1897. N°. 9399. 1 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. e ii n i s g- e y i n g-. SCHOOLREISJES. FEUILLETON. DE SCHIPBREUKELINGEN. BUITENLAND. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BURE.lt: BOTERSTRAAT ?0, Telephoon 5io. 123. Advertentieprijs ran 15 gewone regels met inbe grip van cene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. De Burgemeester van Schiedam, brengt ter openbare kennis dat ter vervulling van een plaats in den Gemeente raad (jaar van aftreding 1901) in het Kiesdistrict I der Gemeente Schiedam op Vrijdag 20 dezervan des vooimiddags acht tot des namiddags vijf uur, een stemming zal worden gehouden over de volgende can- didaten BENDER. (J. O. en LOOPUYT. (P.; dat tot de stemming niemand wordt toegelaten, dan die volgens de Kiezerslijst bevoegd is tot de keuze mede te werken en in het bezit is van de bij art. 55 der kieswet vermelde kaart, bevattende eene oproe ping voor de herstemming dat aan den kiezer, die zijn kaart heeft venoren of wien geen kaart is toegezonden, op zijne aanvraag door of vanwege den burgemeester ter Gemeente secretarie eene kaart wordt uitgereikt, mits hij vol doende van zijne indentiteit doe blijken; dat art. '128 van liet wetboek van strafrecht luidt: Hij die, opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste een jaar en dat voor hoofden of bestuurders van fabrieken of werkplaatsen, ter Gemeente-Secretarie, tegen betaling van 'i'/j cent, verkrijgbaar zijn formulieren ter invul ling van de uren, waai op de personen, die onder hen arbeiden, gelegenheid kunnen vinden aan de stemming deel te nemen. Schiedam, den lGden AMgustus 1S97. De Burgemeester voornoemd DEN BREEMS L.-'B. Ingezonden Maandagmorgen halfacht was het eene zeer ongewone drukte aan het station te Schiedam. En geen wonder! 't Krioelde van kinderen, die gereed stonden om onder geleide van hunne onderwijzers een schoolreisje te gaan makeo. De leerlingen der 2e tusschenschool zouden Utrecht en omstreken gaan bezoeken, die der hoogste klassen van de 2e kostelooze school hadden de tentoonstelling te Dordrecht tot hun doel gesteld, 't Ongewone wekte de kinderen op en het heerlijke weer deed hen er vast op gaan, dat 16 Augustus een vreugdedag bij uit- nemeudheid zou worden. En waarlijk ze zijn niet teleurgesteld geworden, want er is volop genoten. Misschien is het voor velen in de stad niet onaangenaam eens te hooren, hoe de dag is doorgebracht, wat de Dordtsche reis betreft. Van bijeengespaard geld, ieder had 75 cent, moesten de meeste kosten bestreden worden. Om halfacht dan stonden ze op het perron de aankomst van trein 1 te wachten. Deze komt aan en in oogenblik had ieder zijne plaats Door J. C. Biernatzki, 20) Oswald liep driest vooruit en zong een liedje, doch toen de diepere plaatsen, die niet te door waden waren moesten omgoloopen worden, toen er holten kwamen, waarlangs men in allerlei wen dingen moest vooitloopen eer er een plaats ge vonden werd, smal genoeg om over te trekken, toen nu eens de eene dan weer de andere van de makkers voor een geruimen tijd in den nevel verdween, werd hij stiller en stiller. Toen hij een paar maal, hetzij onbezonnen voortijlend, of aar zelend terugblijvend, slechts na luid geroep, daar de nevel het geluid dempte, zich weder bij zijne gezellen Icon aansluiten, toen hij nu eens diep in het slijk inzinkend, dan weder door zijn angst misspringend, alle moeilijkheden van den tocht gewaar werd, toen begon het koude zweet op zijn voorhoofd te parelen, en zoodra hij een oogenblik stilstond, voelde hij zijne beenen van vrees beven. Zulk een stilhouden was meermalen noodig, zoo- we! om hunne uitgeputte kracht te herstellen als om zich van de goede richting te verzekeren. Welke omwegen echter werden in den dichten nevel gemaakt, die bij helder weder hadden kunnen vermeden worden. Misschien was de overgang over eene diepte slechts een paar voet verder rechts of links en een half uur werd zoek gebracht om dien te vinden, omdat men haar aan die zijde en kon men aan de vroolijke gezichten duidelijk zien, dat ze zich rnenschen gevoelden, die heel wat te beteekenen hadden. Aan het pi aten, opmerken en vragen kwam geen eind. -Men moet dan vak-onderwijzer zijn om uit dien chaos wijs te kunnen worden en ieder te ver tellen wat hij weten wil. Maar het ging, en rijdende werd de stemming hoe langer hoe vroolijker. Bij aankomst te Rotterdam daverde# de hoera's uit de verschillende compartimenten. De groote reis eindigde heiaas reeds bij het station Delftsche poort. Aan den inspecteur was aangevraagd tot de Beurs te mogen rijden, doch dit scheen op administratieve moeielijkheden af te stuiten, althans we mochten niet.'tSpeet ons zeer, waut waar het doel van de school reisjes m. i. behoort te zijn 1°. te lee^en, hoe de minste onder de broederen door zuinigheid ook in staat is, zich eens een pleizierigen dag te verschaffen; 2°. te laten zien, dat coöperatie zoo uitstekend isen 3°. den gezichtskring van het kind uit te breiden en de opmerkzaamheid te ontwikkelen; daar hadden we zoo gaarne over en door de stad gereden. Maar wat onmogelijk is mag niet geëischt worden, en daarom gedukï oefenenwie weet wat er een volgend jaar gebeurt. Van het station Delftsche poort wandelden wij naar het Oude Hoofd. De weg werd zooda nig genomen, dat eenige bezienswaardigheden gepasseerd werden. De Passage, het Ziekenhuis, liet standbeeld van G. K, van Hogendorp, het Museum Boymans, de Vischmarkt, de Luther- sche kerk met het koperen koepeldak, het Post- en Telegraafkantoor, de Viaduct, de Beurs, Plan C, Spiriola, de Spaansche Kade, de Wil lemsbrug, de Maasbrug, het Maasstation, de havens, enz. enz. waren zaken, die stof te over aanboden om gezellig te praten met de toe komstige groote rnenschen. We konden dien omweg maken, omdat eerst om 9 uur de hoot van de reederij Fop Smit en Co. vertrok, en omdat alle onderwijzers meegegaan waren voor geleide. Ieder had dus niet meer dan een 12-tai voor zijne rekening. Wat mij echter weer opnieuw opvie!wat zien kinderen van de lagere klassen der maatschappij toch oppervlakkig en wat is het brooduoodig ze te leeren zien. De meesten waren we! eens in Rotterdam geweest, eenigen slechts hadden nog nooit een spoorreisje gemaakt, velen had den die verschillende opgenoemde zaken wel eens zien staan, maar ze aandachtig gadegeslagen, dat had bijna niemand, 't Zal daarom zeker noodig zijn nog eens eenige uren in de school te besteden om over het waargenomene te spreken, wil het reisje ten minste doel tref fen. Dit is echter zeker, ze waren op het laatst verrukt en ze merkten zelfs niet, dat ze moe werden. Ongeveer kwart voor negenen waren we aan het «Oude Hoofd", en stapten we op de boot. Toen de kinderen een uitstekende plaats eerste klas hadden, hoorde men van de meesten dat vermoedde waar zij niet was en wanneer men dan eindelijk tot de overtuiging kwam, dat zij niet te vinden was waar men haar zocht, verliep er weder een ander half uur om bij de oude plek terug te komen. Ten laatste moesten de vier toehtgenooten el kaar vasthouden om niet door den grauwen wand, die tusschen hen reeds hij een afstand van een pas zich vei hief, te worden gescheiden. Slechts weinige door de omstandigheden ge boden woorden waren tot nu toe door hen ge sproken. Ieder ging stil, zich aan zijne treurige gedachten overgevend voortslechts Oswald ver brak nu en dan door zijn steunen en klagen de angstige stilte. Maar niet lang duurde liet; daar klonk uit aller mond naar welke zijde zullen wij ons thans wenden 7 De richting die tot nu toe deels door de op merkzaamheid op iedere wending, deels door de kennis der schippers van den loop tenminste van de grootste beddingen, misschien niet geheel ver loren was, werd nu volstrokt onzeker. De te maken wendingen en krommingen toch waren steeds in gewikkelder geworden door het heen-en weer gaan, het voor- en achteruit loopen. De spleten werden langzamerhand breeder en gingen over in talrijke waterkanalen. Van dit alles zagen de toehtgenooten zeor weinig, hoewel de nevel zich juist begon te verdoelen. Maar zij kenden het uur waarin hun doodvijand zijne heerschappij weder hernam op het gebied, hetwelk zij moedwillig hadden betieden. Zij merkten, dat ze door zijn verstrikkende netten waren omsloten, want waarheen zij zich wenden, volgde hij hen ze blij waren, dat ze zaten. De boterhammen of krentenbroodjes kwamen voor den dag, en het dejeuner viel in grage magen. De bel ging, de plank werd ingehaald, de touwen losge maakt en het watertochtje, de hoofdschotel van den dag, nam een aanvang. Ieder onderwijzer zat bij zijn groep en maakte de luidjes opmerk zaam op wat was waar te nemen. Tusschen het zingen van ,het eeue en het juichen van het tweede groepje, werden ver schillende zaken bij een derde ter sprake ge bracht. Rotterdam als koopstad, de groote werken en inrichtingen te Feijenoord, de inrichting van de boot, de zaimmarkt aan het Kralingsche veer, de loop van de Maas, eilandvorming, boeien en uog tal van andere dingen drongen zich als vanzelf op. Ge zult begrijpen, dat het halfelf was eer ze er aan dachten, en dat de verzuchtingizijn we nu al in Dordt", uit het diepst van het hart opwelde. Toen begon de wandeling door Dardt; langs Wijnstraat, Scheffersplein, Voorstraat, alle straten en pleinen met groen en bloemen ge tooid voor de komst der Koninginnen, naar het Park Merwestein aan den Vrieseweg, sedert 1885 als publiek wandelpark ingericht. De Hertenkamp, de fonteinen en de goudvisschen- vijver trokken het meest de aandacht, van den eigenaardigen aanleg, de keurige bloemen en planten werd nog niet veel gemerkt. Onder vriendelijk geleide van een politie-agent kwamen we aan den ingang van de tentoonstelling. Het plan de campagne wees aan: vóór het diner de tentoonstelling, na het diner Oud-Dordrecht. Ik zeg vóór en na het diner, en dat is zoo, want door de offervaardigheid van eenige goed- gezinden waren gelden bijeengekomen om aan de kinderen een warmen maaltijd te kunnen verschaffen. Namens de kinderen spreek ik hier een woord van hartelijker! dank. Indien men de gelukkige gezichten aan de gedekte tafels had gezieD, zeker zou men de meeste voldoening van zijn gift gesmaakt hebben. De kinderen begonnen met melk drinken en daarna ging men in 12-tallen verdeeld, de verschil lende groepen van de tentoonstelling bezien. Dit duurde tot ongeveer twee uur. Na een oogenblik van rust werd onze vroegere stadgenoot Tewe in zijn «hobbelende geit" met een bezoek vereerd, toen een wandeling over het terrein en daarna was het tijd den inwen- digen rnensch te versteiken. Daar de bediening niet al te vlug was, konden we eerst te ruim halfvijf naar Oud-Dordt. Al konden de kinderen het fijne van de zaak nog niet begrijpen, tocli hoorde men allerlei aardige opmerkingen en werd men gewaar, dat het indruk op hen maakte. Nog een half uurtje in den Dooiiiof, en de tijd was gekomen om langzamerhand naar boord te gaan. We gingen nu langs het station Dordt en kwamen op tijd op het plankier der stoombooien. De dorst werd gelescht in een politiewacht en om halfzeven stoomden we Rotterdamwaarts. Vroolijk en alles wel arriveerden we te 8 na en weldra spoelde hij overal om de voeten van den voortgejaagden buit. De vloed kwam op. Steeds kroop hij, zich verheffend en weder ne- derzinkend langzaam maar zeker vooruit, aldoor hooger stijgend en in gelijke mate de angst en de beklemming van do omdwa'enden doende rijzen, wier schreden wel haastiger maar ook onzekerder werden op den overstroomden bodem. Thans spoelde het water reeds om hunne voeten en in hot ruischen scheen hoonend met gruwzame vreugde te klinken gij ontgaat mij toch niet meer. Wat zouden nieuwe overleggingen, in welke richting zich men zou begeven, thans nog baten Had ook al door opmerkzaam op de beweging van den vloed te letten de goede richting kunnen uitgemaakt werden, men had thans voor zich bed dingen die tot onverkomelijke diepten geworden waren. Toch werd eene poging gewaagd om voorwaarts te dringen, maar even snel weder opgegeven, toen een van de schippers plotseling tot over de schou ders in een diepte wegzonk, waaruit hij slechts met de grootste moeite kon getrokken worden. Thans bleef hun niets anders over dan op de plaats te blijven waar men zich thans bevond en zich in algeheele hulpeloosheid aan de macht van den steeds hooger stijgenden Oceaan over te geven. Mijn arme, arme vrouw, dacht dominee Hold, en zijn geest was zoo geheel en al door deze ge dachte in beslag genomen, dat lnj onvatbaar was voor de beteekenis van het lot dat hem dreigde, in het diepe gevoel van de smart die haar zou treffen. In sombere overgave stonden de beide andere mannen daar zwijgend. uur in do eerste koopstad des lands, vanwaar de trein ons even over negenen in Schiedam bracht. Oudeis en belangstellenden wachtten ons daar; de kinderen gingen zeer dankbaar eri voldaan naar huis, en zullen we! spoedig in Morpheus' armen gedroomd hebben over al het nieuws en praeiitigs wat ze hadden waarge nomen. Algemeen oTcrticht. Schiedam, 17 Augustus '97. De Russische QrasJiclanin schrijft over het bezoek van keizer Wilhelm als volgt: «Naar de indrukken te oordeelen, die keizer Wilhelm hier door zijn persoonlijkheid heeft achtergelaten, moet erkend worden, dat zijn reis wel iets meer was dan een bloot bezoek. «Het was een wisseling van politieke beschou wingen over den toestand van Europa, cn deze reis gaf den Keizer de gelegenheid, de sym pathie der Russische kringen te verwerven; deze wenseh werd met volkomen succes be kroond. »De indruk was ernstig; hij geeft iederen Rus de overtuiging, dat, wanneer ook de keizer van Rusland dien moge noodig hebben, hij steeds in zijn machtigen buur een trouwen vriend zal vinden. »In de internationale politiek heeft zulk een indruk zekere waarde, en hoe groote geestdrift ook twee weken later ter eere der franco- russische sympathieën moge getoond worden, de duurzaamheid van den sympathieken indruk, dien de Duitsche keizer heeft ingeboezemd, zal er niet door uitgewischt of zelfs verzwakt worden." De eerste berichten over het duei tusschen prins Henri van Orleans en den graaf van Turijn blijken we! wat overdreven te zijn. Niet wat de hevigheid van den strijd betreft; integendeel, er is met sfurie" gevochten. Maar de aard der verwondingen, die de neef van honing Umberto prins Henri heeft weten toe te brengen, is niet zoo ernstig, als aanvankelijk gemeend werd. De prins is dan ook niet in den eigenlijken zin naar het paleis van den hertog van Char- tres vervoerd. Na verbonden te zijn, is hij naar zijn rijtuig geloopen en vervolgens weggereden. De buikwond is vrij diep; een halve centi meter dieper en de ingewanden zouden ge raakt zijn. Nu evenwel is de wonde wel ernstig, maar niet zorgwekkend. In tegenstelling met andere sensationeele Pa rij pc he tweegevechten, was de plaats en de tijd der ontmoeting streng geheim gebleven. Toen hij verbonden was, stak prins Henri den graaf van Turijn de hand toe, met de woorden In zijn gedwongen werkeloosheid verloor Oswald alle macht om zijn doodsangst te overmeesteren of achter schijnbare kalmte te verbergen. Zoo lang er nog pogingen werden aangewend tot redding, was hij bij ieder aanvankelijk goeden uitslag vol hoop, en de bezwaren van hunnen tocht deden hem van tijd tot tijd vergeten dat zij op den weg waren, die hen misschien steeds vaster als offeis van de zee omkluisterde. Maar stil te staan, met rondom zich heen de Oceaanwoestijn, in iederen golfslag eenen nieuwen bode des doods opmerkend, waarmede de vijand zeker van zijne buit hoonend zijn slachtoffer begroette, een dood strijd te voeren, die zonder ophouden de eene droppel na de andere uit den beker der hoop weg deed vallen, dezen langzaam aansluipenden dood van second^ tot seconde in zijne gangen na te gaan en al verder en verder te voelen naderen, dat was meer dan Oswald vermocht te dragen. In den beginne spoorde hij zijne gezellen harts tochtelijk aan toch nog een middel tot redding te beproeven toen hij eidelijk aan hunne herhaalde verzekeringen moest gelooven, dat alles beproefd was, wat beproefd kon worden, en dat nog slechts als laatste hoop overbleef de mogelijkheid, dat de nevel zich nog meer zou vei doelen en dat het misschien, bij nabijheid van het land mogelijk zou zijn eene boot aan te roepen, toen schreeuwde hij, in langer aarzelen een zekeren dood zien, zoo gillend, dat het aan dezen door het hart snijdenden kreet te merken was, dat slechts de voischrikkelijkste doodangst hom bovennatuurlijk kracht had gegeven. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1