BINNENLAND. Colonne van Kota Radja uitgerukt tot het verdrijven van benden uit bet terrein tusscben TjotMantjang, Kroeng Raja, Lam Toba en Selimoen. Zij wordt gesteund door eene colonne van Tjot Mantjang die over bet oostelijk ge bergte naar Lam Toba en door eene colonne van Gleieng die benoorden Selimoen gaat. In een gevecht met eene bende in het bergterreïn, zuide lijk van Indrapoeri werden de aan voerder en vier man der bende dood geschoten. Staten-Generaal. Uit de Staatscourant. STADSNIEUWS. oogst -van dit jaar betaald te krijgen in zilveren dollars, die zooveel waard zijn als een halve gouden. Intusschen is men te Parijs zeer opgewonden over de hooge broodprijzen. En niet zonder reden De Parijsche bevolking verbruikt per dag een millioen kilogram brood. Gaat dus de prijs van het brood 5 centimes per kilogram om hoog, dan moet de armere bevolking het luxebrood blijft op denzelfden hoogen prijs dageiijks 50,000 tranes meer betalen. Thans is de opslag reeds niet minder dan 10 cen times, zoodat 100,000 francs per dag, 700,000 francs per week uit de niet gevulde beurzen moet betaald worden. Dit is zeker een druk kende uitgave. Gemengde Mededeelingen. De rechter van instructie in de Panama zaak heeft zijn voorloopig onderzoek geëindigd. Heden zal hij het resultaat zijner instructie mededeelen aan de Kamer van inbeschuldiging stelling, waarvoor negen aangeklaagden zullen verschijnen. Bij hernieuwd onderzoek te Duinkerken naar het gebeurde met de Bruix is gebleken, dat een gebrek aan den zuigerstang de oorzaak van het ongeval is geweest. Uit Barcelona wordt bericht dat te Garcia weer eenige dynamietbommen zijn gevonden. De verzoeningsconferentie, die op uitnoodi- ging van graaf üadem te Weenen zou plaats vinden, zal wel niet doorgaan. De Duitsche afgevaardigden hebben te Praag vergaderd en besloten aan Badeni's uitnoodiging geen gevolg te geven. Nu zullen ook de hoofden van de partij der Duitsche grootgrondbezitters, naar zij Badeni hebben verwittigd, geen deel nemen aan de beraadslagingen. Aan de Afghaansche grens wordt de toestand ernstiger. De Afridi's hebben fort Maude genomen en verbrand. De bezetting trok zich terug. Ook Ali-Masjid schijnt door de opstandelin gen genomen te zijn. De sepoy's zijn, naar uit Peshawer wordt bericht, bij dat fort door de Afridt's aangevallen, die driehonderd man doo- den en vele geweren buitmaakten. De Emir van Afghanistan wijst alle verant woordelijkheid van zich en zegt in zijn eigen land veel last te hebben van dweepende priesters. De Afrikaander-partij in de Kaapkolonie maakt front tegen den eersten minister. Dit blijkt uit den steun, dien Hofmeyr heeft toegezegd aan de candidatuur van een Afri kaander voor den zetel in het Kaapsche Parle ment, die thans door den minister van landbouw Faure wordt ingenomen. Een ander Afrikaander, Lockner, heeft ontslag genomen als lid van den wetgevenden raad, naar aanleiding van Rhodes' rehabilitatie en de eigenmachtige aanbieding van een pantserschip aan Engeland door sir J. Gordon Sprigg. Atfch. Aan het departement van koloniën is heden het volgende telegram ontvangen van den gou verneur-generaal Herstemming Tweede Kamer. {Officieel.) AMSTERDAM VI. De uitslag der herstem ming voor een lid der Tweede Kamer tusschen de heeren VV. J. Geertsema (lib.) en mr. Th. Heemskerk (antir.) is als volgt: Gekozen de heer W. J. Geertsema met 1225 stemmen. Gisteren waren volgens den ofïicieusen uit slag op den heer Geertsema uitgebracht 1226 stemmen. Heden is door het hoofdbureau ééne stem, op den heer Geertsema uitgebracht, van onwaarde verklaard, zoodat hij evenals de heer Heemskerk 1225 stemmen verkreeg. De heer Geertsema werd echter als oudste in jaren ge kozen verklaard. Bij de verkiezing op 17 Aug. werden uitge bracht op de heerenW. J. Geertsema 77-4, mr. Th. Heemskerk 844, Gerritsen (rad.) 679, Van Houten (lib.) 16 en Van Hasselt (Chr.- Hist.) 51 stemmen. ENSCHEDE. De herstemming tusschen de heeren J. H. ter Veer (kath.) en H. H. van Kol (soc.-dem.) had tot uitslag: Gekozen de heer H. H. van Kol met 4333 stemmen. De heer Ter Veer verkreeg 3877 stemmen. By de verkiezing op 17 Aug. werden uit gebracht op de heeren J. H. ter Veer 3238, H. H. van Kol 2589, Jannink (lib.) 1653, Six (Chr.-IIist.) 199 en Van Vliet (antir.) 256 stemmen. Voogdij der Koningin. De Raad van Voogdij, welke volgens de wet van 1888 H. M. de Koningin-Regentes als Moeder-Voogdes van Koningin "Wilhelmina ter zijde staat, is thans weder bijna voltallig ge worden door het zitting nemen van mr. Coninck Liefting, die wijlen mr. J. G. Kist als president van den Hoogen Raad is opgevolgd. vo!gens de genoemde voogdij-wet bestaat de Raad "an Voogdij uit 4 leden door den Koning te benoemen, en uit 5 hooge staatsambtenaren, nl. den vice-president van den Raad van Staie, (thans jhr. Schorer), het oudst-benoemd lid van den Raad van State (mr. Heydenrijck), den voorzitter van de Alg. Rekenkamer (baron Six van Oterleek), den president en den procureur- generaal bij den Hoogen Raad (thans mrs. Coninck Lietting en Polis). Van de vier door koning Willem III be noemde leden zijn nog in functie de heeren baron ran Goltstein van Oudenaller (gezant te Londen), jhr. mr. J. Roëll (oud-minister van buit. zaken) en baron Van Brieneu van de Lindt. De vierde, baron Schimmelpenninck van der Oye, oud-voorzitter der Eerste Kamer, is over leden. Zijn plaats is niet vervuld, daar de voogdijwet bepaalt dat indien een der door den koning benoemden mocht uitvallen, geen aan vulling noodig is, zoolang het getal dier leden niet minder dan twee bedraagt. In geval van aanvulling iijdens de voogdij, moet de benoe ming door een wet geschieden. Die aanvulling is tot dusver echter niet noodig geacht en zal ook wel niet meer plaats vinden. De voogdij over H. M. de Koningin eindigt immers in het volgend jaar, als H. M. de grondwettige meerderjarigheid (18 jaar) zal hebben bereikt. Armenwet. Ons bericht, dat de minister van binnen- landsche zaken allereerst de herziening dei- Armenwet ter hand zou willen nemen en daar voor een Staatscommissie in het leven zal wor den geroepen, wordt door Het Vad. in twijfel getrokken. Van een voornemen om zulk een commissie tot dit doel in te stellen, zou ter plaatse waar men liet weten moet, niets be kend zijn. {II.) De Minister van Oorlog brengt, tengevolge op zijne aankondiging in de Nederl. Staatscou rant van Zondag 22 en Maandag 23 Aug. 1897, no. 196, ter kennis van belanghebbenden, dat tegen '16 Sept. e.k. alsnog voor eene plaatsing als cadet der art. h. t. 1. bij de K. M. A. in aanmerking komt de jongeling L. I. E. Ornstein. Honderden brieven en briefkaarten zijn, wegens onvolledig of onjuist adres, onbestelbaar en worden, wijl de afzenders niet hekend zijn en de stukken daarom niet aan hen kunnen wor den teruggegeven, na verloop van 3 maanden vernietigd. De aandacht van het publiek wordt er nog maals op gevestigd, dat de afzenders zich tegen zoodanig gevolg kunnen vrijwaren door vermel ding van hun naam op de achterzijde der stukken. {Stct.) Blijkens te Nijmegen uit Ned.-Indië ontvangen telegrafisch bericht is tot kapitein bevorderd de le luit.-adjudant A. W. Brunt, bij de Kol. re serve te Nijmegen. Stuurlieden-examen. De rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koop vaardijschepen, zal, overeenkomstig het bij kon. besl. van 17 Juni 1891 (Stbl. no. 106) vastgestelde regle ment voor die examens, aanvangende 14 September, tc 914 uur, zitting houden te Amsterdam, in bet raadhuis aldaar. In de aanvraag om toegelaten te worden, welke den voorzitter v6or 7 September portvrij moet heb ben bereikt, zal de candidaat, onder toezending van eenig authentiek geboorte-bewijs, tevens te kennen moeten geven voor welke vaart: Grooto of Kleine, voor welk diplomaZeil of Stoom, en voor welken rang hij verlangt geëxamineerd te worden. Mocht hij het examen volgens een der programma's B of in dezelfde zitting nog een aaanvuilings-examen wenschen af te leggen, dan zal bij ook dit moeten vermelden. Zie verder de Staatscourant. Gemeenteraad van Overscliie. Zitting van 2.7 Aug. 1897, te 11 uur voorin. Tegenwoordig zijn alle leden. De notulen der vorige vergadering worden onge wijzigd vastgesteld. Ingekomen zijn Van Gcd. Staten bericht van goedkeuring derge- meentcrekening over 1896. Wordt aangenomen voor kennisgeving. Voorstel van B. en W. om aan de beide tijdelijk hier gestationncerd geweest zijnde veldwachters een gratificatie toe te kennen van f5.elk. Wordt goedgekeurd. Voorstel van B. en W. tot vaststelling der jaar wedden van den burgemeester en van den secretaris. Op grond van do bij de nieuwe wet toegestane bijdrage van het rijk in genoemde jaarwedden, stellen B. en W. voor deze te verhoogen voor den burge meester van f800 op f1200 en van den secretaris van f 700 op f 1000. Van deze jaarwedden' is de rijksbijdrage "f550, de verhooging is tezamen f700.— zoodat zij een meerdere uitgave van de gemeente eischt tot een bedrag van flóO.— Tijdens de behandeling van dit punt verlaat de burgemeester de raadzaal en wordt het voorzitter schap waargenomen door den wethouder De Kroes. Spreker herhaalt de reeds door den burgemeester medegedeelde motieven die aanleiding hebben gege ven tot dit voorstel. De heer Ituhaak toont mot het in eigen exploitatie nemen der straatverlichting aan dat het Dagclijksch Bestuur voor de gemeente bezuinigingen weet aan te brengen, zoodat een verhooging alleszins gemoti veerd is. In stemming gebracht wordt het voorstel aange nomen met algemeene stemmen. De burgemeester, in de vergadering teruggekeerd, dankt den Raad voor dit besluit, waarmede getoond is, dat hij het beheer van het D B. goedkeurt. Het zal voor den secretaris en voor hem zeer zeker een spoorslag zijn oin met allen ijver zich te blijven wij den aan den hou opgedragen taak. Aan de orde is nu de wijziging der verordening op de heffing van opcenten op de personeele belasting. Het voorstel luidt om de opcenten te honden cp iü cn de mindere ontvangsten ad f 400 te dekken door verhooging van den hoofdelijken omslag met dit bedrag. Hiertoe wordt besloten met algemeene stemmen. Eveneens wordt mot algemeene stemmen besloten om de opcenten op de bebouwde en onbebouwde eigendommen op 10 en 40 opcenten te houden. Het voorstel van B. en W. om dc subsidie voor het armbestuur te bepalen op f 2500, wordt goed gekeurd, waarna de bcgrooting voor dat college, in ontvang en uitgaaf bedragende f 3245.10, wordt vastgesteld. Hierna stellen B. en W. voor om niet in te gaan op bet voorstel van den heer Ruhaak tot plaatsing der oude braudspnit aan de Schans. Aanleiding hiertoe vond het D. B. daarin dat de bewoners van de Schans op die plaatsing daar niet gesteld zijn en dat het niet onwaarschijnlijk is, dat er later zou worden aangedrongen om de oude te vervangen door een nieuwe. Bovendien is het moei lijk om daar oen stuk grond tc verkrijgen om dc spuit te plaatsen. Overeenkomstig dit praeadvies wordt besloten. De gemeentebegrooting dienst 1898 wordt door B. en W. aangeboden iu ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van f 18,363.31. Daarin is de opbrengst van den hoofdelijken omslag uitgetrokken tot het verhoogde bedrag van f1600. De begrooting wordt ter visie gelegd, terwijl 2 afschriften daarvan bij de leden zullen circuleeren. Aan het slot der vergadering wordt door den heer Poot in overweging gegeven om de oude spuit, die nu niet meer gebruikt zal worden bij advertentie te koop te presenteeren. De voorzitter raadt dit af en meent dat die spuit nog wel kan gebruikt worden bij de blussching van hooibergen enz., omdat het een lichte spuit is. De vergadering wordt hierna gesloten. TWEEDE KAMER. Blijkens overgelegde specificatie, hebben de ont vangsten gedurende het jaar 1896, wegens door het departement van oorlog gedane versterkingen, be dragen eene som van f 193,192,16, over welk bedrag dat iu 's rijks schatkist aanwezig is en dient tot het doen van uitgaven voor don dienst van 1897, hij aan dc Tweede Kamer ingediend wetsontwerp de beschikking gevraagd is. Algemeene Rekenkamer. De Tweede Kamer ontving het verslag der Alge meene Rekenkamer nopens hare werkzaamheden over het jaar 1896. Daarin wordt o.a. het volgende aan getroffen. Aan een kok in de strafgevangenis te Rotterdam werd als zoodanig verlof verleend gedurende den tijd dat bij zijnen militieplicht zou vervuilen. Niettegen staande hij, zoolang hij zich onder de wapenen be vond, de dagclijkschc soldij cn verdere verstrekkingen en vergoedingen voor onderofficieren en soldaten bepaald, genoot, en in de waarneming zijner betrek king op 's Rijks kosten werd voorzien, werd hem zijn traktement ais kok ook over het verloopen tijdvak uitbetaald. De Kamer ging over tot de verevening van het bovenbedoelde traktement omdat de minister van justitie haar had medegedeeld, dat geene bepaling was gemaakt, krachtens welke het traktement van dcc kok gedurende zijn verloftijd zou stilstaan. Ter voorkoming echter van eene herhaling van het feit gaf het college den Minister in overweging, in het vervolg, bij het verlecnen van verlof tot het ver vullen van militieplieht, te bepalen dat gedurende den verloftijd geen traktement zou worden uitge keerd, of dat de vervanging voor rekening van den beambte zou geschieden. Dc minister van Justitie beloofde bij voorkomende gevallen van gelijken aard als hierin behandeld op den door de Algemeene Rekenkamer gegeven wenk te letten. De minister van financiën deelde aan de Algemeene Rekenkamer zijn voornemen mede om aan de heeren Hottinger en Uie. te Parijs, Baring Brothers Co. Limited te Londen, Mendelssohn Co. tc Berlijn en Frères Bahlmann te Frankfort a Alain tegen genot van 13 pCt. provisie de betaling op te dragen van de in die plaatsen aangeboden wordende coupons der krachtens de wet van 30 Dcc. 1895 uit te geven 3 pCt. schuldbekentenissen aan toonder. Op de vraag van den Min. aan de Alg. Rekenk. of daartegen bij haar bedenking bestond antwoordde do Kamer ont kennend, doch merkte op dat zij uitging van de onderstelling, dat de Minister bij de voorgenomen regeling het financieel belang van den Staat zoodanig betrokken achtte, dat niet behoorde te wegen de mogelijkheid dat coupons, door kassiers in Nederland uitbetaald, door deze naar het buitenland werden gezonden, in welk geval ook over die coupons pro visie zou moeten worden betaald. •De Minister schreef terug, dat de bedoelde regeling hem inderdaad noodig voorkwam, omdat hij het in het belang van den Staat achtte, dat op die wijze het blijvend bestaan werd bevorderd, ook in het bui tenland, van eene markt van Nederlandsehe Staats fondsen. Indien ooit van misbruik mocht blijken dan zouden door den minister van financiën andere kantoren in het buitenland kunnen worden aangewezen dan die nu tot wederopzeggens aangewezen waren. De Kamer gaf den minister van financiën in over weging om, met opzegging van het contract, eene nieuwe overeenkomst aan te gaan, waarbij ook de levering van het zegelpapier der strooken voor iage- ren prijs werd bedongen. - Naar aanleiding der opmerking van de Algemeene Rekenkamer zijn met den leverancier onderhandelin gen gevoerd, die geleid hebben tot het sluiten van een nieuw contract tegen verminderden prijs. Omtrent do comptabiliteit der kleeding en uit rusting van onderofficieren en soldaten bij do land macht, bevat het verslag uitvoerige mededeelingen aan het slot van welks wordt medegedeeld dat de minister van oorlog o. a, voornemens was, om de uitgaven wegens aanschaffing cn aanmaak te doen betalen bij voorafgaande verevening. Tot het doen van betalingen voor aanmaak van kleeding en voor leveringen van geringen omvang, zou aan de ma gazijnmeesters bij de centrale magazijnen geld te; goede rekening kunnen worden verstrekt. Door de korpsen zouden dus geen andere betalingen ter zake behoeven te worden gedaan, dan die voor herstelling aan kleeding, voor begrafeniskosten en dergelijke. Haren dank betuigende voor de ontvangen inlich tingen, deelde de Kamer den Minister mede, dat zij zich voorbehield om, nadat het ontwerp tot wet zou zijn verheven, naar aanleiding van zijn laatste schrij ven nader met hem in overleg tc treden. Het onderzoek van een aantal contracten omtrent leveringen ten dienste van de militaire magazijnen van levensmiddelen, de bakkerijen en slachterijen, gaf der Algemeene Rekenkamer iu 1896 aanleiding den minister van oorlog te verzoeken om, cvenala door de overige Departementen van Algemeen Be- stunr geschiedde, haar afschrift te doen toekomen van de processen-verbaal van openbare aanbesteding in de gevallen waarin deze had plaats gevonden. In verband met hetgeen het college ten aanzien van 's Ministers bevoegdheid tot beslissen had erkend deed de Minister de toezegging, aan de Kamer ken nis te geven van elk geval, dat, bij de toewijzing van een werk of' eene levering do minste inschrijver was voorbijgegaan; en tevens, wanneer de Kamer dit mocht wenschen, de redenen van dat voorbijgaan mede te deelen, in het vertrouwen dat, bijaldien die redenen gelegen waren in de onbekwaamheid of on betrouwbaarheid van den minsten inschrijver, daar aan geene openbaarheid zou worden gegeven. Wordt vervolgt.) Bij kon. besluit zijn benoemd tot ontvanger der legistratie van gerechtelijke akten en der domeinen te 's Gravenhage B. C van Beikel, thans bewaarder der hypotheken en van het kadaster en si heepsbewijzen en ontvanger der registratie en domeinen te Deventer; tot ontvanger der registratie en domeinen te Grave J C. Doedens, thans surnumerair der registratie en domeinen en commies ter directie der registratie en domeinen voor Gelderland en Overijssel. Bij kon. besluit is, voor het tijdvak van 1 Sept. 1897 tot en met 31 Aug. 1898, benoemd tot leeraar aan de lijks hoogere buigersehool te Utrecht IC. Later, doctorandus in de Ned letteren, te Deventer. Bij kon. besluit is den reserve-oIficier van gezond heid der 2de kl. H. C. Knappert een eervol ontslag verleend uit zijne betrekking tot de landmacht. Bij kon. besluit is, met ingang van 16 September, benoemdtot directeur van het postkantoor te Venlo, J. P. Ilalberstadt, thans in gelijke betrekking te Xlep- pel; tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Meppel, J. de Simdt, thans in gelijke betrekking te Steenwijk. De minister van waterstaat biengt ter kennis van belanghebbenden, dat met ingang van 1 September de adspirant-ingeneur voor het stoomwezen in het 2de district J. fl. Verhoed', te Rotterdam, tijdelijk werk zaam zal zijn als hoofd van het 3de district voor het stoomwezen, ter standplaits Amsterdam. In enkele branderijen alhier was, zooals men weetde Zondagsrust ingevoerd. Zeker tot teleurstelling van allen is daarmede thans weer geëindigd. De een voor, de ander na, voerde den gewonen werktijd weder in, en thans zijn ook de twee branderijen, die dezen maatregel het langst volhielden, weder in de gewone werkuren teruggekomen. Deze proef heeft blijkbaar niet de verwach ting bevestigd, die daar aanvankelijk van ge koesterd werd. Onze stadgenoot, de heer B. Rienstra is geslaagd te 's-Gravenhage voor het examen voor de hoofdaete. De 12-jarige A. van Ruthen, werkzaam iu de drukkerij van den heer J. B. C. Hulsman aan de Hoogstraat alhier, had gisterenavond half zes uur het ongeluk met den voet be klemd te geraken tusschen de drukpers, waar door die voet gekwetst werd. Op een stokje steunende, ging hij op weg naar zgn woning in de Noorderlaan, doch kon dien weg niet geheel afleggen, zoodat hij het laatste gedeelte moest worden gedragen. Geneeskundige hulp is ingeroepen. De knaap kon heden zijn werk nog niet hervatten. In de branderij van den heer L. Vrijland had de 18-jarige A. Schipper het ongeluk om met een emmer heet water te vallen. Het water liep hem over den arm waardoor hij ernstige brandwonden bekwam. Hij heeft zich onder geneeskundige behandeling gesteld. Een wagen beladen met kolen en bespannen met een paard, zou de benrsbrug over irjdeu, maar ongelukkigerwijze stortte daarbij het paard op de brug. Nadat tevergeefs was geprobeerd het paard in het tuig overeind te helpen, werd het losge- spannen en de wagen achteruitgereden, waarna het paard spoedig op de beenen stond. De tocht kon daarop weder worden voortgezet. PKOGBAMIKA VAN HET Concert op Donderdag 26 Augustu--, des avonds te 8 ure, in de Officier z:.- fereeniging. Ganne. Adam. Waldteufei.. Eerste Afdeelmg. 1. Marche Loraine L. 2. Ouvert. «LeRoi de Lahore" A. 3. Au Priritemps. Valse E. 4. Fantaisie »Le Postillon de Lonjumeau"A. Adam. Tweede Afdeeling. 5. Leichte Cavallerie F. von Suppé. 6. Stephanie-Gavotte A. Czibulka. 7. My Queen. Valse E. Goote. 8. Wintergarten-Klange A. Kersten. 9. Im Frühling. Polka J. Holswilder;

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2