tegendeel willen, tot verzachting de* voorwaarden bereid is. De positie der Grieksche koninklijke familie is verbeterd door de interventie van den Czaar hij den Sultan. Toch is men niet gerust over een oproerigen geest in het leger. lu het Turksche leger heerscht ontevreden heid over den wapenstilstand. De bevelhebbers hebben strenge maatregelen genomen. De Fransche afgevaardigde Antide Borger moet zich in den slag bij Domoko zeer dapper hebben gedragen. Het blijkt, dat het Italiaansche Kamerlid Fratti inderdaad gesneuveld is. De laatste Grieksche soldaten zijn van Kreta vertrokken. Donderdag 1.1. hebben Bashi-bozouks geweer schoten gelost op admiraal Potier en een van diens stafofficieren. Ook op den Engelsclien admiraal werd een aanval gepleegd. Oc Enquête-commissie. De Britsche parlementaire commissie in zake Zuid-Afrika kwam gisteren weder bijeen. De zitting was uiterst rumoerig, vooral door een drietal incidenten, door Labouchère veroorzaakt. Tot driemaal toe werd de zaal ontruimd en beraadslaagde de commissie met gesloten deuren. Gehoord werd andermaal dr. Rutherford Harris, de vertrouwde vriend van Cecil Rhodes. Deze verklaarde in zijn verhoor door Labou chère, zich niets te herinneren van een ver trouwelijke mededeeling, die hij aan Chamber lain zou hebben willen doen en die deze niet had willen aanhooren. Niettemin wilde hij in deze Chamberlain niet tegenspreken. Getuige gaf voorts toe, dat vier commissarissen der Chartered Company, t. w. Rhodes, Beit, lord Grey en Maguire, bekend waren geweest met het voornemen van Jameson om troepen bijeen te brengen aan de grens van Transvaal, ten einde verdacht te zijn op zekere gebeur lijkheden, hetgeen zeker in verband stond met het latere plan voor den inval. Daarna roerde Harris zelf aan een beschul diging, door Labouchère op den 8en Mei 1896 tegen hem in het Lagerhuis uitgesproken en nog dezer dagen herhaald in een open brief in de Gaulois. Die beschuldiging betrof het feit, dat in het najaar van 1895 in de City een complot zou hebben bestaan, waaraan Harris had deelge nomen, om zekere goudmijnaandeelen naar beneden te jagen, om ze dan op te koopen en goed geslaagd waren en een zindelijk en gezellig logement hadden gevonden, waar zij alleen maar wat meer moesten betalen, dan zij gedacht hadden. Zij verzochten hunne echtgenooten zich vooral aan geen onnoodig gevaar bloot te stellen en zonden hun eenige stukken ontsmettingszeep, waarmede zij zich moesten wasschen. Zij bleven gedurende drie dagen in het hotel en werden bijna vriendinnen. Ondanks hun angst, maakten zij verscheidene aangename uitstapjes in den omtrek. Tweemaal per dag zonden zij beafstuk en an dere lekkernijen voor den zieke, die evenwel nooit verder kwamen dan de kajuit. De gemeenschap met het schip werd ondei houden door een kleinen jongen, wien het op zijn geweten af vorboden was, aan boord te gaan. Den vierden dag des morgens vroeg kwamen de dames afscheid nemen, doch bleven daarbij op eerbiedigen afstand van het schip. «Schrijf indien de toestand ten kwade mocht veranderen," riep mevrouw Bunnett. «Of als ge ze zelf krijgt, George 1" voegde me vrouw Fillson er angstig bij. «Het zal wei gaan, de jongen wordt al beter," riep de stuurman. De twee dames, die thans zeer met elkander ingenomen schenen te zijn, namen afscheid van hare echtgenooten en vertrokken daarop naar het station, ieder oogenblik nog eens omziende om de achterblijvenden op het schip nog een laatst vaar wel toe te wuiven. «Wat er ook gebeurt, nooit een vrouw meer op mijn schip, George", zeide de kapitein.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1