k
Zaterdag 24 Juli 1897.
N°. 9378.
ROLAN D.
51"'" jaargang.
m.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
FEUILIjBTOIsr.
'Kit
11
Ég
ft
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND,
Vertelling door Ernst Eckstein.
BINNENLAND.
h?
WmmSmnmtsuet
Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p, kwartaal, - 1.30
Afzonderlijke nommers0.02
BUREAUBOTERSTRA.1T TO, Teleplioon Ho. 123.
Advertentieprijsvan 1—5 gewono regels met inbe
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 23 Juli '97.
Eindelijk zal het in het Oosten vrede worden.
De Porte heeft een verklaring afgelegd, die
door de ambassadeurs werd verlangd, dat zij de
grensregeling in Thessalië, door de militaire
attache's voorgesteld, aanvaardt.
In de gisteren gehouden conferentie over den
vrede is die verklaring ingekomen, waarna een
aanvang werd gemaakt met de behandeling
der vredespraeliminairen.
De zitting werd daarna verdaagd tot morgen.
De Duitsche gezant is belast met bet doen
van voorstellen betreffende de ooilogsschatting.
Men verwacht thans, dat de ondei handelin
gen spoedig zullen ten einde loopenalleen
zouden kleine moeilijkheden zich nog kunnen
voordoen bij de redactie van het vredeslractaat,
alsook bij het vaststellen van de data voor de
ontruiming van Thessalië.
Het feit alleen echter, dat hij keizerlijke
iradé genoegen is genomen met het voorstel
der gezanten, geeft een flinke waarborg, dat
thans met succes kan onderhandeld worden.
De voorbelden zijn uiterst zeldzaam, dat het
uitvaardigen van een iradewaarin de beteeke-
nis ligt van een principieele toestemming van
de zijde van den Sultan, zonder feitelijk resul
taat is gebleven.
Opgehelderd wordt nu ook het alarmeerende
bericht van de afbreking der onderhandelingen,
dat Beuter Woensdag naar het Westen seinde.
Woensdag waren de gezanten bijeengekomen,
ondanks een mondelinge boodschap van Yussuf-
hey, waarbij hun verzocht werd geduld te
oefenen, daar alles in orde zou komen.
Hierin vonden de gezanten aanleiding aan
hun regeeringen een telegram te zenden, maar
op het oogenblik, dat dit telegram vei zonden
werd, was het den gezanten onbekend, dat de
raad der ministers besloten had zonder voor
behoud de voorstellen over de Thcssalische
grensregeling aan te nemen.
Op Edhem-pacha is nogmaals een aanslag
gepleegd. De dader, een Griek, werd gevangen
genomen.
Woensdag is voor het gerechtshof een aanvang
gemaakt met een proces, dat groote belang
stelling in geheel Europa wekt.
Het geldt een afschuwelijke moord eenigen
tijd geleden in Bulgarije gepleegd door een
officier en met medeplichtigheid van een com
missaris van politie.
De feiten zijn aldus.
De eerste van de beide hoofdbeschuldigden
in deze zaak is kapitein Boitcheff, vroeger aide
de camp van de prinses van Bulgarije, de tweede,
de heer Novelitch, was hoofd der politie te
Pliilippopoli.
Beiden worden beschuldigd, een café-chan-
21)
En nu begon zij halfluid aan hem te vertellen
van hare kindsheid en hoe alles zoo gekomen
was, dat zij den niet beminden man hare hand
had geieikt. Zoo in bijzonderheden had zij daar
over nooit gesproken. Het was, a|s voelde zij be
hoefte zich in de oogen van Roland van den smet
hnrer afdwaling zoo mogelijk schoon te wasschen.
Begeerig dronk liij de welluidende klanken harer
bijna fluisterende stem in en deed zich te goed
aan den rijkdom van aanhankelijkheid, die hem
uit ieder woord van haar mond toestraalde.
Ton laatste zonk haar hoofd neder op zijn
schouder. Maar lippen verstomden, hare oogleden
vielen toe. Trotsch en gelukkig als een veroveraar
die zijn buit huiswaarts voert, waakte hij over den
slaap der geliefde, onbekommerd om ailes, wat
bij achterliet. Zelfs de gedachte aan zijn moeder
stoorde hem niet in zijn roes der bekoring. Hij
had haar alles zoo schoon en duidelijk uitgelegd
en hoe hij onder den dwang der noodzakelijkheid
had gehandeld. De goede vrouw zoude dat met
tertijd wel inzien.
En verder en verder rolde de ttein voort naar
dé grens.
Dertiende Hoofdstuk.
t j 1 'f i Hl l1
«1 de boomrijke voorstad Saint-Mandé vond men
tant-zangeres van Hongaarsche afkomst, zekere
mejuffrouw Anna Simon, in de rivier Maritm
verdronken te hebben. Deze Anna Simon was
de maitresse geweest van kapitein Boitcheff ge
durende vele jaren, doch de liaison was bij het
huwelijk van den kapitein afgebroken.
Hij had zijn maitresse gesproken van de
noodzakelijkheid, waarin zijn financieele om
standigheden hem brachten, een tijk huwelijk
te doen. Anna Simons, die uit de verbintenis
een kind had, schikte zich hierin, doch alleen
onder voorwaarde, dat Boitcheff haar zou blijven
beminnen en na een paar maanden tot haar en
haar kind terugkeeren.
Deze belofte werd niet gehouden en op zeke
ren dag kwam mej, Simon hij den kapitein om
hem aan het verleden te hetmneren. Boitcheff
vroeg uitstel.
Eenige dagen na haar bezoek ondervond mej.
S. eenige verschijnselen van vergiftiging, waar
over zij zich evenwel niet ongerust maakte en
die ook geen verdere gevolgen schijnen gehad
te hebben. Zij hernieuwde haar bezoek bij
Boitcheff, die haar eindelijk wist over te halen,
zich naar Pliilippopoli te hegeven, waar de
hoofdeommissaiis van politie, zijn vriend
zooals hij zeide in haar onderhoud zou voor
zien totdat hij zelf zou kunnen komen, hetgeen
binnenkort gebeuren moest.
Zonder argwaan vertrok Anna Simon, doch
om niet weder te keeren.
Bijna onmiddellijk na haar aankomst te
Philippopoli was zij spoorloos verdwenen en
allo nasporingen van de politie waren vergeefsch.
Dit laatste was niet te verwonderen, daar het
de hoofdman der politie zelf was, die het onge
lukkige meisje had doeu verdwijnen.
Boitcheff had haar geschreven, dat zij zich
op een bepaalden avond om negen uur op de
brug van de Maritza moest bevinden, waar een
rijtuig gereed zou staan om haar naar zijne
(BoitchefFs) bezittingen in Roemelië te voeren.
Inderdaad was het rijtuig er en daarnaast
wachtte een gendarme, Bogdan genaamd, die
het portier opende. Het rijtuig vertrok in galop
en was binnen enkele minuten buiten de stad.
Toen het stilstond, werd het portier haastig
opengerukt en wierpen twee mannen zich op
het meisje. Zij hielden haar een zakdoek met
chloroform tegen het gelaat en toen zij ten
gevolge daarvan het bewustzijn verloren had,
werd zij ontkleed, in een deken gewikkeld,
die met steenen bezwaard was en vervolgens
in de Maritza geworpen.
De heide moordenaars waren Boitcheff en
Novelitch, de commissatis van politie.
De ontdekking der kleediugstukken van het
slachtoffer in de woning van Novelitch en de
verhalen van Bogdan, die te veel gepraat had,
wekten de eeiste vermoedens en tegenover deze
bewijzen vond de commissaris het raadzaam
alles te bekennen.
Boitcheff bekent wel aan zijn vriend te
hebben opgedragen, juffrouw Simon te doen
verdwijnen, doch ontkent elke persoonlijke
na korten tijd, wat Caecile als ideaal zich gedacht
hadeen aardig, gemeubeld, met wingerd begroeid
landhuis met een kostehjken tuin, welks overoude
boomen het geheel in een warme, groen-gouden
schemering hulden.
Snel waren de zaken in Parijs afgewikkeld.
Ofschoon Caecile de Fransche hoofdstad nog niet
kende, had zij er toch, door bangheid vervuld, er
van afgezien daar langer te vei blijven, dan strikt
noodzakelijk was. Zij vQi langde naar de rust van
de veitrouwde, stille veiborgenheid.
Op de boulevards kon men te licht iemand ont
moeten, dien men onder de tegenwoordige om
standigheden liever wilde vermijden.
Van gewetenswroeging was bij Caecile even
weinig sprake als bij Roland. Nadat deze beiden
zich hier buiten in Saint-Mandé gelukkig hadden
genesteld, scheen de geheelo overige weteld voor
lien in het niet verzonken. Om aan het verzoek
van Caecile te voldoen, bad Roland zich bij den
eigenaar der villa voor een Hollander, met name
Venloo, uitgegeven Brieven hadden zij voorloopig
niet te verwachten, Zoo gingen hunne dagen
voorbij in een gelukkig nietsdoen nauwelijks namen
zij een Fransche courant of een boek ter hand.
liet weder bevorderde dit droomund bestaan.
Gansche vooi middagen zat men in den tuin onder
de ahornboomen of in de schaduw van de kastanjes,
waar dan Roland met de zelfgedraaide cigaret
tusschen de lippen, halfverstrcoid in de Figaro
las, terwijl Caecile een zwakke poging deed een
handwerk af te maken. Weldra echter wierp hij
dan het blad weg en liet zij haar borduurwerk in
den schoot vallen. Dan praatten zij en stoeiden
zij tot om een uur hot tweede ontbijt werd ge
bruikt.
deelname nan het schelmstuk. Novelitch en
Bogdan daarentegen houden vol, dat hij er bij
was.
In 't voorbijgaan heeft de commissaris van
politie zich nog voor een anderen moord te
verantwoorden, namelijk dien, welken hij pleegde
op een armen drommel, die toevallig vooi bij-
ging, toen de moord op Anna Simon gepleegd
werd en er dus getuige van was.
Tegen alle drie beschuldigden eischt de
piocureur-generaal de doodstraf.
Dinsdag werd te Saragossa een feestmaaltijd,
gehouden ter eere van den liberalen afgevaardigde
Moret.
Op dat diner vond graaf Romanos aanlei
ding in heftige termen liet ministerie Canovas
aan te vallen.
Daarop kwam een commissaris van politie,
die tegenwoordig was, tusschenbeide en maakte
zich zóo driftig, dat hij zijn revolver trok.
Onder den kreet: pLeve de vrijheid", ver
lieten daarop de genoodigden de zaai en trok
ken door de stad.
De ministerieels bladen keuren nu de woor
den van graaf Romanos ten sterkste af. Ilij had
het ministerie verweten te zijn een cabinet
d'affaires in den slechten zin \nn het woord
en beschuldigde het van imrnoreele praktijken
bij het afsluiten der leverantiecontracten voor
leger en vloot enz. Het ministerie voeide, vol
gens den spreker, het land tot een staatsbankroet.
Tevens wordt Moret verweten, dat hij be
dreigingen tegen de Regentes zou hebben ge
uit, maar Moret spreekt dit in de Correo beslist
tegen.
Aan het feestmaal werden in de opschudding
drie personen gewond.
O doux pays
Van Cuba wordt naar Parijs bericht, dat
kolonel Samora aan het hoofd van goed ge
wapende troepen en insurgenten de trocha van
Jucaro-Meron is overgetrokken.
«Gemengde 9Icdcdcclingcn.
De Engelsche telegrafisten hebben besloten
voorloopig de werkstaking uit te stellen, daar
er kans op bemiddeling bestaat.
De loc7c-oui in de machinevakken in Engeland
heeft zich nog uitgebreid, zoodat op dit oogen
blik in het geheel ongeveer dO.OOO man zonder
werk zijn.
De lïeichsanzaifjer schrijft, dat een tijdelijk
verbod van den invoer van graan, waaromtrent
het voorste! is gedaan door een aan den Rijks
kanselier gericht verzoek van den sBund der
Landwirthe", niet vereenigbaar zou zijn met de
handelsverdragen. Reeds daarom zou aan het
voorstel geen gevolg kunnen worden gegeven.
De koning en de koningin van Italië zullen,
Des namiddags ondernamen zij lange wandel
tochten in de bosschen in de nabijheid of verder
over de opene velden. Om zeven uur at men. De
avonduren werden weder in den tuin doorgebracht
tenzij Caecile wat zong of met Roland qual.ro mains
speelde. Dat was hun voornaamste afleiding, dat
gemeenschappelijk musiceeren, dat altoos eindigde
in schertsend meeningsverschil en verzoende om
armingen.
Eens op een namiddag keerden zij wat later dan
anders van een uitvluchtje terug. Zij hadden veld
bloemen geplukt en wilden juist naar de eetkamer
gaan, waar het diner gereed stond.
Beiden hadden een goeden eetlusten verlangden
aan tafel te gaan.
Bij het trappenhuis kwam de oude concierge, die
meteen tuinman was, vriendelijk groetend naar hun
toe en zeide: ïVoor een uur is hier een heer ge
weest, die naar monsieur en madame gevraagd heeft."
Caecile voelde, dat haar het bloed in de keel
bleef steken.
sEen heer vroeg Roland zoo kalm mogelijk.
Heeft hij geen naam opgegeven
»Neen," antwoordde de concierge, sHij heeft
alleen gezegd, dat hij in den loop der volgende
dagen zou terugkomen."
»Hoe zag hij er uit?" klonk het eigenaardig
gehaast uit Caecile's mond.
Roland wierp haar een ontevreden blik toe. Wat
zou de concierge wel denken, als zij zich zoo ont
hutst loonde
»Nu, hoe? Een slanke gestalte, reeds grijs, zestig
jaar ongeveer, misschien ouder
ïNu, dat zal zich wel ophelderen," zeide Roland
de trap opgaand.
Mevrouw Römhild aarzelde nog. Zij kon zich niet
gevolg gevende aan een uilnoodiging van keizer
Wilhelm, in September a. s. naar Homburg
komen om de keizermanoeuvres bij te wonen.
Koning Menelik van Abessinië heeft aan een
Fiansche maatschappij concessie gegeven voor
het aanleggen van alle spoorwegen in zijn rijk.
De Zuid-Afrikaansche pers, zelfs de imperia
listische bladen, toonen zich zeer onvoldaan
over het resultaat der parlementaire commissie
te Londen.
De Hollandsehe bladen verwijten Chamber
lain, dat hy zijn beloften aan president Kruger
en aan Ilofmeyr niet is nagekomen.
Zij noemen het onderzoek een bespotting;
het heeft den toestand gelaten zooals die was,
maar alleen het wantrouwen tegen zekere
partijen versterkt.
Te Hongkong is een polilie-schandaal ontdekt.
Voorname Engelsche politie-ambtenaren lieten
zicli betalen door geheime Chineesche speel
huizen.
De zaak wordt vervolgd.
De correspondent der Ind. Beige bericht aan
zijn blad, dat ondanks de vertraging ten ge
volge vsn de sluiting der parlementaire zitting,
president Mc. Kinley spoedig het annexatie-ver
drag van Hawaii zal onderteekenen.
De President heeft besloten inmiddels de
Amerikaansche vloot in de wateren van Hono
lulu te versterken, ten einde een staatsgreep van
Japansche zijde te verijdelen.
De Neio-Yorlc 11 er aid vraagt heel sarcastisch
of de brutaal gestelde nota over de robben
vangst we! vóór de afzending door Sherman is
gelezen.
Het krasse stuk zal in ieder geval geen casus
belli wordeu. Lord Salisbury schijnt er zich
weinig van aan te trekken.
Het nieuwe Kabinet.
Het schijnt een voldongen feit te zijn, dat
aan den heer Pierson de formatie van een nieuw
Kabinet is opgedragen. Officieel is dit echter
nog niet gebleken. De heer Pierson zou dan
premier zijn met de portefeuille van financiën.
Over de andere titularissen is nog vrij groote
onzekerheid. De AT. B. Ct. geeft thans het vol
gende lijstje:
Pierson, Kabinetsformeerder, financiën.
De Beaufort, buitenlandsche zaken.
Cort van der Linden, justitie.
Goeman Borgesius, bmnenlandsclie zaken.
Jansen, marine.
Eland, oorlog.
Lely, waterstaat.
De naam van den minister van koloniën in
het nieuwe Kabinet werd, zegt het blad, ons
niet medegedeeld.
Het is natuurlijk niet met eenige zekerheid
weerhouden er de vraag aan toe to voegen »Was
die meneer een Franschmnn
Hij sprak zeer goed Fransch," verklaarde de
concierge, tmaar ik geloof dat hij een buiten
lander was."
Caecile was bij deze laatste opmerking bijna
neergezonken.
Hare vingers omklemden krampachtig de trap
leuning slechts met de grootste moeite kon zij
den vooruitloopenden Roland volgen.
xdlij is het," stamelde zij toen zij de kamer
binnentrad. nMijn vermoeden, mijn onzalig ver
moeden
En luid steunend wierp zij zich op de sofa.
Ook Roiand, die de laatste woorden van den
concierge had gehoord, was daardoor vrij onaan
genaam aangedaan. Toch zocht hij zooveel mogelijk
door woorden do sidderende vrouw te kahneeren.
»Ik kan mij niet denken,zeide hij met ge
kunstelde kalmte sons spoor is menschelijker
wijze bij elke nasporing onvindbaar. Gebruik toch
je vetstand, Caecile! Er zijn toch nog tallooze
mogelijkheden misschien is het een heel gewoon
handelsreiziger of een levensverzekering-agent
wie zal het zeggen. Wij hebben ons op liet stad
huis nog niet opgegeven."
Caecile schudde krachtig het hoofd.
sNeen, neen ik voe! het duidelijk hij is hot
en geen ander? Hoe hij ons heeft gevonden, blijft
mij een raadsel, maar dat verandert niets aan bet
feit. Wij moeten weg, Roland Nog in deze mi
nuutHij wil je tot vei antwoording roepen, je
uitdagen Ik moet terug naar de oude, sombere
slavernij 1 Ach, dat zou mijn dood zijn I"
Zij stond daar bandenwringend.
(Slof volgt.)
n
t i'
Dj