BINNENLAND.
Uit de Staatscourant.
STADSNIEUWS.
TL AARDINGEN.
Kunst en Wetenschap.
Rechtzaken.
Kerk en School.
Landbouw en Veeteelt.
opgemerkt, dat het partijwezen daarmede in lijnrech
ten strijd is. Het debat in de Kamer, dat zal het
iets beteekenen moet dienen tot voorbereiding
van de stemming, komt na de partijstemmingargu
menten worden aangevoerd, inaar ten gevolge van
het partijbesluit heeft men er geen ooren voor en
het partijbesluit zelf wordt niet in het openbaar ge
nomen. De Nederlandsche Grondwet kent dan ook
geen partijen. De afdeelingen der Kamer worden niet
naar partijen gegroepeerd, maar door het lot samen
gesteld; de leden der Kamer stemmen met bij par
tijen, maar hoofdelijk.
In een verzameling van honderd personen, zegt
gij, kan niet ieder zijn eigen weg gaan. Meent gij
dan werkelijk, dat er bij iedere stemming honderd
wegen zijn? Ik ken er slechts tweevóór en tegen.
Meent gij dat, als er geen partijen waren, leiding
zou ontbreken? Men heeft altijd de Regeering, of
één of meer leden der Kamer indien deze het initiatief
nemen of amendementen voorstellen of oppositie
voeren. Men heeft altijd den voorzitter, de Commissie
van Rapporteurs en soms een Commissie van Voor
bereiding. Er zijn ook altijd in het Parlement leden
die, hetzij in het algemeen, hetzij wegens hunne
kennis van bijzondere onderwerpen, een welwillend
oor bij de Kamer vinden. Zon dit alles, indien er
geen partijen waren, ontbreken Integendeel, ik
ween, dat de beteekenis en de invloed er aan zou
toenemen.
Al wat de partijen zouden verliezen, zou de be
handeling van zaken winnen. En al wat de behan
deling der zaken zou winncD, zou ook het tot stand
komen van vele zaken bevorderen.
De meening, dat er geen zaken tot stand zouden
komen, indien er geen partijen waren, is een van die
beweringen, die men elkander zonder grond napraat.
Ik voor mij ken de partijen alleen als een tegen
houdend, met als een voortdrijvend rad aan den
parlementairen wagen.
Maar geven en nemen is volgens u noodig. Met
andere woorden, het zou soms noodzakelijk zijn te
stemmen vóór als men tegen, en tegen als men vóór
is. Ik ben geen politiek man en begrijp dat niet.
Voor mij is het de meest eenvoudige waarheid, dat
alles waar in het Parlement een meerderheid vóór
is, behoort aangenomen, en waar geen meerderheid
vóór is, behoort verworpen te worden.
Gij bezigt ook een paar persoonlijke argumenten
tegen mij.
Gij 7raagt, wat er van mijne denkbeelden zou
zijn terechtgekomen, wanneer ik niet bij verschil
lende gelegenheden de gansche liberale partij had
gevonden om mij te steunen. Ik herinner mij niet
ooit in zoo gunstigen toestand te zijn geweost.
Maar faalt mijne memorie, dan zou het door het
beweerde feit zeker niet tegen mijne stelling pleiten.
Gij meent toch niet, dat de onafhankelijker! verlan
gen alle zaken te doen beslissen met tegen 99 stem
men? Ieder denkbeeld heeft altijd den steun der
meerderheid noodig; maar de vraag is, of die steun
behoort gegeven te worden, omdat de voorsteller
tot de partij behoort, dan wel omdat de voorgestelde
zaak goed is.
Als ik steun erlangde, dan was het trots het feit
dat ik tot geen partij behoorde. Ik erken, dat mij
uist daardoor dikwijls steun ontbrak, en dat ik veel
minder kracht bezit dan ik missehien zou hebben
indien ik bij een partij mij aansloot. Maar waar ik
alleen vóór of tegen zaken strijd, kan ik niet om
den wille van de zaken, beginnen met de zaken op
te offeren. Dat zou zijn, om den wille van de macht,
datgene op te offeren wat alleen aan de macht
waarde kan geven.
Gij vindt het eigenwijs van mij, dat ik mijne eigen
overtuiging volg; ieder behoort, meent gij, te er
kennen dat hij kan dwalen. Zeker erken ik dat. Mis
sehien meer dan sommige anderen, meer bijv. dan
de partijen. Maar wij verschillen waarschijnlijk in
de beantwoording der vraag, waarin de erkenning
van eigen feilbaarheid ligt. Ik zie die hierin, dat
men nooit optreedt met gezag, en bereid is voor
iedere eigen overtuiging met atgnmenten te strijden,
de argumenten van anderen met onpartijdigheid te
overwegen.
Maar waarom, vraagt gij misschien, is dan het
partijwezen zoo wijd verbreid?
Ik schrijf dat toe aan drie oorzaken.
Ten eerste aan de sleur: een groote macht in de
maatschappij, die men pleegt te bestrijden als anderen
er zich aan overgeven, maar niet altijd ziet. als men
er zelf de slaaf van is.
In de tweede plaats, aan de behoefte van gelijk
gezinden aan samenwerking: een zaak, die ook ik
op hoogen prijs stel, mils ze niet leide tot partij
verband en partijdwang, maar zich beperke tot
tijdelijk overleg voor bepaalde onderwerpen en niet
bij verschillende onderwerpen behoeven plaats te
hebben tussehen dezelfde personen.
In de derde plaats, aan het lokaas van grooter
macht te oefenen dan waarop men recht heeft. Met
een beperkt aantal stemmen kan men slechts een
beperkten invloed oefenen; maar wanneer men als
partij die stemmen gebruikt, om zaken tegen te
houden, ook al is men er vóór, dan kan men met
weinig stemmen veel grooter macht oefenen dan die
stemmen vertegenwoordigen. Dat is verleidelijk
maar ik acht het een van de verderfelijkste gevolgen,
die het partijwezen hebben kan.
De redactie van het Ildbl. repliceert nu
aldus op wat de heer Pijnappel in het midden
bracht
Op deze pittige bestrijding van partijen bepalen
wij ons tot dit antwoord: Schaf de partijen af en
zij zullen weldra weder verschijnen. Niet uit sleur
of uit maehtbejag, maar om de tweede reden door
mr. P. genoemdde behoefte van gelijkgezinden aan
samenwerking.
De heer P. wil die samenwerking beperken tot
tijdelijk overleg voor bepaalde onderwerpen. Maar
welk een verspilling van tijd en krachten ware
daarvan het gevolg, als voor elk onderwerp overleg
tussehen een groot getal personen vereischt werd
Welk een moeilijke taak ook voor een regeering, om
voor elke belangrijke regeling steeds naar eeD meer
derheid te moeten zoeken
En maakt de heer P. de partijen niet zwarter dan
zij werkelijk z'jn? Dat „stemmen tegen do overtui
ging" komt waarlijk zoo veelvuldig niet voor en
mag ook eigenlijk niet gevorderd worden. Partijver
band en partijtncht eisehen echter niet opofferen van
diepe overtuiging, maar wél, in ruime mate, toegeven
op ondergeschikte punten of in den vorm eener
regeling.
Maar blindelings gehoorzamen,perindeac cadaver,
behoort in de liberale partij althans niet thuis.
Partijen hebben, als alle menschelijke zaken, haar
nadcelen en gebreken. Maar zonder partijen zouden
groote staatslieden in onze eeuw veel minder ten
nutte van hun vaderland hebben tot stand gebracht.
Het onzedelijke van protectie.
Wij hebben er onlangs in ons blad op ge
wezen, hoe mr. Pierson in eene te Hengelo
gehouden redevoering gewezen heeft op het
onzedelijke van piotectionistische maatregelen;
hij was van oordeel, dat daardoor de strijd
louter om stoffelijke belangen was ontketend.
Dr. Kuyper komt thans in de Standaard op
tegen des heeren Piei son's betoog.
Ter wille van de billijkheid doen wij hier
volgen, wat de Stand, zegt
«Hoog heeft vooral de heer Pierson tegen
alle protectie de grief doen uitklinken, dat ge
er de booste aller passies, den nijd om het
geld, door wakker riep.
Vooral in een zedelijke partij als de Anti-
revolutionnaire, vond hij het niet te vei staan
en onbegrijpelijk, hoe zij het aandorst om zoo
boozen demon te ontketenen.
«Dit verwijt werpen we in naam onzer partij
op den heer Pierson terug.
»Wie toch zijn het, die aan het denkbeeld
ingang schonken, om in de vernielende worste
ling eener niets ontziende concurrentie alle bur
gers, die nering of handel dreven, tegen elkander
in 't harnas te jagen
«Wie zijn het die, elke sociale gedachte tar
tend, alle individuen van eikaar los gemaakt
om des gewins wille tegen elkander opgezet
hebben?
«Wie zijn het, die, door het op de spits
draven van dit moordend concurrentie-beginsel
den wildsten hartstocht van winstzueht, geld
zucht en schraapzucht ontketend hebben?
«Waren het niet juist de mannen van de
staatshuishoudkundige school, wier eminente
tolk hier te lande de heer Pierson is?
«En wat zin heeft het dan, dat deze zelfde
geleerde, nu wij, niet uit beginsel, maar uit
noodweer tegenover andere staten, op bescher
ming van den nationalen arbeid bedacht zijn,
ons komt verwijten, ja, op roerenden, op ge
moedelijken toon komt verwijten, dat een stelsel
per se slecht is, dat de begeerzucht prikkelen
komt?"
Leerzame statistieken.
De heer H. C. Snethlage, ontvanger dei-
successie te Werkendam, deelt eenige c'yfeis
mede, die wel van gewicht zijn tegenover de
meening van velen, dat het vrijlmndelstelsel
ons land ten gronde richt. Uit de bedragen,
waarvoor successierecht betaald is, concludeert
hij, dat het nationaal vermogen bedroeg van
1879/80 in millioenen 8.575; van 18811885
8.746; van 1886-1890 9.389 en van 1891
1895 10.471.
Yoor hen die mochten meeneo, dat missehien
de groote handelslui verrijkt zijn, maar de kleine
man verarmd, geeft de heer Snethlage andere
cijfers.
In 1860 waren er 136 spaarbanken met
54,000 inleggers met een te goed van f5.545,000.
In 1894 waren er 283 spaarbanken, met
786,000 inleggers met een te goed van
f 107,684,000.
Dus in een tijdvak van 34 jaar een verdub
beling van het aantal spaarbanken, bijna 15
maal zooveel inleggers eo ruim 19 maal zooveel
kapitaal.
Alleen in de laatste vijf jaren werd 25 mil-
lioen meer ingebracht dan uitgehaald.
Wie tegeuover zulke cijfers nog van een
verarming van ons land of van een te gronde
richten van het vaderland durft spreken, moet
wel opzettelijk blind zijn, zegt de heer Sneth
lage.
Door de Commissarissen der Koningin in
Noord-Holland en Friesland is bepaald
dat de zitting van hel hoofdstembureau in het
kiesdistrict Enkhuizen, van het vaststellen van
den uitslag der veikiezing van een lid der
Tweede Kamer van de Staten-Generaal, na af
loop der to houden stemming of herstemming,
wordt verdaagd tot den dag, volgende op dien
der stemming of herstemming, des namiddags
te een uur;
dat de zitting van het hoofdstembureau in
het kiesdistrict Den Helder, tot vaststelling van
den uitslag der verkiezing van een lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, wordt ver
daagd uiterlijk tot den tweeden op den dag
der stemming of herstemming volgenden dag,
des voormiddags te 9 uren, en
dat de zitting van het hoofdstemdistrict in
het kiesdistrict Dokkum, tot het vaststellen van
den uitslag der verkiezing van een lid der
Tweede Kamer van de Staten-Generaal, wordt
verdaagd voor de stemming, zoo noodig, tot
Donderdag 17 Juni, des voormiddags te 9 uren,
en voor de herstemming, zoo noodig, tot Maan
dag 28 Juni, des voormiddags 9 uren.
{St.-CA.)
Door het hoofdbestuur der posterijen en tele-
graphie is bepaald dat alle ambtenaren en be
ambten der posterijen en telegraphie, voor zoo
ver zij op de kiezerslijsten voorkomen en dus
stemgeiechtigd zijn bij de aanstaande verkie
zingen voor de Tweede Kamer in de gelegenheid
gesteld moeten worden hunne stem uit te
brengen.
Ofschoon op enkele uitzonderingen na allen
daartoe wel in de gelegenheid zullen zijn in hun
vrijen tijd en dus in het algemeen geen bij
zondere maatregelen worden noodig geacht,
zgn de directeuren uitgenoodigd, waar dit niet
het geval mocht zjjn, maatregelen te nemen,
dat die gelegenheid tot stemmen wordt gegeven.
Men herinnert zich wellicht het gehaspel in
district I van Amsterdam. Daar zijn na ein-
delooze verwikkelingen tegenover elkaar komen
te staan de heeren Kerdijk en Kouw, beiden
democraten.
Nu werd er van velerlei zijde pressie op den
heer Kouw uitgeoefend om hem tot terugtrek
ken te nopen ten behoeve van zijn medecan-
didaat.
De heer Kouw, al dat geharrewar minder
aangenaam vindende, was ten einde raad. Hg
wist niet wat te doen.
Toen besloot hij van de vergadering van
«Vooruitgang", zijne kiesvereeuiging, inlichting
te zoeken.
Gisterenavond heeft die lichtbrengende ver
gadering plaats gehad. Besloten werd de ean-
didatuur-Kouw te handhaven; bij eene motie
van den heer Zeehandelaar geschiedde dit.
Zij luidde
«De vergadering, gehoord het verzoek van
den heer Kouw om hem zijn woord terug te
geven, als hij zich daarmede kan vereemgen.
en dus zijn candidatuur niet te handhaven,
spreekt haar leedwezen uit over de moeilijk
heden, die door hen, die zijn medegeestver
wanten zgn, in den weg zijn gelegd, is van oor
deel, dat het nu te laat is een anderen enndidaat
te stellen en, in aaumeiking nemend dat noch
de heer Kouw, noch deze vereemging die
moeilijkheid in het leven heeft geroepen, hand
haaft de candidatuur."
OYERSCHIE, 11 Juni. De veedrijver J. K. bad
gisterenmiddag het ongeluk, dat een koe, met welke
bij van de markt te Delft kwam en die hij naar het
weiland zou. brengen, onderweg zoo onhandelbaar
werd, dat hij haar bijna niet in bedwang kon houden,
bij welke worsteling hij door de koe zoodanig tegen
een hek werd geslingerd, dat hij zijn rechterarm
niet kan gebruiken.
Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot ontvanger der
directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Sta
voren c.a. (residentie lioudutn) II. J. de Rode, ont
vanger derdirecie belastingen en accijnzen te Tubbergen
c.a.tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen
te Oostbarg c a A. van Mazgk, ontvanger der in
voerrechten te Eedetot ontvanger der directe be
lastingen en accijnzen te Oss c. a. IV. C de Wijs,
ontvanger dei zelfde middelen te Bergum c a tot
ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Hee
renveen c a. J van Lith Azontvanger der directe
belastingen, invoerrechten accijnzen te Enkhuizen c a
tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te
Alphen c a. A. Beijerinck, ontvanger derzelfde middelen
te Goes c. a
Bij Kon. besluit is de Oost-Indische hoofdambtenaar
met verlof J. A. van Dorsser, laatstelijk directeur van
financiën in Nederl.-Indië, op- zgn veizoek, eervol uit
's lands dienst ontslagen, met toekenning var. pensioen.
Bij Kon. Besluit zijn benoemd:
tot dijkgraaf van het waterschap Nieuw-Hmkelen-
oord eu Hoogerwerf, C Jacobs P.Jzn
tot dijkgraaf van den Prins Karelpolder, te Woens-
drecht, C. Jacobs P.Jzn.;
tot dijkgraaf van het waterschap de Zuidpolder onder
gemeente Ossendrecht, D. Sneep;
tot heemraad van het Polderdistrict Lijmers, prov.
Gelderland, J. van Zadelhotf;
in het bestuur van den polder Kbnkerland, onder
Nieuwe Tonge, Herkmgen en Mehssant, tot dijkgraaf
J. Houtaar en tot gezworenen W, Lokker en D. Kar-
dux;
tot heemraad van den polder Oud-Beijerland, Moer
kerken, Crmstrijen en de Group G. Mast Pzn
tot heemraad van Amstelland, prov. Zindholiand,
Noordholland en Utrecht, jhr. P II. A. Martini Buys;
tot lid van het hoofdbestuur van het waterschap
Westerwolde, voor het 8ste onderdeel (Stel'ingen),
H. R. Bruggers;
tot lid van het bestuur van liet waterschap de Oost
polder, If. L. Westerdijk;
tot lid van het bestuur van het waterschap de Groote
Meeis, prov. Limburg, G. Janssen.
Bij Kon. besluit zgn, benoemd tot opzichter van
den Rijkswaterstaat 4e kl. A T. van Veen, en bevor
derd tot opzichter van den Rijkswaterstaat 2 kl. A.
N. Wind, thans 3e kl., en tot opzichter 3e kl M. II.
A. Straater, thans 4e kl.
Bij Kon, besluit is ingetrokken het Kon. besluit
van 23 Maart '97 vooi zooveel betreft de benoeming
van J. W. Bredenoord tot heemraad in het polder
district Veluwe, prov. Gelderland.
Door onzen stadgenoot, den heer L. F. van
der Sman, is gisteren te Leiden met goed ge
volg het tweede natuurkundig examen afge
legd.
Bij de op 24, 25 en 26 Mei 1.1. te Amsterdam
gehouden examens in boekhouden vanwege de
vereeniging van leeraren in het boekhouden
aldaar, is o. a. geslaagd onze stadgenoot, de
heer G. "W. van Bergen "Walraven Jr., leerling
van den heer D. N. de Vringer alhier.
Wij maken onze lezers attent op de achter
staande advertentie van de kiesvereeniging
«Schiedam".
De spreker, die in de Zaterdagavond in den
Off cierentuin te houden vergadering zal op-
trei en, is de heer N. Veenstra, een te Deventer
welbekend democraat, die als lid van den ge
meenteraad tot vele belangrijke verbeteringen
aldaar in democratischen geest medewerkte, en
aldaar d e baanbreker is geweest voor meer
vrijzinnige denkbeelden.
De heer V. is een principieel mangelijk
misschien bekend is, stelde hg nog dezér dagen
zijn mandaat als raadslid ter beschikking der
kiezers, omdat hij zich niet kon vereenigen
met de w(jze, waarop buiten de voorschriften
om, eene voordracht voor eene onderwijzeres
te Deventer werd ingediend, wat z. i. een
nepotistisch karakter droeg, dat aan dezen t(jd
vreemd moet wezen.
Met deze enkele woorden, mogen wij den
geheel onbekenden spreker eenigszins bekend
gemaakt achten.
Heden is door de politie hier ter stede in
een slaapstede aangehouden een 40-jarige vrouw,
G. T., die in het Politieblad gesignaleerd stond
als veroordeeld tot een boete van f3.subs.
1 dag hechtenis wegens openbare dronkenschap.
Daar zij weigerde de boete te betalen, is zij
overgebracht naar het Huis van Bewaring, om
de hechtemsstraf te ondergaan.
Hedenmorgen was aan de vischmarkt aan
gevoerd een partij schol, tong, griet, voorn,
bliek en paling; de prijzen waren voor tong
van f0.80 tot f3.40 per koop; griet f 1.82K;
schol van f 0.35 tot f 2.25 per kooppaling
van f 0.35 tot f 0.55 per koopvoorn en bliek
van f 0.45 tot f 0.80 per koop.
BUBGERL IJ KE STAND.
Geboren: 9 Juni. Adriana Johanna, dochter
van II. Tombrink en E. van Gerven, Klein Qroe-
nendaal.
Ondertrouwd: 10 Juni. P. de Koning, 23
jaar en A. Ruseler, 22 jaar.
De heer Mr. H. Ph. de Kanter, van Haarlem,
zal Maandag a. s. des avonds 8 uur (precies)
in de zaal «Harmonie" alhier, eene politieke
lezing houden. Toegang vrij.
BURGERLIJKE STAND.
Gehuwd: 11 Judl Hendiikus van Leeuwen
en Neeltje Wijnhorst.
Geboren: 11 Juni. Petronella, dochter van
M. van den Berg en H. Drop, Kmmastraat.
De heer M. H. van 'tKruys, organist te Rotter
dam, is benoemd tot directeur van „de Harmonie"
te Groningen en heeft die betrekking aangenomen.
Tijdens het a. s. Letterkundig Congres te Dordrecht,
zal wellicht een middeleeuwsch drama opgevoerd
worden„Een abel spel van Esmoreit, scomoes sone
van Cicilien", gevolgd door de „Sotternie van Lippyn."
De „Nederlandscho Bond voor Ziekenverpleging"
vergadert 20 Juni op Heideheuvel, te Hilversum.
Het Openbaar Ministerie bij het gerechtshof in Den
Haag eischte bevestiging van het vonnis der rechtbank
te Rotterdam, waarbij een koopman in schuurgoed
cn een kleedermaker aldaar tot negen maanden ge
vangenisstraf zijn veroordeeld wegens diefstal van
een paard uit een stal te Overschie in den nacht van
8 op 9 Maart jl.
Neb. Hery. Kerk.
Het provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland
heeft aan den heer P. A. van Loenen,, predikant
bij de Ned. Herv. gemeente te Nieuwland, eervol
emeritaat verleend, in te gaan 1 Aug a. s.
R.-K.Kerk.
De bisschop van Haarlem heeft benoemd tot deken
van Middelburg en pastoor te Goes den heer J. M.
J. Baede en tot pastoor te Zieriksee den heer C. J.
Tholenaar, die kapelaan was te Helder.
Hooger Onderwijs.
Amsterdam. 1ste natuurkundig examen F. A. van
Suchtelen en G. P. Wijnmalen; propaedeutisch exa
men in do geneeskunde M. Pool Mzn.; doctoraal
examen in de geneeskunde C. Rocheil; propaedeu
tisch examen in de godgeleerdheid J. H. C. Kamsteeg
en J. E. Yalk; eandidaatsexamen 2e gedeelte in de
godgeleerdheid P. Ens en A. M. Cramer theoretisch
geneeskundig examen T. Riet en H. J. M. Lindner.
LeidenDoctoraal examen in de rechtswetenschap
M. A. Wolfson, en tweede natuurkundig examen L.
F. van dor Sman.
Utrecht. Theor. geneesk. ex. I: J. H. C. Taylor
en W. Trngg. Theor. geneesk. ex. IW. Wagenaar
en A. de Rijk. Eerste Natunrk. ex.: G. J. Brink-
grevc, H. C. Bonhof en Tb. Th. Staal.
Gereformeerd Schoolondertmjs.
In de gisteren te Amsterdam, onder voorzitterschap
van prof. Noordtzij van Kampen, gehouden 28e jaar
vergadering der Vereeniging van Gereformeerd
Schoolonderwijs, is de volgende motie aangenomen
„De vergadering, overwegende de noodzakelijkheid;
a. dat de onderwijzer allereerst heeft te zorgen
voor een behoorlijk pensioen;
h. dat ook op de schoolbesturen de verplichting
rust do onderwijzers te steunen in het betalen van
de premie voor het pensioen;
c. en dat 't thans in meer dan één opzicht onmo
gelijk is, tot een algemeen pensioenfonds voor Chris
telijke onderwijzers te komen;
besluit het hoofdbestuur op te dragen, zieb schrif
telijk tot de schoolbesturen en tot de onderwijzers
te wenden om hen de overwegingen in a c n h opge
nomen, met motieven aan te bevelen.
Omtrent de voorgenomen stichting van een Gere
formeerde kweekschool voor onderwijzers in hot
noordén des lands, werd medegedeeld dat de flnan-
cieelo steun tot dusver zeer gering is (van de ver-
eischte f 18,000 is nog geen f 1000 aanwezig.)
Vijftigste Nederlandsch Landhuishoudkuniig Congres.
Te 9 uur werd gistermorgen het landhuishoud-
kundig congres to Hoorn opnieuw door den voor
zitter, den heer J. Brecbaart Hz,, geopend.
In behandeling kwam allereerst het zesde vraag
punt
„Zijn er afdoende maatregelen te nemen, kaas van
volle melk te beschermen tegen oneerlijke concur
rentie van minderwaardige producten in denzelfden
vorm van afgeroomde melk gemaakt?"
Hierover was praeadyies uitgebracht door den heer