5r jaargang. Zaterdag 28 Augustus 1897. N°. 9408. FEUILLETON. DE SCHIPBIRËUkËL^ÖËIBL Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. Kennisgeving. BXJITËNLAm Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAU: BOTEK9TBAAT 70, Tclephoon Wo. 123. Advertentieprijs: van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. f Burgemeester en wethouders van Schiedam, Voldoende aan liet bepaalde in art. 57 der verorde ning op de brandweer binnen die gemeente Brengen ter ooenbare kennis, dat bij hun besluit van den 26sten dezer, aan den brandmeester JOH. J. ZOETMULDER, op zijn verzoek eervol ontslag uit die betrekking verleend is, inet ingang van 1 September 1897. Schiedam, 27 Augustus 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG, De secretaris v. LUIK, Z.-S. Algemeen overzicht. Schiedam, 27 Augustus '97. De president is vertrokken uit Petersburg. Gisterennamiddag is htj met zijn pantserschepen weder weggevaren. Toen het uur van vertrek naderde, werder de gewone beleefdheden gewisseld. De heer Faure heeft die van zijn kant bewezen aan de souvereinen, aan de hoogwaardigheidsbe kleders, aan de officieren hem persoonlijk toe gewezen, aan zijn eerewacht. Op zijn beurt spaarde Czaar Nikolaas zijn ridderordemagaziju niet; om de kleineren niet te noemen kregen admiraal Gervais en generaal Hagron een hooge decoratie, ontvingen de heeren Hanotaux en generaal de BoisdefTre ieder een gouden snuif doos en werden aan alle schepelingen derFran- sche vloot voor Kroonstadt aardige attentie I ook van die der ongelukkige Bruix her inneringsmedailles toegezegd. Gisteren werden de laatste afscheidsvisites te Petersburg gemaakt; aan de armen werd een gift van 100.000 francs geschonkendaarna ging de heer Felix Faure naar de reede, waar een schitterend gezelschap aanwezig was om den president te begroeten bij zijn vertrek. De muziek eener eere-compagnie speelde de Marseillaise. Na afscheid van allen genomen te hebben, die zich aan de reede bevonden, besteeg de heer Faure het keizerlijke jacht Alexandria. dat onder kanongebulder en de vivat's van de menigte, de nationale vlaggen in top, naar Kroonstadt vertrok. De groote reede dezer plaats, met haar Rus sische en Fransche schepen, die salvo's gaven, en welker matrozen, op de ra's staande, hun hoezee's lieten weerklinken, terwijl beneden de beide volksliederen weerklonken, bood op dat oogenblik een schitterend schouwspel aan. De keizer en de president hielden hier nog Door J. C. Biebnatzki. 29) Doch ziestonden daar niet twee gestalten dicht tegen elkaar aangedrongen, als door de branding gedragenwant geen .vast punt was er te zien waarop hunne voeten konden staan. Het waren Godber en Maria. Met bovenroenschefijke inspanning scheen hij weerstand te bieden aan den storm en de golven met kracht verzette hij zich nu eens tegen het water, dat over hem heensloeg, dan weder hief hij de jonkvrouw met zijnen arm naar boven. Maar vergeefs'. Datgene waarop hij stond was het een muur, was het een balk hield niet langer. Een reusachtige golf ruischte als een be geerig zeemonster aan en op het zelfde oogenblik werden Godher en Maria tot boven op den kam opgeheven en dan in deri kokenden maalstroom neer geworpen, waaruit geen redding mogelijk was. Bij dezen aanblik vergaten zij, die getuigen -.varen van den ondergang der gelieven, hun eigen gevaar een oogenblik; maar weldra dachten zij weder aan zich zelve, als voelden zij dat zij den dood, dien zij anderen zooeven hadden zien ondergaan, weldra ook zeiven a's offer moesten vallen. Het was niet de vrees voor den dood, die bij hen het alles beheer- scliende gevoel was, ja zelfs ging er in dit oogen blik bijna eene hoop van hen uit, dat zij weldra dooreen snel einde uit dit uur van ondragelijken angst mochten vei lost worden. Het nederzinken van Godber en Maria bracht eene revue over de schepen, waarna men zich aan boord begaf van het Fransche pantserschip de Pothuauwaar aan de Russische souvereinen een afscheidsiunch werd aangeboden. Bij deze gelegenheid bedankte de heer Faure liet keizerlijk paar voor het bezoek aan het Fransche pantserschip, voor de betoonde gast vrijheid en de prachtige ontvangst door het Russische volk. De Fransche en Russische vloten kunnen trotsch zijn op het aandeel, dat zij van den eersten dag af gehad hebben aan de groote gebeurtenissen, welke de innige vriend schap tusschen Frankrijk en Rusland bevestig den. Zij maakten het aan de beide vereenigde, geallieerde natiën, die geleid worden door het gemeenschappelijk ideaal van beschaving, recht en gerechtigheid, mogelijk, zich broederlijk aaneeu te sluiten in de loyaalste, oprechtste omarming. Voor deze woorden dankte de Czaar, zeggende, dat ze iri zijn hait een levendige echo vinden, terwijl hij er bijvoegde: »Uw verblijf in ons midden schept een nieuwen band tusschen onze beide bevriende, verbonden alliéesnatiën, die evenzeer besloten zijn met haar gansche macht bij te dragen lot handhaving van der. wereldvrede in den geest van recht en billijk heid." Ten slotte dankte de Czaar nogmaals voor het bezoek en ledigde het glas ter eere van president Faure en op de welvaart van Frankrijk. Des middags drie uur begaf zich het gezel schap naar den kruiser Èorvya, welken de keizer aan den heer Faure liet zien. De president nam hier afscheid en keerde naar de Pothuau terug, die onder geestdriftig gejuich van de verzamelde toeschouwers onder stoom ging. De Novo je Vremja verklaart dat er geen twijfel aan is, of het verband tusschen Rusland en Frankrijk, reeds in het vorige najaar door den Czaar gesloten, is een volmaakt aequivalent van het Drievoudig Verbond, dat het heeft om gezet in eene internationale combinatie van mogendheden, die thans den vrede niet meer bedreigt. De Novosti doet opmerken, dat de Kóln. Zeit. ongelijk heeft om de beteekenis te ontkennen van de manifestatiën van het Russische volk, want ieder gouvernement heeft rekening te houden met de wensehen van het volk. De dag van den 24sten Augustus heeft inderdaad het Fransch-Russisehe verbond bevestigd. De Swet ziet in de gesproken woorden een nieuw bewijs, dat Rusland en Frankrijk be vriende natiën, zijn, die in vrede willen leven, maar bereid zijn elkaar wederkeering te ver dedigen tegen elk buitenlandsch gevaar. Men schijnt het te Konstantinopel eindelijk eens te worden over de vredesvoorwaarden. Gelijk men weet was Engeland het niet eens met de voorwaarden betreffende de ontruiming de gedachte van de buurvrouw weder op het ver lies van haar kind, waarvan zij niet anders kon verwachten, dan dat het als een spel der golven dood op zee ronddreef; en op nieuw barstte zij in een luid gejammer uit. Daar werd het uitzicht duister gemaakt, als trok er een donkere wolk voorbij. Het was een hooi mijt, die nog door het vlechtwerk, waaraan zware gewichten hingen, werd in elkaar gehouden, maar thans tegen een vooruitstekenden balk drijvende uit elkander sloeg. Het bovenste deel schoot onder het dak en wierp groote hopen nat hooi op de op den bodem liggenden. En zieaan de voeten der moeder lag het reeds lang verloren gegeven kind levend en ongedeerd. Wie vermag het geluk der ouders te schetsen Met duizend kussen overdekten zij den knaap iedere gedachte aan den dood, die hen weldra allen in zijn macht zou hebben, was verdwenen. Zelfs dominee Hold en zijne eclitgenoote deed de deelname aan de vreugde der ouders een oogen blik niet denken aan hunnen toestand en ware op dit oogenblik hun schuilplaats bezweken voor het geweld der golven, zoo zouden allen te zamen nog vol geluk over de redding van het kind zijn weggeslagen. Toen de gedachte aan het door de redding niet verminderde gevaar terugkeerde, was de stoim reeds wat verminderd en begon deze lang zamerhand te leggen. De golven stortten niet meer zulke geweldige watermassa's over het dak en langzamerhand be gon het peil van het water te dalen. Toch bleef het gevaar niet gering, omdat de stutten van de weinige dwarsbalken, waardoor deze weiden geschraagd, thans nauwelijks nog bestand van Thessal'ë, zoodat de vijf andere mogend- I jden reeds besloten hadden buiten Groot- Brittaunië om het vooiloopig verdrag te tee kenen. Thans echter heeft de toestand in "Voor- Indië zooveel ongerustheid gewekt te Londen, dat men van verder obstructionisms schijnt te willen afzien. Lord Salisbury heeft dan ook reeds aan de mogendheden een rondschrijven gericht, waarin hij hun voorstelt om te onderzoeken of Grie kenland eene jaarlijksche schatting van 250.000 Turksche ponden zou kunnen betalen onder de noodige controle. Het schijnt dat er op dezen grondslag ein delijk een vergelijk tot stand zal kornen, vooral nu, zooals een telegram uit Athene luidt, de Grieksche regeering zich bereid heeft verklaard alle mogelijke waarborgen te geven voor het betalen der oorlogsschatting. Het werd ook tijd. Men weet zelfs te berichten dat Tewfik-pacha geklaagd heelt over de laksheid in het voeren der onderhandelingen, en een klacht van Turksche zijde over langzaamheid beteekent niet weinig. Uit Voor-Indië komen nog weinig opwek kende berichten voor de Engeischen. De Afridis hebben Dinsdagmorgen Lundskotal aangevallen en verbrand. De drie forten, die den Khyber-pas bestrijken en den toegang tot Peshawur afsluiten, waien reeds in hunne handen. Thans moeten zij het garnizoen te Lunds kotal en in de Khyber-Rifles hebben aange vallen. Vier en twintig uur hield men het uit tegen de herhaalde aanvallen van de Afridis. Toen dezen binnentrokken ontstond een wan hopig gevecht, dat twee uur duurde. Volgens sommige berichten zijn de vijandelijke benden verstrooid, doch voornemens zich '15 September weder te verzamelen. Omtrent het vermoorden van den president van de republiek Uruguay wordt nog gemeld, dat hij ter viering van den onaf hankeiijkheids- dag in de hoo'dkerk was, waar een Te Deum werd gezongen. Plotseling sprong er een man op hem af. een zekere Arredondo gelijk later bleek, die een revolverschot op hem loste. De dood volgde schier onmiddellijk. Op den heer Borda waren reeds vroeger aanslagen gepleegd. In Mei van dit jat bij gelegenheid van een wandelrit, naderde hem een student met een geladen pistool. De aide- de-camp van den president luitenant-kolonel Turenne gaf den jongen man gelukkig zulk een slag op den arm, dat het schot in de lucht afging. De tweede keer, in Juni, trachtte men den president door middel van een bom te dooden. Men bemerkte echter den toeleg tijdig. Beide aanslagen geschiedden uit politieke beweegredenen en men vermoedt, dat het ook bleken tegen do geringste stooten en slagen, maar heftiger dan te voren heen en weer schudden en meer en meer los begonnen te staan, terwijl met het terugloopen van den vloed de grond, waarop zij stonden, afbrokkelde en er dus vrees bestond, dat de ruïne weldra geheel zou instorten. De zee sloeg nog met enk*'» zware golfslagen naar den buit, die haar dreigde te ontgaan, en woelde, hoe verder zij terugging, den grond om de schoorbalken los, zoodat zij alien steun verloren, en het gevaar van de tot nu toe gespaarde offers den hoogsten graad bereikte. Hoe meer hun hoop was gesiegen om het leven te behouden, des te angstiger greep hen nu de gedachte aan, ten laatste toch nog om te komen. Hoe langzaam kropen de minuten voortHoe langzaam week de zee terug! Doch eindelijk, daar was het gevaar geweken en dankbaar kon men van de gevaarlijke schuilplaats weder afdalen naai den beganen grond. Hoofdstuk XV. Met welke gevoelens zagen de aan den dood ontkomenen de plek terug, waar het hun ondanks ontberingen, vroeger zoo goed was geweest. Nauwe lijks kon het leven als een welkome gave schijnen, daar alles hun ontnomen was, wat zij bezeten hadden. De maren der huizen waren weggeslagen en de grond uitgespoeld de kerk was vernield, de pas torie eene ruïne geworden. Dominee Hold en zijne echtgenoote aanschouwden met tranen in de oogen de verwoesting. Hij dacht aan zijne zoo geliefde boeken, waarvan hem ook niet een enkel was overgebleven zij dacht aan die duizend kleine aan genaamheden des levens, waarvan geen spoor was de politiek is. welke thans de hand van den moordenaar geleid heeft. In Februari van dit jaar werd het vaandel van den opstand in Uruguay geheven door generaal Saraiva, die vooral ondersteuning vond bij de Witten, de conservatieven, en werd bij gestaan door de monarchisten van Rio Grande do Sul. Generaal Saraiva is namelijk van oor sprong een Braziliaan en liet is ook in boven genoemde Braziliaansche provincie, dat de op stand werd voorbereid. De generaal trok de grenzen over met slechts 500 man, doch de oproerige beweging nam zoo snel toe, dat hij zich spoedig aan het hoofd bevond van eenige duizenden personen. De pre sident werd door hem zóó in het nauw gedre ven, dat deze voorwaarden moest aannemen, welke een gansche ommekeer van zaken in de toekomst onvermijdelijk maakten. Er werd overeengekomen, dat de Witten bij de eerstvolgende verkiezing een piesident uit hun midden zouden kiezen. Als candidaat werd genoemd dr. Pedro Jose Ramirez; ook zes pro vinciale gouverneurs zouden tot hun partij be lmoren. Men vermoedt, dat president Borda zich tegen deze regeling heeft verzet en dat zulks de aanleiding van den op hem gepleegden aanslag is geweest. Oc broodprijs ln Frankrijk. Gisteren heeft, zooals wij reeds in het kort hebben gemeld, de Fransche minister-president Méline het dagelijksch bestuur van den Parij- schen gemeenteraad ontvangen, dat hem in ver band met de stijging der graanprijzen de tus- schenkomst der regeering kwam vragen. De minister beloofde ernstig overleg en maakte tevens eenige opmerkingen, waaruit men kan afleiden dat hg den toestand volstrekt niet als ernstig beschouwt. Hij vei zekerde dat de regeering volstrekt niet zou aarzelen het invoerrecht op granen te verlagen, indien het niets anders kan. Daar voor zou echter noodig zijn dat de pry's inder daad buitengewoon hoog werd en de stijging van blijvenden aard was, niet slechts tijdelijk of wegens speculatie. De minister Viger, die in 1891 het invoer recht van 5 tot 3 frs. had verlaagd, heeft later verklaard er berouw over te gevoelen, omdat vooral de speculanten er door waren bevoor deeld, die voor en na de verlaging groote hoe veelheden hebben ingevoerd, om die op te slaan en later weder voor zeer hooge prijzen te ver- koopen. Bovendien was de oogst in dat jaar, wat Frankrijk betreft, slechts 70 millioen hec toliter, en dit jaar zal die 85 a 90 zijn. In het noorden des lands is de oogst zelfs zeer ruim. Een deel van Europa heeft ook misgewas, maar in Engeland, Duitschland en Spanje wordt niet minder gewonnen dan in 1896, en Amerika rekent op 203 millioen hectoliter tegen 165 in 1896. Volgens de jongste berichten uit Amerika daalt de prijs daar reeds eenigszins en als de achtergelaten. Wat beiden verloren hadden, dat kon met geld weder gekocht worden, maar de vreugde aan datgene, wat zij onder zorgen en bezwaren hadden verworven, de liefde voor datgene, wat han door vriendelijke herinneringen dierbaar was, de band, waarmede de gewoonte anders ook nog nietige zaken aan ons bindt, de oude vertrouwe lijkheid, waarmede het bezit wordt gadegeslagen, dat alles kon geen goud weer herstellen. En ook, al ware dit mogelijk geweest, waaruit zouden zij het hebben kannen doen Stonden zij daar niet ontbloot van alles. Zonder eenige hoop voor de toekomst, zonder uitzicht om hun levens onderhoud te kunnen winnen 7 Zij waren thans wel uit de woedende golven gered, maar zij moesten misschien weldra als offers van den hongerdood vallen. Konden zij thans reeds vol vertrouwen naar de kusten van hot vasteland blikken, van waar de hulp moest komen, vóór zij wisten hoever de over strooming zich had r'tgestrekt, vóór zij zekerheid hadden, hoever het vermogen hunner medemenschen reikte en hoe snel zij op het h>er heerschende ge brek zouden attent gemaakt worden? De predikant en zijne echtgenoote verwijlden troos teloos op de puinhopen van hun vroeger geluk, terwijl hun kind van koude sidderde. Zij wendden hunne blikken rondom, maar overal zagen zij de zelfde verwoesting. Kale wersten of eenzaam in de lucht stekende palen hier en daar, die een ver brijzeld dak droegen. Slechts een enkele woning was minder vernield en kon nog eenigermate als schuilplaats dienen. Daailieeu richtten zij hunne schreden. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1