Foiè voor is irnite ia MeiM. 51'" jaargang. Zondag 6 en Maandag J Juni IS97. N°, 9338. Eersle Blad. GROOTVADER. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FEUILLETON. UITGEVER: H. J. C RÜELANTS. Bericlit. PI N KSTER-STEM MING. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f o.90 a omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. 1.30 Afzonderlijke nommersqj>2 BBREM; BOTERSTKA.fg IO, Tclejjlioon Xo. 123. Advertentieprijs: van 1—5 gewone rogels mot inbe grip van cono Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. maandagavond verschijnt de Schic damsche Courant niet. Daar zijn in de geschiedenis tijden geweest van schijnbaren stilstand. Er heerschte rust en vrede; betrekkelijke kalmte; van groote veranderingen hoorde men niet. De belangrijkste zijn het nietniet de vruchtbaarste tijden. Althans niet voor zoover wij zien kunnen Want ook dan wordt zeker in stilte voor bereid wat komen zal. Evenals in den wintertijd en in het vroege voorjaar heel de natuur wel dood schijnt maar toch het nieuw leven wordt voorbereid, schoon onnaspeurbaar voor onzen blik. Zoo ook zijn er in de geschiedenis tijden van schijnbaren stilstand. Maar dan weer komen er tijden van gewei dige beroering. In groote omwentelingen voert het oude strijd tegen het nieuwewat bestemd is te sterven, wil .niet sterven, en wat leven wil, moet dat leven veroveren in harden strijd. Aan zulk een tijd herinnert ook het Pink sterfeest. De geweldige tijd van beroering en spanning en strijd, die toen, bij het eerste veldwinnen van het christendom, deels beleefd, deels voor bereid werd, vindt in het Nieuwe Testament nier en daar een eigenaardige uitdrukking. Volgens het bekende Pinksterverhual brengt Petrus op den Pinksterdag te Jerusalem het woord van den profeet Joel in herinnering en verklaart hij het van toepassing op de tijden die aanstaande waren»God zal wonderen geven in den hemel boven, teekenen op de aarde beneden, bloed en vuur en rookdampen. De zon zal in duisternis veranderd worden en de maan in bloed." 'tls de zinnelijke teekening van wat de ge spannen en angstige verwachting voorgevoelde omtrent de groote dingen die aanstaande waren. En eigenaardig is wat ons verhaald wordt van de houding die de eerste christenen tegen over die verwachtingen aannamen, en van de stemming, waarin zij de komende beroerten te gemoet gingen. Roman door Jonas Lië. 9) (Er zit wel leven in die tronie 't Is wel lastig voor zijne ouders maareene soliede Setrekking.... een gesubsidieerde apotheek over te nemen «Dat doet hij niet. Dien krijg je tot niets, waar hij geen zin in heeft." sMaar wat hadden die fratsen met die vijf vin gers to beduiden." >Och," zei zij halfluid sonzin, anders niet. Hij plaagt ar mij mee sinds mijn tiende jaar. Te mal om «Is die jongen zoo'n plaaggeest •O, een gruwelijke plaaggeest. Hij bedacht van alles, vlocht ons kleine meisjes de vlechten in een, zoodat wij met de hoofden aan elkaar vast zaten." «Goed en wel, maar wat wou hij met dia vijf honderd Och, eigenlijk niets, maar hij liet mij eens een weddenschap verliezen en nu plaagde hij maar al door dat ik hem die vijfhonderd kronen nog altijd schuldig ben." /Jawel", zeide grootvader in zich zeiven, sop school beginnen ze ai schuld te maken." Maar u begrijpt toch wel, grootvader, dat het "jet na dat geld was, maar omdat ik zoo dom it den hoek gekomen was, dat hij mij plaagde Zij waren op de schanshoogte en grootvader iZff waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeeken", wordt van hen ge tuigd, en daarna: »zij werden allen vervuld van den Heiligen Geest." Zij gingen de dingen die komen zouden te gemoet in een hooge stemming, en tot het volbrengen der taak, die van hen gevraagd werd, maakten zij zich op met een blij vertrouwen en vol van heerlijke bezieling. A an die Pinkster-stemming behoort iets in ons allen te zijn. Ook wij leven in een tijd, waarin wij haar behoeven. Naast de geduchte verandering in godsdien stige overtuigingen staat de door niets te stuiten voortgang der democratie. Een groote wijzi ging bereidt zich voor in de verhouding tus- schen kapitaal en arbeid, tusschen werkgever en werkman. De crisis die wij op schier ieder gebied doorleven, wordt aangekondigd door allerlei beweging en beroering in onzen heden- daagscre wereld. Wien staat het duidelijk voor den geest, wat uit dit alles worden moet? AVien, wat een volgend of alreeds het levend geslacht te wachten staat? AVien, of geleide lijke ontwikkeling of geweldige botsing zal brengen wat aanstaande is? Daar zijn er die, meenend dat het hun tijd nog wel zal uithouden, hun blik beperken tot eigen kring en eigen zorg en eigen bemoeiing. In hun zelfzuchtig bedrijf hebben zij oog noch hart voor algemeene belangen, zij trekken zich niets ter wereld aan dan eigen lijfsbehoud, en eigen beurs, en persoonlijk welvaren. Maar daar zijn er ook, die in dezen ernstigen en geweldigen tijd le /en met een bewogen ziel en vol sympatie zijn voor het nieuwe, door alle beletselen heenbrekende, veelszins nog raadselachtige, doch triumfantelijk voortschrij dende leven. AA'at zal er geschieden? vragen zij als Jezus' eerste vrienden, maar vooral: wat wordt van ons geèischt? En in de goede Pinkster-stemming maken zij zich op tot hun taak; en die stemming voert den Pinksterzegen mede. Zij wacht niet van een wo-Jer de ontwik keling der verwarde toestanden, maar brengt het besef mede van voor een goddelijk werk te staan, tot welks volvoering inenschen wor den geroepen. En die gedachte vervult van een eerbied, waarbij alle overijling, alle ongeduld wordt verbannen, maar ook alle traagheid wordt klom naar boven, den rug wat gebogen om ge makkelijker te gaan. Het gelukte hem zijn kennis Fageiholdt in te halen, die met zijn bril op den neus, de handen op den rug, zwak en met moeite zich voortbewoog. Hij herinnerde zich, dat zij beiden gelijk nog in de Noorderkerk aangenomen geworden waren. De twee oudjes bleven staan en schepten adem. sJe zult het ook wel het langst gemaakt hebben, Fagerholdt", begon grootvader, nNou, nou," zei de aangesprokene hoestende, »Je moet als ik doen, Fagerholdt; denk er vast maar eens over om rustig te sterven. Wat denk je nooit aan zoo iets?' sOcli," zei Fageiholdt verschrikt, sals iemand zulke dingen te binnen schieten men heeft zoovee! waarover men berouw heeft. Niet dat wij eigenlijk in handen van politie of justitie zouden moeten zijn, maar ieder heeft zoo zijn eigen zonde. En oen ieder moet voor zijn eigen daden instaan, voor gedachten en woorden." sWeot je wat ik altijd denk, Fagerholdt ik heb ook bitter berouw over velerlei maar toch het is beter in de handen van God te vallen dan in die der menschen." Fagerholdt keek hem eens aan. ïGeloof je dat ook niet, Fagerholdt? De menschen veroordeelen je en denken het ergste van je, maar bij God is genade." ïMaar moeten we ook aan onze .broeders niet onze schuld bekennen?" zei Fagerholdt aarzelend Wel zeker, moeten we dat. Maar waar vind ik mijn broeders?" ïWel, meneer de inspector, is u dan nooit broederlijk behandeld?" nJe wilt zeggen dat ik wel eens wat te onbroe derlijk ooi deel, te veel uit do hoogte buiten gesloten, alle vooroordeel en zelfzuchtige berekening, die zich in het kleed der bezadigd heid steekt, alle behoudzucht, die in kleinge- loof en zelfzucht wortelt. Zij bewaart voor de eigenbaat, die in troebel water vischt, en voor de heerschzueht, die eigen eer en hpoger stand najaagt. Zij weerhoudt van wrevel en bitterheid, die den voortgang van het goddelijk werk bederft en tegenhoudt. Zij prikkelt tot een werkzaam heid die in zelfverloochening en trouwe hul diging van wat recht en eerlijk is, haar kracht en heiliging zoekt. O zeker goede logica en juiste kennis, economisch doorzicht en politiek beleid, ze zijn noodig in een tijd als de onze. Maar ook heilige geest is noodig, die de booze hartstochten uit drijft en de goede drijfveeren wakker roept. Behoedzaamheid en voorzichtigheid voor zeker! Maar ze worden door de warme bezie ling voor het Recht en de kloeke geestdrift der Liefde niet uitgesloten, geadeld veeleer. Tijden als de onze bederven of vormen en beteren de karakters. Tot dit laatste brenge de ware Pinkster-stemming het hare bij als een Pinksterzegen. Aran den Griekschen minister van binnen- laudsche zaken, den heer Scouloudis, ontving de voorzitter van het comité het volgende schrijven Atiiènes, 11/23 Mai 1897. Cher Monsieur! J'ai l'honneur de reccvoir votre lettre par laquelle vous avez bien voulu me transinettrc uu chèque peur la sommc de 3000 fr., provenaut d'nne sous- cription que lo Comité constituó sous votre prési- dcnce a ouverte pour venir en aide amc blesses de la guerre. Trés touché de la noble initiative du Comité et de l'acceuil empressé que son appèl philantkropiquc a trouvé auprés de la société d' Amsterdam, je vous pric l'agréor repression de la plus vive gratitude du Gouvernement Royal pour vous et ALUrs Mercus, trésorier, et Ruyter, secretaire do votre Comité. En même temps je vous prie de vouloir bien vous faire l'interprête des sentiments du Gouvernement auprés do tous ceux qui ont contribué au succes de votre oeuvre humanitaire. Vcuillcz agréer, Cber Monsieur, l'assurancc do ma considération trés distinguéc. Scouloudis. Monsieur Charles Boissevain, a Amsterdam. De consul-generaal der Nedeilanden te Athene, de heer P. Oh. van Lenuep, schrijft bovendien nog aan deu voorzitter van het Comité Fagerholdt lachte, maar zei niets, maar groot vader herhaalde bij zich zeiven sllij gaf mij zoo waar een lesje, wezenlijk, een lesje." De oude man nam afscheid. Grootvader ging verder en keek ernstiger dan hij gewoon was. De visite bij juffrouw Langvvig liep nogal be vredigend af. Bij den terugkeer voelde men een weinig sneeuw of ijskegels in de grauwe lucht. Da schemering begon te vallen en hier en daar stak men in da benedonveitiekken de lichten aan. Grootvader was langzamerhand in een goede luim geraakt en verhaalde Terna van de jaren, dat hij nog op een koopvaardijschip voer en zij op do w:jde zee de roode en gele lichten van den blik sem zagen flikkeren, IV Het' was een koude winterdag. Ieder oogenblik dreigde een sneeuwstorm los te breken en het ge- heele huis was door en door koud en onaange naam. Grootvader dronk zijn morgenkoffie beneden in de eetkamer aan een kleine tafel, die hij bij den haard geschoven had. In de heeie kamer lag stof voor een japon en naaigerei en over do tafel gebogen zat een naai ster, die haar naaimachine lustig liet klepperen. De weinige uren, dat het dag en licht was, moesten nu vóór den tijd van de soiree in de ver- eeniging het concert met het daaropvolgende bal met naaien en garneeren der toiletten ge bruikt worden. Terna knoopte hare taille toe, nadat zij het nog eens beproefd had, toon er op de gang ge beld werd. Cjiisu! Wmgaard opende de deur van de eet- Ik beu gelukkig cn trotseli over uw menseh- lievende poging, zoowel als over de gunstige cn edel moedige ontvangst, die haar in Nederland te beurt viel. Ik nenseli u van harte geluk daarmede Naar mijn inecning kunt gij voortgaan met de toezending der giften, ten voordcele der gewonden, aan het Departement van Buitcnlandsche Zaken, dat zich zorgvuldig kwijt van de taak, ze te verdoelen onder de verschillende ambulances te Athene geves tigd Ho commissie bestaat uit de hc-eren CHARLES BOISSEVAIN, voorzitter, (Bureel Handelsblad). Jlir. Mr, J. F. BACKER, Keizersgracht 507. Admiraal G. TEN BOSCH, Mai ine werf. Generaal K. ELANDT, Snip hallstraat 6G. Mr. D. P. D. FABIUS, Pi insengi acht 4-77. Mr. it'll. HEEMSKERK, AVeteringsclians 251. Jhr. P. HARTSEN, Frederiksplein 44. Dr. A. KUYPER (Bineel De Standaard). Mr. E. J. EVER WIJN LANGE Jr., Fre le- dorikspl. 41. Dr. II. C. MULLER, P. C. Hooftstraat 137. J, RUYTER, Oude Turfmarkt 15. Prof dr. R. II. SALTET, Nicoiaas AVitsen- kade Gi. Mr. J TEIXEIRA d'ANDRADE, N. Kei- zersgr. 112. Ds. J. Th. DE VISSER, Saiphatipatk 57. M| ALEX. 11. AVERTHE1M, Roemer Vis- scherstr. 21. H. WERTHEIM, Heerengiacht GI9. M. MERENS, penningmeester, Prins Hen drikkade 144. Buiten Amsterdam sloten zich tot nu toe bij de commissie aan Dr. A. AV. BRONSVELD!', Utrecht. Dr. J. A. CRAMER, Den Haag. Prof. ROSENSTEIN, Leiden. Mr. G. O, VON REEKEN, Haarlem. Ds. TÜODEN VAN VELZEN, Jelsum. Ds, P. A. J, JAS, Leeuwarden. Ds. P. E. BARBAS, Haulem. Ds. F, G. FLEISCHER, Broek op Langendijk. Ds. B. TER HAAR Bzn., Nijmegen. Ds. P. ROMIJN. Arnhem, Ds. A. B. TER HAAR ItOMENY, Middelburg. Mr. II. J. C. VAN TIENEN, burgemeester, Zaandam. Voor de gewonden in Griekenland is sedert de vorige opgave nog ontvangen: Bij den heer CHARLES BOISSEVAIN: van D.J. en 1L A. van den Bergh te Zetten, f 50H. Bon- gaerts te Roermond t'3AAL v. O. B. te Zeist, met dank voor de don gewonden Grieken betoonde sym pathie fli'; van eene „geitouwe lezeres van het Handelsblad te Gorcum" f2. „Uit sympathie voor het Grielsche streven" van E. II. te Dordt f 0.50, „Uit Overvcon een handjevol narde om een oceaan van lijden te helpen dempen" f3. Bij Dr. A. KUYPER: Miss. f2.50, mej. EL f 1, K. fl, T. f 1, N. N. f 1, v. S. te V. f0.50,R.B. te D. f5, P. v. d. II. Jr. te A. f10; D. F. teR. fl, Van N, N. f5, van een pleegzuster uit Godesberg f 10N. N. f 20, (beide abusief vorige opgave ver- kamer en stak het ontbloote hoofd naar binnen, maar tiok het dadelijk, discieet lachende, met een jpardon, paidon" terug. Mevrouw Stephanie liep weg, rNeen, Wingaaid,... Kom maar binnen en kijk eens, welk een rommel het hier is. Zoo gaat het, als je dochter naar het hal moet." tik verzeker u," liep Wmgaard uit. uToen ik naar binnen keek, was 't mij te moede, of ik in do studeerkamer van een cornponi-t of dichter zag. Iets groats in wording, dat was de indruk, dien ik onmiddellijk kreeg." iNu goed, u is beleefd, maar ik kan u lieuscb niet inviteeren binnen te komen," herbaalde Ste phanie. «Toch wel, slechts twee wooi den, mevrouw Stephanie, wie zal u van avond oplotden naar de piano?" Stephanie keek hem met de halfgesloten oogen aan: »Hoo komt u op dat idee? Opleiden en dat hier in de stad, waar we elkaar allemaal kennen iDat moet juist vooruit afgesproken zijn, niet aan het toeval overgelaten worden of aan meneer Tenger's bekende takt! Zijn neef, de berg- werksuperintendant, moet weder op iedere manier en relief geplaatst worden als schitterende tenor, als muzikaal criticus, enz. alk ga naar de piano zonder eenige feestelijk heden, dat spreekt," zeide zij. ïMaar iemand moet toch het muziekblad om- koeren," hield hij vol. sJa, daartoe verzoek ik beleefd en zooals vanzelf spreekt mijn vriend Wmgaard, als medewerker, arrangeur en als dirigent en ais zie! van alles," verklaarde mevrouw Stephanio met haar zachtste en vleiendste stem. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1