51s<e jaargang. Zondag 29 en Maandag 30 Augustus 1897. N°. 9409. Tweede Blad. OOM PETER. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVErThTXITrOELANTS. Kennisgeving. Kennisgeving. Herhalingsschool voor Meisjes. FEUILLETON". BUITENLAND. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAUS ROTERSTRAAT TO, Tclcplioon No. 123. AnrF.RTEN-TTF.rmjBvan 15 gewono regels met inbe grip van eene Courant. f 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Dr. Burgemeester van Schiedam, Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen: Dat het kohier van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten, No 1, dezer gemeente, over het dienstjaar 1897/9S, door den heer directeur der dn ecte belastingen te Rotterdam op den 2Gn Augustus 1817 executoir verklaaid, op heden aan den oiiti anger der directe belastingen, ter invoideinig is oiergem.iakt. Voorts wordt bij deze herinneid, dat een ieder ver plicht is, zijnen aanslag op den bij den wet bepaalden voet te voldoen; alsmede dat heden de termijn van zes treken ingaat, binnen welke de reclames tegen dezen aanslag behooten te vvoiden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be- hooit, den '28n Augustus 1897. De burgemeester voornoemd VERSTEEG. Inrichtingen welhe gevaar, schade ot hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet, Geven kennis aan de ingezetenen, dat op heden aan O. A. VAN DEVENTER en zijne rechtvei krijgenden vergunning veileend is tot oprichting van een glas fabriek aan den Buitenliavenvveg no. 146, kadaster sectie I, no. 1096. Schiedam, den 26sten Augustus 1897. Burgemeester er. Wethouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris v. EDIK, Z.-S. Reisjes boven de 12 jaar, die de Her halingsschool willen bezoeken, moeten zich aanmelden op Vrijdag 3 September c.k., des avonds van 6M S uren, in een der loka len van le Openbare kostelooze school. Set hoofd der school, P. VAN VLAARDINGEN. [Ingezonden.) I. Dit opschrift moet bij den lezer geen te groote verwachtingen, van wat hij te lezen zal krijgen, opwekken. Het onderwerp moet al dadelijk begrensd worden tot het openbaar onder wijs en daaruit alleen die gedeelten, welke voor het in onderwijs en opvoeding belangstellend publiek, zouden pa§d agogische vakkennis, gemak kelijk zijn te volgen. Naast deze beperkingen zullen we hier en daar enkele uitbreidingen moeten stellen 't zal namelijk voorkomen, dat Uit het Noorsch van Thomas P. Kkag. Be plaats, waar oom Peter met zijn moeder woonde, was een middelmatig provinciestadje van vijf- tot zesduizend inwoners. Men vond er flinke winkels, waar van alles te krijgen was, en mooie heeraihuizen met groote tuinen. Des zomers als de werkzaamheden waren af- geioopen en de avond gevallen was, kwam jong en oud in den societeitstuin bijeen. Daar werden dan in het eigenaardig plaatselijk dialect alle nieuwtjes van den dag besproken en ging het, vooral als hot wat laat werd, dikwijls recht vroolijk toe. Heel laat, het was dikwijls reeds nacht, verlieten oom Peter en zijne vrienden, allen echte stamgasten meestal min of meer aangeschoten den tuin. Zij groetten den nachtwacht, die om opschudding en ruzie te voorkomen, ben in den regel maar liet •loopen. De vrienden brachten oom Peter geregeld thuis, en a's moeder het gezelschap dan hoorde aankomen, ^,ng zij in haar nachtgoed boven voor het open raam staan, om haar zoon en zijne de plaatselijke toestand de aanloop zal zijn tot bespreking van meer algemeene toestanden. Vatten we allereerst de prozaïsche kwestie der Salarieering in het oog. Daar het onderwijzerscorps een onderdeel van 't geheele ambtenaarspersonee! der gemeente vormt, is een juist inzicht in deze materie alleen mogelijk, als we de onder wijzei salarissen be schouwen in verband met de wedden der overige gemeenteambtenaren. Er bestaat dan weinig gevaar voor overschatting van de draagkracht der gemeente, een factor, die bij de salarieering zoo'n grooten invloed doet gelden. We hebben voor ons liggen 't gemeente verslag van 1883 en de goedgekeurde begroo ting van 1897. Uit die beide officieele stukken geven we hier het volgende staatje Salaris van den: 1883 Burgemeester f 1400 Secretaris -1400 Architect -1100 Opzichter (aangest. 1885) - 700 Havenmeester - G75 Ontvanger -1100 Commiss. v. politie -1150 Inspecteur v. politie (aangest. 1885) - 700 Ambtenar. t. Secre tarie (twee) - 700 en - 650 Politic-agenten - 550 Hoofden v. scholen uitgebr. leerpl. j. - 1750 m. -1450 3 gew. scholen (2) - 1350 Plaatsverv. hoofden - 900 Onderwijzers en on derwijzeressen - 700 1897 f2000 -2000 -1800 -1000 - 800 -1450 -1300 - 900 -1150, f900 |m. op- - 750, - 650 Ikliinm. - 550, f600, f825 - 2050 uitg. leerpl. j. -1550 gew. school. -1450 j> - 1450uitg.leerpl.m. -900 600 en f 100 voor 't in deze plaats ver krijgen d.hoofdaktc. Wat leert ons een vluchtige beschouwing van dit lijstje? Dit, dat alle jaarwedden, be halve die der klasse-onderwijzers en onder wijzeressen, zijn gestegen; en velen zelfs aan merkelijk, met 50 °/o en meer. De jaarwedden der klasse-onderwijzers evenwel hebben zich niet eens op hunne twijfelachtige hoogte kunnen handhaven: ze zijn gedaald! Voor we nog het een en ander over die daling zeggen, willen we eerst iets in 't midden brengen omtrent de rijzingen. Ons doel met de mededeeling dier cijfers is niet, de verhoo gingen af te keuren, integendeel de meesten hebben onze volle instemming, hoewel wij op den maatstaf «die veel heeft, dien zal veel gegeven worden" wel 't een en ander zouden at te dingen hebbende politie-agenten bijvoorbeeld zijn maar schraal bedacht 1 Neen, wij willen met deze cijfers bewijzen, dat finan- cieele onmacht den Raad niet dwong de jaar wedden der klasse-onderwijzers te verlagen, in dat geval toch verhoogt men geen andere catagoriën. Het jaarverslag geeft op f 1300 met vrije woning. Uit; 't verslag van 1884 blijkt, dat die woning op f100 gewaardeerd wordt. (2) Het verslag geeft f1100 -f- f250 voor gemis aan vrije woning. kornuiten met de noodige scheldwoorden te ont vangen. Ten langen laatste, maakte zij bij die nachtelijke tooneelen wel het meeste lawaai, en wat zij dan te hooren gaf, was verre van hoffelijk. Poter's moeder werd in de wandeling ook wel »de juffrouw met de dieren" genoemd, een bijnaam, die zij te danken had aan het bezit van verschei dene vogels in kooien, katten met zijden lintjes om den hals en drie kleine hondjes, die er des zomers mot hunne gefriseerde knevels en manen heel snoezig uitzagen. Daar oom Peter zelden thuis was, wijdde zij bijna al haar liefde aan deze trouwe dieren, verstond de bloedvink, als bij floot, de honden als zij blaften en de katten als zij miauw den. Ondanks haar zeventig jaren, was moeder nog flink bij de hand. lederen morgen om zeven uur stond zij op en hielp dan de meid de binnenplaats boenen en de keuken uitdoen. Ofschoon het nu juist niet noodig was, moest dit toch iederen dag herhaald worden, want de oude vrouw wilde, als om negen uur het zonnetje in de keuken kwam schijnen, alles er helder en frisch uit zou zien. Alhoewel de oude vrouw in den grond veel van haar zoon hield, kon zij toch soms hard jegens hem zijn en hem en zijn i vrienden duchtig het jak uitvegen. Toch was ïom Peter zoo kwaad niet; want al gebeurde h>»t wel eens dat hij te veel gedronken had, nooit was hij boos of ruw jegens zijn moeder. Zelfs als hij zooveel gehad had, Ook den hoofden van scholen heeft 's Raads ongenade niet getroffen hun jaarwedden wer den ook verhoogd, en speciale antipathie tegen het onderwijs was het dus niet. wat ook nog afgeleid kan worden uit de voldoende lokalen en de toereikende leermiddelen. Wat was dan de reden, dat de aan bloedarmoede lijdende ondermeester een aderlating moest ondergaan, terwijl op volbloedigen uit 't zelfde gezin in jection met levensvocht plaats grepen? Waarschijnlijk geven de chirurgen, die den 2 Maart 1886 in de operatiezaal die kunst bewerking uitvoerden, ons een afdoend ant woord op die vraag. Hun antwoord luidtde wet van vraag en aanbod, o Waarde Raad gedurende de schaarsehie van onderwijzers zijns ondanks gedwongen was de tractementen tot de tegenwoordige hoogte op te voeren, is hij naar mijn oordeel volkomen bevoegd de tractementen weder te verlagen nu de gelegenheid daartoe gunstig is. Jk stel daarom voor te bepalen, dat de jaarwedden van de thans in functie zijnde onderwijzers, met ingang van 1 Jan. 1898 zullen worden teruggebracht op f 600." (J. C. van Buuren van lleyst). Tegen verlaging van de in functie zijnde onderwijzers gingen stemmen op, zoodat daartoe dan ook niet werd overgegaan wel werd besloten de verlaging voor nog te benoe men onderwijzers te doen gelden. Als grond der verlaging wordt alzoo mat duidelijke woorden genoemd de wet van vraag en aanbod. Hoe duidelijk die verklaringen ook luiden 't min of' meer zedelijke dier «wet" laten we op 't oogenblik in 't midden toch kunnen wij er geen geloof aan slaan, omdat zij met de feiten in strijd zijn. Wat toch is 't geval In 'f zelfde jaar 22 October 1886 stelde 't zooeven genoemde lid voor de jaar wedden der havenmeesters met flGJ te ver- hoogen, daar de havenmeesters beter hun best doen dan eenig ander ambtenaarHier was dus de maatstaf niet de wet van vraag en aanbod, maar plichtsbetrachting (voor de be trekking van havenmeester waren, volgens den burgemeester liefhebbers in overvloed). Ilooren we nog even de motiveering dei- plaatselijke schoolcommissie j> Aangezien bij vacaturen de opengevallen plaatsen gemak kelijk vervuld worden en de levensmiddelen goedkooper zijn geworden, zouden wij bij vol gende benoemingen voor onderwijzers en on derwijzeressen een jaarwedde van f 600 vol doende achten (11 Februari 1886). Hier vinden we dus als maatstaf de wet van vraag en aanbod in verband met den prijs der levens middelen. Ook van deze argumenten kunnen we niet aannemen, dat ze door hen, die ze bezigden, ernstig gemeend zijn; in dat geval toch zou advies tot verlaging der jaarwed den van de hoofden der scholen niet kunnen uitblijven. Beide motieven gelden toch in ge lijke of sterkere mate ook voor die ambtenaren. Van de «goedkoopte" der levensmiddelen toch profiteert een hoofd, die gewoonlijk ge huwd is, veel meer dan een onderwijzer, die, zonder armoede te lijden, niet huwen kan en dus genoodzaakt is ais «commensaal" te leven. En wat het getal sollicitanten aangaat voor de hoofdbetrekkingen is dat aantal eergrooter dan voor de ondermeestersbaantjes. dat een ander op zijn beenen niet tneer zou kunnen staan, wist hij zich toch altijd nog goed voor te doen. Het eenige waaraan men kon zien, dat hij een roes hadwas zijn linker oog dat dan zoo rond werd als van een visch, terwijl zijn ge laat zich vertrok tot een glimlach, die er dan voortdurend op bleef staan. Maar slechts zelden kwam het zoover, want zijn moeder had er won derlijk goed slag vanorn hem in toom te houden. Toen de oude vrouw gestorven en begraven was, liet oom Peter een mooien rozenstruik op haar graf planten, met een kruis er bij, waarop een bijbeltekst was uitgebeiteld, want hij wist dat het oud6 raensch daarop gesteld was. Toen alle drukten en beslommeringen achter den rug waren en hij al den tijd had om over het verledene na te den ken, besefte hij eerst recht welk een groot verlies bij had geleden. Hij begon droefgeestig te worden en af te vallen. Wanneer een zijner vrienden hem aan het verstand bracht, dat hij het toch nog iang zoo kwaad niet had, moest hij dit we) toestemmen, maar toch, het rechte was het toch niet. Dat ge lukkige en onbezorgde gevoel van vroeger miste 'hij. Oom Peter had nu eenmaal den steun en aan spraak verloren, die zijn moeder altijd voor hem geweest was. Toen hij nog jong was en zijn vroo- lijke en blijmoedige aard wel eens tot buitenspoo- righeden dreigde over te slaan, was het altijd het We kunnen chis op grond der feiten't aan gevoerde \onr ile verlaging niet als ernstig beschouwen. Maar welke gedachte heeft dan voorgezeten Is men ontevreden over het werk van den klasse-onderwijzer, ook niet; want met een regelmatigheid, die aan eentonigheid gaat grenzen, getuigt do plaatselijke schoolcommissie telken jure: «dat over het algemeen hel onder wijzend personeel de hoofden worden afzon derlijk genoemdmet lust en ijver hoefl gearbeid en bewijzen heeft geleverd voor zijn taak berekend te zijn". Waren nu de onder wijzers maar havenmeesters, dan kon zoo'n getuigenis hen waarschijnlijk bij 't streven naar een van broodzorgen vrij bestaan te stade ko men. Doch zij zijn maar schoolmeesters. Hot bevruchten van den geest, het plooien van 't gemoed, 't vormen van karakter, zij beelden zich soms in oogenblikken van pedanterie in, dat dit haalt bij 't aanwijzen van een ligplaats voor een bom 1 Neen. de redeneeringen, die men heeft ge houden om die kranke zaak gezond te praten, zijn, bewust of onbewust, geïnspireerd door: geringschatting van den arbeid van den klasse-onderwijzer. Dat is de oorzaak! Jan Huung. Algemeen overzicht. Schiedam, 28 Augustus '97. De buitenlandsche pers heeft op dit oogen blik voor niets anders ooren dan voor de woor den. die de Czaar en de President aan boord van de Pothuau hebben gesproken. Voor de Franselien waren zij een blijde verrassing, waarop zij wel hooptenvoor de andere natiën, vooral voor Duilsehland, vielen zij wel oen weinig uit de gis, en had men gedacht, dat tot het laatste oogenblik de toon van hoffelijk heid en vriendschap zou bewaard gebleven zijn, zonder verdere toenadering evenwel. Toch is aan de andere zijde het uitspreken van wat door ieder reeds lang gedacht werd, niet te verwonderen. Eerst admiraal Gervais te Kroonstadl, toen admiraal Avellan te Toulon, daarna de Czaar te Parijs en eindelijk de President der Republiek te St. Petersburg; al deze onUangsten lieten bijna geen twijfel over aan de nauwe banden, die Frankrijk en Rusland samenhouden. Het woord van Nicolaas II is slechts do be vestiging van het feit, maar de omstandigheden waaronder het werd uitgesproken, eenige dagen na de vredelievende toasten van Keizer Wil helm II, geven het een eigenaardig gewichten doer de groote beteekenis van het verbond voor geheet Europa duidelijk worden. Wij zullen onze lezers niet lastig vallen met eene opsomming van alles wat de Europee- sche pers na de «alliance" heeft op te merken in Frankrijk is men uitgelaten, in Duilsehland, wij zagen het gisteren uit de Koln. Zeil., wat kalmerde Engelsehe pers constateert de feiten zonder omhaal. Zoo de Times: Dit blad herhaalt ook, dat het doel van den tweebond is de vrede. «Het zou meer dan mal zijn aan Frankrijk en Rusland agressieve be- juiste inzicht en een eenvoudig en verstandig woord van zijn moeder geweest, die hem voor dergelijke uitersten had bewaard. En de goede vrouw had onk altijd gezorgd, dat zijn ondergoed heel was en zijn kousen gestopt werden. En nu kon niemand dat meer, zooals zij dat altijd gedaan had Van daar dat oom Peter nu dikwijls uit zijn humeur was en raasde en tierde en dan gebeurde het soms, dat Flip de kat tegen hem op sprong of hem over de kousan krabde, terwij! de groote teen uit den hiel stak. Zie, zulke dingen zijn geen kleinigheden voor een bejaard jongtuensch. Maar tijd en gewoonten doen ons met veel ver zoenen. De dagen van ons leven gelijken dikwijls zoo op elkander, dat men bijna niet weet of men voor- of achteruit gaat. Dan kan er evenwel een dag komen, dat men onwillekeurig stilstaat en duidelijk het verschil ziet tusschen het verleden en het heden. Zulk een dag nu is zeker wel de dag vóór Kerstmis. En Kerstmis nadat zijn moeder gestorven was, gevoelde oom Peter meer dan ooit, hoeveel beter het voor hem geweest zou zijn, als de goede vrouw nog geleefd had. Nu dient opgemerkt te worden, dat Peter's moeder, zoolang men zich herinneren kon, gewoon was geweest op Kerstavond een gastmaal aan te richten voor haar zoon en zijne vrienden. Dien avond zaten dan al de brave drinkebroers als kleine jongens om de Kersttafel en aten rijstenbrij met

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 5