51"e jaargang. Woensdag 11 Augustus 1897. N°. 9393. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. Kennisgeving. BUITENLAND. FEUILLETON^ DE SCHIPBREUKELINGEN. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. 1.05 franco per post, p. kwartaal. 1.30 Afzonderlijke nomtners- 0.02 BFREICBOTERSTRAAT fO, Tclephoon Tio. 123. Advertentieprijs: van 1—5 gewon o regels met inbe grip van ccne Conr&ntf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Burgemeester cv wethouders van Schiedam, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het kohier no. 1 der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienstjaar 1897/98, den 27sten Juli 1897 door den ge meenteraad vastgesteld en den 2den Augustus daar aanvolgende door heeren gedeputeerde staten dezer provincie goedgekeurd, aan den ontvanger der gemeente ter invordei ing is uitgereikt en in afschrift gedurende vijf maanden, te rekenen van heden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergeiegd. Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen aan slag op de bepaalde termijnen te voldoen, op straffe van vervolging volgens de wet. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den dOden Augustus 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VISSER, L.-B. De secretaris, VERNÈDE. Algemeen overzicht. Schiedam, 10 Augustus '97. De ontvangst, die den Duitschen Keizer in Rusland ten deel valt, is zóo schitterend, dat het moeilijk valt, zich een nog schitterender ontvangst voor te steüen van den president der Republiek. Trouwens, dat zal ook wel niet gebeuren. »Op hoog verlangen van Czaar Nicolaas", zoo deelen telegrammen uit Petersburg mede, zal het groote feest, dat door den Petersburg- schen gemeenteraad aan president Faure zou worden aangeboden, niet doorgaan, evenmin als het bezoek aan Moscou, Het geschenk der stad aan den president der Fransche republiek mag ook niet mooier zijn dan dat van keizer Wilhelm. Wat de Russische pers betreft, zoo enthou siast als eerst het bezoek van president Faure is besproken, zoo hartelijk is thans de wel komstgroet, die den Duitschen Keizer wordt toegebracht. Alle bladen zijn het daarover eeDS, dat de oude veeten vergeten zijn, en dat Duitschland per saldo altijd Rusland geholpen heeft, waar het den vrede gold. Neemt men nu in aanmerking, dat de censuur op de dagbladen aaD die betuigingen een offi- cieele wijding geeft, dat de benoeming van keizer Wilhelm tot Russisch admiraal niet zonder beteekenis kan geacht worden, dan is het alleszins begrijpelijk, dat de Franschen wel eenigszins op hun neus kijken en hun hart vasthouden, dat Nicolaas en Wilhelm samen uit wandelen zullen gaan, en Frankrijk ten slotte alleen mag thuis blijven. Door J. C. Biernatzki. 14) Hij zoude, zooals hij zich steeds verder voorover boog om met zijn dwalenden blik de diepte te meten, voorover gestort zijn, als niet Mander en Oswald, die in hem slechts den om het verlies van zijn scheepsgezellen treurenden man zagen, hem hadden vastgegrepen. Toen hoorde hij, hoe de predikant, zinspelende op de weigering van den kapitein om het hem toe vertrouwde schip te verlaten, veideHet is een zegen bij de trouw, als zij niet is in den tijd, doch in de eeuwigheid Dat woord ontnam hem zijn laatste kracht. Met gebroken hart, ais een stervende mompelde hij met gebroken stem»En een vloek bij de on trouw in tijd en eeuwigheid." Hij zou neergezonken zijn, als hij geen steun gevonden had aan den vlaggestok. De predikant moest hem er aan herinneren, de vlag in het graf te doen nederzinken. Krampachtig vatte hij die en liet hem naar beneden vallen. Daar stonden de drie lijkkisten; maar zooals te voren de diepte hem onpeilbaar scheen, zoo nader den ze thans tot vlak voor zijn oogen. De deksels werden geopend; toornig staarden de dooden hem aan. Ontzet zonk hij neer bewusteloos. Ook de toosten, waarvan wij den inhoud gisteren meedeelden, bezitten niet die korlafheid en zijn niet zoo koud van toou, ais de Fransche nijd wel zou wenschen. Treedt evenwel in, wat velen meenen, dat de toekomst zal brengen een Russisch-Duitsch- Fransch bondgenootschap, dat de wereldpolitiek zal beheerschen, dan heeft Frankrijk reden tot tevredenheid. En nu moge men bedenkelijk het hoofd schudden, het feit alleen, dat ernstige bladen, die zich waarlijk niet door een los gezegde laten vangen, deze mogelijkheid bespreken, is reeds voldoende om er de noodige aandacht aan te schenken. Ziehier wat de Eoln. Ztgschrijft Het ziju niet alleen de dilettanti in de staatkunde, die over de mogelijkheid hiervan spreken; en die combinatie zou ook heel goed kunnen tot stand komen, hoewel niet te ver wachten is, dat Fransche staatslieden openlijk het woord Revanche zullen durven schrappen uit hun program. Rusland heeft er geen belang bij, Frankrijk en Duitschland te verzoenen en de Czaar heeft bovendien volstrekt geen neiging de rol van bemiddelaar te spelen." Overigens is de opinie der Duitsche bladen over de ontvangst van Keizer Wilhelm in Rus land zeer uiteenloopend. De liberale pers is tevreden in zjjn oordeel; de conservelieve bladen zijn koel en bedacht zaam; de organen der agrariërs min of meer afkeurend. Van de Fransche bladen verdient vermelding de Temps, die een zorgvuldig geredigeerd hoofd artikel brengt, waarin het blad de ontstemming, die bij vele Franschen natuurlijk bestaat, tracht te verzachten. Ook de Engelsche bladen bespreken het be zoek van keizer Wilhelm, en de meeste zijn van meening, dat dit bezoek eenigermate den glans van het aanstaande bezoek van Faure verduistert. Da Standard raadt Frankrijk aan, meer toe nadering bij Engeland te zoeken. Wat de feesten zelf betreft, de Duitsche keizer en zijn gemalin begaven zich Zondagmiddag te 5% uur naar Krasnoje Selo. De Keizer inspec teerde bij aankomst de eere-compagnie, van het regiment Wiborg. Daarna reden de beide Keizers naar het kamp, gevolgd door een rijtuig waarin de Keizerinnen gezeten waren. Keizer Wilhelm begroette de troepen in de Russische taal. Nadat zij het kamp hadden doorgereden, begaven de Keizers zich naar de voor hen be stemde tent. Daarna begon de taptoe, die werd ingeleid door de uitvoering van den Sang an Aegir. Nadat de taptoe geëindigd was, werden ra ketten opgelaten en batterij-salvo's gelost. Des avonds hftd een familiediner plaats na afloop daarvan begaven de keizerlijke familiën zich met hun gevolg naar den schouwburg, HOOrDSTUK X. Maria's gedrag gedurende deze dagen was geheel de spiegel van haar rein hart. Zij vervulde hare huiselijke plichten met den zelfden ijver als vroeger. Wie haar niet, opgevroolijkt door de hoop op een schoone toekomst had gekend, kon niet ver moeden, welk een smart zij leed en welk een kracht zij noodig had om zich staande te houden. Overtuigd, dat do ziekte harcr moeder, haar gene/ing zou brengen, wijdde zij zich met groote zorgvuldigheid en opoffering harer moeder, zoodat al haar denken en zinnen daardoor in beslag werd genomen. Hulp van een dokter vond men op de Hallig niet, en die op het vasteland te zoeken ging boven de krachten der weduwe, ook al was zij niet overtuigd geweest dat rust, goede verpleging en enkele huis middeltjes voldoende waren om tpt genezing te geraken. Dominee Hold bezocht de zieke meermalen, en wanneer het gesprek soms op Godber's ontrouw kwam, dan viel haar Maria snel in de rede en zeide: ïLaat dat nu, moedor, ik kan u nu veel beter oppassen dan wanneer ik aan hem dacht." Sprak zij met den predikant alleen, dan straalde in hare woorden de smart wel door, doch steeds wist zij haar gevoel volkomen in bedwang te houden en in haar lot te berusten. Dominee Hold moest lachen, toen Maria hem bij een zijner bezoeken een paar toenmaals veelgelezen romans teruggaf met het verzoek, ze aan Oswald terug te brengen. Hij vernam nu, dat deze, misschien slechts om eenige afwisseling in de eenvoudigheid van hun leven te brengen, kennis had aangeknoopt waar Offenbach's Vie Parisienne werd opge voerd. De keizerlijke gasten werden met geest drift begroet. Gistermorgen werd de groote parade gehou den te Krasnoje Selo. Zij had een schitterend verloop, en een ontzaglijke menigte sloeg het prachtige schouwspel gade. Grootvorst Vladimir commandeerde de troe pen. Te halfelf kwamen H.H. M.M. aan. De beide Keizers reden langs het fi ont, waarna de troepen defileerden. De Czaar voerde het regi ment lijfgarden en ook het regiment-Preobas- hensky aan den Keizer voorbij. Deze riep den soldaten een Sdorowo AI oiodry (Ik groet u, mijn dappereo) toe. Keizer Wilhelm defileerde aan de spits van bet legiment-Wsborg voorbij den Czaar. Het grootsche schouwspel werd besloten met een défilé der garde en der Kozakken- artillerie. Na de parade gebruikten beide vorsten het ontbijt in de keizertent, waarna HH. MM. naar Peterhof terugkeerden, waar een familiediner plaats vond. Ook de Duitsche zeeofficieren worden zeer gefêteerd. Te hunner eer werd een schitterende receptie gegeven aan boord van den kruiser Rossyia. Naast het bezoek van keizer Wilhelm aan den czaar, wordt de dood van Canovas in alle bladen uitvoerig besproken. De Spaansche bladen, zoo liberale als conser vatieve, betreuren den dood van den ouden staatsman als een groot verlies voor het vader land, de conservatieven bovendien als een on- herstelbaren slag voor zijn partij. Van de Fransche bladen is merkwaardig, wat de Petite Répulligue schrijft. Het socialistische blad bespreekt eerst de verhalen, die de verbannen anarchisten hebben gedaan over de gruwelen, waaraan zij in de gevangenis te Montjuich zouden hebben bloot gestaan. Het blad neemt die verhalen voor waar aan, en protesteert dan tegen den moord, »die men in den naam der staatsmacht of uit wraak begaat," schoon het begrijpen kan, dat het vooi beeld van wreedheid van hoogerhand de booze hartstochten ontketent. De Radical gelooft, dat onder zijn partij- genoolen velen het niet over zich zullen kunnen verkrijgen, den moord op den tot beul geworden minister" te brandmerken. Het blad zelf is even wel verontwaardigd over dezen politieken moord. De gematigde bladen, zoo republikeinsche als legitimistische, veroordeelen den moord ten sterkste, de Gaulois acht den dood van Canovas, »den hersteller en het schild van monarchie en troon", een onherstelbaar verlies voor Spanje, dat noodlottige gevolgen kan hebben. In gelijke^ geesv sp» ';en ook andere bladen. Wat de feiten betreft, blijkt nader, dat de heer Caoovas op een bank zat, en doodolijk getroffen voorover ter aarde viel. met het meisje, en den eenen dag aan de moeder een fiesch wijn, den anderen aan de dochter wat lectuur bracht. »Ik kan," zeide zij, val even weinig uit zijn gesprekken als uit zijn boeken leerenik word er onaangenaam door aangedaan, want het is dezelfde taal, die Godber ook somwijlen in zijn brieven j gebruikte, en die er de schuld van draagt, dat hij zijn verloofde nu veracht." Om Mander te sparen wachtte de predikant eene gelegenheid af om de boeken aan Oswald zonder getuigen af te geven, terwijl hij daarbij zeide iMeen niet, dat ik deze boeken van het meisje heb afgenomen. Zij gaf ze mij uit zich zelve terug, omdat zij zoo iets niet verstaat." »Ik meende," stotterde Oswald verlegen, »dat dit uiterlijk zoo wel gevormde meisje, ook wat innerlijke vorming geen schade zou doen." sMaria's beschaving", antwoordde Hold, nis voor haar stand en beroep voldoende; en wat haar overigens nuttig ware te leeren, leert zij niet uit deze boeken. sJa, vergeef mij, als ik, als leidsman van Maria, spreek, zooals mijn hart mij ingeeft, wat gij van haar1 kunt leeren is veel meer en gewichtiger, dan datgene wat zij van al uwe kennis en boeken zal kunnen profiteeren." »Stel eens, zij kon beschaafder worden, wat zou zij daar dan nog mede gewonnen hebben. Ontevreden heid met haren toestand, verlangen naar een on bereikbaar leven, en wat nog erger is, opwekking van hartstochten, die haar hart thans niet kent. Verloren zou zijn, onherstelbaar verloren haar ge duld en hare gemoedsrust, verloren de kalmte, die een onbevlekt geweten en een kinderlijk geloof schenken." Zijn vrouw kwam toeloopen pn slingerde den dader den uitroep »Moordenaar 1" naarhet hoofd. Deze zou daarop hebben geantwoord: ïlk eerbiedig u, omdat ge een eerbiedwaardige vrouw zyt, maar ik heb mijn plicht gedaan en ben gerust. Ik heb mijn broeders van Montjuich gewroken". De moordenaar werd gegrepen door den advocaat Suarez. Hij is 26 jaar oud, Napolitaan van geboorte en behoort tot de ontwikkelde anarchisten. Hij was geruimen tijd redacteur van het te Barcelona verschijnend anarchistisch orgaan, de Cicncia Social. Of men met een complot te doen heeft, is nog niet gebleken. Een particulier bericht aan de Tomps zegt, dat hij van Londen naar Madrid is gekomen, en tegelijk met zijn slachtoffer te Santa Agueda aankwam. Daarentegen noemen zijn Londensche partij- genooten hem een ïsolilair", d. w. z. iemand die op eigen gelegenheid handelt. Eigenaardig coïncideert met den moord, dat denzelfden avond op een zgn. liefdadigheids voorstelling van anarchisten in het Theitre de la Iiépubüque te Parijs door een der redenaars de dood van Canovas werd geëischt. Intusschen heeft men in Spaansche regee- ringskringen reeds maatregelen genomen voor de legeeiingszaken. Generaal Azcarragu voert ad interim het presidentschap van den ministeraad. Maatregelen zijn reeds getroffen voor de be grafenis, die met de hoogste militaire eer zal plaats vinden. Heden zou het ljjk naar Madrid worden over gebracht. Groot is in Spanje de ontsteltenis, en talrijk zgn de betuigingen van sympathie. De liberale leider Sagasta seinde aan de regeering, dat hij zijn diensten ter beschikking van Land en Koning stelde. Ook de Regentes is zeer geschokt door den moord. Zij wilde terstond van San Sebastian naar Madrid terugkeeren. Op raad der ministers blijft het hof evenwel te San Sebastian. Men verwacht, dat Pidal, de voorzitter der Kamer, Canovas als minister-president zal op volgen. Of Sagasta Van hem was reeds voor eenigen tijd sprake. In de buitenlandsche en koloniale staatkunde zijn in ieder geval belangrijke veranderingen te wachten. Hoe het eigenlijk met de onderhandelingen te Konstantinopel is gesteld, weet niemand. Misschien weten de gezanten en Tewfik-paclia het zelf wel niet. Men zegt, dat de gezanten het protocol van den praeliminairen vrede hebben geteekend, en Hierna ging de predikant heen, Oswald eenig- zins ontstemd, maar toch niet onwelwillend achter latende. Hoofdstuk XI, Voor Godber waren die phantasieen, die hem onmachtig bij het graf ter aarde deden storten, het begin van een in die streken inheetnsche koorts, die twee dagen den zieke met groote hevig heid aangrijpt, en hem den derden dag rust geeft om zich op den volgenden koortsdag voor te bereiden. Idalia toonde thans al de heftigheid van haar karakter. Zij wierp zich aan zijn ziekbed neder en be dekte zijn ijskoude lippen met de gloeiendste kus sen. Hemel en aarde riep zij als getuigen aan, dat zij zonder hem niet kon leven, en zij deed zich de heftigste verwijten over haar gedrag tegen over hem. Mander zag mat verbazing, welke macht de liefde over zijne dochter hadhem was wel hare genegenheid voor den redder baars levens niet verborgen gebleven, maar hij meende toch, dat als door den tijd hare dankbaarheid maar wat minder wsrd, ook de verwijdering lusschen hen beiden de vluchtige opwelling wel zoude doen ver geten. Hij bad medelijden gehad met den jongeling, die hem niet ongevallig was, toen hij waarnam, hoe hij door Idaha's bekoring geboeid werd. Maar gewoon om zijn kinderen meer een deelnemend geleider op hun levensbaan te zijn dan een vader lijk opvoeder, had hij er zich voor in acht genomen de door deze genegenheid zoo gelukkige dochter door blootlegging van de ware verhouding te storen. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1