51"° jaargang. Dinsdag 6 Juli 1897. 9362. ROLAND. FEUILLETON. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. K e 11 H i s g e v i n g. Kennisgeving. BUITENLAND. üBaniisjffit Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommerso.02 BUREAU! BOTER8TKAAT ro, Telepltoon Ho. 123. Advertentieprijs van 1—5 gewono regels met inbo- grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- Q.10 Bij abonnement wordt korting verleend. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN SCHIEDAM, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het te suppletoir-kohier der plaatselijke directe belasting dienst 1897, den 22sten Juni 1897 door den ge meenteraad vastgesteld en don 28sten Juni daar aanvolgende door heeren gedeputeerde staten dezer provincie goedgekeurd, aan den ontvanger der gemeente ter invordering is uitgereikt en in afschrift gedurende vijf maanden, te rekenen van heden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen aan slag op de bepaalde termijnen te voldoen, op straffe van vervolging volgens de wet. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be- hoc.-1*, den oden Juni 1897. Burgemeester en weihouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. Schietoefeningen. De Burgemeester van Schiedam brengt op verzoek van den hoer Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland het volgende bericht ter kennis van belanghebbenden bij de scheep vaart 805. Schietoefeningen te IJmuiden. Noordzee. 3de District. Vo'gens mededeeling van den Minister van oorlog dd. 20 Juni jl. zullen op den llden Juli 1897 en zoo noodig op volgende dagen, schietoefeningen gehouden worden van het fort te IJmuiden. De driehoek, welke als onveilig moet worden aan gemerkt, wordt aangegeven door het fort en twee ten anker liggende zeihaartnigen, een roode vlag aan den mast voerende. De afstand van deze schepen tot het fort bedraagt ongeveer 8000 M., terwijl zij ongeveer 0800 M van elkaar verwijderd zijn. Deze driehoek wordt nader bepaald door twee andere ten anker liggende zeilvaartuigen, mede een roode vlag aan den mast voerende, liggende op ongeveer 1500 M van het fort. Twee stoombooten zullen op de dagen, dat er ge vuurd wordt, voor zoover mogelijk waarschuwen en desgewenscht hulp verleenen om buiten den onveihgen driehoek te komen. Op de dagen, dat er gevuurd wordt, zal van het furt een roode vlag waaien van minstens éen uur voor den aanvang der schietoefeningen tot aan het einde daai van. Bij het doen van eenige schoten wordt slechts een strook van 400 M breedte en 600 M lengte onveilig gemaakt. Dit gedeelte is, gedurende den tijd, dat deze schoten worden gedaan, afzonderlijk door roode vlaggen afgebakend. (Zie »B a Z" no. 99 (786—189G). Schiedam, 5 Juli 1897. De burgemeester voornoemd VERSTEEG. Vertelling door Ernst Eckstein. 5) Onder de klanken van een prikkelende Weener dansmelodie bood bij haar van vreugde stralend den arm. «Een waar geluk en een wonder tevens, dat ik niet te Iaat kwam," zeide hij levendig. «U was formeel belegerd, en ik, dwaas, in de meening, dat er toch niets meer viel te hopen, praatte eerst nog een poos, eer ik u ten dans vroeg." Gerda lachte buitengewoon schalks. »Een wonder is het nu juist niet, dat ik dezen dans nog vrij hadik ben n.i. in dit opzicht wel wat erg ondeugend maar de hoeren weten dat allen zij laien mij doorsluipen. Twee, drie dansen reserveer ik mij steeds. Dan schrijf ik 'Oung op mijn boekje, wat niemand beteekent. Eene klassieke hei innering aan den Himmeti Ulysses! «Juist, ik begrijp u." «En gaf u mij gelijk? De mensch moet toch wat over hebben voor onvoorziene gebeurtenissenin dit geval voor nieuwe kennissen »Natuur!ijk." "Bij dezen eersten wals b.v. heb ik aan u ge dacht, Ik wist stellig, dat u zou komen." •Waarlijk »U zungt zoo nieuwsgierig naar mij, zoo eigen aardig." Algemeen overzicht. Schiedam, 5 Juli '97. Keizer Wilhelm heeft aan den afgetreden minister \oa Botticher een eigenhandig schrijven gezonden van dezen inhoud s Terwijl >k u door een besluit van heden uw aangevraagd ontslag genadig heb verleend, is het mij een behoefte u mijn bijzonderen dank te betuigen voor de innige trouw, waarmede gij de u opgedragen ambten, die zoo groote verantwoordelijkheid met zich brengen, met zooveel succes hebt vervuld. Het is mijn plan, uw beproefde capaciteiten op andere wijze in den staatsdienst te gebruiken, en ik hoop, dat gij mij en het vaderland nog lang uw uit nemende diensten zult wijden. Ik verblijf uw toegenegen keizer en koning." Ook voor twee jaar, toen de thans afgetre den staatssecretaiis heftige aanvallen te verdu ren had gehad, zond de Keizer hem een dank schrijven. Toen had het land Von Botticher's diensten nog noodig als staatssecretaris; thans zal hij als regeeringspresident van Sieeswijk of Han nover, waar Von Bennigsen aftreedt, of van Kassei zijn diensten aan den lande bewijzen. De Keizer erkent Von Bottichers verdiensten en dankt hem daarvoor. Von Botticher zelf had nog geen lust zijn ambt neer te leggen, en uit de afscheidsrede tot zijn ambtenaren blijkt dit genoegzaam. Niettemin moest hij zijn ontslag nemen. Ziedaar ongeveer -welke beschouwing de Frankfurter Zeitung vastknoopt aan de vraag, die het blad stelt: Volgens welken stelregel worden bij ons ministers ontslagen Vele Duitsche kringen zijn dan ook hoogst ontevreden over den loop der zaken, en vooral Von Hohenlohe, de verantwoordelijke raadsman der Ktoon, is het voorwerp dier ontevredenheid. Steeds houdt het gerucht nog aan van het aftreden van den Rijkskanselier, en velen spre ken openlijk het wenschelijke daarvan uit. Men geeft hem al een voorwendsel in de mond n.l. dat hij zijn belofte aan den Rijksdag, be treffende de herziening der militaire wetgeving, niet kan houden. De Duitsche pers heeft nog een andere reden om weinig tevreden te zijn. Die reden is de groote toenadering tusschen Italië en Frankrijk, eerst gebleken uit het verdrag over Tunis, nu weder uit het bezoek, door den kroonprins van Italië aan Parijs gebracht. En wanneer het waar blijkt te zijn, dat prins Victor Emanuel zijn terugweg eveneens over Parijs zal nemen, en wel ditmaal niet incognito, maar officieel als troonsopvolger daar zal ont vangen worden, dan krijgt de zaak nog een geheel ander aanzien. «Zoo! Ben ik misschien te driest geweest Dan vraag ik u duizendmaal om vergiffenis." «Driest zeide zij lachend. «Volstrekt niet, anders zou ik stellig geen dans voor u bewaard hebben." «Hebt u dat dan werkelijk «Als ik het u toch zeg 1" «Al te vriendelijk," stamelde Roland. «Meent u dat Vindt u het al te vriendelijk Nu, zoo vleiend, als het klinkt, behoeft u de ge schiedenis niet op te nemen. Ik houd van afwisseling, in 't bijzonder wanneer men er bij wint. Ziet u maar u moogt 't niet verder vertellen de meeste heeren, die men op de bals ontmoet, zijn verschrikkelijk vervelend. U, mijnheer van Myrpach, kwaamt mij bij den eersten aanblik anders voor. Aha, dacht ik, eindelijk eens een persoonlijkheid, waarmede zich een verstandig woord Iaat spreken niet iemand geknipt naa; gewone model, geen alledaag'Che natuur." «Als u zich maar niet vergist." «Nu, dat zou er ook nog niets toe doen", lachte het jonge meisje, terwijl zij met een overmoedige beweging haar waaier opensloeg. «Dan is het een droom geweest", deklameerde zij half ernstig, half ironisch, toorn niet tegen den droomer." sin ieder geval zal ik mijn best doen de goede meening, die u omtrent mij hebt opgevat, te trachten te lechtvaardigen", zeide Roland ernstig. «En om direct aan de overdreven conventie den oorlog te verklaren, vang ik met eene onbescheiden heid aan, U heeft nog meer dansen met Ovtig geteekend, niet waai «Nog twee." «Dan verzoek ik om de eer, ook in deze beide gevallen uw «niemand" te zijn." Zeker is het, dat de verhouding tusschen Frankiijk en Italië, dank zy de verzoenende politiek van Visconti Venosta, er aanmerkelijk op is vooruitgegaan. En even zeker is het, dat koning Humbert waarlijk niet zoovee! reden heeft om verheugd te zijn over zijn bondgenooteo, vooial niet in dea laatsten tijd. Ook in den Grieksch-Tuik- schea oorlog mag het betwijfeld worden, of de Duitsche politiek wel zoo erg in den smaak van de regeering te Rome is gevailen. Bovendien heeft het Drievoudig Vei bond Italië genoodzaakt zich op te werpen als groote mili taire mogendheid, waartoe het land de middelen miste. Rudini is niet Crispi, ook niet wat diens liefde voor Duitschland aangaat. En het is zeer de vraag, of de vernieuwing van den «Dieibund" voor drie jaar onder Rudini's ministerschap wel zoo grif zou zijn tot stand gekomen. Ook de «Dritte im Bunde", keizer Frans Jozef, heelt weinig reden tot vei heugenis. De toestand in zijn rijk wordt met den dag hachelijker. Steeds ernstiger dringt zich de vraag op, hoelang de draden, waarmede de lappendeken, die men de Oostenrijksch-Hon- gaarsche monarchie noemt, bijeengehouden wordt, nog zullen weerstand bieden aan het voortdurend knagen van Tsechen, Hongaren, en hoe al die elkaar vijandig aanblikkende onderdaken van éen vorst meer mogen heeten. De strijd tusschen Duitschers en Tsechen over Badeni's ongelukkige tanlverordeningen is al buitengewoon verbitterd, en het wordt hoog tijd dat daaraan een einde kome. Verschillende bladen meenen te weten, dat binnenkort een oplossing zal worden beproefd. Op persoonlijke instigatie van den Keizer, zou besloten zijn te Prang een conferentie le doen houden om tot een compromis te geraken. Aan die conferentie zou worden deelgenomen door de leden van het Qostenrijksciie Heeren- huis en vau het Huis van Afgevaardigden, verder de leden van den Boheemschen Landdag, en eindelijk eenige leidende persoonlijkheden uit de strijdende partijen. De regeering zou zich onzijdig houden. Alleen reserveert zij zich de benoeming van een voor zitter, en daartoe zou de groot-maarschalk van Boltemen, pi ins Lobkowitz, worden afgewezen. 't Is te hopeu, dat deze poging succes moge hebben, maar dan mag vooraf Badeni wel zijn taalverovdeningen intrekken, opdat de confe rentie zich op schoon terrein bewege. Alleen dan kan een goede uitslag tegemoet worden gezien. Te Konstantinopel gaat men maar steeds door met confereeren. Van den uitslag blijkt niet veel, zoodat er ruime gelegenheid is tot allerlei vermoedens. De een beweert, dat de onderhandelingen nog «Als ik er u genoegon mede doe, waarom niet? Anna Polonius zal zich wel is waar ergeren «Mijne nicht Hoe zoo «Ik heb zoo'n idee, dat juffrouw Polonius mij niet lijden mag, ook al omdat ik jonger ben en meer dans dan zij. Merkwaardig overigens, u lijkt in het geheel niet op eikaar, geen ziertje." Hij schreef zijn naam in haar boekje voor de Franpaise en den tweeden galop. Dan antwoordde hij hoofdschuddend: «U beoordeelt Anna verkeerd. Zij kent geen nijd." Op dit oogenbiik danste hot naaste paar, dat voor hen stond, weg. De beurt kwam aan Roland en Gerda. Als een gelukzalig kind zag zij tot hem op. «Werkelijk eon heerlijke naïveteit,zeide hij bij zich zelf, medegesleept door haio betooverende bekoorlijkheid. «En deze houding van hair hoofd, (loze gratie en sierlijkheid van beweging I Men zou onmiddellijk op de engel verliefd kunnen worden 1" Lachend legde hij zijn arm om hare taille en walste na een paar seconden met haar weg. Wat danste ze licht, men voelde het nauwelijks; slechts bare hand, die zij op zijn schouder had gelegd, rustte daar eeuigszins voelbaar. Onder het dansen sloeg zij een paar maal als in een droom verloren de schoone, tn-zwarte oogen op, om dan dadelijk hare zware wimpers weer te laten zakken. Het was verrukkelijk iets zoo liefelijks had Roland zijn leven lang nog niet gezien. Deze Gerda verhief zich boven hare omgeving als eene heerlijke, exotische wonderbloem. De rozen, viooltjes en nar cissen hier hadden ook hare eigenaardige bekoring, maar tegen de weelderige eigenaardigheid dezer uilheemsche wondei bloem konden zij niet op. Het paar walste vijf of zes maal de ruime zaal niet spoedig tot een einde zullen komen, en dat er een sterke Turksche partij is, die van ontruiming van Thessaliê niets wil weten. Volgensanderen evenwel mag de vrede spoedig tegemoet worden gezien. Het beste is zeker af te wachten, maar wel licht kan het vertrek van den Russischen gezant Neiidoff in het eind dezer maand, en dat van (Jambon, den Franschen ambassadeur, die nog deze of de volgende week met verlof wil gaan, wel van invloed zijn op de bespoediging der onderhandelingen. Ook het gouverneurschap van Kreta is een geliefd onderwerp voor gissingen en geruchten. Nu weer wordt beweerd, dat Numa Droz definitief een benoeming zou geweigerd hebben, hetgeen door andeien onwaar wordt geheeten. Nog anderen komen met een nieuwen can- didaat voor het weinig benijdenswaardige ambt aandragen, nl. de Belgische majoor Thys. Intusschen heeft de Sultan het ontslag van Edhem-pacha niet aangenomen, maar dezen tot zijn adjudant-generaal benoemd. Zeker is het, dat de groote moeilijkheid ligt bij de Turksche troepen in Thessalie, en met bezorgdheid vraagt men zich af, hoe de mogendheden, die het met Kreta niet konden klaarspelen, thans de 150,000 Turken aaneen zoet lijntje uit Thessaliê zullen krijgen. Er loopen ook weder nieuwe geruchten van botsingen tusschen Turken en Grieken. De laatsten zullen anders nu wel wat wijzer zijn dan vóór den oorlog. Zij hebben een harde les gehad. Even weinig rooskleurig ziet het er in Britscli- Indié uit. Het blijkt, dat de opstand in Chitpur alleen geëindigd is, doordat de regeering den oproë- tigen Muzelmannen voor een goed deel hun zin heeft gegeven. De aanleiding tot den opstand was een hut, die een Hindoe toebehoorde en die door den bewoner, een Muzelman, tot moskee was inge richt. Op grond nu dat moskee's vrij zijn van lasten, weigerde de bewoner huur te betaien. De justitie had daarop den eigenaar in het gelijk gesteld, waarop deze de hut liet afbreken. De Muzelmannen evenwel, zonder zich aan eigenaar of justitie te storen, bouwden de hut weder op. De regeering heeft nu in zooverre toegegeven, dat zij de Muzelmannen een stuk grond heeft afgestaan voor het bouwen van een nieuwe moskee. Die concessie aan de muiters wordt levendig afgekeurdmen acht die zwakheid der regee ring een gevaarlijk precedent. De opstand in Poona schijnt zijn oorzaak te vinden in de maatregelen tegen de pest, die wel eens wat hardhandig zijn toegepast. Het lid \nn het pestcomité te Bombay, Rand, op wien in den nacht van 22 Juni geschoten werd, is aan zijn wond overleden. rond, tot Gerda eindelijk met een zacht«ik dank u", het ieeken gaf om op te houden. »U danst brillant!" zeide zij met vuur, toen zij haren arm weder aan Roland gaf. «Uit uwen mond is dat geen geringe lof." «Hoe zoo?" «Omdat u de beste danseuse is, die ik ooit heb ontmoet." «Nn dan passen wij goed bij elkaar." Hij zag haar aan. Haar fijne gezichtje had weer dien zoet schalkschen trek. Men wist niet zeker of zij het in ernst meende, of slechts in behagelijken overmoed sprak. Een oogenbiik was Roland von Myrpach ont stemd. Zij zeide hem dat te openlijk. In haren ganschon aard scheen een zekere onverschilligheid jegens zijn oordeel te leggen. Maar dan was hare gelaatsuitdrukking weer zoo kinderlijk en beminne lijk, dat hij de vluchtige boosheid zijner verwonde eigenliefde vei gat en van ganscher harte op haar eenvoudigen toon inging. Deze toon sloot echter een ernstig gesprek niet uit. Een tijdlang spraken zij over muziek en litte ratuur; misschien wat van de hak op den tak, gelijk dat in een balzaal wel niet anders mogelijk is, maar toch zoo, dat Roland dadelijk merkte, hoe goed zij op dit gebied thuis was. Het viel hem op, dat hare verstandigste opmerkingen nim mer aanmatigend of opzettelijk klonken. Niets scheen haar verder te liggen dan de banale, zelf genoegzame wijze van doen van lieden, die zich op hun ontwikkeling laten voorstaan. En even onschuldig, als zij hier of daar het meest juiste inzicht toonde, verheelde zij in andere opzichten hare volslagen onwetendheid. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1