51"" jaargang.
Dinsdag 24 Augustus 1897.
N°. 9404.
uitgeverTITT c. roelants.
FEUILLETOISr.
DE SCHIPBREUKELINGEN.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
KENNISGEVING.
BUITENLAND,
GOURA
Abonnementsprijs toot Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommerso.02
BUREAUBOTERSTRAAT 70, Telephoon Ho. 12$.
Adteetestihpeijs: van 15 gewone regels met inbe
grip van eene Conrantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Oproeping In rrerkclijken dienst wan
de lotellngcn der lichting 1897, In
gelijfd hij de bereden korpsen.
De burgemeester van Schiedam,
Gelet op de Circulaire van den Heer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den
12den Augustus 1.1., A. No. 2154, (2de Afd.) Provin
ciaal-Blad No. 45,
brengt bij deze ter kennis van de lotelingen der
Nationale Militie die voor de lichting van 1897, bij
de bereden korpsen zijn ingedeeld, en na hunne inlij
ving tot nadere oproeping met verlof zijn gezonden
dat zij onder de wapenen moeten komen op Vrijdag
den Isten October e.k.. en verwittigt hen, dat zij zich,
voorzien van hunne verlofpassen, op het bepaalde
tijdstip bij hunne korpsen moeten bevinden dat zij
zich echter vooraf ter Gemeente-Secretarie moeten ver
voegen zoowel tot het afteekenen van den verlofpas,
als tot het ontvangen van de passage-biljetten voor
zoover zij daarop recht hebben en van het hun toe
komend daggelddat zij, die in gebreke blijven op
den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij
hunne latere opkomst zooveel langer in dienst worden
gehouden en, wanneer zij aan de oproeping niet vol
doen, als deserteur zullen worden aangemerkt en be
handeld; dat zij, die wegens ziekte of gebreken aan
de .oproeping niet kunnen voldoen, daarvan moeten
doen blijken door eene ter Gemeente-Secretarie over
te leggen geneeskundige verklaring, zullende zij voorts
verplicht zijn, zich, na hun herstel onverwijld bij
hunne korpsen te vervoegen.
En dat, na deze openbare kennisgeving, de betrok
ken miliciens geacht worden van hunne verplichting
kennis te dragen, waardoor zij gehouden zijn, zonder
verdere oproeping, aan de voorschreven opkomst te
voldoen en derhalve later geene onwetendheid ten
deze zullen kunnen voorwenden.
Schiedam, den 23sten Augustus 1897.
Be burgemeester voornoemd
VERSTEEG.
Algemeen ovcrxlcht.
Schiedam, 23 Augustus '97.
In de reis van president Faure naar Rusland
heeft een schrijver in de Figaro aanleiding
gevonden tot een bespiegelende beschouwing,
die onder den titel »0p dek" uitdrukking geeft
aan de gedachten, die bij een verstandigen
Franschman moeten opkomen, wanneer hij,
ontrukt aan den strijd der partijen, onder den
invioed komt der vreedzame kalmte op zee.
't Is een hoogst merkwaardig artikel, merk
waardig vooral, omdat hierin voor het eerst in
een invloedrijk orgaan der pers meeningen
worden neergeschreven, die wel hier en daar
reeds flauwtjes zijn uitgesproken, maar waarvan
nooit die kracht kon uitgaan, die het boulevard
blad doet gelden.
Door J. C, Biernatzki,
25)
Godber moest van schaamte en toorn blozen.
Alzoo een spel durfde zij het noemen wat hem de
arme Maria en zijn levensgeluk had ontroofd 1 Hij
beet zich op de lippen en bleef daar een tijdlang
staan, niet wetend of hij in woede zou uitbarsten
of zich zeiven zou intoomen.'
Idalia werd steeds onrustiger hoe langer zijn
zwijgen duurde. Zij wilde al haar trots verzamelen
en zich van hem afwenden, maar een gevoel van
onrecht en vrees voor den zoo diep gekrenkten
jongeling kwam bij baar boven en op vleienden
toon zeide zij
sWelk een feestdag zal het voor mij zijn, wan
neer je mij eenmaal in Hamburg bezoekt! Dan
zullen wij weer praten van oude tijden en je zult
zien hoe trouw mijn geheugen ook de onbeteeke-
nendste omstandigheden van ons verblijf te zamen
op dit eiland zal hebben bewaard."
Godber had aan deze laatste woorden geen aan
dacht geschonken; de toornige opwelling zijner ziel
ging plotseling over in eene weemoedige bui, die
zijne oogen met tranen vulden. De spanning zijner
trekken verdween en maakte plaats voor eene
kalmte, waarvoor Idalia schier nog meer beangst
werd dan voor de uitbarsting van zijn toorn, daar
zij thans eene roerende scène vreesde, die zij tot
eiken prijs wilde vermijden, omdat die toch tot
niets kon leiden en omdat zij bij de diepe aan-
De schrijver dan bespreekt de politieke ver
houdingen van Europa, en ziet in de toekomst
een volkomen verandering der statengroepee-
ringen.
De Russisch-Fransche vriendschap bepaalt
zich tot een eventueele waarborg tegen een
onverwachten en ongerechtvaardigden aanval van
Duitschland, dat daaraan evenwel niet denkt
en er ook geen voordeel bij zou hebben.
Rusland, dat van de gunstige gelegenheid
in den jongsten oorlog geen gebruik heeft ge
maakt, om de Slaven en Grieksch-katholieken
in het Oosten te beschermen, zal zeker niet
met Frankrijk den revanche-oorlog voeren.
De schrijver meent dan ook, dat, waar een
geweldig tweegevecht tusschen Duitschland,
dat dëbouehé's voor zijn industrie zoekt, en
Engeland dreigt, het Frankrijk's voordeel, dus
nationale plicht is, aansluiting te zoeken bij
Duitschland.
En Elzas-Lotharingen dan
sGeen berusting", zegt de schrijver, skan
van ons worden geëischt, want zij is onmo
gelijk. De hoop staat niet in de verdragen en
kan daaruit niet worden geschrapt. Ja, meer
nog. De neutraliseering der verloren provinciën,
het scheppen van een bufferstaat, die met Zwit
serland en België een neutrale zone uitmaakt,
zou ook voor Duitschland zelf eens een nood
zakelijkheid kunnen worden.
»In ieder geval zijn de daden eener generatie
niet bindend voor de volgende. Onze zonen
mogen eens van Wilhelm U's zonen Elzas-
Lotharingen terugverlangen in den vorm, die
dan het geschikst lijkt. Ons groote ongeluk,
dat op de buitenlandsche politiek drukt en een
terugslag oefent op de binnenlandsche, bestaat
hierin, dat wjj allen schijnen te leven voor de
gedachte aan spoedige srevanche", aan een
oorlog, dien wij voeren kunnen noch willen."
De Kóln. Ztg, noemt dit merkwaardige stuk,
dat ongetwijfeld de gedachte van vele Franschen
vertolkt, een ballon d'essai.
De Afrikaansche quaestie schijnt in Italië
eindelijk opgelost te zijn.
Mag men de Italia gelooven, dan zou de
ministerraad het eens zijn geworden om de
grens aan te nemen, die Koning Menelik van
Abessinië tusschen zijn rijk en Erythraea heeft
voorgesteld.
Tevens zou men Erythraea willen herscheppen
in een civiele kolonie. Niet langer zal dus een
generaal het gouverneur-generaalschap waar
nemen.
Daarin kan de Negus natuurlijk slechts een
nieuw bewijs zien van de absolute oprechtheid
der vredelievende bedoelingen van zijn voor-
maligen tegenstander.
Om de herstelling der goede betrekkingen
nog te bezegelen, zou bovendien Italië een
diplomatiek vertegenwoordiger benoemen bij het
hof van koning Menelik.
Dit zijn de besluiten, die de ministerraad
doening van Godber voelde, dat zij haar hart nog
niet zoo geheel en al meester was als zij had
gedacht.
Doch Godber bezon zich, dat alles zoo moest
worden, dat hij zelf deze beslissing had gewenscht,
ja dat zij er reeds lang geweest was en dat slechts
het woord had ontbroken.
Hij wendde zich snel om en ijlde weg zonder
een blik van afscheid op Idalia te werpen.
Deze had gaarne eene vriendelijker scheiding
gewenscht; zij verkeerde een ooganblik in het
onzekere of zij hem niet zou volgen en een paar
hartelijker woorden met hem zou spreken; maar
eer zij tot een besluit gekomen was, was hij reeds
verdwenen.
Godber ijlde de werst af en weldra dobberde
zijn boot eenzaam met hem op de golven. Eerst
na het vertrek van de vreemdelingen keerde hij
weder terug op de Hallig.
Ook wij kunnen hier van Idalia afscheid nemen
terwijl wij een vluchtigen blik op haar toekomst
werpen. Had zij hare neiging voor Godber tot
werkelijke vrouwelijke liefde weten te verheffen, zij
zoude wellicht zelfs zijn onwil om zijn geboortegrond
ontrouw te worden, hebben overwonnen, en hij
had aan hare zijde wel vergeten hoe duur hij zijn
geluk had gekocht. Daar zij echter zulk een opoffe
ring niet had kunnen brengen, mocht zij daar wel
verwachten ooit weder een hart te vinden, dat
slechts in hare liefde eiken hartstocht bevredigd zag
Weldra verkeerde zij in Hamburg weder in alle
kringen waarin zij vroeger geleefd had, en huwde
ten laatste eenen man, wiens vermogen en geaard
heid haar veroorloofde ook als echtgenoote in die
dingen te schitteren, welke wel den tijd vullen
maar het hart niet bevredigen.
heeft aangenomen en die nog slechts de signa
tuur van koning Humbert behoeven, om van
kracht te zijn.
Van afstand van de hoogvlakte van Asmara
is geen sprake.
Moge hiermede nu het Afrikaansche avon
tuur, met zijn dioevigen nasleep van processen
en vorstelijke duels, voor altijd tot de geschie
denis behooren.
Met nieuwen moed kan Italië dan gaan
arbeiden aan zijn zoo hoog noodige oecono-
mische ontwikkeling.
Graat Badeni heeft, inziende, dat een zoo
moeilijke quaestie als die der Boheemsche
talen niet eenvoudig door ministerieele be
sluiten is op te lossen, op aandringen van
keizer Frans Jozof zelf blijkbaar, besloten de
verschillende partijen te raadplegen over de
wijze, waarop men uit den wanhopigen toestand
zal kunnen geraken.
Een conferentie is bijeengeroepen om te be
raadslagen over een stel wetsontwerpen, die
vervolgens aan den Boheemschen Landdag
zullen worden voorgelegd.
Het is interessant den uitslag dezer confe
rentie na te gaan, en te zien of zij zal leiden
tot een pacificatie.
Voorloopig is de uitnoodiging tot deze bijeen
komst zeer verschillend opgenomen.
De hoofden van den feudalen Tsechischen en
van den constitutioneelen Duitschen adel, graaf
Bunoy en graaf Oswald Thun, hebben de uit
noodiging aangenomen; evenzeer dr. Herold, de
leider der Tsechische club in het Parlement.
Deze laatste heeft te gelijk vijf zijner collega's
aangewezen om de conferentie mede bij te
wonen.
Wat de Duitschers betreft, heeft dr. Schle-
singer de drie groepen zijner partij bijeenge
roepen tot een algemeene vergadering op heden.
De stemming der Duitschers is niet gunstig
jegens Badeni's poging tot verzoening.
De organen dezer partij te Weenen laten
dienaangaande geen twijfel over. Zij dringen
aan op handhaving van het eens genomen
besluit, nl. iedere onderhandeling af te wijzen
zoolang de taal verordeningen niet zijn inge
trokken.
Mochten de Duitschers bij dit standpunt vol
harden en van een partij, die een hardnek
kige oppositie quand même voert tegen den hun
antipathieken graaf Badeni, is dit te verwach
ten dan is het ergste te vreezen.
Of de regeering zal dan gebruik maken van
art. 14 der grondwet en zonder het Parlement
het bewind voeren, of wel het zal zich even
als indertijd graaf Taafie deed in de armen
werpen van de Polen, de Tsechen, de Slovenen
en de feudale en clericale Duitschers, tenzij
keizer Frans Jozef vóór dien tijd zich ontdoet
van een raadsman, die een gevaar oplevert
voor land en kroon.
Hoofdstuk XVIII.
De dag voor het vertrek der vreemdelingen be
stemd, kwam.
De afrekening voor de berging was reeds eenige
dagen te voren tot algemeene tevredenheid beëin
digd, en Mander en Oswald namen van de Ilallig-
bewoners door bezoeken in elke woning afscheid
en werden overal als gewaardeerde vrienden, die
men niet mag hopen weder te zien, met de meeste
hartelijkheid ontvangen, en er werd afscheid van
hen genomen, in geen enkele woning geheel zon
der tranen voor iederen den huisgenooten bewezen
dienst.
Het hartelijkst was het afscheid van dominee
Holdeenige gaven, welke de vertrekkenden den
predikant en zijne echtgenoote uit vriendschap en
dankbaarheid aanboden, werden gaarne aanvaard;
en de moeite waarmede de bezorging van deze
geschenken van verre gepaard moest gaan, waren
een bewijs te meer, dat zij bewijzen zouden zijn
van een vriendschap, die langer zou duren dan
hun verblijf op de Hallig. Slechts tegen een
groot vat met wijn, dat op zijn erf werd neder
gezet, protesteerde de predikant, daar hij het
gebruik van dezen drank zich reeds lang had
ontwend; maar hij moest ook hierin toegeven,
toen Mander beloofde zoodra mogelijk flssschen
te zullen sturen en hem er op opmerkzaam
maakte, dat, zoo hij ook zelve er geen genot
van wilde hebben, toch de zieken en zwakken in
de gemeente een zoodanige hartsterking ten goede
zou komen.
Wie had bij dit heen en weer praten kunnen
denken, dat het leven van verscheiden menschen
er. de gezondheid van de gansche gemeente groo-
De minister-president van Bulgarije heeft de
wijste partij gekozen en het incident met Oos-
tenrijk-Hongarije uit de wereld geholpen.
Nadat eerst de vroegere particuliere secre
taris van Vorst Ferdinand, dr. Stanciof, later
diplomatiek agent te Weenen, thans te St. Peters
burg, van Rustschuk naar de oude keizerstad was
gereisd om daar de besprekingen in teleiden, heeft
de tegenwoordige diplomatieke vertegenwoordi
ger van Bulgarije te Weenen zich naar het minis
terie van buitenlandsche zaken aldaar begeven, om
er de verklaring af te leggen, dat het interview
met den heer Stoïloff ïn den Lolcal-Anzeujer
onjuist was weergegeven, dat hij nooit de be
doeling had gehad Oostenrijk-Hongai ijeof keizer
Frans Jozef te beleedigen, en dat de heer Stoilofï
bijgevolg een publicatie, die niet aan zijn ge
voelens beantwoordde, levendig betreurde.
Deze verklaring werd daarom zoo laat afge
legd, omdat de Bulgaarsche minister-president,
met het oog op de belangrijkheid der zaak, zijn
antwoord had willen uitstellen tot na zijn terug
keer te Sofia.
Alles zal nu xvel weer in orde komen, en de
Oostenrijksche diplomatieke agent te Sofia kan
naar zijn post terugkeeren.
Intusschen heeft de tweede onvoorzichtige
uitlating van Stoïloff in een gesprek met een
Hongaarschen journalist, nl. dat Bulgarije door
aansluiting bij Turkije kracht zoekt in geval
van een conflict met Servië en Rumenië, te
Bukarest een hoogst ongunstigen indruk ge
maakt.
De heer Stoïloff' heeft dus nog eenige sver-
klaringen" af te leggen om ook hier de goede
verstandhouding weer te herstellen.
(De vredesonderhandelingen staan nog altijd
op het doode punt.
Engeland blijft eischen, dat Thessalië ontruimd
worde vóór de betaling der oorlogsschatting, en
in deze meening vindt lord Salisbury's regeering
steun bij de publieke opinie in het Britsche rijk.
De Times o. a. verdedigt dezen eisch der
Engelsche regeering, eu wijst er op, dat het
doel van het Europeesch Concert juist is de
handhaving van den status quo op het Balkan
schiereiland.
Terwijl men het nu over alle andere punten
eens is, schijnt het niet onmogelijk, dat voor
loopig de praeliminairen zullen worden ge-
teekend, door Engeland natuurlijk onder voor
behoud wat betreft het artikel over de ontruiming
van Thessalië.
Dat Griekenland in staat zou worden gesteld
om den eersten termijn der oorlogsvergoeding
te betalen, blijkt onjuist te zijn.
Integendeel, iedere hoop daarop is door de
Grieksche regeering opgegeven.
Te Konstantinopel gaat men-intusschen voort
met het arresteeren van Armeniërs naar aan
leiding der laatste dynamiet-aanslagen.
Ook heeft de politie nog eenige bommen ten
huize van Armeniërs gevonden.
tendeels alleen van het aannemen van dit geschenk
zou afhangen?
Oswald scheidde van Maria niot zonder grootere
hartelijkheid nog dan hij van de overige bewoners
der Hallig afscheid had genomen, en Mander depo
neerde voor haar en Godber, op wiens spoedige
vereeniging met Maria hij met den predikant ten
hartelijkste hoopte, een som gelds bij dominee
Hold, terwijl hij zich voor het geven van een jaar-
lijksche toelage schriftelijk verbond. Ook de ver
lovingsring van Godber, welken Maria hem op zijn
ziekbed van den vinger had genomen, had Idalia
haren vader teruggegeven om die aan Maria te
overhandigen. Mander gaf haar aan den predikant,
opdat deze eene passende gelegenheid voor de terug
gave zoude afwachten.
Aan het strand vonden de vertrekkenden de
gansche gemeente verzameld nog eenmaal drukten
zij ieder de hand tot een hartelijk afscheid en
vaarwel, en met tranen in de oogen bestegen
Mander en Oswald het schip. Meer dan eens keek
Idalia smartelijk aangedaan naar het weldra in
een lichten nevel verdwijnende eiland; gaarne had
zij het schip doen stilstaan, niet om de Hallig
woder te betreden maar om die in het oog te
houden. Al hare gedachten en gevoelens waren
onbestemd en zij kon deze even zoo weinig op de
toekomst richten als in het verleden doen terug
gaan. Zij had het voor een weldaad voor haar bart
gehouden, wanneer het schip, dat haar onophoude
lijk verder wegdroeg, door de ebbe achterhaald,
stil ware blijven staan tusschen de beide oevers,
gelijk zij zelve in eene ledige ruimte tusschen den
tijdsstroom van het verleden en dien van de toe
komst scheen te staan.
Wordt vervolgd.)